Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 48 van 50

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50
[15] Nu vraagt ge: wijl nu God overal is en Zelf Alles is, hoe komt het dan, dat in deze wereld zulk een koude èn zulk een hitte is, waarbij alle schepselen zich te weer stellen en er niet veel anders is dan ijdele boos­heid in deze wereld. (De oorzaken hiervan zijn de vier eerste gestalten der natuur). Ziet, dit is de oorzaak en de boosheid: Toen koning Lucifer in zijn rijk zetelde als een trotse, hovaardige bruid, zo omvatte zijn ge­bied de plaats, waar nu de Hemel is, die gemaakt is uit het water, en ook de plaats van de wereld die geschapen werd, zowel als de ruimte ertussen. Waar nu de aarde is, was een reine en heilige Salniter, waarin de zeven Geesten Gods volkomen en lieflijk waren, zoals ze dat nu zijn in de Hemel, hoewel ze nog in deze wereld werkzaam zijn. Toen Koning Lucifer zich verhief, zo verhief hij zich in de zeven Oergeesten en ontstak hen, zodat alles brandende werd. De zure hoedanigheid werd zo hard, dat zij stenen voortbracht en zo koud, dat zij het zoete bronwater tot ijs maakte. En het zoete bronwater werd zeer dik en onwelriekend en de bittere eigenschap werd zeer bijtend en toornig, waardoor het gif zich een uitweg zocht; en het vuur of de hitte werd brandend en verterend en alles tezamen werd een vermenging en bezinking, die voosheid in zich had. Daarna nu is koning Lucifer van zijn koningsplaats of zetel ge­stoten, die hij had, op de plaats, waar thans de Hemel is, en aldaar is spoedig daarop de schepping dezer wereld gevolgd, en de harde, vaste materie, die in de aangestoken zeven Oergeesten gearbeid had, is tezamen gevoegd, daarvan zijn de aarde en de stenen gemaakt. Hierna zijn alle schepselen uit de aangestoken Salniter der zeven geesten van God geschapen.
Hoofdstuk 9: Over de lieflijke, vriendelijke en barmhartige Liefde Gods; het grote Hemelse en Goddelijke Geheimenis. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Zoals Michaël is geschapen naar het voorbeeld van de eigenschappen, wijze en aard van God den Vader, alzo werd ook Lucifer geschapen naar het voorbeeld van de eigenschappen, de wijze en de schoonheid van God den Zoon en hij is met Hem in liefde verbonden geweest als een ge­liefde zoon en zijn hart heeft in het centrum van het Licht gestaan, juist, alsof hij zelf God ware. Zijn schoonheid was bovenmatig groot, Gods Zoon heeft hem gans en al omvat en hij is geweest als een koning. Zijn gebied, zijn plaats en de ruimte, die hij met zijn gehele legermacht inneemt, en waarin hij ook tot aanzijn kwam en die ook zijn koninkrijk is geweest, deze ruimte is de Hemel en deze wereld, waarin wij met onzen Koning Jezus Christus wonen. Want onze Koning zit in goddelijke almacht, zoals eens koning Lucifer zat, op de koninklijke zetel van de verstoten Lucifer en het rijk van koning Lucifer is nu Zijn Rijk ge­worden.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] Waarlik, men moet uit de Geest geboren worden, den Heiligen Geest, die opgaat in het zoete bronwater des harten, in het Licht. Daarom ook heeft Christus de Doop, of de wedergeboorte in den Heiligen Geest in het water, ingesteld. Hetgeen een groot geheimenis is en ook aan alle mensen is verborgen gebleven van voor de grondlegging der wereld tot nu toe, hetgeen ik ter plaatse duidelijk wil beschrijven en bewijzen. Wanneer ge deze wereldruimte aanziet, zo kunt ge hiermee een verge­lijking trekken met de Hemel. De sterren beduiden de Engelen; want zoals de sterren tot aan het einde van deze bedeling onveranderd door blijven staan, evenzo moeten de Engelen in de Hemel eeuwig onveranderd blijven. De elementen beduiden de verhoudingen en veranderingen van het aanzicht des Hemels. Want zoals de ruimte tussen sterren en de aarde immer verandert naar de uiterlijke verschijningsvorm; nu eens is deze ruimte heerlik licht, dan weer donker; nu weer is er wind, dan weer regen of sneeuw, soms is de ruimte blauw, dan weer groenachtig of wit, dan weer donker, zo ook verandert de Hemel van uiterlijk en van kleur. Echter niet op dezelfde wijze als in deze wereld, want alles is onder­hevig aan verandering, die ontstaat door de invloed van het opstijgen der Goddelijke Geesten.