Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

73 resultaten - Pagina 3 van 5

1 - 2 - 3 - 4 - 5
[10] Zie, nu is het laatste korreltje van de zandloper voor deze held gevallen en de engel raakt hem aan met zijn vlammende zwaard en zegt: 'Sta op, krachteloze ziel, en jij, trots stof, val terug in de zee van je bodemloze nietigheid!'
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] 'Mijn geliefde Ghemela, kijk naar deze man, zijn naam is Lamech; net als jij is hij vol intens vlammende liefde tot Mij. Zie, deze man wil Ik jou geven; want Ik weet dat hij jou niet zal aanraken voordat Ik hem naar jou toe zal leiden.
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Telkens wanneer je Mij zult willen beminnen, maar je hart niet krachtig genoeg is om Mij met vlammende liefde te omvatten, maar je slechts genoegen moet nemen niet droge gedachten over Mij (welke toestand te vergelijken is met iemand die met grote geesteswarmte iets wil omvatten, maar een paar nachten daarvoor niet heeft geslapen, waardoor zijn geest dan geenszins helder is en hij bijna door slaap overmand wordt, net als hij zich voorgenomen heeft in het vuur van zijn geest te gaan werken), bedenk dan dat het jullie aan de ware deemoed ontbreekt; want die is het eigenlijke fundament van al het leven.
Hoofdstuk 12: De grenzen van het leiderschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Na deze woorden herkenden allen de Vader; Purista echter gaf een luide kreet, viel neer en met vlammende liefde omklemde ze krampachtig de voeten van Abedam en alles wat zij kon zeggen was:
Hoofdstuk 20: Purista en haar ouders herkennen de heilige Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Uit die bewering zou men dan in zekere zin moeten afleiden dat de natuurlijke verschijnselen een minder groot wonder zijn dan wanneer er plotseling een vlammende berg van het firmament naar beneden valt.
Hoofdstuk 36: Het klankwonder in de grot en de weldadige uitwerking daarvan op Hored - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Begrijp nu dat Ik niet als Rechter naar jullie toegekomen ben, maar als liefdevolle, heilige Vader om met eigen hand aan alle kinderen reeds op aarde het heerlijke, heilige zaad voor het eeuwige leven te geven; dan zul je eindelijk in je eigen vlammende hart duidelijk inzien dat Rechter en Vader in het liefhebbende hart van de kinderen in eeuwigheid nooit één worden, dat altijd alleen de Vader of alleen de Rechter het leven beheersen moet, de Vader tot het eeuwige leven - en de Rechter tot de eeuwige dood van de geest der liefde.
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Als dat is gebeurd, zal ten gevolge van een dergelijke afgoderij ook alles in de allerdonkerste nacht van het verderf en van de eeuwige dood verzinken en Ik zal dan gedwongen worden met vurige zwaarden en vlammende roeden de in de dood verzonken wereld te berechten om haar weer in zoverre tot leven te brengen dat zij geschikt zal zijn voor een ander gericht; en er zal er uit duizenden nauwelijks één in vrijheid geraken, of - wat hetzelfde is - duizenden zullen nauwelijks het vrije leven van een enkeling hebben en hun woonplaats zal materie heten.
Hoofdstuk 74: Hoe belangrijk het is, dat de geest in het menselijke hart Gods leer bevestigt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] 'Luisteren jullie nu! Je lichaam deugt nu, net als je ziel, voor de hel doordat het er met behulp van deze stinkende drek uitziet als jullie ziel; kom dus uit de beerputten en beklim de hoop hout, opdat de woedende vlammen een einde zullen maken aan jullie ellendige hertaan en jullie op de vlammende brandstapels je sinds lang reeds verdiende loon vinden! Het geschiede!'
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar toen zij, die Mij zo vurig liefhadden, Mij plotseling in hun midden misten, ging de vlammende liefdesstorm in hen liggen en zij keken elkaar verwonderd aan, en de een vroeg aan de ander: 'Wat is dat nu? Waar is Hij naartoe? Waarom verdween Hij toch zo onvoorbereid? Hij wilde ons nog iets over de zon vertellen, en nu, terwijl onze harten gloeiden, verliet Hij ons! Nou, dat is toch merkwaardig! Nu men Hem zo geheel wil aannemen, zie, is Hij weg!'
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Met een hart vol vlammende liefde dankte Lamech voor deze verheven genade en bracht toen de volgende vraag hardop te berde:
Hoofdstuk 25: Lamech vraagt hoe het mogelijk is dat Satana als een uit God geschapen wezen zo boos is. Het antwoord van de Heer in een gelijkenis. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar kom nu binnen met je begeleider, die Ik ten zeerste liefheb, dan kunnen wij rustig en genoeglijk met elkaar overleggen en spreken bij het heldere licht van het vlammende en stralende hart op het altaar!'
Hoofdstuk 61: Koning Lamech met Lamech van de hoogte door de Heer liefdevol ontvangen in de tempel. De verklaring van hetgeen koning Lamech in zijn slaap beleefde. De huis- en rangorde van de hemelse Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daarop keerde Henoch zich naar het vlammende hol, hief zijn rechterhand op en sprak met een donderende stem:
Hoofdstuk 84: Henoch vernietigt het drakenhol en stelt zijn reisgenoten gerust. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Toen Henoch dit machtswoord uitgesproken had, stortte onder afschuwelijk lawaai en gekraak het vlammende hol tot walmend puin in elkaar, en uit de diepte der aarde was nog geruime tijd een huiveringwekkend zware nagalm te horen, afkomstig van het dieper instorten van deze toegang tot de dubbele afgrond.
Hoofdstuk 84: Henoch vernietigt het drakenhol en stelt zijn reisgenoten gerust. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Nu kwam Lamech eindelijk weer tot zichzelf en antwoordde Henoch: 'O mijn geliefde broeder, om de gevoelens uit te drukken die zich hier van mijn hart hebben meester gemaakt zou ik wel met de vlammende taal van een serafijn en een cherub uitgerust moeten zijn! Mijn tong is daarvoor te mat en te stijf!
Hoofdstuk 92: Naar de hoogte. Het heerlijke uitzicht. Koning Lamech prijst de Heer voor de aanschouwde heerlijkheden van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En Lamech, die nauwelijks wist hoe hij het had vanwege de onbeschrijflijke lieftalligheid en schoonheid van Purista zei: 'O broeder, de aanblik van de aartsvijand bij de vlammende en verwoeste kloof heeft mijn tong op het ogenblik van zijn verschijning stevig aan banden gelegd; maar deze dochter van de hemel lijkt als een nog grotere rem op mijn spraakvermogen te werken! O God, o God, wat mijn ogen toch allemaal moet tegenkomen!
Hoofdstuk 96: De tocht naar de hut van Purista. Purista ontvangt de gasten. Lamech bewondert de schoonheid van Purista. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5