Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1972 resultaten - Pagina 8 van 132

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] IK zeg: "Nou, nou, het is alweer in orde, maar houd je in het vervolg terwille van de vreemden aan deze raad, opdat zij in jullie Mijn leerlingen herkennen! -Maar nu gaan wij vissen! Daarbij zullen er ook weer kleine wonderen gebeuren, maar jullie doen dan alsof dat geen wonderen zijn! De vreemden moeten ze zelf ontdekken en beoordelen of het geheel normale of buitengewone daden zijn!"
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Tenslotte klom ook Ik in een boot en de moedige Sarah in een andere. Wij spanden een vrij groot net en lieten het in het water zakken. Toen wij niet ver van de oever een kleine trek deden, was het net reeds gevuld met vijfhonderd zalmen en meervallen, zodat de beide jongemannen Sarah snel moesten helpen, anders had ze het net niet kunnen houden. De vissen werden meteen aan land en daar in de vele vaten gedaan, waarvan er hier voldoende bij de hand waren.
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Maar IK zei tegen hem: "Houd wat je gevangen hebt, want de kleine vissen zijn vaak heel lekker en zij zijn Mij liever dan de grote, die vaak taai en slecht te verteren vlees hebben. Vestig je aandacht eens op dit symbolische verschijnsel!
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Als je als mensenvisser er op uit zult trekken, treur dan niet als er kleine visjes in het net van het evangelie terecht komen, want waarlijk, die zijn Mij liever dan de grote! Want alles, wat voor de wereld groot en waardevol is, is voor Mij in een bepaald opzicht een gruwel! -Maar laten we nu met vissen ophouden en weer naar huis gaan! Voor vandaag en morgen zijn wij verzorgd, op de na-sabbat zien we, als dat nodig mocht zijn, dan wel weer verder."
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen wij na het vissen om ongeveer één uur 's middags naar huis kwamen, wachtte er weer een goed middagmaal op ons, dat Borus ditmaal had laten klaarmaken. Daarom was hij niet met ons meegegaan om te vissen. Hij had er bijzonder veel plezier in om voor een groot gezelschap een gastmaaltijd te verzorgen, en hij kookte erg graag met zijn koks en kokkinnen in de open lucht. Daarbij was hij ook net als Kisjonah rijk genoeg om dagelijks op zijn minst zes tot zevenduizend mensen te voeden en de beste wijn te laten drinken. Want ten eerste was hij de zoon van een buitengewoon rijke Griek uit Athene, die ook in Azië grote eigendommen en een aantal kleine eilanden bezat, in de tweede plaats was hij de enige erfgenaam van die grote en uitgestrekte bezittingen, en in de derde plaats was hij veruit de bekwaamste arts uit het gehele Joodse land, en verdiende, vooral bij de groten en rijken, met zijn kunde grote sommen goud en zilver. Daarentegen liet hij de arme zieken geheel voor niets alle mogelijke verzorging geven, en daarom werd hij door hen als de grootste weldoener van het land geprezen.
Hoofdstuk 44: Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Buiten ons, ingewijden, weet dus geen mens in geheel Israël er iets van, en deze Galileeërs, die hier slapen en ons zachte gefluister moeilijk zouden kunnen verstaan ook als ze niet sliepen, zouden ook niets doen als ze het wel zouden weten, omdat ze allemaal weinig geloven, en meer Grieken dan Joden zijn. Voor het praktische leven gaan ze allang van de stelregel uit, dat een godsdienst nodig is om het gewone volk er onder te houden. De kleine ontwikkelde bovenlaag kan hen dan gemakkelijker uitbuiten, en het is volkomen onbelangrijk welk geheim aan een godsdienst ten grondslag ligt.
