Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 8 van 1166

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Boven hebben jullie Mijn daden gezien en Mijn leer gehoord, en dikwijls is er tegen jullie gezegd Wie Ik ben! Als dat jullie nog niet genoeg is, dan zeg Ik je nu nog één keer onverbloemd, dat in Mij Diegene is, Die groter is dan de tempel! (Matth.12:6)
Hoofdstuk 176: Aren lezen op de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Verbaasd over de naam Jozef, zegt Baram: 'Wat zegt U, die van mijn meester uit Nazareth, waar ik zoveel aan te danken heb?! Hij was nog een jonge man en al meester in zijn vak toen ik bij hem in de leer was. Wat heeft hij mij geduldig en liefdevol alle knepen van het vak laten zien, en hoe gauw heeft hij mij niet het beste werk laten doen en mij belangeloos met raad en daad terzijde gestaan; dat zal ik werkelijk eeuwig nooit van hem vergeten!'
Hoofdstuk 189: Duivelse aanval. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Beste, dierbaarste vriend, Meester en Heer! Ik zou U nog veel kunnen vertellen; maar ik zie, dat mijn vertellen van de naakte waarheid U bedroefd heeft gemaakt. Omdat de laster over U te duivels gemeen is, zwijg ik maar over al het andere; het is voldoende dat ik U van het belangrijkste op de hoogte heb gebracht. Het beste aan deze hele zaak is nog, dat de satan dom is en door werkelijk wijzen en slimmen gemakkelijk schaakmat gezet kan worden, wat in Uw geval des te makkelijker zal gaan omdat U buitengewoon wijs bent! Laten we er maar niet meer over praten!
Hoofdstuk 189: Duivelse aanval. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Kisjonah zegt: ' Als dat zo is, waaraan ik niet in het minst twijfel, dan dank ik U in de eerste plaats uit het diepst van mijn hart voor de wonderbaarlijke bevrijding van dit ongemak, en in de tweede plaats Iaat ik dan ter herinnering aan U op deze heuvel een echte school bouwen voor het geven van onderricht in Uw leer aan groot en klein en jong en oud!'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Zo'n school kan zich ook altijd in Mijn zegen verheugen, als ze Mijn grondslag bewaart. Maar helaas, zoals de wereld alles bederft, zo zal ze in de loop der tijd deze school, net.als Mijn zuivere leer, niet ongemoeid laten, en zo is er op deze wereld niets dat blijft! Want de hele wereld is nu in duisternis gehuld en staat in satans dienst! Maar laten we nu naar de heuvel gaan!' Ik en Kisjonah gaan voorop en alle leerlingen en alle bedienden van Kisjonah volgen ons op de voet.
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik weet wie U bent, en weet wat U kunt, en weet nu ook wat ik door U en door het volgen van Uw leer bereiken kan, - en dat is dan ook de onbetwistbare reden van mijn vurige liefde voor U. Want als U niet Diegene was, Die U bent, dan zou mijn liefde voor U ook aanmerkelijk geringer zijn. Ik heb in U en voor U dus een overgroot interesse, en daarom wil ik U en houd ik van U!
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als jullie zoiets bij je zelf opmerken, denk dan aan Mijn leer en Mijn woorden; verhef je ziel en doe juist het tegendeel van datgene wat je zou willen doen, dan word je meester van de boze geest! En als jullie hem op al de genoemde punten overwonnen hebben, dan zal hij je daarna met rust laten, en je zult niet meer met hem behoeven te vechten. Maar als je je op het ene of het andere punt laat vangen of ook maar een beetje lichtzinnig toegeeft, dan raak je hem tot aan je aardse levenseind niet gemakkelijk meer kwijt.
