Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 43 van 149

...  31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56  ...
[10] Als iemand al vele jaren geestrijke wijn in een zak bewaart, zal hij die zak dan nog wel langer gebruiken, wanneer deze verteerd is en de wijn erdoor sijpelt? O nee, hij zal de oude zak wegdoen en er een nieuwe voor nemen. Kijk, datzelfde doe ook Ik, -zoals ook met een oude, vermolmde boom, en ook met een oude, voos geworden wereld. Want als al Mijn gedachten en ideeën die Ik in een wereld heb vastgelegd eenmaal in een vrij, zelfstandig, zuiver geestelijk leven zijn overgegaan, dan is zo'n aarde nog slechts een lege huls, die geen nieuw, sterk leven meer kan dragen en tot ontwikkeling kan brengen. Dan wordt de lege huls ontbonden, en in haar plaats komt een nieuwe met nieuwe levenskiemen gevulde aarde. Alles in tijd en ruimte veroudert, wordt zwak, sterft en vergaat; alleen de zuivere, denkende, scheppende geest blijft eeuwig.
Hoofdstuk 153: Voorspelling van de Heer over het gericht over de joden. De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Beste broeder, kijk, dat weten Mijn leerlingen precies, en Ik Zelf heb je ook al eens -onder vier ogen -verteld wat zon, sterren en maan zijn; maar je schijnt het geheel niet goed begrepen te hebben. Maar dat geeft niet! Ik zal straks jullie geestesoog openen, en dan zullen jullie de maan net zo kunnen bekijken, als nu het aardse landschap, en dat zal beter zijn dan wanneer Ik jullie deze dingen met vele duizenden woorden uit zou leggen.'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Vele pelgrims hadden de stad verlaten. Maar degenen, die hierheen gevlucht waren, probeerden binnen te komen; dat konden zij echter niet omdat wij vandaag al bij zonsondergang alle poorten goed gesloten hadden. Sommigen vroegen zich af of de profeet uit Galilea hier soms in Bethanië was. Maar anderen zeiden daarop: 'O, daarvoor is hij te verstandig, die heeft zeker vanmorgen al onraad bespeurd en is nog op tijd verdwenen!' - Heer des huizes, wat moeten we met deze mensen doen? Moeten we ze binnenlaten of niet?'
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK zei tegen hem: 'Laat maar! De tijd is eeuwig en de ruimte oneindig; hoeveel er ook gebeurt, er is voor iedere daad plaats. Vannacht tijdens de maansverduistering zag je talloze sterren, en dat was nauwelijks het tienduizendste deel van de sterren die binnen het bereik van onze ogen liggen. Ik zeg je echter dat al deze mogelijk zichtbare sterren slechts een te verwaarlozen deel vormen van het totaal der sterren die nog nooit gezien werden, zelfs niet door het scherpst ziende oog van een Birmaan uit boven-Indië, terwijl veel van die scherpzieners uit boven-Indië zulke scherpe ogen hebben, dat zij de bergen en kraters op de maan goed kunnen waarnemen. En kijk, al deze oneindig vele werelden zijn scholen voor allerlei geesten, en daaruit kun je pas goed opmaken waarom in de Schrift staat, dat Gods raadsbesluiten onnaspeurbaar en Zijn wegen ondoorgrondelijk zijn! Maak je daarom niet druk over alles wat schijnbaar volkomen onbegrijpelijk gebeurt; want God weet alles en kent de geesten en de wegen waarop Hij hen naar hun doel laat gaan!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Zou de oneindigheid van de ruimte nog wel een oneindigheid zijn als deze een of andere beperking had, of zou God wel volkomen almachtig zijn als het Hem onmogelijk zou zijn ook maar het kleinste ding te scheppen? Of is God minder God omdat Hij naast heilzame kruiden ook schadelijke, giftige planten geschapen heeft, en omdat Hij het vele onkruid net als de tarwe van zaad voorzag, zodat het evenals de edele planten voort kan woekeren?
Hoofdstuk 165: Invloeden van geesten en de vrije wil van de mens van de zielen van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Hoe algemeen bekend en gezocht naftaolie is, weet je wel, en zo heb je nu een nieuwe bron van inkomsten gekregen, die je met heel weinig inspanning vele duizenden ponden goud en zilver zal opbrengen. Want zulke weldoeners als jij moeten ook op aarde geld als water bezitten, om waarachtige verzorgers van de armen en zwakken te kunnen zijn. Ik zal je morgen alles laten zien, -maar vannacht zou het niet raadzaam zijn om in de buurt te komen want de dichte damp zou niemands lichamelijke gezondheid ten goede komen. Maar morgenmiddag zullen wij die plaats zonder enig bezwaar kunnen naderen.'
