Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

384 resultaten - Pagina 8 van 26

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26
[17] De woorden van de profeet zijn hier op zichzelf zo helder en duidelijk dat zij geen verdere uitleg nodig hebben; Ik kan jullie alleen maar op de grote en duidelijk zeer slechte gevolgen wijzen, hoewel die ook gemakkelijk vanzelf te vinden zijn. Als in een land bij zo'n verwarring eenmaal alle levensverhoudingen in de grootste wanorde raken en door de nood alle mensen van een gemeenschap erg ontevreden worden, dan volgt ook de ene niets ontziende opstand na de andere. Het volk ontwaakt en staat op en jaagt vorsten en zelfzuchtige hoofdlieden op de vlucht of wurgt ze zelfs. En dat bedoelt men als men zegt: 'Het ene volk trekt op tegen het andere.'
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Dat jullie zo handelen en niet anders, weet niet alleen Ik, maar dat weet nu al ieder mens en men weent en klaagt over jullie nietsontziende hardheid. Op de schouders van de arme mensen leggen jullie ondraaglijke lasten, maar zelf raken jullie die met geen vinger aan!
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] En zie, deze en meer ongelukken vielen mij louter door natuurverschijnselen ten deel, en daarom heb ik altijd wat angst wanneer ik weer zo'n bijzonder verschijnsel meemaak. Ik heb bij al mijn ongelukken mijn aardse leven weliswaar niet verloren, wat veel mensen bij soortgelijke gelegenheden buiten hun schuld wel is overkomen, maar ik ben toch altijd bang wanneer door Gods toelating dergelijke verschijnselen op aarde optreden, waarmee onze menselijke krachten zich nooit kunnen meten. En dat is vooral het geval, nu daar in het oosten die twaalf enorme vuur en lichtzuilen alles op de aardbol dreigen te vernietigen. Ik geloof in God en vertrouw er vast op dat Hij ons voor alle grote tegenspoed zal beschermen, maar op de plaats waar die dreigend uitziende zuilen het oppervlak van de aarde raken, zou ik mij echt niet willen bevinden, want daar woedt vast en zeker een verschrikkelijke vuurstorm.'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zolang de zaadkorrel in de aarde niet sterft en uiteenvalt en zich zo ontbindt dat zijn vroegere vaste delen in de overeenkomstige vormen van de geest beginnen over te gaan, zolang ook blijft de geest werkeloos en verborgen. Maar wanneer het vlees van de zaadkorrel in de aarde zacht begint te worden en begint op te lossen, en in zijn steeds etherischer wordende deeltjes meer gaat lijken op de in de kiem wonende geest, dan begint de geest de aan hem gelijke delen te ordenen en doordringt die steeds meer, en dan treedt er -zoals je dat bij iedere ontkiemende en opgroeiende plant goed kunt zien -een totaal nieuwe bestaanstoestand in. En wat je in het klein bij een plant ziet, gebeurt ook in het groot en allesomvattend bij de mens, wanneer hij alle neigingen en begeerten in zijn ziel en ook in zijn lichaam die op de buitenwereld gericht zijn, door zijn ernstige wil in zich vernietigt en oplost, en deze in alles steeds meer gelijk begint te maken aan de innerlijke geest.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] En nu hebben wij, het volk, voor God en voor jullie het volste recht jullie openlijk in je gezicht te zeggen dat niet wij, maar alleen jullie de aanstichters van alle zonden waren die in de loop van de tijd door jullie goddeloze wetten bij ons gebruikelijk werden; want jullie zetten ons immers gewoonweg tot zonde aan, zodat we dan voor onze begane zonden meer moesten offeren om ze door jullie corrupte brandoffers en door jullie volkomen waardeloze machtsspreuken kwijt te raken. Daarom zijn alleen jullie de schuld van alles, zoals dat uit het tweede verschrikkelijke teken ook heel duidelijk af te leiden was. Nu, omdat jullie je voor God en voor het volk zo machtig wanen, regel het dan voor ons bij God en zeg wat God met jullie en met ons zal doen!'
