Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 42 van 1112

...  30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55  ...
[16] Maar Ik zei tegen hen: 'Maak je geen zorgen! Kijk maar eens in de voorhoven, en dan zul je zien, hoe de dienaren en priesters hun uiterste best doen om het vele rondgestrooide geld op te rapen en hun beurzen ermee te vullen! Ze zullen ons wel, terwille van degenen die schade geleden hebben, vragen in wiens opdracht we dit hebben gedaan, maar heimelijk vinden ze het heel goed, want hierdoor krijgen ze duizend beurzen goud en zilver en een grote hoeveelheid ander geld, en dat alles zullen ze nooit aan de eigenaars teruggeven. Ze hebben het nu te druk en gunnen zich niet de tijd om ons ter verantwoording te roepen. Ook zullen ze in deze zaak niet bereid zijn om klachten aan te horen; net zo min als de slachtoffers, die hier zo overdonderend de les gelezen is, zo gauw een klacht tegen Mij zullen indienen. Wees daarom niet verontrust.
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Toen zeiden de Joden: 'Zes en veertig jaren had men voor het bouwen van deze tempel nodig, en u wilt dat in drie dagen alleen doen? Want zij wisten niet, dat Hij over de tempel van Zijn lichaam sprak. Joh. 2:20-21) Toen ze Mijn besliste uitspraak hoorden, zetten de Joden grote ogen op en waren wat van hun stuk gebracht. Na een poosje bedacht één van hen echter dat voor de bouw van de tempel ruim zes en veertig jaren nodig waren geweest en dat vele duizenden handen er ononderbroken aan hadden gewerkt. Daarom richt deze historisch onderlegde Jood zich tot Mij en zegt: 'Jonge man! Heeft u wel bedacht wat voor doms u nu heeft gezegd? Bedenk eens, zes en veertig hele jaren waren nodig voor de bouw van deze tempel en dat gaf vele duizenden handen zeer veel werk, en u wilt dat helemaal alleen in drie dagen doen, zonder hulp van anderen!? O, o, o, wat heeft u nu over uzelf ten beste gegeven, en dat nog wel in de tempel, waar men toch z'n uiterste best zou moeten doen om verstandig te praten!
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De Joden verwonderden zich erg over wat Ik zei; Ik liet ze echter staan en ging met Mijn leerlingen de tempel uit naar buiten. De Joden volgden Mij heimelijk, want ze durfden Mij niet openlijk te volgen, omdat Ik over het 'doden door Mijn tekenen' gesproken had. Zij begrepen niet dat daarmee het doden van het geestelijk beginsel en niet het doden van het lichaam bedoeld werd, en zij hielden, net als alle welgestelden, erg veel van het aardse leven.
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Hij zei echter: 'Meester U vergist Zich in mij en mijn vrienden; als U nog geen onderdak heeft, kom dan toch naar ons en wij verschaffen U en Uw leerlingen en andere vrienden een onderdak en U bent onze gast zolang U wilt!'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De Jood zegt: 'Hoe kunt U ons zo beschuldigen! Denkt U dan dat wij de heiligheid van het gastrecht niet eerbiedigen? Als wij U als gast uitnodigen en als U dan als gast in ons huis komt, dan bent U het heiligste in huis en wee hem, die zich aan U zou vergrijpen! Het gastrecht is bij ons het heiligste recht, hoe kunt U dit recht dan verdacht maken?!'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Bij jullie is veel een misdaad, wat bij God en bij Mij geen misdaad is; want voor jullie harde harten zijn er veel misdaden, waarvoor Mozes geen wet heeft gegeven. Dat betreft voorschriften van jullie zelf en daardoor kan naar Mijn mening geen enkel mens tot misdadiger verklaard worden! Want jullie voorschriften zijn zondig tegen de wetten van Mozes. Hoe kan nu iemand, die zich aan de wetten van Mozes houdt, door jullie voorschriften een misdadiger worden?! O, Ik zeg jullie: Jullie zitten allemaal vol arglistigheid en schandelijke boosaardigheid!'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] 'Bij jullie wel, maar bij Mij niet!', zeg Ik, - 'Mozes schreef voor, dat je je ouders moet liefhebben en eren; jullie zeggen echter en de priesters gelasten zelfs: Wie in plaats daarvan offert in de tempel, is zelfs beter af, want daarmee koopt hij zich vrij van het gebod van Mozes. Maar als er dan iemand naar jullie toekomt en zegt: ' Jullie zijn godloochenaars en ellendige bedriegers, want je heft de wet van Mozes op door een voorschrift van jezelf ter wille van je hebzucht, en daarmee kwel je de arme mensen' -kijk dan heeft die mens volgens jullie een misdaad begaan en dan lever je hem op de deurdrempel uit aan het gerecht. - Zeg eens, heeft deze waardige mens dat wel verdiend, of zijn jullie tegenover Mozes niet veel grotere misdadigers?'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De tempel stelt de mens voor in zijn natuurlijke wereldse omgeving. Net als in de tempel bevindt zich in de mens een allerheiligste. Zoals dat allerheiligste maakt dat de rest van de tempel geheiligd en zuiver gehouden moet worden, zo moet bij de mens het geheel geheiligd en zuiver zijn, wil het allerheiligste in hem niet ontheiligd worden.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Volgens de ordening der dingen behoort het buitenste aan de buitenkant; de bast mag zich nooit in het merg van een boom bevinden, omdat hij op zichzelf iets doods is, maar alles wat tot de bast behoort moet in de bast zitten. De bast is van groot nut voor de boom, als hij zich in de juiste hoeveelheid op zijn eigen plaats bevindt. Als iemand echter eerst het merg uit de boom haalt en daarna de bast ervoor in de plaats brengt, dan zal de boom verdorren en sterven.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Degenen, die 's nachts naar Mij toekwamen, wisten dat wel en verlangden van Mij ook zulke tekenen, maar daarop gaf Ik steeds ten antwoord: 'De dag heeft twaalf uren en de nacht heeft er ook twaalf. De dag is bestemd voor het werk, de nacht voor de rust. Degene, die overdag werkt, stoot zich nergens aan, maar degene, die 's nachts werkt, stoot zich gemakkelijk, want hij ziet niet waar hij zijn voet neerzet'.
