Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11480 resultaten - Pagina 8 van 766

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[15] Wanneer de mens dan zijn kleine wilsvrijheid met de eindeloos grote goddelijke verenigt, zeg Me, of je dan kunt denken dat het mogelijk is dat hij enkel een stomme toeschouwer is van de puur goddelijke wil, of dat de mens, wiens wil op die manier zo groot en vrij is geworden, niet in staat zou zijn om met zo'n goddelijke wilsvrijheid het een en ander tot stand te brengen!"
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En Roclus kon het niet laten om de vermeende jongeling, weliswaar heel vriendelijk maar toch zeer verbaasd, te vragen hoe het hem toch mogelijk was om acht van zulke grote vissen zo haastig en snel te verorberen, en of hij nu nog meer kon eten.
Hoofdstuk 80: Raphaël eet veel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Na deze woorden van Roclus begeven allen zich naar de voor hen bestemde tafel, maken driemaal een buiging voor het voorname gezelschap en Raphaël wijst ieder meteen zijn plaats en gaat tenslotte als veertiende bij hen aan de nieuwe tafel zitten. Roclus ziet precies het gerecht voor zich waar hij altijd het allermeest van hield; het was een gebraden lam met een bijgerecht dat uit allerbeste en volledig rijpe pomeransen bestond. Hij kon er maar niet over uit hoe het mogelijk was dat men in de keuken zijn smaak zo precies had kunnen raden. Maar al gauw bedacht hij in wat voor gezelschap hij zich bevond en dat verklaarde hem alles. Evenals hij kreeg ieder van de dertien gasten precies datgene, wat hij met recht zijn lievelingsgerecht noemde; alleen Raphaël had een grote schaal voor zich met acht grote heerlijk klaargemaakte vissen, waar hij, zoals bekend, goed raad mee wist, wat de dertien erg opviel.
Hoofdstuk 80: Raphaël eet veel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar dat je het voor mogelijk hield, dat ik me vanwege mijn te grote vraatzucht tenslotte zelfs ook aan jullie zou willen vergrijpen, zoals een hyena of een wolf, dat is wel een beetje onnozel van je! Ik vind dat jullie vanwege mijn geestelijke ontwikkeling en mijn voor jullie duidelijk zichtbare wijsheid wel beter hadden moeten weten! Ik kan niet alleen maar een steen eten zoals jullie dat nu hebben kunnen zien; die manoeuvre zou ik ook met hele bergen en planeten kunnen uitvoeren, waarvoor ik voldoende macht zou bezitten! Alleen, wanneer ik niet wijs zou zijn en de macht zou hebben die me nu eigen is, zou ik handelen volgens een blinde gedrevenheid, en dan zouden jullie in mijn buurt inderdaad je bestaan en je leven niet zeker zijn! Maar de oereeuwige wijsheid van God, van waaruit eigenlijk mijn hele wezen is gevormd, gebiedt mij bovenal om alle door de kracht en almacht van God geschapen dingen in stand te houden, daar mag eeuwig geen atoom van verloren gaan en kan ook niet verloren gaan, omdat Gods wil en Zijn alziend licht-oog altijd de eeuwige en oneindige ruimte van het grootste tot het kleinste geheel doordringt en er in werkzaam is; en daarom is jouw vrees voor mijn door jullie veronderstelde vraatzucht volledig ongegrond! -Roclus, heb je deze woorden enigszins begrepen?"
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK zeg: 'De wijze Salomo zei ooit: ' Alles heeft zijn tijd!', en zo heb ook Ik Mijn goede en zeer nauwkeurig ingedeelde tijd, en Ik zal daarom dit keer niet aanjouw verlangen kunnen voldoen; want kijk, in het grote land van de joden zijn veel steden, plaatsen en dorpen, die allemaal door mensen bewoond worden! De meesten weten nog niets van Mij, zijn ook Mijn kinderen en wachten vaak al op de komst van de Vader uit de hemelen, en zullen ook zeer verheugd zijn als Hij door hen, zoals ook nu door jullie, gezien wordt. Maar, Mijn innige vriend, het is zeker niet zo, dat er helemaal niet aan je verlangen tegemoet gekomen wordt! Omdat jullie Mij zozeer liefhebben, wil Ik nog deze hele nacht en van de dag van morgen nog drie uur bij jullie blijven, omdat het ook Mij een gelukkig gevoel geeft om bij jullie te zijn; maar langer dan drie uur is in geen geval mogelijk, want zoals gezegd: Op deze wereld heeft alles zijn tijd en zijn orde!'
