Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6685 resultaten - Pagina 45 van 446

...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...
[2] De helft van hen die dat zouden horen, zou zich ergeren en het gehoorde niet alleen niet geloven, maar jullie ook nog voor gek verklaren en overal kwaad van jullie spreken, want een blinde is in zijn woede.gevaarlijker dan honderd zienden! De andere helft daarentegen zou jullie getuigenis te lichtgelovig aannemen en zich in haar doen en laten uiteindelijk zelf zo beperken, dat ze dan helemaal niets meer uit zichzelf kon doen. En dat betekent dat de vrije geest van de mens gedood wordt!
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan komt de HOOFDMAN naar voren en zegt: "De man waar u naar vraagt, ken ik heel goed en ik ken al Zijn werken, ook die Hij nauwelijks een paar weken geleden in de plaats Kis heeft gedaan. Daar stelde Hij door Zijn goddelijk profetische geest het hoofd van de rechtbank, Faustus, ervan in kennis dat de keizerlijke belastinggelden en verdere schatten komend uit de Pontus en uit Klein-Azië door uw soortgenoten op een schandelijk sluwe manier van de Romeinse vervoerskaravaan zijn afgenomen, hetgeen de opperstadhouder Cyrenius in grote verlegenheid en geheel Galiléa, ja zelfs het gehele Joodse rijk, in groot gevaar gebracht heeft.
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] De HOOFDMAN zegt: "Niet zo diep als u denkt, want wij erkennen ook het ware oorspronkelijke Jodendom. Alleen uw nieuwe voorschriften, uw eigen ongeloof en uw velerlei ten hemel schreiende bedriegerijen verachten wij driemaal zo erg als de dood zelf. Want bij u is geen spoor meer te vinden van het oude Jodendom, u heeft alleen nog maar de namen ervan. Maar waar zijn de uitgelezen werken van hen van wie u afstamt en die u de leer en de wijze wetten gegeven hebben? Ik weet nog precies hoe uw ark des verbonds er uitzag. Hoe staat het daar nu mee? Waar is de geest van God, die er boven zweefde?"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[29] De HOOFDMAN zegt: "Ik heb u al gezegd, dat ik Hem heel goed ken en ik Hem ook allang zou hebben laten oppakken als er ook maar iets gebeurd zou zijn wat op muiterij zou lijken. Ik ben echter helemaal overtuigd van het lijnrechte tegendeel en ik kan Hem alleen maar de beste referenties geven. Als u zo zou zijn als Hij, dan zou Jeruzalem door alle tijden der tijden de eeuwige en eerste stad van God zijn, en de geest van God zou nog als in de tijd van Aäron boven de ark zweven! Maar u bent precies het tegendeel van Hem, en daarom zal uw stad en uw tempel niet lang meer bestaan! Zeg dat maar tegen uw collega's, opdat ze in de gaten krijgen op welke zandbodem hun stad en hun tempel gebouwd zijn! -Maar morgen zult u met uw ogen en oren meer te weten komen, daarom kunt u nu beter gaan slapen!"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar wie God liefheeft zoals deze kleine hier, dwingt God om tot hem te komen en te gaan wonen in het hart van de liefhebbende mens! En God komt en gaat dan met Zijn geest in het God boven alles liefhebbende hart wonen, en zo'n mens heeft daardoor het eeuwige onvergankelijke leven in zich en is volledig één met God!
Hoofdstuk 119: Gods liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Het is weliswaar niet iedereen gegeven om God zo vurig lief te hebben zoals dat het geval is bij Mijn allerliefste Jarah, maar toch kan ieder mens met al zijn kracht God liefhebben, en dan zal God ook zijn hart vervullen met Zijn geest en Zijn genade, en deze mens nooit in der eeuwigheid in de afgrond laten vallen. Mocht hij struikelen dan zal hij altijd weer op de been worden geholpen, en het eeuwige leven zal altijd in hem zijn en blijven.
