Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 47 van 263

...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...
[6] God is het Woord en het Woord zelf is God. Dit eeuwige Woord is nu vlees geworden en kwam in de wereld tot de Zijnen, maar deze herkennen niet het Licht dat daardoor in de wereld is gekomen. Daarom zal dit Licht van de kinderen weggenomen en aan de heidenen gegeven worden. Want de heidenen zoeken nu de waarheid, de kinderen van het licht ontvluchten deze echter zoals erge misdadigers het gericht. Daarom zal het van de kinderen worden afgenomen en aan de heidenen worden gegeven, hetgeen juist nu het geval is en gebeurt.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Al dergelijk denken beweegt zich echter in een kring waar het niet uitkomt en ook niet uit kan komen. Zulke gedachten baten de mens dan ook weinig of niets met betrekking tot zijn innerlijke, geestelijke zijn, willen en denken. Maar zoals je je de één of andere kunst alleen bij een kunstenaar, en een ordelijk, rationeel denken alleen bij een filosoof eigen kunt maken, zo zul je het innerlijke, geestelijke denken alleen bij een geest, en wel bij de alles doordringende geest van God in jezelf kunnen leren. Dat betekent: alleen een geest kan een geest leren; want een geest ziet en herkent de andere geest, zoals het ene oog het andere ziet en beseft dat het een oog is en hoe het geaard is.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De geest is het innerlijke gezichtsvermogen van de ziel, dat met haar licht alles doordringt omdat het een innerlijk en daarom zuiver licht is. Daaruit zie je nu hoe het toegaat met het leren van de verschillende dingen, en hoe men voor alles wat men wil leren steeds de geëigende leraar moet hebben omdat men anders een eeuwige knoeier blijft. Maar het komt er dan ook erg op aan om, ook al heeft men de allerbeste leraar gevonden, alles precies en vlijtig te doen wat de meester bevolen of aangeraden heeft om te doen en te oefenen.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Aan jullie werken en daden zal men herkennen dat jullie allen Mijn leerlingen zijn! Want het is gemakkelijker juist te prediken, dan juist te doen. Wat voor nut heeft het woord als zodanig, als het niet levend wordt door de daad? Wat heb je aan de mooiste gedachten en ideeën, als de kracht je ontbreekt deze ooit in praktijk te brengen?! Ook heb je niets aan mooie en ware woorden als je ze zelf niet eens vóór alles uit wilt voeren. Alleen het werk heeft waarde; gedachten, ideeën en woorden zijn waardeloos als zij niet hoe dan ook ten uitvoer worden gebracht. Daarom moet ieder die goed preekt, zelf ook goed handelen, -anders is zijn prediking niet meer waard dan een lege dop!"
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Hieraan zie je dat voor God en ten gunste van het eigen innerlijke, geestelijke leven, ieder mens, of hij nu rijk of arm is, de naastenliefde kan beoefenen. Het komt slechts aan op een waarachtig levende, goede wil waarmee iedereen graag en vol toewijding doet wat hij maar kan.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Zo is de vreugde en vriendelijkheid van de gever en helper juist die overvloed aan echte, innerlijke, geestelijke levenswarmte, die niet genoeg aanbevolen kan worden. Daardoor wordt de ziel meer dan tweemaal zo snel rijp voor de volledige opname van de geest in haar gehele wezen, en dat moet ook zo zijn omdat juist deze warmte een overgang is van de eeuwige geest in de ziel, die daardoor steeds meer op de geest gaat lijken.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Maar een gever en wetdoener is, ook al is hij nog zo actief, des te verder verwijderd van het doet van de ware innerlijke, geestelijke levensvervolmaking naarmate hij zuurder en onvriendelijker is bij het geven en helpen. Want onvriendelijk en zuur gedrag bij het geven bevat nog materiële, wereldse elementen en is daarom veel verder verwijderd van het zuiver hemelse element dan blij en vriendelijk gedrag.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] In iedere ziel bevindt zich steeds een gevoel van eigenwaarde en eerzucht dat bij de minste gelegenheid en aanleiding maar al te gauw ontvlamt tot een alles vernietigende, onbeheerste toorn, die niet eerder te doven of volledig te blussen is voordat hij de slachtoffers die hem beledigd hebben, verteerd heeft. Door deze vreselijke drift wordt de ziel echter zo ontwricht en vol materie dat zij nog veel ongeschikter wordt voor een innerlijke, geestelijke vervolmaking, dan het gloeiende zand van de grote Afrikaanse woestijn geschikt is voor het stillen van de dorst!
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wie van jullie met zijn gehele hart een vriend zal zijn van de armen, voor hem zal ook Ik een vriend en ware broeder zijn in het tijdelijke en het eeuwige, en hij zal de innerlijke wijsheid niet van een andere wijze behoeven te Ieren, maar Ik zal hem die in alle volheid in zijn hart geven. Wie zijn naaste arme broeder zal liefhebben als zichzelf en een arme zuster niet zal wegjagen, van welke stam of welke leeftijd zij ook mag zijn, tot hem zal Ik altijd Zelf komen en Mij getrouw aan hem openbaren. Ik zal het zijn geest, die de liefde is, zeggen en die zal daarmee de gehele ziel en haar mond vervullen. Wat hij dan spreken of schrijven zal, zal door Mij voor alle tijden der tijden gesproken en geschreven zijn.