Hoofdstuk 79: Het volk onthult de gruweldaden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De mens kan zich op de wereld weliswaar helemaal van de wereld terugtrekken, zoals de kluizenaars van de KarmeI en Sion, die geen vrouw aankijken en wier schamele voeding bestaat uit wortels en allerlei bessen, wilde honing en johannesbrood. Ook castreren zij zich zelfs terwille van het rijk Gods, omdat zij dan niet in verzoeking kunnen raken, een gebod van Mozes te overtreden. Daarom hebben ze geen bezit, geen ouders, geen vrouwen en kinderen, zelfs geen mannelijkheid. Ze bewonen wilde bergravijnen om niet geprikkeld te worden door de schoonheid van weelderige aardse velden; ze spreken niet met elkaar, om te voorkomen dat iemand iets zegt wat hem of zijn buren zou kunnen ergeren.
Hoofdstuk 156: Over het klooster - en kluizenaarsleven. Het doel van verleidingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nu zeiden allen weer: 'Heer en Meester! Alles, alles is sinds eeuwigheid alleen Uw werk en Uw verdienste! Wij mensen zijn immers in alle opzichten niets vergeleken bij U! Alleen Uw liefde en genade heeft ons het bestaan gegeven en U wilt ons zelfs nog verheffen tot kinderen die aan U gelijk zijn; daarom zijn wij in alles Uw werk, en onze voortreffelijkheid is alleen Uw verdienste! O Heer en Meester, verlaat ons toch nooit; want zonder U zijn wij in het geheel niets! Wat zouden wij uit onszelf weten van al de geestelijke dingen, van U en van Uw almachtige wil? En zoals wij alles alleen aan U te danken hebben, zal ook ons verre nageslacht alles aan U te danken hebben, als zij nog ons inzicht en ons zuivere geloof zullen bezitten. Maar U, o Heer en Meester, zult er wel voor zorgen dat ze niet te ver verwijderd zullen raken van het licht, dat voor ons nu zo helder schijnt!'
Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Mogen jullie ook dit als een goede raad, door Mij aan jullie gegeven, onthouden en ook goed in acht nemen; want daardoor zullen jullie ware, grote, machtige en zeer dankbare vrienden in de grote wereld aan gene zijde verwerven, die jullie noch aan deze noch aan gene zijde ooit zullen verlaten als jullie in nood zouden raken! Zulke vrienden zullen dan jullie ware beschermgeesten zijn en zich altijd om het welzijn van hun weldoeners bekommeren.
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] In latere tijden zal het echter helaas gebeuren dat schuldbelijdenissen ten overstaan van valse profeten in Mijn naam nog meer in zwang zullen raken dan ze ooit onder de Farizeeën en aartsjoden zijn geweest, en dat zal leiden tot de val en het gericht van de valse profeten die in Mijn naam werken. Want evenals de heidenen zullen dezen de mensen zeggen dat God alleen aan hen het recht verleend heeft om alle zondaren de zonden te vergeven of ook toe te rekenen; zo zullen zij hun blinde gunstelingen tegen grote offers voor alle hemelen zalig en heilig verklaren.
Hoofdstuk 43: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, nu begrijp ik het inderdaad heel anders en beter dan voorheen, en ik ben U ook van ganser harte dankbaar voor het licht dat U ons allemaal ook in dit opzicht hebt gegeven; want ik beschouw het als iets heel belangrijks voor de mens, dat hij weet en tenslotte ook werkelijk voelt hoe het zit met de dood van het lichaam en zodoende zijn oude angsten, pijnen en kwellingen kwijt kan raken. Want alleen wanneer de mens al deze dingen zeker en werkelijk weet, kan hij zich pas vanuit God verheven voelen tot de echte waardigheid van een mens, waardoor het dierlijke aan hem weer vervalt tot het stof der nietigheid.