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Toen op de derde dag het licht des vuurs opging, uit het Licht, dat in het zoete water was, welk eerste licht de bittere kwaliteit is, zo was de gehele natuur werkend, en bewegend, zowel in de aarde als op en boven de aarde en het leven begon zich in alle dingen te openbaren. Uit de aarde ontsprong gras, kruid en bomen en in de aarde vormde zich zilver, goud en allerlei ertsen. In de ruimte rondom de aarde was er een open­baring van verschillende krachten.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Toen nu het gehele lichaam der natuur in de ruimte dezer wereld als in de harde dood, waarin toch het leven verborgen was, verstard lag, bracht God het hele lichaam der natuur dezer wereld op de vierde dag in beweging, en schiep uit de natuur, uit het opgegane licht, de sterren. Het rad van de geboorte Gods bewoog zich weer, zoals het van eeuwig­heid af had gedaan.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Hoe diep en hoe groot de ruimte dezer wereld is, weet niemand, en als er soms al natuurkundigen of astrologen het ondernomen hebben de diepte met een passer te meten, dan is hun meten toch maar verdichtsel of een meten naar stoffelijke begrenzing, precies als iemand, die de wind zou willen grijpen.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Nu wilde echter de heilige God de plek van het lichaam, namelijk de ruimte dezer wereld, niet in eeuwige duisternis en schande laten blijven en als eigendom aan de duivel overlaten, maar schiep een nieuwe heer­schappij van het licht en van alle zeven Oergeesten der Godheid, welke de duivel niet begrijpen noch aantasten zou kunnen; het zou hem ook nergens toe kunnen dienen, want hij kan in het licht van de zon niet meer zien dan in de duisternis, omdat hij in dit licht niet is geboren; daarom heeft hij er ook niets aan.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] De eerste zoon is de hovaardij; de tweede zoon is de gierigheid; de derde zoon is de nijd; de vierde zoon is de toorn. Dit willen we nu beschouwen van uit zijn oorsprong en hoe het vijand­schap jegens God is, ge zult zien, wat het begin en de wortel der zonde is en waarom zij door God niet kan worden geduld. Welaan, gij filosofen en juristen, gij, die wilt bewijzen, dat God het boze en het goede geschapen heeft en wil handhaven; gij die beweert, dat het een vooropgestelde bedoeling van God is geweest, dat de duivel gevallen is en dat vele mensen verloren zullen gaan. Gij die zegt, dat God alles wel had kunnen veranderen, wanneer hij dat had gewild. Hier wordt gij door de geest van ons koninkrijk, tezamen met uw vorst Lucifer, die gij verdedigt, ten derde mate voor het gerecht genood; geef thans antwoord! Want hier, te midden van deze zeven Oergeesten en de vier nieuwe zonen in het huis des Hemelse Vaders zal het recht worden volvoerd. Als gij bewijzen kunt, dat de zeven geesten van Lucifer, de vier nieuwe zonen uit recht en billijkheid hebben doen geboren worden en dat zij dan ook de Hemel en al het goddelijke rechtvaardig regeren, zo zal koning Lucifer wederom op zijn troon geplaatst worden en zijn koninkrijk zal hem weer geworden. Wanneer gij dit niet bewijzen kunt, zo zal aan hem een ruimte tot zijn eeuwigdurende gevangenis worden gegeven; aldaar zal hij met zijn zonen, voor altijd gevangen zijn en gij moet toezien, dat ook over u niet het oordeel worde uitgesproken. Wanneer ge dan de duivel verdedigen wilt: waarmede zal hij u belonen? Hij heeft niets dan helse gruwelen tot zijn beschikking.