Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 1 van 43

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (Door God werd echter een man gezonden, die Johannes heette 1:6) Deze man heette Johannes; hij hield aan de Jordaan boetepredikingen en doopte de mensen, die zich bekeerden, met water. In deze man woonde de geest van de profeet Elia, en dit was de hemeling, die Lucifer in het oerbegin overwon en later weer met deze Lucifer op de bekende berg vocht om het lichaam van Mozes (dus aartsengel Michaël).
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (En hij zei hen de waarheid toen hij zei: 'Ik ben Christus, de beloofde Messias, niet.' En zij vroegen hem verder: 'Wie bent u dan? Bent u Elia?' En hij zei: 'Ik ben het niet!' -En verder vroegen ze: 'Bent u een profeet?' - Hij antwoordde: 'Neen!' Joh. 1:20-21) De reden waarom ze Johannes ook vroegen of hij Elia of een andere nieuwe profeet was, vond zijn oorsprong in het feit dat er in hun profetische geschriften stond, dat Elia vóór de beloofde Messias zou komen en heel Israël op de grote komst van de Messias zou voorbereiden! Tevens zouden er in die tijd ook nog andere profeten opstaan, die eveneens als herauten voor de Messias uit zouden gaan. Dat wisten de met de Schrift bekende afgezanten uit Jeruzalem en daarom vroegen ze dat aan Johannes. Deze erkende echter dat hij dat allemaal niet was.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar Christus kwam heel arm en klein en, zo op het oog, zwak op de aarde, deed bijna dertig jaar lang geen teken voor de ogen van de machtigen, maar werkte hard, was net als Jozef een timmerman en ging daarna ook nog met het hele gewone volk om. Hoe kon Hij dan zo in de ogen van de trotse en wijze Joden de zo lang verwachte Messias zijn? 'Weg met zo'n godslasteraar, zo'n magiër, die zijn daden alleen met behulp van de overste der duivels uitvoert! Zo'n doodgewone, boven het eikenhout verruwde en grove timmermansgezel, die ergens met behulp van de satan toveren geleerd heeft, blootsvoets over de weg gaat en de vriend is van ingemeen gespuis, met hen omgaat, hoeren aanneemt en met maar al te bekende zondaars eet en drinkt en bijgevolg met zijn doen en laten de wet overtreedt; zal dat de beloofde Messias zijn?! Nee, zo'n godslasterlijk idee hopen we nooit te krijgen!'
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] (De andere dag ziet Johannes Jezus naar zich toe komen en zegt: 'Kijk, Dat is Gods lam, dat de zonden der wereld draagt!' Joh. 1:29) De daarop volgende dag doet hij tegenover hen nóg een keer een uitspraak over Mij, toen die onderzoekers zich nog te Bethabara ophielden en daar informaties inwonnen over wat deze Johannes nu eigenlijk deed, en wat zijn boodschap voornamelijk behelsde. Dat gebeurt dan bij de bekende gelegenheid als Ik uit de woestijn naar hem toe kom en van hem verlang, dat hij Mij moet dopen met het water van de rivier.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (En Johannes getuigde en zei vervolgens: 'Ik zag dat de geest van God neerdaalde uit de hemel, zo zacht als een duif die naar beneden zweeft, en deze Geest bleef boven hem' Joh. 1:32) Johannes getuigt hier, dat ook hij Mij voor het eerst in levende lijve voor zich ziet, en dat Mijn geest in hem dat aan hem heeft geopenbaard. De onderzoekers bekeken deze Man natuurlijk goed en sloegen Hem gade tijdens de kort durende handeling van de doop met het water, die Johannes Mij eerst niet wilde geven, omdat Hij ervan overtuigd was dat Ik meer bevoegd was om hem te dopen, dan hij Mij; -maar aan Mijn uitdrukkelijk verzoek, om het zo te laten gebeuren, gaf hij gehoor en doopte Mij toch, maar zag daarbij wat Ik door Mijn geest in zijn geest had geopenbaard, toen Ik hem naar Bethabara zond, namelijk: hoe Gods geest, dat wil zeggen Mijn eigen bron van alle geest, in de vorm van een licht wolkje, als een duif zwevend, uit de met licht gevulde hemel naar Mij neerdaalde en boven Mijn hoofd bleef hangen. Daarbij hoorde hij de bekende woorden:
Hoofdstuk 6: Johannes doopt de Heer met water. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Omdat in die tijd al die omstandigheden bij de groep om Johannes overbekend waren, werden ze niet opgeschreven. Behalve dat dit zo gebruikelijk was, had men daar nog een reden voor, namelijk het gebrek aan schrijfmateriaal. Daarom schreef men slechts de hoofdzaken op en gaf aan het begin van een zin door het verbindingswoord -en aan dat de losstaande zinnen bij elkaar behoorden. Deze verbindingswoorden werden dan meestal niet met letters weergegeven, maar met algemeen bekende symbolen vooraan de bij elkaar behorende zinnen.
