Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 51 van 583

...  39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64  ...
[2] De HOOFDMAN zegt, erg boos door de betiteling 'moederverkrachter': "Hé, vijand van alle mensen en God Zelf, matig je, want je hebt geen recht om in het bijzijn van God, jouw Heer, een oordeel uit te spreken! Als ik in de slaap, meegesleurd door mijn zinnen, gezondigd heb, dan heb ik alleen mijzelf, maar nooit jou in iets benadeeld. Ik geloof echter, dat God méér is dan jij, en Hij heeft mij nog nooit verwelkomd zoals jij, gemene leugenaar! Het is wel waar dat ik eens, toen ik veertien jaar oud was, gemeenschap heb gehad met mijn moeder, maar mijn moeder verleidde mij daartoe. Want ze verkleedde zich als een zinnelijke Griekse en droeg over haar gezicht, dat toch al erg knap was, een fijn Grieks masker, kwam 's nachts bij mij, liet mij al haar onweerstaanbare bekoorlijkheden zien en wilde mij hebben. Want mijn moeder was toen amper achtentwintig jaar oud. Toen ik als haar eerste kind geboren werd, was zij dertien en een half. Ik stond in Rome bekend als een der mooiste en aantrekkelijkste jongemannen, geen wonder dat mijn eigen moeder verliefd op mij werd en zich vermomde om van mij te kunnen genieten! Ellendeling! Ben ik dan een verkrachter van mijn moeder omdat ik als vurig Romein, die dacht het met een zinnelijke en zeer aantrekkelijke Griekse te doen te hebben, met mijn moeder gemeenschap had? Kan jij, blinde ezel uit de hel ooit iemand een moordenaar noemen, omdat hij, toen hij van het dak viel, tijdens zijn val een mens raakte en doodde?! - Zeg op, ouwe ezel uit de hel!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Bij God zijn alle dingen wel mogelijk, maar in dit geval geloof ik dat het ook de goddelijke almacht moeilijk zal vallen om deze geest tot berouwen boetedoening te brengen. Want als hij zijn vrije wil behoudt, verandert hij nooit; wordt hem zijn vrije wil echter ontnomen, dan bestaat hij niet meer en dan is er in de gehele oneindigheid geen satan meer. Maar hem met de grootst mogelijke kwellingen en pijn te willen verbeteren, is hetzelfde als water met een zeef in een lek vat scheppen! Volgens mij zou het verstandigste nog zijn, hem voor alle tijden der tijden pijnloos in de een of andere gevangenis op te sluiten, dan zou hij in ieder geval de levende mensen niet meer kunnen beïnvloeden!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Deze woorden troffen de genezen mensen in het hart en zij vroegen zich onder elkaar af, hoe Ik had kunnen weten dat zij hun ziekte merendeels aan hun geilheid te danken hadden. Zij werden bang voor Mij, omdat zij begonnen te denken: 'Hij kan nog meer van onze niet zo erg lofwaardige handelingen aan het daglicht brengen! Daarom gaan we maar!' -Daarop verlieten zij de kamer en gingen terug naar waar ze vandaan gekomen waren.
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Dat zijn nu echte hoerenhelden! Ze bedrijven alle soorten ontucht, en een echtbreuk is bij hen al een heel gewone zaak geworden. De vrouwen zijn bij hen van iedereen, en een maagd verkrachten is bij hen alleen maar een verzetje! Onder hen zijn echter ook knapenschenners en die, welke met maagden hun lusten op een onnatuurlijke sodomitische wijze botvieren, omdat zij zich zo willen vrijwaren van kwade besmettingen, maar waardoor ze andere nog ergere ziekten oplopen. Daarom heb Ik deze mensen zo hard ontvangen en ook weer weggestuurd, want alleen een hard woord kan hen nog enigszins verbeteren. "
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "Uit de omgeving van de Gadarenen. Meer naar het westen zijn een paar gehuchten en vier dorpen. De bewoners vormen een mengsel van Joden, Egyptenaren, Grieken en Romeinen. Ze hebben weinig - of eigenlijk helemaal geen godsdienst, en hun bedrijf bestaat merendeels uit het fokken van varkens en de handel daarmee op Griekenland en Europa. Daar wordt het vlees van deze dieren gegeten en hun vet gebruikt voor het kruiden van spijzen. Door hun bedrijf zijn het dus al erg vieze mensen, maar hun uiterlijke onzuiverheid zou toch geen zonde zijn, als zij in hun doen en laten zelf niet veel erger zouden zijn dan hun varkens. Hun gedrag plaatst hen veel lager dan de varkens en het zal moeilijk zijn om hen te verbeteren!"
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De HOOFDMAN zegt: "Nou het is heel goed dat ik dat weet. Die gemeenten staan nog onder mijn gezag en ik zal het zeker niet nalaten een zedenmeester over deze mensen aan te stellen. Die zal hen, aan de hand van de opdracht die hij krijgt, bij het minste onbehoorlijke gedrag gevoelig op de vingers weten te tikken. Wacht maar, jullie geile leven zal je reeds morgen zo vergald worden, dat jullie nooit meer zin zullen hebben om onreine begeerten in je hart op te laten komen en ze daarna gewetenloos bot te vieren!
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: " Ja,ja, je hebt gelijk, - maar alleen in die gemeente die Ik je heb aangewezen. Als je echter overal het door jou voorgestelde toepast, dan zul je meer beschadigen dan helpen! De medicijn moet zich steeds aan de ziekte aanpassen en niet omgekeerd. Maar, zoals gezegd, bij de ge.noemde gemeente zal jouw medicijn tenminste het goede doel hebben, deze mensen het toegeven aan hun geilheid te vergallen. Maar de tuchtroede moet niet met toornige, maar met liefdevolle hand gebruikt worden!"