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Ge dient te weten, dat er tussen God en Lucifer geen ander onderscheid is geweest, als dat hetwelk er is tussen de ouders en hun kinderen. Want zoals de ouders het kind uit hun eigen lichaam voortbrengen, naar hun gelijkenis en het in hun huis als een natuurlijke lichamelijke erfenis laten wonen en het verzorgen, zo nabij is ook het lichaam van Lucifer aan God. Want God heeft hem uit Zijn Wezen voortgebracht; daarom heeft Hij hem ook tot een erfgenaam zijner goederen gemaakt en heng de ge­hele ruimte, waarbinnen hij werd geschapen, tot een bezit gegeven. Nu moet ge weten, waarmede Lucifer tegen God gestreden en God ver­toornd heeft: met zijn lichaam heeft hij het niet kunnen doen, want zijn lichaam strekte zich niet verder uit dan de plaats die hem toebehoorde. Het is iets anders. De geest, welke in het midden, in het hart van alle zeven Oergeesten geboren werd, is ook (omdat hij nog in het lichaam is, wanneer hij geboren is) als één met God. Er is geen onderscheid. Er is geen onderscheid tussen beiden. Wanneer dezelfde geest, welke in het lichaam geboren wordt, door de ogen iets aanschouwt, of door de oren iets hoort, of door de neus ruikt, zo leeft hij daarin en hij werkt temidden daarvan als in zijn eigendom. En wanneer het hem behaagt, zo eet hij daarvan en wordt er door aangestoken, hij voert een strijd mee, veroorzaakt een matiging; laat iets bepaalds zijn zo groot en zo wijd het maar wil: zo ver als zijn oorspronkelijk koninkrijk in God reikt, zo ver kan de geest regeren en hij wordt door niets tegengehouden. Want er is in deze geen onderscheid tussen God den Heiligen Geest en de Geest des lichaams. Slechts dit, dat de Heilige Geest van God de ganse volheid is en een andere geest slechts een gedeelte, en waar hij komt, daar heerst hij tezamen met God. Want hij is uit God en in God en kan niet tegen­gehouden worden, dan alleen door de zeven natuurgeesten des lichaams, die den Geest voortbrengen; zij hebben de teugels in handen. Gods Geest heeft in zich alle bronnen, maar er zijn drie grondprincipes. De ene bron (1e principe) is in het vuur, de tweede in het licht en de derde is in de geest dezer wereld, in de lucht en de sterren. Als de wrange kwaliteit, als de Vader, het Woord of den Zoon of Geest formeert, zo staat hij in het midden van het Hart en wordt door de andere geesten beproefd, of hij goed is. Wanneer hij nu aan het vuur welge­vallig is, zo laat het vuur de straal (de bliksem, waarin de geest der bitterheid woont), door het zoete water heen gaan; aldaar ontvangt het de liefde en vaart met hem in de wrange kwaliteit. Wanneer deze in de wrange, zure kwaliteit woning hebben gemaakt, met de nieuwgeboren geest of de Wil, zo verheugt zich de wrange kwaliteit van den nieuwen jongen Zoon en verheft zich. Daar wordt hij gegrepen door de toon, het geluid en dat gaat van zijn mond uit, ook de ogen, de oren en de neus doen datgene, wat door de raad der zeven geesten besloten is. Deze raad kan de geest veranderen, zoals hij wil. Daarom is de oor­sprong van alles het hart; de raad der zeven geesten, zoals zij den Geest voortbrengen, zo is hij ook.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Dat is alzo geschied: De liefde, of liet Woord of het hart, dat is de eniggeboren Zoon van den Vader, die is het licht, de zachtmoedigheid, de liefde en de vreugde van God, (Hij zegt zelf, als hij zich tot de mens­heid richt: Ik ben het licht der wereld. Joh. 8-12) heeft deze wereld bij het hart genomen en in het midden van deze ruimte op de plaats, waar de machtige vorst en koning Lucifer zijn zetel had gehad, is een nieuwe schepping ontstaan.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[59] Let weer op: Als de Salniter of de werking van de 6 Oergeesten, wat de zevende natuurgeest is, in de ruimte van deze wereld aangestoken wordt, dan staat het woord of het hart Gods alom midden in de kring van de 7 geesten, als een hart dat alles, hieronder te verstaan het ganse wereld­ruim, plotseling vervult.