Hoofdstuk 7: Drie verzen als voorbeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Maar Jezus keerde Zich om, zag de twee volgen zei tegen hen: Wat zoeken jullie?' Zij zeiden echter tot Hem: 'Rabbi, waar houdt Gij verblijf!' Joh. 1:38) Ook deze tekst is een vervolg op de voorgaande en is meer geschiedkundig dan geestelijk, want hiermee begint in eerste instantie de bekende en op een bepaalde manier nog geheel stoffelijke opname van de apostelen. Het vindt plaats in dezelfde omgeving waar Johannes verbleef, en wel in Bethabara, een zeer armelijk, door arme vissers bewoond gehucht, en dat is dan ook de reden waarom de beide leerlingen al zo snel naar het onderkomen vragen, en eigenlijk van Mij willen weten in welke hut Ik woon.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] 'Verkopers' en 'kopers' verpersoonlijken de lage onreine hartstochten van de mens; het ten verkoop aangeboden vee duidt op de onderste trede van de dierlijke zinnelijkheid en tevens op de daardoor opgeroepen grote domheid en blindheid van de ziel, wiens liefde gelijk is aan die van een os, die zelfs niets weet van de zinnelijke voortplantings - en geslachtelijke liefde, maar die alleen maar de grofste poliepachtige liefde beleeft aan het vreten, en wiens begrip gelijk is aan het bekende vermogen tot begrijpen, dat schapen hebben!
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Daarop gaan een aantal leerlingen van Johannes naar Mij toe en vragen Mij dat, wat Johannes hen gezegd had. Ik geef hen echter het bekende antwoord, namelijk, dat ze tegen Johannes moeten zeggen, wat ze om Mij heen zagen gebeuren, dat namelijk de blinden zien, de lammen lopen, de doven horen en dat aan de armen het evangelie van het Rijk van God gepredikt wordt! En gezegend is hij, die zich niet aan Mij ergert! -Daarmee keren de leerlingen naar Johannes terug en vertellen hem direct, wat ze hebben gezien en gehoord.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Nu begint de bekende bergrede, die in Matthéus 5, 6 en 7 heel goed weergegeven staat. - Deze prediking duurde echter ongeveer drie uren, want Ik sprak dit keer langzaam ten behoeve van de schrijvers.
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Toen keek de jongeman de burger aan en deze begon te beven en terwijl de jongeman hem voortdreef, volgde hij Petrus zonder tegenspraak naar Mij. Ik zag hem aan en de burger bekende, dat hij gelogen had en dat hij zo'n magiër nooit gezien had, maar dat hij alleen maar over zo'n magiër had horen spreken en alleen maar had willen testen of deze leerling wel gelovig genoeg was, waar hij overigens beslist geen kwade bedoeling mee gehad had.
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Mijn vriend, kijk, dit is de aloude, u welbekende gordiaanse knoop, die niemand anders dan uw bekende held uit Macedonië kon ontwarren!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Als u de dingen, net als uzelf, waarheidsgetrouw wilt zien en kennen, dan moet u dat doen vanuit deze enige ware diepste grond van uw bestaan; alle andere manieren zijn misleidend, en het hoofd van ieder mens en alle bedenksels die daar ontstaan, behoren bij de bekende gordiaanse knoop, die met bedachtzaamheid niet ontward kan worden.
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De overste zegt: 'Als die kerels nog tien jaar zo doorgaan, dan zullen er in Judéa niet veel mensen in leven blijven. Het is maar goed dat er in hun hoge raad een gematigd persoon zit, anders was er niet lang nadat U zo dapper de tempel gereinigd heeft van het gespuis, een kolossale herrie ontstaan! Maar een echt rechtschapen man, Nicodémus genaamd, is het gelukt om deze kerels, waarvan er nu al bijna net zoveel zijn als er gras is op de aarde, in toom te houden. Het was bijna om je dood te lachen, hoe buitengewoon slim hij het voor elkaar kreeg hen te doen geloven, dat deze tempelreiniging met opzet door God werd toegelaten om Zijn dienaren daardoor veel geld te verschaffen, ten nadele van de verkopers, wisselaars en duivenverkopers, die behalve hun kleine plaatshuur nooit een offer in de tempelkas deden terwijl ze toch het meeste geld van heel Jeruzalem bezaten! De meesten waren het daar mee eens, en sommigen zeiden zelfs: 'Nu, laat die op het volgende feest maar weer komen met zijn toverkracht; we kunnen hem gebruiken!' Maar degenen, die zelf in de tempel als bijverdienste ook via vertrouwde agenten wisselhandel bedreven hadden, waren het natuurlijk met deze wens helemaal niet eens. Maar desalniettemin sta ik er toch voor in, dat U wegens een eventuele tempelreiniging bij een volgend feest door het gespuis geen haar gekrenkt zal worden; want U heeft hen de laatste keer aan een aanzienlijke som gelds geholpen. Wanneer U daarom bij een zelfde gelegenheid weer eens naar Jeruzalem zoudt gaan, sluip dan maar heel in het geheim naar binnen, anders zult U de tempel van zelf al gereinigd vinden; want deze kooplui, wisselaars en veehandelaren hebben naar alle richtingen spionnen uitgestuurd, die al Uw doen en laten in de gaten moeten houden, net zoals de ons bekende ontzettend slechte tempeldienaars dat doen. Degenen, die ik onderweg gevangen liet nemen, waren voornamelijk dat slag kerels en ik geloof niet dat er ook maar twee eerlijke bij waren!
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Toen schrok de vrouw, die Ik bij het stellen van de vraag doordringend aankeek, omdat Ik wel wist, dat juist deze vrouw Mijn kleed had aangeraakt en waarom zij dat deed! Ze viel voor Mij neer, bekende Mij alles openhartig en smeekte Mij om vergiffenis; en haar vrees was zo groot, dat ze over haar hele lijf sidderde en beefde, wat wel begrijpelijk is, als je de hiervoor vermelde reden in overweging neemt.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...