Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8644 resultaten - Pagina 8 van 577

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (DE HEER:) 'Hieruit zien jullie dat zelfs God, als Hij niet uit Zichzelf de voor jullie begrippen eindeloos grote tegenpool tegenover Zich geplaatst zou hebben, geen schepping als materieel bestaand uit Zichzelf had kunnen laten voortkomen en kunnen plaatsen, omdat de grote tegenpool nu juist de schepping zelf is. Deze kan dus niet anders dan gericht en zo goed als dood en bestendig zijn, wil zij beantwoorden aan het door de Schepper gestelde doel. En omdat ze is, wat en hoe ze is, is zij ook goed tegenover God. Slecht, wat betreft haar uitwerking, is ze alleen tegenover de mensen, omdat deze wat hun ziel en gedeeltelijk zelfs wat hun vlees betreft, de bestemming hebben om zich als uit de dood opgewekte wezens voor eeuwig door de zuivere positieve geest van God te verenigen met God, zonder daardoor ooit meer hun absolute vrijheid en zelfstandigheid te verliezen.
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De geest echter van wie Ik zeg dat hij jullie geest is, is ook Mijn geest in jullie en deze kent alle dingen en verhoudingen zoals Ikzelf en kan jullie alle wijsheid binnenleiden. Maar nu is hij in jullie nog niet gewekt en volledig werkzaam, dat wil zeggen, dat hij weliswaar op zichzelf wel wakker en werkzaam is, maar zijn waken en werken is voor jullie, ofschoon het voor jullie bestemd is, nog als iets vreemds en iets wat je nog niet eigen is, omdat jullie ziel nog niet zuiver genoeg is om zich volledig met Mijn geest te verenigen.
Hoofdstuk 236: De drie leerlingen verkeren met de geesten van Mozes en Elia. Gods geest in de mens als gids tot alle waarheid. (Ev.Matth. 17, 4-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Het geestelijk zien is in eerste instantie slechts een inzien van de uiterlijke overeenkomsten in de toestanden; en als men zichzelf dan aldoor oefent in de zuivere liefde tot God en van daaruit tot de naaste en dat ook met een zuiver gemoed, dat zoveel mogelijk vrij is van zonden, dan gaat het zien en begrijpen over in een helder schouwen en levert aan de ziener dan het bewijs, dat hij één is geworden in zichzelf, en de ware wedergeboorte van zijn geest en de opstanding van de ziel uit het materiële dodengraf van haar vlees bereikt heeft. - Begrijp je Me wel?"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wanneer echter de Geest waarover Ik nu met jullie heb gesproken, tot jullie zal komen en jullie zal doordringen, zullen jullie uit jezelf alles begrijpen wat je nu allemaal ziet en hoort maar door je puur natuurlijke gesteldheid niet kunt begrijpen; want het lichaam kan de geest niet begrijpen en is op zichzelf zonder meer dood. Het heeft geen ander leven dan alleen maar het tijdelijke meeleven uit de levenskracht van de ziel, die met de geest verwant is en die helemaal op hem kan gaan lijken, en één met hem kan worden als zij zich helemaal van de wereld afwendt en haar zinnen alleen richt op het meest innerlijke, geestelijke, volgens de orde en wijze zoals Mijn leer en Mijn persoonlijke voorbeeld het jullie laten zien.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, hier heb Ik een tarwekorrel in zijn totale eenheid en eenvoud! Zijn bestemming is kennelijk tweevoudig. In de eerste plaats dient hij tot voedsel voor de mens, en in de tweede plaats is hij als zaadkorrel dienstbaar aan zichzelf voor zijn eigen voortplanting en vermeerdering. Als voedsel geeft hij aan het menselijke lichaam en daardoor ook aan het formeel substantiële lichaam der ziel zijn veelvoudige specifica, en hij gaat als zodanig over in een hoger en vrijer bestaan. Hoe dat gebeurt zullen jullie pas precies te weten komen als jullie geestelijk wedergeboren zijn, zij het hier ook niet helemaal volmaakt -omdat onder de invloed van deze zon niets kan bestaan wat helemaal volmaakt is, en ieder weten en kennen min of meer onvolmaakt is -, maar daarna aan gene zijde des te volmaakter, omdat ook jullie je daar voor wat betreft je geest buiten de invloed van tijd en ruimte zullen bevinden en jullie zien, kennen en weten niet meer onvolmaakt zal zijn.
