184 resultaten - Pagina 7 van 13
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[5] Anderen zeiden weer: 'Dat is toch zeker een slangenbezweerder; want zo schijnen degenen wie de slangen en adders gehoorzamen eruit te zien!'Hoofdstuk 253: De twijfel en opvattingen van verschillende gasten omtrent de geheimzinnige Arme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Je weet dat ik je heb aangeraden ook daar een gedenkteken voor Mij op te richten; evenwel heb Ik je niet nader aangegeven hoe die tempel eruit moet zien, opdat hij geheel in Mijn orde past.
Hoofdstuk 268: Lamechs dank voor de aanstelling van Terhad tot hoofdwachter van de voorhof van de tempel. Het plan van de Heer voor een tempel op de gereinigde slangenberg. De Heer wordt wederom onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Jij duistere woonplaats van de dood, jij woonplaats van degene die een oude aartsvijand is van al het leven en een allerschandelijkste verachter van God, - jij gruwelijke zichtbare poort die omlaagvoert in de afgrond der afgronden, natuurlijk en geestelijk, - jou gebied ik, een knecht en een kind van God, dat je onmiddellijk instort tot in je diepste afgrond en dat al je spleten, riffen, holen en vele zijgangen dicht gegooid worden en dat je oude bewoner eruit vlucht als een laffe dief uit het huis waar hij heeft gestolen!
Hoofdstuk 84: Henoch vernietigt het drakenhol en stelt zijn reisgenoten gerust. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Hier heb je nu het verlangde antwoord; leer eruit wat ik zal doen!
Hoofdstuk 86: Satans grootspraak; op listige wijze verdraait hij de beloften van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] `Wij hebben jullie, oude inwoners van deze stad, met list en geweld door onze heb- en heerszucht bedrogen, hebben de enige, eeuwige, ware God weggelogen en eruit geslagen en zelfs met de gruwelijke doodstraf uitgedreven!
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En Ohlad zei: 'Ja, jullie zullen eruit vliegen, maar eerst zul je van mij nog enige wetten mee op je reis krijgen! Die dien je overal streng na te leven, - zo niet, dan zal God, de Heer, je tuchtigen met vurige roeden!
Hoofdstuk 170: De ontmoeting van koning Ohlad met de negenennegentig raadsheren van Hanoch. De eigenwijze woorden van een raadsheer en het krachtige antwoord van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Laten wij daarom een gebod uitvaardigen als oproep aan alle hoogst geslepen schavuiten, dat ze allemaal hier bijeenkomen en laten wij de beste eruit zoeken! Hem beloven wij dan een grote beloning als hij de tien op de hoogte overtroeft, en dan kan het lukken!'
Hoofdstuk 221: Het vruchteloze beraad van de wraaklustige opperpriesters over een aanval op de hooglanders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze expeditie en na de nieuwe benoeming van de onderpriesters riep Gurat een priesterraad bijeen waarin bepaald zou worden hoe de nieuwe godsleer voor het volk eruit moest zien.
Hoofdstuk 241: De opperpriestergeneraal spreekt voor de raad der priesters over zijn geestelijke beleidsplannen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Fungar-Hellan liet onmiddellijk de kooi openen en Agla eruit tillen en liet haar laven met goede specerijen, waarop zij weer bijkwam.
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Zo zag het bevel eruit en het werd door ijlboden reeds in een dag aan het gehele leger meegedeeld; en deze tijd was krap bemeten!
