Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 45 van 90

...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...
[10] Werkelijk, dit gebod komt mij even dwaas voor als wanneer Mozes de mensen het gebruik van hun zintuigen en daarbij ook van hun handen en voeten zou hebben verboden, wat toch nog veel minder dwaas geweest zou zijn dan hun innerlijke levensfuncties te verbieden, waar toch geen mens iets aan kan doen als deze, door allerlei omstandigheden en situaties gewekt en geprikkeld, in hem aanwezig zijn.
Hoofdstuk 35: Het negende en tiende gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik zeg: 'Je bent wel iemand met een ontzettend scherp verstand en je hebt het laatste gebod van Mozes heel fel bekritiseerd! Ja, ja, soms zijn de kinderen van de wereld verstandiger dan de kinderen van het licht; zij zien vaak eerder de scherpe kanten van een leer dan de kinderen van het licht. Maar ook bij dit laatste gebod zit je er, ongeacht de grote scherpte van je verstand, net zo naast als bij de eerdere.
Hoofdstuk 36: Hoe belangrijk het is om de gedachten te bewaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] In een goede en wijze ordening van de gedachten ligt immers de hele levenswaarde van een mens. Als Mozes nu ter regeling van de gedachten, wensen en begeerten ook een gebod gaf, kan dan een rabbi die heel wijs wil of moet zijn, hem verdacht gaan maken alsof hij zo'n gebod waarmee men het meest rekening moet houden, niet van de ware geest ontvangen zou hebben? Kijk nu toch eens, m'n lieve dochter, hoe je rabbi zich vergaloppeerd heeft!'
Hoofdstuk 36: Hoe belangrijk het is om de gedachten te bewaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Je ziet daaruit dat er in de wereld armen en rijken moeten zijn, en zo kun je ook inzien dat Mozes het laatste gebod niet onvolledig, maar zo volledig als maar denkbaar is, aan de joden en door hen aan alle mensen heeft gegeven, en dat juist aan dit gebod pas de ware innerlijke voltooiing van de zuivere naastenliefde en de geest der barmhartigheid in het hart van de mens ten grondslag ligt.
Hoofdstuk 37: Armoede en rijkdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'Je zou nog wel moeten spreken, omdat je ook de profeten verdacht hebt gemaakt; maar omdat je nu inziet en begrijpt dat de wet van Mozes puur goddelijk is en geen gebreken en hiaten in zich heeft alsof het een menselijke wet zou zijn, kun je je de rest nu besparen. Maar als er nog iets is wat je met twijfel vervult, dan kun je het vragen, en dan zal je een licht gegeven worden.
Hoofdstuk 38: Over menselijke kritiek. De raad van de Heer om zich van alle twijfel te ontdoen. Het innerlijke omgaan met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] En omdat deze mensen hier in Jeruzalem de wet van God vrijwel geheel verworpen hebben, en in plaats daarvan voorschriften hebben gemaakt die hun beter uitkomen en die hun wereldse belangen geheel en al dienen en die lijnrecht ingaan tegen Mijn inzettingen, die door Mozes en de profeten aan de mensen zijn gegeven, en deze helemaal willen verdringen, en omdat Ik nu tegen hen en hun grote ongerechtigheid ten opzichte van God en de mensen getuig, haten zij Mij en willen Mij tot elke prijs doden. ja, ook dat zal toegelaten worden, maar dan zal hun maat van begane gruweldaden ook vol zijn, en dan zal er met dit volk gebeuren wat jullie zojuist als tweede verschijnsel gezien hebben.'