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] In geval van nood kun je met jouw gemeenten ook wel zo handelen, maar probeer het eerst met echte liefde en goede lessen. Want als de mensen tot het inzicht komen dat men hen alleen voor hun bestwil harde wetten geeft en het onverbiddelijk recht daarbij uitoefent, zullen zij daar geen aanstoot aan nemen. Als de harde wetten echter alleen maar voortkomen uit een tirannieke willekeur van de machthebber, verbeteren ze niemand, en maken op het laatst zelfs de engelen der gemeente tot duivels, die er alleen maar op uit zullen zijn om te bedenken hoe zij zich kunnen wreken op degene die hen steeds eindeloos en zonder enige aanwijsbare reden voor futiliteiten kwelt. - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De HOOFDMAN zegt: "Ja, Heer, dat is mij nu zonneklaar, en ik zal nog vandaag een bode met mijn opdracht naar de daar aanwezige onderaanvoerder laten gaan, en morgen hebben die gemeenten er zich al aan te houden. Daarom zal ik mij nu enige ogenblikken naar mijn mensen begeven om dat meteen in orde te brengen.'
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] De HOOFDMAN zegt: "Vriend der mensen van deze aarde! Die eerste eigenschap, om je zonder materiaal, slechts door te willen naar believen te kunnen kleden, staat mij erg aan, en de arme mensen zouden dat speciaal in de winter heel goed kunnen gebruiken. Maar dat andere, eveneens mogelijke, te sterke stralen van jouw lichtgewaad bevalt mij niet, in ieder geval nu op deze wereld niet. Daarom zullen wij daarover ook geen verdere vragen stellen. Maar één ding zou ik nog graag van je willen weten; omdat we nu toch met z'n tweeën zijn en ons voor niemand behoeven te generen, zou je me dat wel kunnen vertellen, en dat ene is: Zijn er bij jullie ook geslachtelijke verschillen?"
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ik liet hem toen met zware kettingen aan een boom vastleggen, zijn handen en voeten nog met extra sterke touwen binden en hem daarna een heel uur lang geselen, zodat hij weinig kracht meer over had. Vervolgens liet ik hem zo verzorgen, dat hij in twintig dagen weer helemaal hersteld was. En kijk, daardoor is deze mens, bij wie je eerder met liefde niets bereikte, helemaal veranderd. Hij werd een der kalmste en bescheidenste mensen, en ik bevorderde hem na een jaar tot onderaanvoerder. Hij is mij nu nog dankbaar voor die voorbeeldige bestraffing, zonder welke hij nooit onderaanvoerder geworden zou zijn. Maar uit liefde zou ik hem nooit zo'n bestraffing hebben kunnen geven, dat kon ik alleen maar uit toorn. Daarom denk ik dat een rechtvaardige toorn voor mensen vaak heilzamer is dan te veelliefde, al is die nog zo zuiver!"
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] In het feit dat wij in ons zelf een dubbel wezen zijn, ligt ook de reden waarom wij niet ouder kunnen worden, omdat de twee polen in ons elkaar eeuwig blijven ondersteunen. Bij jullie mensen zijn de polen gescheiden door een geslachtelijk gescheiden persoonlijkheid en hebben daarom, omdat ieder apart is, geen steun aan elkaar .
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Ik zeg je, al dat soort herdenkingsfeesten van de mensen hebben voor Mij geen waarde, tenzij ze dagelijks of liever ieder uur in het hart doorleefd worden. Nieuwe maan, jubeljaar, feest van de bevrijding van Jeruzalem uit de onderdrukking van Babel, feest van de wederopbouw van de stad en de tempel, het feest van Mozes, Aäron, Samuël, David en Salomo zijn allemaal nietszeggende zaken, waar nauwelijks zoveel waarheid in zit als in de regen, die duizend jaar geleden in de zee viel.
Hoofdstuk 157: Aalmoezen en herdenkingsfeesten. Aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Juich met uw handen, alle volkeren, en juich voor God met blij geschal, want de Heer, de Allerhoogste, is overmachtig, een groot koning op de gehele aardbodem. Hij zal alle volken dwingen ons te gehoorzamen en de mensen in onze hand geven! Hij kiest voor ons als erfdeel de heerlijkheid van Jacob, die Hij liefheeft. God stijgt op onder gejuich en helder bazuingeschal voor de Heer. Zing de lof, zing de lof van God, zing de lof, zing de lof van onze koning! Want God is koning op de gehele aardbodem. Wees dus zo verstandig om Hem lof te zingen! God is ook koning over alle heidenen, God zit op Zijn heilige zetel. De vorsten van de volkeren zijn als één volk samengekomen voor de God van Abraham, want God wordt zeer verheven geacht door iedereen op aarde!'
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Nu is Hij hier om door de macht van Zijn leer alle volkeren dringend uit te nodigen zich bij ons te voegen om deel te krijgen aan ons heil, en de mensen, dat zijn de wereldse kinderen, voor het gericht onder onze voeten te leggen! Want alleen óns heeft Hij erfgenamen van het eeuwige leven gemaakt, ja wij zijn Zijn erfdeel! Hij is het van wie Jacob zei: 'O Heer, U bent alleen mijn luister!' En omdat Jacob dat in zijn hart beleed, werd hij de lieveling van God, en lieveling van Degene, die hier temidden van ons verblijft!
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64  ...