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[61] Te dien tijde is de massa tezamen getrokken, want toen zich Gods hart in de Salniter verborg, bekeek het de gehele ruimte of het lichaam weer en dacht, hoe zij weer geholpen kon worden, opdat weer een Engelenrijk in de diepte dezer wereld zou kunnen ontstaan. De aanblik was echter de liefdegeest in Gods hart, die de olie van het water verbond op de plaats van de aanblik, waar alreeds de olie en het water elkaar doordrongen. Het licht was opgegaan. Denk hierbij aan de aanblik van de heilige Petrus in het huis van Kaifas; zo is het eveneens.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] De vierde geest Gods is de hitte; zij wordt geboren tussen de bittere en de wrange eigenschap en in het zoete water opgevangen; daarbij wordt zij schijnend en lichtend en zij is de ware bronwel des levens. Want in het zoete water wordt zij geheel zacht; daardoor ontstaat de liefde; het is een lieflijk verwarmen en geen brandend vuur. Waar water is, is geen vuur, maar wel een lieflijk verwarmen en een zacht koesteren; wanneer echter het water verdroogt, komt het vuur te voorschijn, hetwelk brandt. Zo dacht ook Heer Lucifer. Zou hij zijn vuur ontsteken, zo zou hij vol ijver, met geweld heersen over de Goddelijke kracht. Hij dacht dat het vuur eeuwig zou branden en licht verspreiden. Hij had niet het plan, het licht uit te doven, maar wilde, dat het in het vuur zou blijven branden. Hij wilde het water doen opdrogen, en zodoende zou het licht in het brandende vuur blijven zweven. Hij wist echter niet, dat, wanneer hij het opgedroogde water zou ontsteken, dat de kern, de olie of het hart van het water ook versteend zou worden en er uit het licht duisternis en uit het water een onwelriekende geur zou te voorschijn komen. Want de olie, of het vet in het water wordt door de zachtmoedigheid en de weldadig­heid geboren en in datzelfde vette bestanddeel juist, wordt het licht schijnende; zo echter dat vet verbrand is, zo ontstaat er in het water een stank en het wordt bovendien geheel donker. Alzo ging het ook met de hovaardigheid van Lucifer. Een korte wijl zegevierde hij in zijn lichtglans; toen echter zijn licht uitdoofde, werd hij een zwarte duivel. Hij meende echter, dat hij eeuwig in het heldere licht van de goddelijke kracht kon heersen, als een verschrikkelijke God en hij worstelde met zijn vuurgeest, met de Salniter Gods, met de bedoeling het gehele gebied van zijn koninkrijk te ontsteken. Inderdaad heeft hij ook wat bereikt, want hij heeft de goddelijke krachten brandend gemaakt, hetgeen bewezen wordt door de zon en de sterren. Zo wordt ook dikwijls het Salnitervuur ontstoken in de elementen, zodat het er uitziet, alsof de ruimte, de diepte brandt, hetgeen ik ter plaatse bespreken wil. Hij trad terug uit de zachtmoedigheid en wilde slechts het vuur doen ontbranden; viel daardoor in de duisternis. De lezer moet het niet zo verstaan, dat de duivel Gods Licht ontstoken heeft, maar hij ontstak de natuurgestalten, waaruit het licht te voorschijn treedt. Want hij heeft het licht niet in zich opgenomen, evenmin als -het vuur het licht in zich opneemt. Hij is in het vuur gegaan en werd in de duisternis uitgedreven en hij heeft, buiten zijn wezen, zijn verschijnings­vorm, noch licht, noch vuur. Lucifer mag niet zeggen, dat God de helse eigenschappen heeft voortgebracht, opdat hij tot boosheid zou vervallen, neen, hij heeft dat zelf gedaan; bovendien heeft hij de godheid beledigd en hij heeft van de krachten Gods helse krachten gemaakt, waarin hij voor eeuwig woning gemaakt heeft. Want toen hij en al zijn Engelen de oergeest van het vuur in zich deden ontbranden, zo brandde het vet in het zoete water en er ontstond een branden, steken, verscheuren en woeden. Daardoor ontstond een angel des doods, want door de hitte werd de bittere kwaliteit zo brandend, stekend en boos, als ware het