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Je kunt denken wat je wilt, en daardoor niet zondigen zolang je hart maar geen welgevallen heeft aan een onbehoorlijke gedachte. Heb je echter welgevallen aan een slechte gedachte, dan verbind je automatisch je wil aan die slechte gedachte, die zonder enige naastenliefde is, en dan ben je er niet ver vanaf zo'n gedachte, die al reeds door je welgevallen en je wil levend is geworden, in de daad om te zetten wanneer de omstandigheden gunstig lijken en de daad zonder uiterlijk gevaar toelaten. Daarom is het immers van het grootste belang om de gedachten die in het hart van de mens opkomen, door het gelouterde licht van het zuivere verstand wijs te bewaken, omdat de gedachte het zaad voor de daad is. De noodzakelijke en wijze bewaking van de gedachten kon echt niet treffender uitgedrukt worden dan juist door wat Mozes zegt: 'Heb geen begeerte naar dit of dat!' Want als je eenmaal sterk begint te begeren, is je gedachte al tot leven gebracht door je welgevallen en door je wil, en dan zal het je moeite kosten zo'n tot leven gekomen gedachte volledig in je te verstikken. De gedachte en het idee is immers, zoals eerder gezegd, het zaad voor de daad, die de vrucht van het zaad is. Zoals echter het zaad is, zo is dan ook de vrucht!
Hoofdstuk 36: Hoe belangrijk het is om de gedachten te bewaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Je kunt dus denken wat je wilt, maar laat geen gedachte en geen idee eerder tot een levende vrucht worden dan nadat je hem voor de rechterstoel van je verstand en van je inzicht behoorlijk hebt onderzocht! Pas wanneer de gedachte daar de licht en vuurproef heeft doorstaan, kun je hem tot een levende vrucht of daad laten worden en dan kun je wel iets goeds en waars begeren; maar je mag geen begeerte hebben naar iets wat onjuist is en duidelijk tegen de naastenliefde ingaat! En dat is wat Mozes in zijn laatste gebod tot uitdrukking heeft gebracht, en dat is werkelijk nooit en nergens in tegenspraak met de innerlijke levensfuncties die jij met hulp van je scherpzinnige rabbi denkt te hebben gevonden. Wat moet, ja wat kan er van een mens terechtkomen als hij niet vroegtijdig leert zijn gedachten te onderzoeken, te ordenen en al het onreine, kwade en verkeerde daaruit te verwijderen? Ik zeg je, zo iemand zou slechter en kwaadaardiger worden dan het meest verscheurende en wilde dier!
Hoofdstuk 36: Hoe belangrijk het is om de gedachten te bewaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar om de levende schatten van de geest te ontvangen, moet men van de ene, enig ware God de middelen hebben gekregen, hetgeen bij ons joden reeds door de eerste patriarchen en daarna voornamelijk door de grote profeet Mozes, en na hem door nog vele andere profeten en leraren is gebeurd. Wie van de joden dan de aangeraden middelen bij zichzelf helemaal heeft aangewend en de geboden wegen is gegaan, heeft zich daardoor ook het kindschap van God waardig gemaakt en daarmee de innerlijke kracht van de geest verworven. Omdat dat echter bij jullie nog nooit het geval is geweest, weten jullie niets van de ene, enig ware God, niets van de kinderen van God op deze aarde en ook niet welke vermogens zij hebben. Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Lazarus zei: 'Nog nooit, noch in Perzië noch in Arabië heb ik dergelijke verschijnselen gezien! Wel heb ik zowel overdag als 's nachts heel veel andere verschijnselen gezien, die vaak ook heel vreemd waren en die iemand die ze voor het eerst ziet, beslist ook zeer versteld doen staan; maar omdat ze op bepaalde tijden steeds in dezelfde vorm terugkeren, maken ze op de plaatselijke bevolking geen bijzondere indruk. Dit verschijnsel zou echter zou zeker de moedigste Arabier de schrik op het lijf jagen, want op deze aardbodem heeft geen mens ooit zoiets gezien, behalve een of andere profeet in een profetische geestvervoering, zoals dat nog verteld wordt van de aartsvaders Kenan en Henoch, en ook van Mozes, Elia en Daniël. Maar met lichamelijke ogen is zo'n verschijnsel waarschijnlijk nog nooit gezien. Het zal echter niet voortdurend zo blijven staan, maar naar mijn gevoel weldra nog een aantal keren veranderen.'