Hoofdstuk 79: Over armoede en naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Nu zag je wat de ware deemoed is en wat deze doet; leg je in het vervolg dus op deze deugd toe! Wie dit, wat Ik nu tegen je heb gezegd, getrouw opvolgt, zal bij zichzelf constateren dat deze eenvoudig te begrijpen woorden, hoewel ze alle gegeven zijn zonder enige oratorische, nietszeggende verfraaiing, met afkomstig zijn van een mens, maar van God. En wie daarnaar leeft en handelt, wandelt op de goede weg naar de ware, innerlijke, geestelijke voltooiing van het leven. - Maar zeg jij Mij nu ook of dit alles je wel helemaal duidelijk en begrijpelijk is geworden!"
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ik heb alles begrepen, want het kwam mij merkwaardig genoeg voor alsof ik dergelijke woorden al ergens een keer eerder had gehoord en ook toegepast. Maar dat kan alleen maar in een droom geweest zijn, want in het werkelijke leven zou ik echt niet weten waar en wanneer mij ooit zo'n genade ten deel gevallen zou zijn! Maar het blijft toch altijd vreemd dat ieder woord uit Uw heilige mond mij zo bekend voorkwam en zo bijzonder vriendelijk heeft bewogen! Daardoor was het voor mij ook allemaal zo bijzonder begrijpelijk! Maar hoe het ook zij, -zulke woorden en zulke lessen, die alles wat in de mens ook maar leven heet zo diep, waar en getrouw raken, zijn door de mond van een sterfelijk mens nog nooit uitgesproken!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] O Heer, mijn akker is nu gereed, hetgeen U beslist gezien hebt omdat U er anders niet zo overdadig het zuiverste zaad in gezaaid zou hebben. Laat deze wetenschap het onbeschrijflijke gevoel van geluk maar in mij doen ontstaan, want ik ben zeker van het goede resultaat omdat ik zo goed als zeker ben van de mogelijkheid Uw heilig woord in mij volledig tot werkelijkheid te brengen. En als de oorzaak er eenmaal geheel en al is, dan kan het grote, heilige gevolg niet achterwege blijven. Ik wil echter niet het halfslachtige, maar het volledig hele; daarom moet bij mij uit mijn daden ook nooit een half, maar een volledig werk, zoals Uw woord, te voorschijn komen!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wie na deze woorden de juiste weg naar de innerlijke, geestelijke voltooiing van zijn leven nog niet zou vinden en niet de sterke aandrang in zich zou krijgen nauwkeurig al zijn doen en laten daarnaar te richten, moet werkelijk óf helemaal geen mens zijn óf hij moet zich heel erg gewend hebben aan de domme, dode wereld, en zijn ziel moet helemaal diamanthard zijn geworden. Anders zou het toch absoluut niet denkbaar zijn dat een mens die deze les gehoord en begrepen heeft, ook niet zijn gehele leven daarnaar zou inrichten, daar hij .toch het daardoor te bereiken einddoel zo helder en duidelijk als de zon op het middaguur voor zich zou moeten zien! Daarmee wil ik mij er echter niet op voor laten staan dat ik al iets bereikt zou hebben; maar een diep in het levensbesef doordringend, en volkomen duidelijk inzicht in de zuivere waarheid van die les is toch ook al iets dat -tenminste voor mij -heel belangrijk en waardevol voor mijn leven is.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar wie deze heilige zaak eenmaal zo duidelijk inziet als ik, zal toch evenals ik geen dwaas meer zijn en zich ondanks dat duidelijke inzicht en die kennis, liever in alle modderpoelen en putten van de wereld storten om de stinkende modder op te vissen waarin hij uiteindelijk zou moeten stikken, dan de verheven hoogten van de Horeb en de Libanon te beklimmen en daar de heilzame kruiden te verzamelen die de zieke ziel genezen en volledig gezond maken voor het eeuwige leven. Ik bedoel met de heilzame kruiden op de verheven hoogten van de Horeb en de Libanon: "de daden, die men slechts op de verhevenste hoogte van het besef der waarheid van Uw leer, o Heer, verricht, dat wil zeggen, door te handelen volgens het woord dat men uit Uw mond vernomen heeft. Met 'de Horeb' en 'de Libanon' bedoel ik het goddelijk ware en het goddelijk goede, - dat is zo volgens mijn begrip de betekenis.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Geen kiem van een wereldse gedachte en geen spoor van een wereldse daad zal nog in mij voorkomen, dat wil zeggen, na mijn eenmaal genomen besluit beslist nooit meer! Voor datgene echter waar ik geen greep op heb, zoals de normale behoeften van mijn lichaam, kan ik natuurlijk niet instaan; want die liggen o Heer, in de hand van Uw almachtige wil. Maar mijn gedachten, mijn ideeën, mijn woorden en mijn daden zullen eens van mij getuigen dat ook een Griek zijn woord en zijn eenmaal gemaakte voornemen kan houden!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...