Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 45 van 1110

...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...
[12] Hieruit kunnen jullie nu echter heel goed opmaken dat de sferen van engelengeesten zich precies zo, maar natuurlijk alleen in helder aanschouwelijke verschijningsvormen moeten ontwikkelen als dit tweede voorbeeld ons duidelijk heeft aangetoond. Overal is waarheid; maar omdat volgens de verschillende graden van liefde ook het vormgevende licht verschillend is, zijn ook de vormen anders; maar toch steeds zo opgebouwd, dat ze volledig met een en dezelfde fundamentele waarheid overeenkomen.
Hoofdstuk 9: Zalige geesten hebben ieder hun eigen sfeer. Reden: het onontbeerlijk zijn voor elkaar In de sfeer van Johannes – inleiding tot de innerlijke wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] We zullen zien of dit ook als basis in onze muziek aanwezig is. Heel zeker, want wat is de wederzijdse uitwisseling van ideeën en vormen, ofwel de uitwisseling van onze innerlijke zaligste gevoelens, anders dan een waarachtig hemels muzikaal contrapunt, waarbij de ene zalige broeder de zaligheid van zijn andere broeder opneemt en deze met de zaligheid van anderen harmonisch verbindt. Op deze wijze wordt dan het zalig in elkaar overvloeien en met elkaar verbinden en weer loslaten iets als een volgens jullie stijl hoogst kunstzinnig opgebouwd groot hemels oratorium! Begrijpen jullie dat nu?
Hoofdstuk 5: Het wezen van de liefde. Liefde voor de naaste uit liefde voor God en liefde voor God uit liefde voor de naaste - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie denken er weliswaar over na hoe zoiets mogelijk is, maar ik zeg jullie: niets is zo goed mogelijk en niets is geestelijk meer volgens de orde dan juist de muziek van het woord. Waarom dan? Wanneer jullie je gearticuleerde woord hier vooropstellen, dat op zich slechts de buitenste schors is van het eigenlijke ware woord dat zich helemaal binnenin het uiterlijke woord bevindt, dan zal het met de muzikale voorstelling van het woord wel wat moeilijk worden. Maar wanneer jullie teruggaan naar de eigenlijke kern van het woord, dan zullen jullie de zaak heel natuurlijk en overeenkomstig de ordening vinden.
Hoofdstuk 5: Het wezen van de liefde. Liefde voor de naaste uit liefde voor God en liefde voor God uit liefde voor de naaste - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie vragen nu: aangezien er zich, volgens jullie innerlijke weten, op zo menig grote planeet en vooral op zonnen reusachtig grote mensen bevinden, is het verwonderlijk dat deze zalige geesten hier toch van een heel gewone grootte zijn met slechts kleine verschillen evenals overal op aarde. Ik zeg jullie: hier, waar de Heer woont, is er nergens onderscheid; maar wel in andere hemelgebieden waar de Heer slechts in Zijn genadezon aanwezig is.
Hoofdstuk 4: De drie hemelen - hun structuur - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Om jullie hiervan te overtuigen toonde Ik jullie een gelijkenis waarin jullie een zogenaamd diorama zagen. Aan de hand van deze gelijkenis bracht Ik volgens een bepaalde ordening de hier nog aanwezige tien geesten bij jullie en vertelde jullie daarbij dat jullie daar eveneens een geestelijk diorama zouden aantreffen en in de sfeer van iedere geest een ander beeld van de geestelijke wereld te zien zouden krijgen.
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Daarom verlangden ze ook van jou, dat je hun de 'Vader' eens zou tonen. En daar je aan dit verlangen niet anders kon voldoen dan door jezelf als Vader voor te stellen, wilde je volgens mijn mening daar niets anders mee zeggen dan: 0 jullie domme joden! Weten jullie dan niet dat er buiten de mens nergens een God bestaat? Als jullie mij of ook een ander mens zien, dan zien jullie wat je verlangt. Kunnen jullie dan onmogelijk begrijpen, dat de Vader in ons is en wij in de Vader zijn? Of met andere woorden: dat er nergens een God bestaat behalve die in de mens!
Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Deze arme wezens die nu jarenlang honger, dorst en ander leed, volgens de wijze beslissing van de Allerhoogste, te verduren hadden, heeft God nu Zelf opgenomen! Die wezens, die daar in dat hoekje voor het eerst sinds dertig jaar van een stukje voedzaam brood genieten en daarvoor God, die ze helaas nog nauwelijks kennen, met tranen danken, die willen jullie ook nog mee de hel inslepen! Wat een grenzeloze laaghartigheid!