gehele lichaam louter vuur geworden; temidden van de wrange, zure kwaliteit werd er een strijd gevoerd, alsof men met vurige pijlen het lichaam doorstak. Daarentegen streed het koude vuur van de wrange eigenschap tegen de hitte en tegen het bittere gif, alsof er een oproer plaats vond, en er was in het lichaam van Lucifer niets dan moorden, roven, branden en steken; het was als een verschrikkelijk hels vuur. Deze vuur- en duivelsgeest verhief zich nu ook in het centrum van het hart en wilde door middel van de wil-geest, geboren uit de zeven Oergeesten en het beeld Gods vertegenwoordigend, in de ganse goddelijke kracht heersen en de gehele goddelijke Salniter ontsteken. Hij wilde een nieuwe en geweldige God zijn.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Ziet, toen Lucifer met zijn heirleger het vuur des toorns in de Goddelijke natuur ontstak, zodat God vertoornd werd, zo werd de natuur boos, koud, verhit, bitter, zuur en wrang. De geest, die voordien in de natuur vol liefde en zachtmoedigheid had gewerkt, werd vol van verschrikking, welke geest men thans het element “lucht” of “wind” noemt. Want toen de zeven Oergeesten ontstoken werden, zo brachten zij een dergelijke geest voort; zo ook werd het zoete water, hetwelk voor de tijden des toorns zeer dun was, dik en de wrange eigenschap werd zeer scherp, want zij trok zich tezamen als het zout. Want het zoute water, of het zout, het­welk thans nog in de aarde gevonden wordt, heeft zijn oorsprong uit het eerste ontsteken der wrange kwaliteit; zo zijn de stenen en ook de aarde ontstaan. Want de wrange kwaliteit deed de Salniter tezamen trekken en verdrogen; daardoor ontstond de bittere aarde; de stenen echter zijn ontstaan uit de Salniter, die zich openbaarde in de kracht van de toon, de klank. Want zoals de natuur heeft gewerkt en geworsteld, naar die mate is de materie genoemd en tezamen getrokken. Nu zou men kunnen vragen: hoe kan een Zoon, die men begrijpen kan, geboren worden uit een moeder, die men niet begrijpen kan. Dit is te vergelijken met het ontstaan der aarde en der stenen, die ook uit het onbegrepene voortgekomen zijn. Ziet, de ruimte tussen Hemel en aarde is ook niet te verstaan; onbegrepen; de eigenschappen der ver­schillende elementen doen menigmaal levende wezens vol verschrikking geboren worden, zoals sprinkhanen, vliegen en wormen. Dat geschiedt door de samentrekking der eigenschappen, en in deze samengetrokken Salniter openbaart zich dan zeer spoedig het leven. Want, wanneer de hitte de zuurheid, de wrangheid ontsteekt, openbaart zich het leven, terwijl de bittere hoedanigheid des levens oorsprong is. Op dezelfde wijze zijn ook de aarde en de stenen ontstaan.
Hoofdstuk 17: Over de droevige en ellendige toestand der verdorven natuur en de oorsprong der vier elementen, in de plaats van de Heilige Godsregering. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Nu moet ge echter niet denken dat daarom uit de ganse natuur of de plaats dezer wereld, een bittere toorn Gods ontstaan is. Neen, dit is het doel. De toorn begrijpt niet de innerlijke geboorte in de natuur, want de liefde Gods is nog in de gehele ruimte dezer wereld verborgen; zo ook is het huis, waarin Heer Lucifer zijn verblijfplaats heeft, nog niet geheel en al verloren, want er is in alle dingen dezer wereld liefde en toorn in elkander verweven en deze beide worstelen steeds met elkander. Maar de duivelen kunnen het worstelen van het Licht niet verstaan, maar slechts het worstelen van de toorn. Daarin zijn zij scherprechters en zij leggen beslag op het recht, hetwelk over alle goddeloze mensen door Gods toorn gesproken wordt. Geen mens mag zeggen, dat hij in het vuur des toorns, waarin de vergeving plaats vond, geboren is met de vooropgezette bedoeling van God, dat dit zo gebeuren zou. Neen; want de verdorven aarde staat niet temidden van het vuur des toorns van God.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50