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar Ik sus hen en zeg, dat het van de bedienden geen boze opzet was geweest. 'Want ze deden dat alleen maar uit blinde liefde voor Mij, omdat ze dachten in u Mijn vijanden te zien. Daarom heb Ik ze ook na Mijn aankomst direkt opgedragen om u te halen en zo goed mogelijk hier te brengen; en zo moesten ze tegenover u meteen weer goedmaken, wat ze eerder misdaan hadden; en Ik vind, dat de zaak hiermee van de baan is.'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Opdat ze echter thuis bij rustiger en rijper nadenken toch gemakkelijk er achter kunnen komen dat Ik zeker geen Esseen ben, omdat de door Mij aan hen bekend gemaakte principes over het zedelijke en maatschappelijke onderlinge verkeer der mensen rechtstreeks indruisen tegen die van de Essenen, heb Ik hen precies zoveel onderricht gegeven als voor dit bepaalde doel nodig was. Zij zullen thuis Mijn leer mooi en netjes met de leer van de Essenen, die ze wel hebben, vergelijken en na de gevonden schrille contrasten pas echt raar opkijken. Zoals de vijf reeds in jullie bijzijn achterdocht kregen toen ze Mijn woorden hoorden, omdat Mijn leer voor hen, zoals Ik al zei, rechtstreeks indruist tegen die van de Essenen.
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Dat kun je nu nog helemaal niet begrijpen. Als Ik eenmaal opgevaren zal zijn naar de plaats waar Ik vandaan ben gekomen en Mijn geest jouw geest vrij zal maken, dan zul je de wedergeboorte van de geest wel begrijpen en in alle diepte en volheid beseffen. Maar nu zou dit jou en niemand van jullie al mogelijk zijn. Maar door het opvolgen van Mijn leer en door deze levensoefeningen zul je tenslotte uit en in jezelf dat licht bereiken.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Zij zouden wel graag meer aan Mij hebben willen vragen, maar Ik heb ze zo kort mogelijk te woord gestaan, en zij verdwenen en durfden geen verdere vragen meer te stellen; want zij zagen dat Ik volgens Mijn daden wel best een Esseen van de hoogste rang zou kunnen zijn, maar volgens de door Mij aan hen gerichte woorden toch weer niet. Maar terwijl ze onderweg aan niets anders dan aan dit verschijnsel denken, denken ze nu ook: 'Hebben de Essenen soms twee leren, een uiterlijke alleen voor het blinde wereldse volk, en een innerlijke voor zichzelf?' Het kon best zo zijn, dat Ik dus oprecht tegen hen geweest was, en dat Ik, als goede kenner van de schrift, hen zo maar enige zinnen van de innerlijke leer toegeworpen had, en het verdere zoeken aan hen zelf had overgelaten!
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar Ik zeg tegen hem: 'Broeder, zeg maar niets; want Ik weet alles allang en heb het je al in Jesaïra gezegd, dat het zo met deze lasterlijke soort zou gaan. Om Mij te vervolgen en Mijn leer verdacht te maken, loochenden zij dat de dochter van Jaïrus ziek en dood was; ze had alleen maar heel gezond geslapen, en Ik had haar op een heel natuurlijke manier gewekt en daarna bedrieglijk voorgewend dat Ik haar uit de totale dood opwekte.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Jij bent een Romein, en zij is een Griekse en geen Joodse, en dus is er van nature niets wat je hindert om haar aan Kisjonah ten huwelijk te vragen, die haar ook zeker aan jou zal geven. Dat ze echter geestelijk, net als het hele huis, volgens Mijn aan jou niet onbekende leer toch Jodin is, dat zal voor jou toch wel geen steen des aanstoots zijn?!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Dan zegt de opperrechter, die Faustus Caji Filius heet: 'Dat moest er nog bijkomen! Ik ben toch zelf in mijn hart een van de vurigste aanhangers van Uw goddelijke leer! Want ik vind, dat een God die een wereld kon bouwen en daarop allerlei levende wezens en tenslotte zelfs mensen kon scheppen, buitengewoon wijs moet zijn! Als zo'n wijze God de mensen een leer wilde geven, dan moest die leer toch ook zeer wijs zijn. Deze zou dan toch zeker geheel overeenstemmen met de natuur en de onderlinge instandhouding van zeg maar -Zijn mensen.
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu, Uw leer heeft die geest en dat karakter in zich en is daarom zuiver goddelijk, en ik heb haar daarom als geheel waar voor mijn gehele leven aanvaard en ik verkondig haar aan mijn gehele huis en aan mijn vele ondergeschikte beambten. Als dit dus zo is, dan is alles al helemaal in orde op de instemming van de vader na!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...