Hoofdstuk 119: Gods liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Oh, ik dank U nog veel meer, o Heer! Nu weet ik precies wat ik in de toekomst zal moeten doen, en zou er zich een twijfelgeval voordoen, dan zult U mij wel toestaan dat ik Uw boven alles heilige en machtige naam aanroep en zeg: '0 grote almachtige geest van mijn Heer en Meester Jezus! Verlicht mijn hart opdat het er licht worde!', en U zult dit roepen van mij zeker ook tot aan het einde der wereld horen!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "O vriend en broeder, blijf zó in Mij en Mijn geest zal in je zijn, tot je hulp op ieder moment bij dag en bij nacht!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg heel vriendelijk: "O mijn geliefde Jarah, jou zal Ik eeuwig niet verlaten! En als Ik als mens Mij na enige dagen voor Mijn taak een tijdlang van hier moet verwijderen, dan zal Ik toch steeds in de geest bij je zijn, en je zult met Mij spreken, en Ik zal op ieder van je vragen een goed hoorbaar antwoord geven, daar kun je helemaal van verzekerd zijn! - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Ja, daar heb jij weer gelijk in, want met de liefde kan men bij Mij alles gedaan krijgen! De liefde tot jullie mensen trok Mij toch naar deze aarde! Wie zo'n liefde heeft als jij, kan daarom met Mij echt doen wat hij wil! Want die liefde is Mijn geest in de harten der mensen. En wat die liefde verlangt en wil, komt uit het diepst van de goddelijke orde, en je kunt Mij daarom met je hart behoorlijk vasthouden en Ik zal Mij nooit en nimmer scheiden van jouw hart!
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar Mijn zichtbare persoon is niet belangrijk, alles gebeurt door Mijn geest! Wat Ik doe, dat doet Mijn persoon niet, maar alleen Mijn geest, maar voor jou zal Ik toch een paar dagen hier blijven, -want morgen is het sabbat en overmorgen een na sabbat! Die beide dagen zal Ik hier nog blijven, dan zal Ik verder trekken, en wel naar Sidon en Tyrus, - Ik zal daarna weer terugkomen en misschien de halve winter bij jullie doorbrengen. "
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Allen bewonderden het twaalf jaar oude meisje en verbaasden zich over haar verstand. En een OUDE MAN zei: "Oh, dat is een bijzondere genade van God! In dit gevoelige huidje steekt een engel van God! Gestalte en geest getuigen daarvan.'
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De beide ESSENEN zeggen: " Aangezien wij geloven, dat er werkelijk zulke kwade geesten voorkomen in de regionen van deze wereld, waardoor mensen niet zelden gekweld en vaak zonder merkbare dwang tot slechte daden worden verleid, zijn wij het ook helemaal met u eens! Want mensen, die totaal gespeend zijn van ieder beter meeleven met hun medemensen, en slechts als tijgers voor hun muil en hun buik bezorgd zijn, zijn geen mensen meer, maar duivels! Want zij denken alleen nog maar aan de manier waarop hun buik zo veel mogelijk bevredigd wordt! Dit doel heiligt voor hen alle middelen! wat God, wat geest! De buik moet verzorgd worden! AI het andere telt niet bij hen. Kunst en wetenschap vinden zij alleen maar belangrijk als daardoor de inkomsten voor hun buik vergroot kunnen worden! - O Heer, wat een mensen zijn dat! Ja, ja, dat zijn de oorspronkelijke en echte duivels!"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De beide ESSENEN antwoorden: "Heer, dat is voor U niet moeilijk, want wat wij nu met elkaar hebben besproken, was voor Uw geest al eeuwen geleden zo zichtbaar als de zon midden op de dag! Maar U kunt er helemaal van overtuigd zijn dat wij beslist niets slechts over U gezegd hebben!"
Hoofdstuk 129: De Heer en de twee Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Met name dat wat jullie gezegd hebben was helemaal juist, want dat heeft niet jullie vlees en bloed je ingegeven, maar de geest van God. Maar praat hier niet verder met anderen over, want de mensen zijn blind, dom en slecht! -Laten wij nu aan tafel gaan!"
Hoofdstuk 129: De Heer en de twee Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...