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en geest kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan' Joh.3:5) Op deze herhaalde vraag gaf Ik Nicodémus weer precies het antwoord, zoals dat in het bovenstaande vers 5 staat; dit antwoord verschilt met het voorgaande, want hier wordt nauwkeuriger aangegeven, waaruit men eigenlijk wedergeboren moet worden om in het Rijk van God te komen, namelijk uit het water en uit de geest, wat zoveel wil zeggen als:
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Het allerheiligste van de tempel bevindt zich achter een dik voorhangsel, en het mag slechts op bepaalde tijden alleen door een hogepriester betreden worden. Maar noch de voorhang, noch het maar zelden geoorloofde bezoek behoeden het allerheiligste voor ontheiliging; want als iemand met zijn lichaam zondigt, verontreinigt hij niet alleen zijn lichaam, maar ook zijn ziel en daardoor ook zijn geest, die in ieder mens het innerlijke en allerheiligste symboliseert en dat ook in werkelijkheid is. Dit allerheiligste in de mens is, net als in de tempel, verborgen achter een dikke voorhang, en alleen de liefde tot God, die de ware hogepriester van God in iedere mens is, kan straffeloos de voorhang optillen en in dit allerheiligste komen. Als echter deze unieke hogepriester in de mens, zelf onrein wordt, omdat hij te veel waarde hecht aan onreine wereldse dingen en zich daarmee vereenzelvigt, hoe kan dan het allerheiligste heilig blijven bij een bezoek van zo'n onreine hogepriester?
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Daarom mag de Heer zich nog niet toevertrouwen aan zo'n met geweld gereinigd mens, want Hij alleen weet wat nodig is voor een volledige vernieuwing van de innerlijke mens. Daarom gaat de reiniger weer uit de tempel en komt alleen maar, alsof het toevallig gebeurt, van buiten af naar het innerlijk van de mens. Hij gaat niet in op de eisen van de mens, dat Hij bij en in hem zou moeten blijven en hem zou moeten ondersteunen in de traagheid, integendeel, de mens moet geheel zelfstandig worden en daardoor een volmaakt mens worden, zoals dat in het derde hoofdstuk van het bijbelse evangelie van Johannes wat van meer dichtbij getoond wordt.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (Deze kwam 's nachts naar Jezus en zei tot Hem: 'Meester, wij weten dat U van God bent gekomen als leraar, want niemand kan de tekenen doen, die U doet, tenzij God met hem is.' Joh. 3:2) Deze man kwam dus als burgerlijk leider van Jeruzalem zelf ook 's nachts naar Mij toe en zei al meteen tegen Mij: 'Meester! Vergeef mij, dat ik zo Iaat in de nacht tot U kom en U stoor in Uw rust; maar omdat ik hoorde dat U deze omgeving al morgenochtend zult verlaten, voelde ik mij verplicht om U mijn verschuldigde eerbied te komen betuigen. Want ziet U, ik en verscheidene van mijn ambtsgenoten weten nu, nadat wij Uw daden geobserveerd hebben, dat U als een hele echte door God gezonden profeet naar ons toe bent gekomen! Want de tekenen, die U doet, kan iemand alleen maar doen als Jehova met hem is! Omdat U dus een kennelijke profeet bent en moet zien hoe slecht het met ons gesteld is, terwijl ons toch door Uw voorgangers het Godsrijk beloofd is, zou ik het erg op prijs stellen als U mij zoudt willen zeggen wanneer dat komen zal, en gesteld dat het komt, hoe men zich dan moet gedragen om daaraan deel te hebben?'
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Nicodémus zei tot Hem" 'Hoe kan een mens dan nog een keer geboren worden, als hij oud is? Kan hij weer in het lichaam van zijn moeder gaan en daaruit nogmaals geboren worden?' Joh. 3:4) 'Maar geachte Meester, wat zegt U nu toch voor vreemde dingen? Hoe in 's hemelsnaam kan een mens nogmaals geboren worden'? Kan een mens, die groot, oud en stram is geworden, door het enge poortje in het lichaam van zijn moeder gaan en op deze wijze dan van daaruit voor de tweede maal geboren worden'?! Kom, kom, geachte Meester, dat is totaalonmogelijk! U weet niets van het komende Rijk van God, of op z'n minst niet het ware, of U weet het wel en wilt het mij niet zeggen uit angst, dat ik U Iaat oppakken en in de gevangenis werpen. 0, daarover behoeft U Zich geen zorgen te maken, want ik heb nog nooit iemand van zijn vrijheid beroofd, tenzij het een moordenaar of een grote dief was. -U bent echter een groot weldoener van de arme mensheid en U heeft bijna alle zieken van Jeruzalem genezen, een wonder van de kracht van God in U; hoe zou ik me dan aan U kunnen vergrijpen?!
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55  ...