Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2241 resultaten - Pagina 8 van 150

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Het komt me nu buitengewoon vreemd voor dat ik dus, zoals uit dit bed blijkt, in alle ernst voor deze wereld dood was en toch in de droom heb doorgeleefd. En nog vreemder is het, dat die heerlijke vriend die in de droom naar mij toe kwam, hier nu net zo is, als ik hem in de droom heb gezien.
Hoofdstuk 129: Belevenissen in het hiernamaals. (9/10.12.1851) Onderweg naar Nazareth en in Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De leerlingen en al het volk dat daar was, waren buitengewoon verbaasd en zeiden: 'Dit overtreft werkelijk alles! Zoiets is in Israël nog nooit gehoord! (Matth. 9:33) Het is al eens gebeurd dat wind en storm verdreven werden, hoewel op bescheiden schaal; schijndoden zijn ook al eens levend gemaakt, rotsen werden gedwongen om water te geven, en toen Mozes daarom vroeg kwam er manna uit de hemel, maar het was allemaal zeker niet zo perfect.
Hoofdstuk 131: De genezing van de bezeten doofstomme man. (12/13.12.1851) In het Galilese hongerdorpje. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar nu is de tijd gekomen, die aan Elia getoond werd toen hij verborgen lag in de grot op de berg. Niet in de storm, ook niet in het vuur, maar in het fluisteren van de wind kwam Jehova voorbij! En deze tijd van het zachte fluisteren van Jehova voor de grot van deze wereld is nu aangebroken! Daarom willen en mogen we ook nu noch met stormgeweld, noch met vuur er op uittrekken, maar volgens de eeuwige ordening van God slechts met alle liefde, zachtmoedigheid en geduld! Maar je moet de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen! Want Ik zie wel dat jullie nu als lammeren onder de verscheurende wolven komen; maar als je voorzichtig bent, dan zul je toch veel tot stand brengen!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Nadat Johannes Mij had Ieren kennen, meende hij, en was daar ook helemaal van overtuigd, dat Ik stellig de beloofde Messias was en dat het gehele Joodse volk alleen al door Mijn komst zo goed als volledig was verlost, en dat alle macht van de groten der wereld voor eeuwig had opgehouden. Toen hij echter in de gevangenis kwam en er van dag tot dag meer van overtuigd raakte, dat met Mijn komst de macht van de groten der wereld niet was opgehouden maar zich integendeel had vergroot, begon ook Johannes zo zachtjes aan bij zichzelf aan Mijn echtheid te twijfelen.
Hoofdstuk 143: Aan de zee. Het antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Want hij dacht bij zichzelf: 'Als deze Jezus uit Nazareth werkelijk de Beloofde is, de Zoon van de levende God, hoe kan hij mij dan in de steek laten en mij niet bevrijden uit de gevangenis, en hoe kon hij het toelaten dat ik in de gevangenis kwam?'
Hoofdstuk 143: Aan de zee. Het antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Indien Johannes Mij duidelijk herkende toen Ik aan de Jordaan naar hem toe kwam, wie verbood hem dan om Mij te volgen? Hij bleef in zijn woestijn en gedroeg zich daar als een strenge boeteling - en had toch nooit gezondigd. Waarom deed hij dat dan? - Hij heeft zichzelf aan Herodes uitgeleverd; nu moet hij maar zien hoe hij met die vos klaar komt!
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen Ik deze toespraak beëindigd had, kwam er uit de volksmenigte een tollenaar naar voren wiens hart al lang van liefde voor Mij gloeide, hoewel het zich van menige zonde bewust was. Deze man viel voor Mij neer, raakte met zijn gezicht de grond en sprak:
Hoofdstuk 146: Kis. Bekering van Kisjonah de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Daarop kwam de tollenaar Kisjonah overeind, en Ik ging met hem en veelleerlingen in zijn huis. Wel meer dan honderd personen werden daar rijkelijk verzorgd, en de beste wijn ontbrak niet.