Hoofdstuk 32: Het geestelijke in het natuurlijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Dat baarde echter erg veel opzien bij de nieuwe leerlingen, omdat zij zo iets nog niet beleefd en ook nog nooit gezien hadden. Ook de schippers raakten helemaal buiten zichzelf en geloofden nog steeds dat Ik ergens gestorven was en nu als geest zichtbaar rondliep, misschien betoverd door de een of andere tovenaar, of dat Ik zelf een tovenaar was, die de watergeesten bevolen had om Mij over de zee te dragen. Want de schippers waren Grieken, en derhalve ook heidenen, en zij konden natuurlijk niet anders oordelen, omdat zij van het ware, geestelijke jodendom slechts weinig of niets wisten, waarom ze dan ook tot later in die mening gelaten werden.
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Als jullie echter God, die op Zichzelf een zuivere geest is, waarachtig willen aanbidden, dan moeten jullie Hem door de liefde in je hart ook in geest en in waarheid aanbidden, en wel door de daad, door allerlei goede werken. Want waarlijk, wat jullie voor de armen uit liefde tot God doen, dat doen jullie voor God! En dat jullie geloven dat Ik door God gezonden naar jullie ben toegekomen, dat is de enige ware aanbidding van God. leder loos lippengebed is echter een gruwel voor God en volledig waardeloos. Wie God met zijn lippen eert, terwijl zijn hart daarbij koud en passief blijft, maakt van God een afgod en bedrijft daardoor echte geestelijke hoererij . Zoals staat in een van de profeten, die zegt: 'Kijk, dit volk eert Mij met de lippen; maar zijn hart is verre van Mij!'
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En zo gebeurt er op aarde helemaal niets eigenlijk puur natuurlijk op zichzelf, maar altijd in volle verbinding met het geestelijke* (* 'het geestelijke' is een aanvulling), ter wille van een geestelijk doel; want overal staat het geestelijke doorlopend nauw in verbinding met het natuurlijke en beide werken constant op elkaar in, hetgeen jullie echter pas helemaal duidelijk zullen inzien als jullie door volgens Mijn leer te handelen in jullie geest zullen zijn wedergeboren. Maar nu kunnen we na deze gedane arbeid wel weer naar huis teruggaan; want we zullen daar ook iets nieuws aantreffen.'
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Dat is beslist zo; maar wat Ik je nu verteld heb, is ook geen gebod, maar alleen een goede raad, -want anders zouden de mensen ook in de diepten van de zee moeten afdalen en daar overal de belichamingen van de grote gedachten van God gade moeten slaan. Als een mens dat zonder gevaar en zonder nadeel voor zijn gezondheid kan doen, laat hij dat dan zo nu en dan doen, dan zal hij daaruit menig voordeel voor ziel en lichaam halen en ook meer en meer in zichzelf de geest van de ware liefde voor God en ook tot de naaste opwekken.
Hoofdstuk 75: Over het juiste bekijken van de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] En dan ten tweede: Omdat je noodzakelijkerwijs moet aannemen dat er een kracht is die, als oerbestaan op zichzelf, ten grondslag ligt aan al het bestaande, moet deze basis oerkracht toch ook een overeenkomstige naam hebben, waardoor zij in de herinnering en in het geheugen van de mensen, die ervoor zijn om deze kracht te herkennen, vastgelegd kan worden. Wie zal er ooit naar meer kennis vragen over iets waarvan hij zelfs nog nooit de naam gehoord heeft?! Wij willen deze oerkracht in het algemeen 'God' noemen. Maar als we eenmaal een God hebben, zullen we verder vragen en zeggen: 'Waar is dan die God, en hoe ziet Hij er uit? Hoe schept Hij de dingen, hoe brengt Hij, als zuivere geest, de grove materie uit Zichzelf te voorschijn?'