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Zulke gedachten droeg ik steeds met me mee en stemden mijn ziel heel vreemd triest. Had ik dan geen gelijk wanneer ik zo dacht? Nu ik hier net zo denk, moet je je maar eens afvragen of volgens jou deze danseressen, die nu gelukkig hun uitvoering hebben beëindigd, voor mij ooit gevaarlijk konden worden? Voor mij zijn ze in deze situatie wel het allerminst gevaarlijk en evenmin voor mijn allerbeste vriend hier, die mijn woorden zichtbaar ontroerd heeft aangehoord. Dus kan ik jou, vriend Blum, de volle verzekering geven dat al deze vierentwintig kunstenaressen met inbegrip van hun achtenveertig mooie voetjes niet de minste afbreuk hebben gedaan aan mijn liefde voor Jezus! Integendeel, ze hebben mijn nu heilig geworden liefde alleen maar versterkt! Want kijk, ik heb nu oprecht medelijden met deze arme gevallen engelen. En als het me mogelijk zou zijn hen vanuit hun lage positie te verheffen tot ware mensen, dan zou ik daar mijn halve leven voor geven! Maar genoeg hierover! Zeggen jullie twee, Messenhauser en Becher, nu ook eens, hoe jullie dit spektakel is bevallen?'
Hoofdstuk 58: Toets voor Roberts vrienden met betrekking tot hun liefde voor de vrouw. Goede beantwoording door Jellinek en Messenhauser - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Terwijl hij een beker met de beste wijn aanreikt, zegt Robert: 'Beste zusters, in naam van God de Heer en Schepper van de oneindigheid, neem maar rustig deze wijn en drink ervan. Want de geest van deze wijn is niet zoals de geest van de aardse wijn, waarin volgens Paulus geesten van ontucht en hoererij wonen. Maar de geest in deze wijn heet geest van eeuwige, zuiverste liefde in God, welke geest dan ook een heilige vlam vol licht, helderheid en duidelijkheid is. In dit licht zullen jullie heel spoedig vanzelf in je vinden, wat jullie van ons zouden willen ontvangen.
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Houd daarom altijd goed voor ogen, dat je niet te gretig een onderwijzing van buiten af zonder meer aanneemt. Want deze dient tot niets als de geest haar niet in de allergrootste deemoed opneemt en onmiddellijk zijn hele leven er volkomen naar richt, wat voor iedere geest zeker een heel zware opgave is. Kijk, Salomo, Israëls meest wijze koning, viel ondanks zijn wijsheid. Want zijn innerlijke geest, die zich sterk genoeg voelde, waagde het eens zijn innerlijke woonstede te verlaten, zich naar buiten te begeven onder zijn natuurgeesten, om deze volgens zijn wijsheid te ordenen. Maar omdat hij dat deed vóór het bereiken van zijn volledige rijpheid, die altijd van binnen uit en nooit van buiten naar binnen moet plaatshebben, werd hij door zijn onzuivere natuurgeesten gevangen en niet meer toegelaten in zijn huis, dat maar al te vlug omgebouwd werd tot woning van allerlei ondeugden, ontucht en afgoderij! Zo verried ook Judas zijn Meester, Heer en God, omdat hij de leer van het heil slechts opnam in zijn uiterlijke geesten, die hun zetel hebben in het verstand en van daaruit in allerlei verlangens. Daardoor lokte hij zijn eigenlijke levensgeest uit zijn innerlijke woning en opende deze voor de satan, die er vrij kon binnentrekken. Het gevolg daarvan is al zo bekend, dat ik het jullie niet opnieuw behoef te vertellen.
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De eigenaar van een boomgaard heeft een hoeveelheid grote en kleine, edele en onedele fruitbomen geplant. Ze kregen allemaal dezelfde goede grond en de onedele kregen zo mogelijk haast een nog betere dan de edele. Ze werden allemaal met grote ijver verzorgd en het bleek, dat sommige onedele bomen veel weliger groeiden dan de edele. Een van de wilde bomen viel bijzonder op door zijn weelderigheid, zodat de tuinder hem zijn volle aandacht begon te schenken; hij verzorgde hem en bewees hem al zijn liefde. Maar het ene jaar na het andere verstreek; terwijl alle andere bomen vruchten voortbrachten naar hun soort, gaf deze boom geen teken van vruchtbaarheid en bracht alleen bladeren voort. Toen werd de tuinman als beheerder van de boomgaard tenslotte ontstemd en sprak tot zijn knechten: 'Jullie weten hoe ik deze wilde boom jarenlang verzorgde, maar hij heeft me nog geen enkele vrucht opgebracht; graaf hem daarom met wortel en al uit, hak hem in stukken en werp hem in het vuur, want deze vervelende boom begint me verschrikkelijk te ergeren! Op zijn plaats zetten we een wilg ten teken dat hier een onvruchtbare boom jarenlang mijn liefde en geduld heeft misbruikt!' Daarop zeiden de knechten: 'Heer, laat hem nog een jaar staan; we zullen hem een hoofdtak afnemen en hem andere grond geven. Als hij dan nog geen vruchten opbrengt, laat dan met hem gebeuren wat U gezegd hebt!' De heer van de boomgaard prijst het geduld van de tuinlieden en laat hen te werk gaan volgens hun goede bedoelingen. Maar na een, twee en tenslotte drie jaar brengt de boom nog steeds geen vruchten voort. Hij vormt wel bloesems, zodat men zou denken dat de boom tenslotte toch eens met zijn vruchten de moeite van de tuinders zal belonen, maar kijk, er komt desondanks geen vrucht tevoorschijn.
