Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 8 van 42

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Uit Uw verklaring van daarstraks is mij nu wel tamelijk duidelijk wat de Orcus, de Tartarus en de hel is en waaruit deze bestaan; maar met satan en zijn handlangers, de zogenaamde duivels, weet ik nog niets aan te vangen! Omdat U, o Heer en Meester, ons dit ene zo duidelijk hebt uitgelegd, overeenkomstig de volste en redelijke waarheid, vraag ik U ons ook dit nog uit te leggen, als het Uw heilige wil is!'
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En daarom heb Ik deze kinderen ook aan jullie voorgesteld en jullie in een goedgeordend overeenkomstig beeld de wil getoond van Hem, die in Mij woont en voor eeuwig de Heer is over al het geschapene in de hele oneindigheid. En omdat Ik dit nu tot jullie heb gesproken en wij volop tijd en gelegenheid hebben, krijgen jullie nu nog een keer het woord om te laten horen wat jullie eventueel nog willen weten. -Petrus, heb jij nog iets?"
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zeg: "Er is geen plek op aarde waar het zonlicht niet komt, en zo is er ook niemand die niet op zijn minst een vermoeden heeft van een almachtig goddelijk wezen. Laat hij vragen, verlangen en hopen overeenkomstig zijn geloof, dan zal hij ook hulp vinden! Alleen zijn er nu zo veel mensen, die helemaal geen geloof hebben. Deze helpen zichzelf en maken op kosten van de anderen hun levenslast zo licht mogelijk; die hebben dan werkelijk geen hulp van ons nodig. Wie van satan zijn wil, moet het maar zijn, want iemand die dat zelf wil, geschiedt geen onrecht! En verder hoef je je maar datgene in herinnering te roepen, wat Ik over de verschillende levensomstandigheden van alle mensen op de hele aarde en voor alle tijden gezegd heb, dan zul je daarin alles helder belicht vinden!
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar toch moet ik hierbij wel opmerken, en dat moeten jullie je zeer ter harte nemen, dat de ontwikkeling van een ziel als deze pas aan gene zijde plaats vindt, ten eerste veellanger duurt en dan ook nooit helemaal zo'n allerhoogste graad kan bereiken, als wanneer de vorming en ontwikkeling van de ziel reeds hier, nog in het lichaam, is geschied; want daardoor wordt ook het edelere deel van het lichaam mede geheiligd, en bijna al het vlees bereikt met de ziel en met haar hiermee één geworden geest een soort verheerlijking en onmiddellijke opstanding, en vormt dan voor eeuwig een met ziel en geest volledig één geworden wezen. Maar dat bereiken op aarde slechts uiterst weinigen, - kort na de lichamelijke dood echter zeer velen. -En zie, kaarsrecht, precies overeenkomstig de diepste waarheid, heb je nu het bestaan van ieder mens na dit leven voor je!
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] HIRAM zegt: 'Jij bent nu weliswaar de rotsvaste oude Griek en denkt dat mijn hersenen schade geleden hebben door de zon; maar hierin vergis je je geweldig! Over twee uur zul je hopelijk anders oordelen en spreken! Want wat er allemaal achter deze mensen schuilgaat zul je je pas dan iets beter kunnen voorstellen, wanneer je enige tijd met henzelf contact gehad zult hebben. Ik ben toch ook geen windwijzer en onze leider Aziona net zo min; maar wij zijn nu beiden geheel andere mensen geworden en hebben Diogenes geheel over boord geworpen. Hetzelfde zal zeker ook bij jou en bij alle anderen gebeuren. -Maar nu richt de Meester zich op en ook Zijn leerlingen, en nu moeten we Hem dadelijk vragen of Hij het morgenmaal al wil gebruiken"
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] EPIPHANES zegt: 'Ja, als dat zo is, dan zou dat inderdaad heel bijzonder zijn! Er moeten weliswaar bepaalde magiërs uit Indië geweest zijn die een buitengewone kracht in hun wil en in hun blik hadden, zodat ze de wildste dieren ogenblikkelijk dermate in hun ban konden krijgen, dat deze als dood op één plek moesten blijven staan en met zich laten doen wat zo'n magiër wilde; ook de winden, wolken en bliksems schijnen ze werkelijk hun wil op te kunnen leggen! Dat is dus al eens gebeurd. Wel, of ze van water of lucht ook de beste wijn kunnen meken weet ik werkelijk niet; maar zoveel weet men van de oude magiërs wel, dat ze water in bloed, en regen in louter kikvorsen hebben kunnen veranderen. Alleen is daar natuurlijk wel een sterk geloof voor nodig; want zoiets hebben we nog nooit gezien. Maar dit hebben wij nu zelf gezien en we kunnen dus in ieder geval als volgt denken: Als dit mogelijk is, kan ook het andere mogelijk geweest zijn. Maar we zullen nu hierover niet verder oordelen. Aziona komt reeds met de maaltijd en wij bespeuren al honger, laten we daarom verdere besprekingen voor later bewaren!"
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik, als heel eenvoudig mens met een beperkt verstand en -zoals men zegt -een menselijk goed hart, kan mij wel redelijkerwijs voorstellen dat de ziel aan gene zijde voortleeft, en omdat deze toevallig .goed of; wat waarschijnlijker is, slecht heeft geleefd, zal dit verdere leven. zich tenminste tot een bepaalde, hoogst mogelijke graad van volmaaktheid voortdurend verder ontwikkelen; en voor een leven dat hier al om allerlei oorzaken en redenen slecht begonnen is en zeker nog slechter is beëindigd, zijn aan gene zijde slechts wijze en overeenkomstig doelmatige correcties, opdat ook een ziel die hier een slecht lichamelijk leven heeft geleld daarginds, ook al is dat later, tot een beter inzicht komt over zichzelf en over een waar, allerhoogst goddelijk Wezen, en ook over haar ware levensomstandigheden en plichten.