Hoofdstuk 52: De verdwenen vuurzuil boven de ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] ((*) "Hulsglobe" (Hülsenglobe) is de naam voor de groepering van tientallen millioenen maal tientallen millioenen zonnen, die zich als centrale zonnen van de eerste, tweede, derde en vierde klasse tesamen met de talloos vele planetaire zonnen, zoals die van onze aarde er een is, allen in grote uitgestrekte banen om één gemeenschappelijk, onmetelijk groot middelpunt bewegen, dat bestaat uit een bijna eindeloos grote hoofdmiddenzon. -Ontelbaar veel van zulke hulsglobes, die in voor mensen ondenkbare grote afstanden van elkaar verwijderd zijn en de eeuwige oneindige ruimte vullen, heten als geheel "De grote wereldmens". -Deze aantekening is bedoeld om de ochtendlijke mededeling van de twee engelen aan Jezus, de Heer van de oneindigheid, beter te verstaan. Jacob Lorber.) Ieder zocht nu zijn rustplaats op en sliep tot diep in de ochtend. Ik rustte ook en sliep een paar uur. De beide engelen waren 's nachts echter bezig met het besturen van de werelden en bij zonsopgang waren zij al weer bij ons, kwamen naar Mij toe, dankten en zeiden: "Heer, tot in alle uithoeken van de grote wereldmens is alles in orde. De hoofdmiddenzonnen staan onwrikbaar op hun plaatsen en hun omwentelingen zijn regelmatig, de banen van de secundaire middenzonnen wijken niet af, de banen van de derde klasse middenzonnen om de tweede zijn ook helemaal in orde, zo ook de middenzonnen van de vierde klasse met hun ongeveer tienmaal honderdduizend planetaire zonnen, - zoals U, o Heer, vanaf het oerbegin dat bepaald heeft! Omdat de talloos vele planetaire zonnen met hun kleine meestal donkere planeten en manen toch afhankelijk zijn van het stelsel der grote leidzonnen, is in deze onder ons toezicht geplaatste hulsglobe alles in volmaakte orde, en wij mogen daarom hier weer een schitterende dag doorbrengen bij U, heilige Vader, en bij Uw ons zo dierbare kinderen!"
Hoofdstuk 57: Een hulsglobe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De BEIDEN zeggen zeer liefdevol: "Beste vriend en broeder in de Heer, wens niet datgene te weten wat je nu onmogelijk kunt begrijpen, en waar het heil van je zielook helemaal niet van afhangt. Dat, wat wij met de Heer besproken hebben zou je doden, als je het in die mate zou begrijpen en inzien als wij het verstaan en altijd moeten inzien. Want al de sterren die jij tijdens een mooie nacht ziet en nog vele andere, die jouw oog vanwege hun te grote afstand van hier uit niet kan zien, zijn louter zonnewerelden met een voor jouw verstand onmeetbare grootte. De ene zon, die jij ziet, is een van de kleinste planetaire zonnen; maar toch is ze al meer dan duizendmaal duizend keer groter dan deze aarde. Stel je je dan eens een vierde klasse middenzon voor, waaromheen minstens tienmaal honderdduizend van zulke planetaire zonnen in grote kringen samen met hun planeten of lichtloze kleine aarden, zoals de door jullie bewoonde er een is, hun banen trekken! De omtrek van zo'n middenzon alleen, is al zo groot als duizendmaal de som van alle omtrekken van de planetaire zonnen en hun bijbehorende aarden en manen. - Zeg eens, vriend, kun je je wel een voorstelling van die grootte maken?"
Hoofdstuk 57: Een hulsglobe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Ben Ik ooit hard of onrechtvaardig tegen iemand? Of ben Ik onrechtvaardig als Ik je voor het valse nagemaakte goud het echte zuivere aanbied? Of moet Ik jullie dan in het oude slechte en ook nutteloze bijgeloof laten? Zou Ik als Heer er niet meer recht op hebben gehad om de slechte weerspannige Farizeeën te gronde te richten dan jij?! Maar heb Ik ze geoordeeld? Ja, ze zouden zelfs aan hun eigen innerlijke rechter overgeleverd zijn geweest, als Ik ze niet op wonderbaarlijke wijze had gered!
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Vriend, dat gebeurde, gebeurt nog en zal in de toekomst nog heel vaak gebeuren, en toch zullen de mensen niet ophouden met het bouwen van tempels! Die te Jeruzalem zal verwoest worden, en van de afgodentempels zal niets teruggevonden worden. Maar in plaats van dit geringe aantal zullen er vele duizenden komen, en zolang er op aarde mensen zullen wonen, zullen zij ook tempels bouwen, grote en kleine, en zij zullen daarin hun heil zoeken. Maar slechts weinigen zullen voor God een levende tempel in het hart bouwen, de enige plaats waar Hij waardig beleden, vereerd en aanbeden kan worden en ook moet worden, omdat dat alleen de voorwaarde is voor het eeuwige leven van de ziel!