Hoofdstuk 146: Kis. Bekering van Kisjonah de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar de hele karavaan, ongeveer honderdvijftig man sterk en onbekend met de juiste weg, kwam niet zo erg ver, namelijk niet verder dan een plaats waar een onbeklimbare hoge rots in zee uitstak en daar een erg sterke branding veroorzaakte. Direct boven de rots verhief zich een hoog en steil gebergte, waarover vanaf deze plaats aan de kust geen weg voerde, en zo bleef de karavaan niets anders over dan de tamelijk lange terugweg van enige uren te aanvaarden. Ze kwam in het stikdonker , terwijl het geweldig stormde en regende, bliksemde en donderde, pas tegen middernacht bij de hofstede van tollenaar Kisjonah terug en zocht daar beschutting en onderdak; want de hele karavaan was tot op de huid doorweekt en op het punt om in elkaar te zakken. De tollenaar en zijn mensen namen de vermoeiden vriendelijk op en gaven hen een droge rustplaats, wat de drijfnatte mensen erg van pas kwam.
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Johannes, waarover gisteren zo veel gesproken werd, en over wien Ik een waar getuigenis gaf, kwam en leefde zo streng dat hij behalve sprinkhanen en wilde honing, die hij met zeer veel moeite uit de holen der aarde haalde, bijna niets at en dronk; en dezen en anderen van dat gespuis zeiden hem in zijn gezicht, dat hij door de duivel bezeten was (Matth. 11: 18), die hem 's nachts eten bracht en in leven hield!
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Na Mijn strafrede kregen velen een visioen en zagen, hoe het op de jongste dag zal vergaan met zulke steden; die door Mij vervloekt zijn, en zij zagen Mijn gestalte in de wolken en uit Mijn mond kwam een vloek en deze trof de vervloekte steden!
Hoofdstuk 148: De vervloeking van Chorazin, Bethsaïda en Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nathanaël gaf aan de achtergeblevenen als het ware leiding omdat hij voor zichzelf, zonder dat Ik hem dat persoonlijk opgedragen had, uitgebreider dan alle anderen een evangelie vastlegde in de Griekse taal, die hij goed meester was. Hij kwam tot in het diepst van zijn wezen geschokt naar Mij toe en zei: 'Heer! Almachtige! Ik zag dat visioen ook en daarin de verschrikkelijkste dingen, zodat ik van angst niet meer schrijven kon! Ik vraag U in alle volheid van mijn liefde voor U, eeuwig Heilige, om mij te zeggen of dat te eniger tijd in het hiernamaals in alle werkelijkheid zo gebeuren zal zoals ik en velen het nu hebben gezien.'
Hoofdstuk 149: De opwekking tot het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Het was net na sabbat, wat nu zondag is, en tevens een bijzonder heldere en mooie dag, en Kisjonah kwam naar Mij toe en stelde Mij en alle aanwezigen voor om de dichtstbijzijnde hoge berg te beklimmen.
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Bergen, die niet zoals de Tabor, de Libanon, de Ararat en de Sinaï op zichzelf stonden, maar die tot een grote en uitgestrekte bergketen behoorden, hadden gewoonlijk geen eigen naam, behalve een aantal dat een plaatselijke en van de tijd afhankelijke naam had. Dat was niet zelden de naam van de een of andere rijke bergbezitter, die daar zijn kudden liet weiden; als er een andere bezitter kwam, dan kreeg de berg ook een andere naam. Dat was ook het geval bij deze berg, die naar de tollenaar genoemd was en eigenlijk al bij Griekenland hoorde.
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Toch kwam onder het houden van verschillende gesprekken het midden van de nacht naderbij, en geheel volgens de wetten der natuur kwam de maan voor de helft verlicht op. Toen vroegen de dochters van Kisjonah al weer gauw, wat de maan toch wel was, en hoe zij steeds zo haar licht veranderde.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...