Hoofdstuk 322: De generaal sommeert het leger om de verdedigingsstellingen in te nemen. Het leger van de hooglanders rukt op. De afvaardiging van de hooglanders voor Fungar-Hellan en hun dood door zijn hand. Mahals overgang naar de hooglanders. De vreselijke slag. Vijf miljoen strijders worden nagenoeg volledig vernietigd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Wat moet er nu gebeuren? Steenbakkers gaan met de klei aan het werk. De losse klei wordt nat gemaakt en dan flink gekneed. Heeft hij zich flink gehecht en is hij taai genoeg, dan wordt hij tot de jullie welbekende stenen gevormd. Opdat de kleideeltjes in de stenen zich nog inniger en duurzamer met elkaar zullen verbinden, wordt iedere steen nog in het vuur gebakken, waardoor hij met het verkrijgen van die grotere stevigheid gewoonlijk ook de jullie welbekende kleur krijgt. Wat gebeurt er nu met de kalksteen? Kijk, daar wat verderop worden al verscheiden ovens gebouwd, waarin de kalksteen gebrand wordt. Wat er met de gebrande kalk gebeurt, weten jullie toch zeker wel? Laten we verder kijken. Timmerlieden hebben zich over de boomstammen ontfermd en bewerken ze ten behoeve van de bouw. De smeden gaan met de hoop erts bezig, smelten het, halen het bruikbare ijzer eruit en bewerken het tot allerlei benodigdheden voor de bouw. Verder zien jullie hoe anderen de kiezelstenen fijnstampen en vermalen en op de jullie reeds bekende wijze tot zuiver glas verwerken.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Daar klimmen weetgierige en op sensatie beluste mensen op een berg en geloven dat ze daar de geheimen van de hemelen goed bij de kop kunnen pakken en alles wat zich daarin bevindt tot op de laatste druppel eruit kunnen halen. Daarom doen ze ook alle moeite om langs de steile wanden van de kegelvormige berg omhoog te klimmen. Hoe verder ze komen, des te minder plaats ze hebben om op te staan. Als ze de top helemaal bereikt hebben, hebben ze tenslotte helemaal geen plaats meer, worden al gauw duizelig en, omdat ze daarboven geen hemels houvast vinden, laten ze zich aan de andere kant van de berg weer vlug naar beneden glijden naar dezelfde vlakte waar ze van zijn vertrokken. Tenslotte weten ze niet, waar hun bergbeklimming toe diende en kunnen ze er ook niet omheen eerst om zichzelf te lachen en dan bij zichzelf te zeggen: nu weten we net zoveel als voorheen; al onze inspanningen waren dwaas en belachelijk. We hebben bij het omhoogklimmen geprobeerd de ander voorbij te streven; waarom? Omdat we dan allemaal weer even vlug aan de andere kant naar beneden konden glijden? Wat hebben we nu voor op degenen die geen voet op de berg hebben gezet? Niets, want ten eerste zijn we even ver als zij, en ten tweede, worden we door hen nog als dwazen uitgelachen omdat we ons zoveel moeite hebben getroost om een en hetzelfde doel te bereiken, terwijl we dat ook op een veel gemakkelijker manier hadden kunnen bereiken.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Een kind in zo'n ceremoniƫle kerk geboren en gedoopt, wordt in geestelijk opzicht reeds in zo'n schommel gelegd, en als het erin ligt, wordt de schommel ook terstond geleidelijk aan in een steeds grotere beweging gezet. Bij zo'n beweging denkt de mens dan dat hij de hemel weet wat voor grote vorderingen maakt en hoe hij vooruit komt. Alleen ziet iedereen op het eerste gezicht gemakkelijk in, hoe ver zo'n reis zal gaan! Tussen twee pijlers hangt ons luchtschip. De ene pijler betekent de zogenaamde rots van de geloofsleer, de andere pijler echter de noodzakelijkheid van staat en politiek. Deze beide zijn zo stevig mogelijk geplaatst en door dwarsbalken met elkaar verbonden. Zo gaat dan vervolgens de reis tussen deze twee pijlers door en men kan zich geen duimbreed verder bewegen dan het touw, waaraan de veelzeggende schommel hangt, lang is. Sommige schommelaars worden al gauw misselijk en bij het eerste rustpunt dat zij te baat kunnen nemen, springen ze eruit. Enkelen keren zo'n vervoermiddel voorgoed de rug toe. Alleen degenen die belang hebben bij de schommel blijven er pro forma inzitten, laten zich slechts voor de schijn heel gezapig heen en weer trekken en loven en prijzen zo'n beweging die volgens hen buitengewoon goed is voor de gezondheid. Daardoor trekken ze ook vreemden aan en zeggen tegen degenen die zo dwaas zijn weer in dit vervoermiddel te stappen: willen jullie ten volle het genot en dus de volmaakte bevrediging van zo'n tocht ervaren, dan moeten jullie je laten blinddoeken. Daar zoiets dan veel dwazen verleidt om met geblinddoekte ogen in de schommel te gaan zitten, gebeurt het dan dat deze enthousiast beginnen te roepen en zeggen: ja, nu begrijpen we pas wat voor grote geheimen achter deze eentonigheid schuilgaan, want nu is het heen en weer gaan opgehouden en vliegen we bliksemsnel door eindeloze ruimten. Dat moet toch een wonder zijn! Wie had ooit kunnen dromen, dat er achter zoiets eentonigs zoiets groots verborgen ligt?
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniƫle godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[38] De gastheer zegt: welnu, omdat jullie dat levendig uit de grond van je hart wensen zeg Ik jullie: kijk naar Mij, want precies zoals Ik eruit zie, zo ziet ook de Heer in Zijn menselijke gestalte eruit.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Nu zeg ik: welnu, deze taal bevalt me beter dan de vorige. Wees daarom gekleed en volg ons naar het `paradijs' waar verscheidene van jullie broeders reeds wachten op een gelijksoortige `verlossing'! Kijk nu, de naakten zijn plotseling met lichtgrijze linnen gewaden gekleed, en daar we deze plek nu verlaten komen zij, voor het eerst God oprecht lovend en prijzend, achter ons aan. Jullie zeggen: deze linnen gewaden zien eruit als echt stevige, van tijk gemaakte militaire jassen en de hele stoet lijkt op een armzalig militair transport.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)