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik heb bijna de halve aarde afgereisd om de waarheid en een mogelijk ware God te vinden; maar al mijn grote offers waren tevergeefs! Ik gaf al het zoeken verder op en wierp me in de armen van de wereldse wijsheid en vond daar met mijn heroïsche geest al spoedig voldoening in, en vond ook zoveel innerlijk, zeer waardevol licht door de geschriften van Socrates, Plato en Aristoteles, dat ik daardoor begon te ontdekken dat een mens pas door innerlijke liefde en wijsheid een transcendentaal leven kan opbouwen, dat dan niet meer zo gemakkelijk vernietigd kan worden als het leven van het door en door vergankelijke vlees.
Hoofdstuk 103: Roclus windt zich op over Stahars geestelijke blindheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Dat mensen echter meestal om tijdelijke, aardse redenen vaak alles wat zij als goed,juist en waar erkend hebben toch met voeten treden en in hun handelen juist het omgekeerde blijken te doen, kunnen wij nu al dag in dag uit maar al te duidelijk aan honderden mensen zien, en daaruit blijkt dan weer dat de vrijheid van de menselijke wil door niets bedreigd of beperkt kan worden. En zo is het ook goed mogelijk dat de mensen in de loop der tijden grote dingen kunnen uitvinden, en op die manier ook zo kunnen gaan inwerken op de natuur van de aarde dat het uiteindelijk gewoon niet anders kan dan dat deze lek wordt. De gevolgen daarvan zullen natuurlijk niet aangenaam zijn en lijken op een zekere straf voor de verkeerd gebruikte wil, maar ze zijn op geen enkele manier door Mij gewild, maar door de wil van de mensen veroorzaakt.
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zo zou het ook in de algemene, grote scheppingsorde slechte gevolgen hebben, als Ik toeliet dat mensen van andere werelden Mijn allereigenste hartskinderen zouden worden. Een enkele keer is er wel zo'n toelating mogelijk; maar daar zijn grote louteringen voor nodig en vergaande voorzieningen en voorbereidingen! Het eerst krijgen ofwel de zielen van deze zon deze genade, of de aartsengelen die de plicht hebben om hele hulsglobes te beheersen en te leiden en in stand te houden volgens de beste orde die in een gericht heerst. En hoe geweldig groot ze ook in alles zijn, ze moeten er genoegen mee nemen om hier evenals Ik klein te zijn en ze moeten zich iedere deemoediging laten welgevallen.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zeg: 'Maar waarom noem je dat dan zo'n grote verlegenheid, terwijl je toch onmiskenbaar Mijn toezegging hebt gekregen dat Ik je indien mogelijk zal helpen?! Want wat Ik iemand beloof, daar houd Ik me aan, dat is nog zekerder dan dat de zon dagelijks op moet gaan en steeds één helft van de aarde verlicht, of de oppervlakte van de aarde nu helder of door wolken en nevels bedekt is! -Wanneer zouden die honderdzeven kinderen dan weer levend naar het huis van hun ouders terugkeren?"
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als je nu je vroegere dodenopwekkingen bekijkt, dan waren die ondanks jouw goede wil een grote, maar zeer goed verhulde leugen, omdat hierbij geen spoor van een ware dodenopwekking te bekennen was; en zo is er nog veel wat jullie in je instituut allemaal gedaan hebben.jullie hebben van de Egyptenaren en de Arabieren geleerd om te berekenen wanneer er een zons en maansverduistering kan optreden; maar dat bleef voor het volk een geheim. Tegen het volk zeiden jullie echter: 'Omdat jullie, volk, onze stem niet willen horen, zal de overste - die jij nu bent! - de goden opdragen om op die en die dag de zon of de maan te verduisteren! ' Het volk werd daarop meteen door grote angst bevangen, bad en offerde onzinnig en dan gaven jullie het tenslotte enkel de troost, dat de dreiging weliswaar in ieder geval plaats zou vinden, maar dat men zou proberen om de schade zo veel mogelijk te beperken. - Zie je, dat was toch wel een overduidelijke leugen, verhuld in het eerbiedwaardige kleed van de volle waarheid!"
