Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 45 van 139

...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...
[16] Ik zei: 'Hoe lang zal Ik nog onder jullie moeten leven, voor jullie geheel en al tot inzicht zijn gekomen? -De tijd vanaf Adam is, wat betreft de geestelijke ontwikkeling van de mensen door middel van de vele profeten via de weg van openbaringen, geweest als het licht van de maan. De maan wisselt met zijn licht: hij is een tijdlang helemaal niet te zien en neemt dan weer toe, tot hij vol wordt. Zo ging het met de kennis van God tot in deze tijd. Door het woord en door de tekenen van de profeten nam deze kennis bij de verschillende volkeren toe tot een volkomen licht. Deze profeten waren derhalve steeds als het volle licht van de maan, die ook geen eigen licht heeft maar het van de zon leent, net zoals alle profeten in alle tijden ook alleen maar een uit God, een uit de zon van de engelen en geesten geleend licht hadden, waarmee ze de mensen verlichtten.
Hoofdstuk 213: De vrouw van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] De harpspeler zei heel bescheiden: 'Goede heer, daar zal ik mij nooit op beroemen, laat dat de wijzen maar beoordelen! Maar over mijzelf kan ik wel toegeven dat ik mensen, die zichzelf als heel wijs en hooggeleerd beschouwden, al veel dommere dingen heb zien doen dan ik ooit gedaan heb. Ik ben van mening dat het ontegenzeglijk wijzer is om onder alle levensomstandigheden, al zijn die nog zo ongunstig, zonder enige twijfel te geloven in de ene, enig ware God en uit echt ontzag voor God en uit liefde Zijn heilige geboden te houden, dan zwak te worden in het geloof, God de rug toe te keren en zich als een hooggeëerd geleerd mens in alle denkbare genoegens van de wereld te storten en zo te leven en te handelen alsof de andere mensen helemaal geen recht op deze aarde zouden hebben, terwijl die daar door God toch ook op geplaatst zijn om zich daarop te bewegen en voor zichzelf het noodzakelijke voedsel en overig levensonderhoud te zoeken! O goede, wijze heer, heb ik hierin juist of verkeerd geoordeeld?'
Hoofdstuk 9: De beloning van de zanger - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar als de mensen teveel verdwalen en verstrikt raken in de verleidelijkheden van de wereld en denken dat ze alleen maar bestaan om als verstandige en denkende wezens zichzelf uit de met alle dingen rijkelijk toegeruste wereld van alle denkbare genietingen te voorzien, en als ze het eigenlijke doel niet ontdekken waarom ze in de wereld geplaatst zijn en wie hen in de wereld heeft geplaatst, dan kan er natuurlijk geen sprake zijn van een echte, hogere openbaring van God en Zijn wil van liefde; die kan pas plaatsvinden, wanneer de mensen door allerlei nood en ellende tenminste in zoverre beginnen na te denken, dat ze vragen: 'Waarom moesten wij eigenlijk in deze ellendige wereld komen, en waarom moeten wij ons eigenlijk zo laten kwellen en martelen tot aan onze zekere dood, die een ellendige afsluiting van onze vertwijfeling is?' - zoals ook jij, Nojed, vroeger op soortgelijke wijze filosofisch hebt geleuterd.
Hoofdstuk 23: Over de noodzaak en het doel van verzoekingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Maar Ik stond op, bedreigde de boze geesten in de zoon en beval hen hem ogenblikkelijk voor altijd te verlaten.
Hoofdstuk 28: De Heer geneest de zoon van Zacheüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'Vriend, daar zullen we nu niet veel woorden aan verspillen! Bij zulke kwalen trekt de ziel zich terug in het hart, en één of ook vaak vele boze en onreine geesten bewonen de rest van het lichaam en doen daarmee wat ze willen, maar de ziel die in het hart rust merkt daar niets van.
Hoofdstuk 29: Waarom de bezetenheid van de zoon werd toegelaten (20.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Hierop stond Jacobus op en zei: ' Al meer dan twee jaar zijn wij met U in heel veel plaatsen en landen geweest, en wij waren getuige van de talloze wonderen die U met Uw wil hebt gedaan; en ook hebt U ons de macht gegeven om in Uw naam zieken te genezen en bezetenen van hun boze geesten te bevrijden. Kortom, als iemand al datgene waar wij getuige van zijn geweest in boeken zou opschrijven, zou hij daar nog in geen honderd jaar mee klaar komen, en het verstand van zelfs de meest wijze wereldse mens zou de betekenis van die geschriften ook niet vatten en begrijpen. Maar Uw daad hier in Nahim heeft mij buitengewoon bewogen, en ik beken hier openlijk: in deze daad van U schijnt een heel bijzondere, diep geestelijke en profetische betekenis verborgen te liggen.