Hoofdstuk 87: De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Wie vooral de krachten van de geest oefent, bouwt in zichzelf het Rijk van God, en dat is in de mens dan het ware, eeuwige leven, verwant aan God de Schepper, en Hem in al Zijn hoedanigheden gelijk.
Hoofdstuk 95: Bij de maaltijd in het huis van Jored de tollenaar. De levensleer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] Daarop draaide IK Mij om en zei tegen de priester: 'Luister, dom persoon, hoe kun jij over de goddelijke wijsheid, kracht en macht oordelen?! Wie heeft dan, zonder verwekking en moederlichaam, de eerste mens op de wereld geplaatst en hem die er eerder niet was, al zijn ledematen zo volmaakt mogelijk gegeven? Kijk dat was Hij die nu in Mij werkt, waarvan je je hebt kunnen overtuigen bij de vele tekenen die Ik hier al tot stand gebracht heb! Zie je dan niet in dat een puur mens uit zichzelf niet kan doen wat Ik hier nu tot stand breng, maar dat dat alleen maar gedaan kan worden door de geest van God die in Mij is en één is met Mijn wil?! Priester zijn, en dan niet op het eerste gezicht zien hoe zulke daden die Ik nu doe, mogelijk zijn, is werkelijk voor een Zeuspriester die toch alle mogelijke scholen doorlopen heeft en Plato, Socrates e.a. bestudeerd heeft, niet erg prijzenswaardig! Zeg mij eens, of je in alle ernst meent dat Ik niet in staat ben om de man zonder armen zijn armen terug te geven!'
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Dergelijke zielen vergissen zich weliswaar geweldig, omdat hun zo'n soort schijnbezit van een lichaam niet alleen niets helpt, maar alleen schaadt, omdat zij dan weer heel lang moeten wachten voor zij toegelaten kunnen worden tot een echte herhaalde verwekking in een moederlichaam. Maar zulke schijnbare in bezit names van het lichaam van andere mensen worden toch toegelaten, omdat iedere ziel die ooit een volledig vrij leven moet krijgen, tenslotte alleen maar door haar persoonlijke, vrije wil verbeterd en versterkt kan worden, en die vrije wil onmogelijk anders dan door allerlei bittere ervaringen tot die bescheiden nuchterheid is te brengen waardoor zij zich tenslotte naar de lichtvolle wil van een betere geest voegt en pas waarachtig uit zichzelf verbeterd kan worden.
Hoofdstuk 121: Kenmerken van de op aarde geïncarneerde maanzielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] God kan vanwege Zijn almacht natuurlijk een geest met volmaakte wijsheid en macht uit Zichzelf naar buiten brengen of scheppen, en binnen een enkelogenblik zelfs talloos vele, -maar al die geesten bezitten geen zelfstandigheid; want hun willen en handelen is geen ander dan het goddelijke Zelf, dat onophoudelijk in hen moet stromen opdat zij zijn, zich bewegen en handelen volgens de leiding van de goddelijke wil. Zij zijn op zichzelf helemaal niets, maar pure kortstondige gedachten en ideeën van God.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Want als een mens niet vrij en uit zichzelf, maar slechts als een machine door de almacht van de goddelijke wil leeft, dan is hij in en op zichzelf dood en er geen haar beter aan toe dan een steen, een plant of een dier zonder verstand. Wie echter streng volgens Mijn leer leeft en handelt, zal ook zeker kunnen verwachten wat Ik niet alleen maar nu hier, maar overal reeds heel vaak gezegd en beloofd heb. Of iemand nu hier persoonlijk met Mij meegaat of niet, maakt niets uit; integendeel, degene die slechts in de geest -zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid -getrouw met Mij zijn weg gaat, zal door God met nog meer welgevallen aangezien worden!
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...