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Als de aard van een mens volkomen goed is en hij in zijn ziel vervuld is van de goddelijke geest, zal zijn uitwendige levensatmosfeer ook steeds sterker tot op grote afstanden gaan reiken. Wanneer dan zelfs de meest verscheurende dieren zo'n mens naderen, raken ze doordrongen van zijn uitwendige levensatmosfeer en worden ze zachtaardiger; ze zullen hem heel vriendelijk naderen en hem geen kwaad doen, en hij zal hun zelfs met zijn wil kunnen gebieden, waarop zij hem zullen gehoorzamen.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] De schriftgeleerde zei: 'Welnu, dat was buitengewoon helder door U gesproken, en de waarheid van wat U gezegd hebt is overduidelijk! Als Mozes en de profeten ook zo duidelijk tot het volk hadden gesproken als U, o Heer en Meester, nu tot ons gesproken hebt, dan was het hele jodendom er heel anders aan toe dan nu in deze slechte tijd! Wanneer Uw leer onder het volk bekend zal raken, zal die zeker voor altijd heel andere vruchten dragen; want van ons zal deze leer werkelijk even weinig veranderd op de andere mensen overgaan als de sterren aan de hemel onveranderlijk op en onder gaan. Wij vragen U alleen, o Heer en Meester, om ons met Uw genade en hulp nooit meer te verlaten, evenals ook diegenen niet die na ons Uw volkeren zullen leiden en sturen!'
Hoofdstuk 43: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] En wat de koninklijke man tegen de ingebeelde wegendeskundige zei, zeg Ik ook tegen jullie, schriftgeleerden en theologen. Ook jullie leiden in je eerzuchtige eigendunk de mensen naar de trieste ondergang van het innerlijke leven in plaats van naar de opgang ervan; en als iemand dat tegen jullie zegt raken jullie vervuld van ergernis en boosheid, omdat jullie in je hoofd wel de dode letters van de Schrift met je meedragen, maar de levend makende geest, die daarin aanwezig is, nog nooit ontdekt hebben; want jullie hart was steeds vervuld van hoogmoed en een wereldse instelling en de geest, die alleen in de ware deemoed van het hart woont, heeft daar nog nooit kunnen ontwaken tot het heldere leven vollicht.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'Dat zou inderdaad heel gunstig voor hen zijn; maar ze zouden niet in staat zijn om het onderricht van zo'n leraar op te nemen, omdat hun hart en hun ziel al met teveel wereldse dingen volgepropt zitten. Deze jongeren hebben echter een zeer kuise geest en zijn zedelijk onbedorven; iedere zonde is hun nog vreemd en ze hebben veel nood en ellende doorgemaakt en moesten gewend raken aan allerlei ontberingen, waardoor ze ook vrij zijn geworden van alle begeertes, waar kinderen van rijke ouders aan onderhevig zijn. Hun zielen zijn zodoende zuiver als van engelen; daardoor kan de goddelijke geest in hen zich ongehinderd ontvouwen. En zie! Dat is dan ook de reden dat ze reeds als kinderen door een zeer hoge engel onderwezen kunnen worden; want alleen zulke zeer zuivere en geheel en al onbedorven zielen kunnen direct door de engelen van de hemel onderwezen worden. Maar bij kinderen als die van jullie is dat in het gunstigste geval slechts indirect mogelijk.
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Het gaat om de volgende twee punten; Het eerste is: waarom moet het lichaam van de mens slechts langzaam ontbinden en vergaan? Het zou toch in Uw macht liggen om het in één ogenblik op te lossen en in iets anders te veranderen; want dit langzame ontbinden en vergaan van een dood lichaam maakt op ieder mens een onaangename indruk, en de ontbinding van veel lijken verpest de lucht en heeft een schadelijke invloed op de gezondheid van de levende mensen, Als nu een lichaam, zodra het volkomen dood is, bijvoorbeeld zou vergaan gelijk een sneeuwvlok in de zon, dan zou het er ten eerste voor de mens waardiger uitzien, en ten tweede zouden de mensen niets te duchten hebben van de walgelijke uitwaseming gedurende de langdurige ontbinding van het lijk en zouden ze zich ook de vaak aanzienlijke onkosten van de begrafenis en de droevige moeite kunnen besparen. -Dat is dus het eerste punt waarover ik van U graag een nadere toelichting zou willen hebben,
Hoofdstuk 83: Waarom lijken langzaam ontbinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26