Hoofdstuk 96: De Heer over Godskinderen en kinderen van de wereld. Gelijkenis van de boomgaard en van de onvruchtbare boom - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Ja, jullie domme kerels van een hemelse wijzen! Wie heeft er dan de natuur geschapen en wie heeft met almachtige hand de ijzeren wetten in haar gelegd? Kijk, de echte, alleen eeuwig waarachtige Godheid! Hoe kan een worm echter zondigen, wanneer hij datgene doet waartoe de wetten der natuur hem instinctmatig aanzetten? Volgens mij is alleen diegene wijs, die de wetten in de grote natuur in zijn voordeel gebruikt en daarnaar leeft. Een ezel is echter diegene, die zich boven de wetten der natuur verheft en enkel een bovenzinnelijke vreugde nastreeft, die nergens anders bestaat dan in zijn domme hersenen. Wanneer ik echter volgens zulke wetten heb geleefd, zeg eens, waar is dan die God die me daarvoor zou kunnen oordelen?'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Wanneer jullie dit alles samenvatten en Jezus in dat licht nauwkeuriger in jullie harten beschouwen, dan ligt het toch voor de hand dat Hij niet alleen een heel wijze leraar is, zoals geen ander, maar ook datgene moet zijn, wat Hij over zichzelf aan ons heeft geopenbaard! Want men kan toch onmogelijk aannemen dat een overigens niet te evenaren wijze leraar naast zijn onbegrensde wijsheid ook nog de allerverwaandste portie domheid zou bezitten om zichzelf aan Zijn leerlingen voor te stellen als de God van eeuwigheid, en zich als zodanig te laten prijzen en van satan gehoorzaamheid, dienstvaardigheid en aanbidding te verlangen wat volgens mijn beoordeling zoveel wil zeggen als: de hele geschapen natuurwereld heeft zich aan Zijn almachtige Godswil in alles volledig te onderwerpen, wil ze niet door de macht en kracht van Zijn woord worden geoordeeld!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Dismas zegt: 'Nu hebben jullie uiteindelijk voor de levensweg gekozen. Goed zo! Wanneer we handelen zoals de Heer het wil, zullen we nooit verdwalen, maar als we volgens ons eigen verstand handelen, zijn we op de verkeerde weg. Als de mens zijn nuchtere verstand volgt, komt hij gewoonlijk op glad ijs terecht, waarop het een hele toer is om zich staande te houden. Alleen wanneer de mens de ingeving van zijn hart volgt, komt hij op een groen land, dat wil zeggen tot levende hoop! En dat is nu ook met jullie, evenals met mijzelf, het geval. We hebben nu de ingeving van ons hart gevolgd en ik ben er vast van overtuigd dat het weldra beter met ons zal gaan!
Hoofdstuk 105: Over de werken van het verstand en van het hart. Dismas brengt de kleingelovigen naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Bruno zegt: 'Vrienden, het rooms-katholieke geloof is weliswaar in veel opzichten dom en oppervlakkig, maar het nieuw-katholicisme is nog honderd keer dommer. Ontkent het niet het leven van de ziel na de dood van het lichaam? En toch leven jullie nu verder na de dood van jullie lichamen! Deze situatie bewijst immers al ten overvloede wiens geesteskind het nieuw-katholicisme is. Verder ontkent het niet alleen de overduidelijke godheid van Christus, maar volgens Strausz en Hegel zonder meer elke godheid. Wie echter kan, vooral hier in de eeuwige geestenwereld, zo'n leer aanhangen, die wat betreft het voortleven van de ziel zo'n enorm verkeerde conclusie heeft getrokken? Zo'n leer zal echter wat al haar principes betreft niet geloofwaardiger zijn dan op het punt van haar snode aanvaarding van de sterfelijkheid van de menselijke ziel. Is echter in een leer een hoofdleerstelling totaal verkeerd, dan kunnen de andere daarvan afgeleide stellingen onmogelijk anders dan eveneens totaal verkeerd zijn! Gooi daarom jullie hele nieuw-katholieke leer bij de vodden en volg mij naar waar ik jullie heen wil brengen! Ik sta er voor in, dat het binnenkort beter zal gaan met jullie.
Hoofdstuk 108: De liefdesheld door vijanden omringd. Christus' liefde overwint alles - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...