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] CYRENIUS zegt: "Goed, dat is voldoende! Maar hoe verklaar jij me dan het instorten van de muren van de oude, grote stad Jericho? De verbondsark werd om de muren van de stad heen gedragen onder machtig geschal van de bazuinen, zoals dit al bij de oude Egyptenaren in de tempels gebruikelijk was, en ik geloof dat de muren, toen men voor de derde keer om de stad heen trok, als een kaartenhuis in elkaar stortten. Hoe was dat dan mogelijk? Zelfs het schallen van een miljoen bazuinen had dat toch nooit tot stand kunnen brengen! Verklaar mij ook dit dan op jouw natuurlijke wijzer'
Hoofdstuk 152: Nog meer verklaringen van wonderen in het oude testament - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar zodra de ziel voldoende ontwikkeld is in het lichaam, dat wil zeggen zowel wat vorm betreft alsook naar het vrije inzicht, liefhebben, willen en handelen, hoe dat er ook uitziet, dan zijn er twee gevallen mogelijk: óf de ziel is ook helemaal rijp voor haar goddelijke geest, dat wil zeggen, dat ze reeds helemaal geestelijk is; óf de ziel is op zichzelf wel reeds als een geestelijk wezen ontwikkeld en zogezegd consistent, maar het innerlijke, geestelijke element is nog zeer twijfelachtig, en vertoont ten gevolge van haar grote en noodzakelijk geheel vrije zelfbeschikking veel meer neiging om weer geheel in de materie over te gaan, dan om vrij uit te vliegen naar haar geestelijk element; in beide gevallen wordt ze van haar lichaam ontdaan.
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En bovendien -let wel -is immers deze aarde door God speciaal uitverkoren en voorbestemd om juist hier -omdat het alleen hier mogelijk is het kindschap van God te bereiken -onder de hier voorkomende zeer verschillende mensensoorten en -karakters zo'n grote verscheidenheid te laten bestaan, zoals die in de hele oneindigheid nergens, op geen enkele van de talloos vele hemellichamen, in zo'n hoge graad is aan te treffen als juist op deze aarde.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] JOHANNES zegt: 'Ja, mijn beste vrienden, dat is natuurlijk geheel afhankelijk van het standpunt van waaruit men eigenlijk het leven, en dan met name het leven van de geest, beschouwt, en of men daarbij de juiste kennis van zichzelf heeft en daardoor een juiste en ware kennis van God en Zijn talloos vele wonderwerken en scheppingen, die reeds op het eindeloze gebied van de materie zulke dingen voor jullie bevatten, dat er aan jullie hoogst verwonderde beschouwing daarvan in een aeon van jaren nooit een einde zou komen, laat staan van de puur geestelijke scheppingen, waarvan men kan zeggen: Tot nog toe is het nog niemand in de zin gekomen om ook maar te vermoeden en enigszins aan te voelen, wat voor zaligheden God heeft bestemd voor degenen die Hem waarachtig kennen en Hem dan ook boven alles liefhebben en uit liefde voor Hem ook waar dat mogelijk is, met raad en daad hun medemensen. Hoe kan er ooit sprake zijn van verveling, zodra de zo volmaakt mogelijke geest begint in te zien, dat hij nog maar aan het begin staat van de onthulling van de talloze wonderen van de eeuwige macht en wijsheid en de hoogste liefde van God de Heer en Vader van eeuwigheid? 0, welke gedachten maken zich toch van jullie meester door jullie grote beperktheid in ieder dieper inzicht in het leven!
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Ja, soms gebeurt zelfs met bewoners van deze aarde hetzelfde, als ze zich door de vreemden ertoe laten verleiden om ook zoveel mogelijk kwaad aan te richten. Zulke zielen, waarvan er helaas niet weinige zijn, zijn dan wat men 'duivels' noemt; maar hun geesten van gene zijde zijn dan net zo lang hun pijnigende leiders tot ze zich geheel verbeteren. En zie, juist daarom is er op deze aarde die grote verscheidenheid, en daarom zijn er zulke merkwaardige toestanden onder de mensen op deze aarde. Ik denk nu dat jullie, die duidelijk scherper kunnen denken dan andere gewone doorsnee mensen van deze aarde, volledige duidelijkheid hebben verkregen over jullie vragen! Of is er nu nog iets wat jullie willen weten?"
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...