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Toen viel CHIWAR voor Mij op zijn knieën en bad Mij vurig daarom. Ik legde Mijn rechter hand op zijn hart en Mijn linker hand op zijn hoofd en op dat moment werd het licht in hem. En hij zei: "Heer, in mij is nu geen duisternis meer, alles in mij is licht en het lijkt mij toe alsof mijn gehele lichaam nu uit een op diamant gelijkende doorzichtige materie bestaat, waar het daglicht ongehinderd doorheen dringt. O Heer Iaat mij voor altijd deze zegen behouden, ik zal hem zeker weten te beschermen en altijd weten hoe ik hem dankbaar in ere moet houden!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[27] KORAH zegt: " Ja, dat zal ik van nu af aan doen zoveel als mij maar mogelijk is. Maar jullie zullen het toch niet vervelend vinden als ik op z'n minst voor een jaar mijn standplaats hierheen naar Nazareth verplaats? Want hier bij jullie kan ik echt iets leren, terwijl er in Kapérnaum -en zeker ook in Chorazin, net als in de andere kleine steden aan de Galilese zee -alleen maar ellendige hielenlikkers te vinden zijn!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Als jullie Gods zegen in je huis wilt brengen en het als een goed verzorgd veld voor de rijke oogst klaar wilt leggen, verzorg in jullie huizen dan arme kinderen, dan zullen jullie zo onder alle zegen bedolven worden, zoals de laagten, die door een sterk gezwollen stroom overspoeld worden, bedekt worden met zand en rolstenen. Maar als jullie arme, hongerige, kleine kinderen wegjagen en ze bovendien nog kwaad bejegenen alsof ze je al haast onherstelbare schade berokkend zouden hebben, dan zal de zegen zo uit jullie huizen verdwijnen, als de stervende dag verdwijnt voor de haar achtervolgende nacht. Wee dan die huizen, die door zo'n nacht ingehaald worden! Waarlijk daar zal de dag nooit meer terugkomen! En nu, beste vrouw, ga nu naar huis en doe wat je je hebt voorgenomen en gedenk vooral de arme weduwen en wezen!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[28] ALLEN zeggen: "Daar zul je heel goed aan doen, en ons allen zal het veel genoegen doen om jou als onze overste te kunnen dienen! Want hier wordt geen bedrog meer gepleegd, geen tempelmest verkocht en niet meer op ossen, koeien, kalveren en schapen in het bedehuis afgedongen, maar ons kleine bedehuis is nog dat wat het moet zijn, en in de synagoge zijn geen wisselaars!
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[29] In ons kleine bedehuis brandt weliswaar geen vlam boven de een of andere ark, maar deze brandt daarvoor des te meer en waarachtiger levend in onze harten, en dat is God welgevalliger dan alle tempeldienst in Jeruzalem, waarachter geen glimp van waarheid meer gloeit. Aan de tempel wordt vervuld wat God door de mond van de profeet Jesaja gesproken heeft, toen hij zei: 'Zie, dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij!' Het bedrog van Jeruzalem is toch duidelijk zichtbaar! Versieren de priesters niet ieder jaar de vaak onechte graven van de profeten, terwijl deze door hun vaderen zijn gestenigd? En handelen de nu levenden soms anders? 0 nee, zij treden precies in de voetsporen van hun voorvaderen! Zacharias hebben zij tussen het offeraltaar en het allerheiligste gedood, en Herodes heeft Johannes het hoofd van het lichaam laten slaan! Zeg eens, wat voor dienaren van God zijn dat wel? Wij zeggen het je op de man af: Het zijn dienaren van de satan, maar in der eeuwigheid geen dienaren van God! Gelukkig hebben wij hen in onze macht, en dat weten ze goed, daarom laten ze ons mooi met rust!
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...