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Lazarus zei: 'Ja,ja,je zou wel eens gelijk kunnen hebben; alleen begrijp ik niet zo goed wat je bedoelt, als je zegt dat je gelooft dat de Heiland uit Nazareth werkelijk de beloofde Messias is, maar datje toch bang bent om er onbevreesd en openlijk voor uit te komen dat Hij dat ongetwijfeld is. Als Hij de Messias is, dan is Hij volgens veel teksten die jou bekend zijn uit Mozes, Elia, Jesaja, Jeremia en nog veel andere profeten en zieners, Jehova Zebaoth Zelf En als Hij dat is, wat stelt bij Hem vergeleken dan de hele wereld voor?! Kan Hij die niet met één zucht laten verdwijnen, wanneer deze Hem uiteindelijk toch te veel zou gaan mishagen en de al te grote slechtheid van de mensen Zijn geduld op een te grote proef zou stellen?! Als er dus geen twijfel over bestaat dat Hij inderdaad de almachtige Heer van de hele schepping is en als jij dat ook gelooft, hoe kun je dan nog angst hebben voor de domme en blinde wereld? Kijk, dat begrijp ik niet zo goed van je! Dat je Hem de eerste keer alleen maar 's nachts opzocht, was wel te begrijpen, maar sindsdien was Hij al een paar keer hier, en je hebt Hem noch 's nachts en al helemaal niet overdag bezocht, wat beslist niet juist van je was. Alleen wanneer je niet echt gelooft dat Hij de waarachtige Messias is, verontschuldigt dat je vrees en je lauwheid een beetje, en kun je het verzuimde nog wel inhalen! Heb je goed begrepen wat ik je daarmee gezegd heb?'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De twaalf poorten betekenden nu echter niet meer dat de nieuwe stad gebouwd was uit de twaalf stammen van Israël, maar uit de twaalf voornaamste grondbeginselen van Mijn leer, welke zijn vervat in de tien geboden van Mozes en in Mijn twee nieuwe geboden van de liefde; want dat zijn de poorten waardoor de mensen voortaan zullen binnengaan in de nieuwe stad van God, die vollicht en leven is.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Alleen de beide metalen cherubs moest Mozes symbolisch met vleugels uitbeelden om aan de toen nog zeer zintuiglijk ingestelde joden aan te geven dat de zuivere geesten uit Gods hemelen in alles uiterst snel zijn in het denken, besluiten, handelen en ten uitvoer brengen. Nu kent de natuurlijke mens op aarde geen snellere beweging dan de vlucht van de vogels in de lucht door middel van hun vleugels, en daarom heeft Mozes de Cherubs dan ook op Gods bevel vleugels moeten geven, om de snelheid van het geestelijke zintuiglijk waarneembaar te maken voor de mensen. Maar in werkelijkheid heeft geen enkele engel van God ooit een paar vleugels gehad.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Waarom hebben jullie dan het zesde en zevende boek van Mozes en het profetische aanhangsel verworpen, opzij gelegd en nooit gelezen? Daarin staat heel veel wat voor jullie een helder licht zou hebben geworpen op de sterrenhemel en de wereld van de geesten en hun bestaan. Zoek die boeken maar eens op en lees ze, dan zal het wellichter worden in je hart! Zou er ooit materie zijn, als niet de kracht en de wil van de geesten die zou scheppen, ordenen en in stand houden?'
Hoofdstuk 61: Het voedsel van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Waren dat allemaal handelingen volgens de wil van God, die door Mozes heeft gezegd: 'Gij zult dat wat van uw naaste is niet begeren!' Tenslotte, toen de goede man heel nadrukkelijk jullie manier van doen tegen hem door had, wilden jullie hem laten zien welke macht je over hem had. Maar de goede man was slimmer dan jullie; hij werd snel met al zijn bezittingen volledig Romeins onderdaan en Romeins burger, staat nu volledig onder Romeinse bescherming en betaalt aan hen een veel geringere belasting. Aan jullie boden en knechten is door Romeinse wachten de toegang tot zijn grondbezit belet, en sinds kort wordt dat zelfs door grote, kwaadaardige honden gedaan. Slechts zo nu en dan mag een oude en wat eerlijker Farizeeër en schriftgeleerde hem bezoeken.
Hoofdstuk 79: Het volk onthult de gruweldaden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...