Hoofdstuk 39: Jacobus vraagt naar de geestelijke betekenis van de opwekking van de dode jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Hoewel de ziel van de mens er niet gelukkiger van wordt, wanneer ze voor die tijd de trieste toekomst kent, schaadt het haar ook niet als ze zich oefent in de overeenstemmingen en daardoor inziet hoe alles wat er zichtbaar is en gebeurt in deze wereld in zeer nauw verband staat met de innerlijke, verborgen wereld van de geesten, die in zichzelf alle tijden en ruimten als in een voortdurend onthuld 'heden' omvat, en hoe die twee betrekking op elkaar hebben. -Hebben jullie dat alles nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 40: Over de geestelijke omstandigheden van onze tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De woningen waren zodanig geplaatst, dat ze vanaf geen enkel punt van de weg door voorbijtrekkende reizigers gezien konden worden; en dat was heel goed voor de bewoners, omdat op die manier reizigers niet voortijdig hun deur zouden kunnen platlopen en hen lastig vallen met duizend vragen over hoe en wanneer de bewoners de huizen hadden gebouwd en hoe ze die oude woestijn vruchtbaar hadden gemaakt.
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Deze door God in de wereld gezonden Man, die ook voortdurend een machtige aartsengel als begeleider had, nam ook ons aan als Zijn leerlingen omdat we helemaal in Hem geloofden, gaf ons wijsheid en allerlei macht om de ziekten van lichaam en ziel te genezen en boze geesten bij de mensen uit te drijven; en vergif en giftige dieren kunnen ons geen schade doen, ook niet als wij gedwongen zouden zijn blootsvoets over schorpioenen en adders heen te lopen.
Hoofdstuk 60: De reden waarom het de bewoners goed gaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De oude:) 'Er was echter iemand onder ons die al sinds dertig jaar waanzinnig was en af en toe in de bossen verdwaalde; daar werd hij dan door de boze geesten dermate gekweld dat hij dikwijls zo hard en verschrikkelijk huilde en brulde dat zelfs de wildste dieren ijlings voor hem op de vlucht sloegen.Als hij dan weer uit de bossen bij ons terugkwam, was hij rustig; maar als men hem vroeg wat hij in de bossen had gedaan, wist hij zich daar nooit iets van te herinneren.
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Daarop riepen de twee mannen in hun geest heel ernstig hun Jezus te hulp. Na die oproep hoorden wij als het ware een machtige donder uit de hoogte en daarop verlieten de boze geesten plotseling de gekwelde man en wij zagen ze als een grote zwerm zwarte vliegen haastig wegstuiven, en de man, die vóór die tijd zo vele jaren gekweld werd, werd daarop volkomen gezond en bevindt zich nog tot op dit moment zo onder ons in het dorp. Als u hem misschien wilt zien, heer en meester van uw leerlingen, kan ik hem hierheen laten brengen!
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Deze zeer betreurenswaardige man bevond zich in het dorp, juist op het moment dat die twee mannen ons bezochten, en op hun verzoek lieten wij hen kennismaken met hem. Toen legden zij hem de handen op en geboden de boze geesten in de naam van de Godszoon Jezus om uit die man te gaan en zijn lichaam voor altijd te verlaten. Maar vanuit die door hen zo lang gekwelde man schreeuwden de boze geesten toen, zo hard als een leger soldaten: 'Jezus Zebaoth Jehova, die in een schaapsstal in Bethlehem uit een lieftallige jonge vrouw in een lichaam is geboren en in het oude Nazareth in Galilea is opgegroeid tot een sterke man, kennen wij, en aan Zijn almacht zijn wij ook onderworpen, omdat wij ons daar niet tegen kunnen verzetten; maar jullie kennen wij niet en wij zullen jullie ook niet gehoorzamen!'
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De ondervraagde zei: 'Ja, mijn heer, de boze geesten hebben mij verlaten - dank zij God in den hoge!; maar toch willen een zekere lichamelijke zwakheid en de steeds toenemende angst voor de dood, die op mijn leeftijd onmiskenbaar nadert, mij ondanks al mijn bidden en vertrouwen op God niet verlaten, en daarom kan niets in de wereld mij meer blij maken. Kijk, dat is ook een groot en droevig euvel, met name voor iemand die alleen maar onder boze plagen oud is geworden. Als u mij daar wellicht van kunt bevrijden, zou u mij natuurlijk een hele grote en weldadige dienst bewijzen!'
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen maakten de leerlingen aanstalten om op weg te gaan en Ik voegde Me bij hen, en met de snelheid van de wind verlieten wij het bergdorp.Vóór de dorpsbewoners nog om zich heen konden kijken, waren wij al volkomen uit hun gezichtsveld verdwenen, en dat snelle verdwijnen bracht enkele bewoners van het dorp op de gedachte dat wij geesten waren geweest; maar de oude man en de genezene legden hun uit wie Ik was, en hoe Mij daarom ook alles mogelijk was.
Hoofdstuk 62: De belofte en de zegen van de Heer voor dorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarom staat er ook in de Schrift dat God twee bomen in de tuin des levens heeft geplaatst: een boom des levens en een boom der kennis, en tegen de mens zei: 'Als je alleen de vruchten van de boom des levens eet, zul je ook leven; maar als je ook de vruchten van de boom der kennis zult eten, voordat ze door Mij voor jou gezegend worden, dan zal de dood over je komen en zul je sterven!'
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...