Hoofdstuk 167: Lazarus wordt eigenaar van een oliebron - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Toen wij zo naar de grote, uitgestrekte stad met haar vele paleizen keken, zei LAZARUS: 'Wat heeft deze stad toch een lieflijke uitstraling! En wat een schande voor dat deel van de mensen die alle anderen een goed voorbeeld moesten geven!
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zo zullen in diezelfde tijd ook vele jongelingen visioenen hebben, en vele jonge vrouwen zullen voorspellen over de dingen die komen zullen. Gezegend degenen die zich daardoor verbeteren en zich waarachtig zullen bekeren!
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Dat is dan echter nog niet de voleindiging van de mens. Maar wanneer Ik, licht en stralend in de wolken van de hemelen, met alle hemelmachten, onder geschal als van vele oorlogs en gerichtsbazuinen in het levende woord voor alle mensen zal optreden in de echte hemel, die in het hart van de mens is, dan is het wereldgericht gekomen.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] En IK zei tegen haar: 'Ik sprak niet tegen je lichaam, maar tegen je ziel en haar vele wereldse begeerten; met je lichaam kun je gaan waar je wilt!'
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarna knielde zij neer, pakte de zoom van Mijn gewaad en kuste deze vele malen, maakte hem nat met haar tranen en kon die toen helemaal niet meer loslaten.
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] DE ROMEIN zei: 'Luister, goddelijke Meester, wij als Romeinen, hebben slechts een beperkte kennis van de godsdienst der joden, en toch geloven wij dat U waarachtig de aan de joden beloofde Messias bent! Waarom geloven dan nu juist de joden dat niet, die met uw godsdienst toch beslist het meest vertrouwd zijn? Wat voor reden hebben zij om dat niet te geloven, terwijl zij toch zien dat vele anderen het wel geloven?'
Hoofdstuk 203: De reden van het ongeloof van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Om jullie een beeld te geven van het offer van degene die Zich nu in deze tijd vrijwillig voor alle mensen uit pure liefde opoffert. Maar het brandoffer en het slachtoffer werd ook ingesteld als getuigenis tegen jullie, opdat jullie je daarbij altijd zouden herinneren dat jullie steeds zondaren waren en afvallig van de ware God en daarom een zoenoffer nodig hadden dat jullie als sprekend zinnebeeld altijd zei, dat jullie je door je vele zonden van God hebben afgewend en een middelaar nodig hebben, die jullie weer met God verbindt en verenigt
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] U alleen, o Heer, heeft de mensen de ogen geopend, met het doel om hun nu te laten zien waar zij met de tempeldienaren aan toe zijn. Maar ook dat helpt slechts weinig, want desondanks doen zij toch op de brutaalste wijze van de wereld wat zij willen, en geen straffende bliksem schiet uit Uw wolken op hen neer! U, o Heer, bent nu Zelf aanwezig op deze aarde als mens met een lichaam, -een verschijnsel dat zijn weerga niet vindt in de hele voorbije eeuwigheid, en dat de hoogste genade is die God Zijn schepselen heeft geschonken. Duizend en nogmaals duizend mensen, waaronder zelfs vele heidenen, erkennen dat met de grootste vreugde en dankbaarheid, en die daar beneden horen luid van alle kanten en van groot en klein deze heilige waarheid bevestigen. Maar in plaats van deze boodschap met alle blijdschap als volledig waar aan te nemen, vervloeken zij nog het volk dat zich wil inzetten voor die waarheid! Je vraagt je af: Wat zijn zulke beestachtige mensen dan waard?'
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar voordat het gericht over al deze goddelozen zal komen, zullen eerst nog vele, grote tekenen aan de hemel en op aarde gebeuren. Dan zal het gericht en het eind van deze stad echter nog niet komen; want er zal gewacht worden of er zich iemand zal verbeteren of bekeren. En slaat men geen acht op de tekenen, dan zal er een grote beproeving toegelaten worden, opdat de mensen zich tot God zullen bekeren. Als echter ook dat geen uitwerking zal hebben, zal Ik nog profeten sturen, die met hun luide stemmen, die klinken als oorlogsbazuinen, in alle vier de windstreken zullen proberen om degenen die echt geestelijk dood zijn, te wekken. Zij, die zich laten wekken tot het licht des levens, zullen ook tot het eeuwige leven opstaan; maar degenen, die op die bazuin roep van Mijn boden alleen zullen ontwaken in hun toorn en woede tegen Mij en Mijn woord, zullen opstaan -maar niet tot het leven, maar tot de dood door het gericht, -en naar die plaats verworpen worden, waar de eeuwige duisternis heerst in het gericht, waar veel gehuil zal zijn en tandengeknars.
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56  ...