Hoofdstuk 224: Aziona vraagt naar het leven van de ziel na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Ik zeg jullie nog een keer: Waar twee of drie mensen voor een bepaalde zaak die goed is en overeenkomstig Mijn orde, in Mijn naam bijeenkomen, daar zal Ik in de geest bij hen zijn en verhoren waar ze Mij om zullen vragen. (Matth. 18,20)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Om jullie echter het hemelrijk in de juiste verhouding nog aanschouwelijker voor te stellen, zal Ik het voor jullie met een overeenkomstig beeld verduidelijken. Volgens dit beeld is het hemelrijk als een koning die op een keer met zijn dienaren afrekening wilde houden. (Matth. 18;23) En toen hij daarmee begon, kwam er iemand die hem tienduizend pond schuldig was.
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] IK zei: 'Zie, ieder mens oordeelt naar zijn verstand, en zo ook jij, en het zou helemaal niet aardig van Mij zijn daar iets tegenin te brengen! Als je tot een dieper inzicht zult komen, zul je ook anders oordelen; daarom praten we hier niet eerder over! Je hebt Me voor vandaag nog om een zogeheten kunststukje gevraagd, en dat wil Ik ook doen. Maar opdat je niet bij jezelf denkt dat Ik alleen maar kan uitvoeren wat Ik kan moet jij zeggen wat Ik voor je moet doen!"
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] IK zei: 'Ze hebben zoveel gehoord en gezien, dat ze precies weten wat ze moeten doen om het eeuwige leven te bereiken, en meer hebben zij niet nodig. Zij wilden Mij vanwege hun huiselijke omstandigheden ook niet steeds en overal heen volgen en zo liet Ik hen voorlopig gaan; maar ze zullen wel weer terugkomen en Mij volgen op alle wegen en paden, want ze hebben Mijn woord aangenomen en leven en handelen er nu naar, en ze verlangen er nu al zeer sterk naar om zo vlug mogelijk weer bij Mij te komen. Het zijn voor het grootste deel Galileeërs, zoals Ik en Mijn twaalf belangrijkste leerlingen. - Nu weet je ook dit overeenkomstig de volste waarheid; en als je nog iets wilt weten, vraag het dan!"
Hoofdstuk 273: De geldzucht van Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Ik werd door de beiden al gauw voorgesteld aan hun overste, een uiterst vriendelijke man die mij met veelliefde ontving en ervoor zorgde dat ik niets tekort kwam. Zijn gastvrijheid liet werkelijk niets te wensen over! Ik bleef daar gedurende acht dagen en overtuigde mezelf van alles wat het tweetal mij van te voren had verteld, overeenkomstig de volste waarheid. Ik heb er vaak aan gedacht en zou zelf graag naar hen overgestapt zijn; maar ik werd niet aangenomen vanwege mijn jonge leeftijd, wat me werkelijk erg speet.
Hoofdstuk 274: Over de Essenen en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar heeft een ziel door een gebrekkige opvoeding, of in het slechtere geval, door gebrek aan enige goede wil, terwijl zij heel goed op de hoogte was van de bestaande wetten, het lichaam moeten verlaten zonder zich in het lichamelijke leven en de omstandigheden daarvan ook maar enigszins naar het ware en betere gericht te hebben, wel, dan zal het toch voor ieder die enigszins helder denkt gemakkelijk te begrijpen zijn dat zo'n totaal verkommerde, beklagenswaardige ziel aan gene zijde alleen maar in een zodanige, zeker niet benijdenswaardige situatie geplaatst moet worden dat zij daarin overeenkomstig de hoogste liefde en wijsheid van God eerst gereinigd en genezen kan worden van haar dierlijke ruwheid, en zich allengs tot een hoger levensniveau kan verheffen, van waaruit ze dan steeds gemakkelijker naar een nog hoger niveau overgaat"
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Een van de vele wonderen was ook, dat de verre buur een geheel nieuw en doelmatig huis kreeg en ook nog andere dingen in overvloed, ook etenswaren en wijnen van de beste soort. Zo werd voor alle bewoners ook voor een groot aantal nuttige huisdieren gezorgd en werden hun tuinen goed bebouwd; ook werden al hun woonhuizen goed gerepareerd en van bedrijfsgebouwen voorzien, voor ieder overeenkomstig zijn behoefte. Dat deze mensen hierdoor van pure verwondering en dankbaarheid gewoonweg overvloeiden, behoeft natuurlijk geen nadere toelichting.
Hoofdstuk 276: De Heer neemt afscheid van het dorp in de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Dat baarde echter erg veel opzien bij de nieuwe leerlingen, omdat zij zo iets nog niet beleefd en ook nog nooit gezien hadden. Ook de schippers raakten helemaal buiten zichzelf en geloofden nog steeds dat Ik ergens gestorven was en nu als geest zichtbaar rondliep, misschien betoverd door de een of andere tovenaar, of dat Ik zelf een tovenaar was, die de watergeesten bevolen had om Mij over de zee te dragen. Want de schippers waren Grieken, en derhalve ook heidenen, en zij konden natuurlijk niet anders oordelen, omdat zij van het ware, geestelijke jodendom slechts weinig of niets wisten, waarom ze dan ook tot later in die mening gelaten werden.
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...