Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 8 van 724

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] Toen zei IK: 'Mij nog meer daarover te vragen is helemaal onnodig; want jullie zullen nu wel inzien dat ieder zich meer verdienste verwerft naarmate hij meer wil offeren en naarmate hij dat meer met ware liefde tot God en de naaste doet. Volg dus jullie goede wil en het zal jullie vergolden worden!'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Of wat zou een trouwlustige jongeman zeggen die vlak in de buurt enige dochters kent die hem heel goed aanstaan, en waarvan hij er een met zijn hele hart lief zou kunnen hebben, wanneer men tegen hem zou zeggen:' Hoor eens, dat is niets voorjou! Voorjou is er een bruid in de verste uithoek van de wereld, wordt daar verliefd op, reis er naar toe en neem haar tot vrouw!'? Zal hij jullie dan niet vragen: 'Ja, waar is dat? Is het in het oosten of in het westen, in het zuiden of in het noorden?'? En jullie zullen hem onmogelijk naar waarheid iets anders kunnen zeggen dan: 'Ja, dat weten we zelf niet, maar zij zal best ergens zijn, houdt maar van haar en zoek haar!' Denken jullie dat de jongeman ooit op een meisje verliefd zal worden dat zo ver van hem weg is, of dat hij zo gek zal zijn om haar in alle vier de windstreken te gaan zoeken? Ik zeg jullie dat hij daar helemaal niet over piekert! -En met de liefde voor een volkomen onbekende en ergens ontzettend ver weg zijnde God gaat het niet veel beter.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Wij kunnen hier niets anders doen, o Heer, dan U uit het diepst van ons hart onze liefdevolste dank brengen, maar ook daarbij te vragen of U ons in Uw genade voortdurend zou willen bewaren en ons daarin steeds meer zou willen sterken. -Heer, Uw eerste leerlingen zullen van Uw grootte al wel meermalen iets gehoord hebben; mogen we hun vragen ons dat alles te vertellen?'
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Wij armen mogen derhalve alleen naar de bezitters gaan en hun om werk vragen en volledig tevreden zijn met loon van een knecht, al is dat nog zo karig, omdat ieder verlangen dat daar bovenuit gaat een onwettig begeren zou zijn naar hetgeen van de rijke naaste is en wat hij het zijne noemt: O Heer en Meester, dat kan een zeer liefdevolle Schepper nooit of te nimmer zo hebben gewild en voorgeschreven! Dat kunnen alleen van oudsher hebzuchtige mensen onder het mom van Gods voorzienigheid zo hebben gewild en ingesteld, opdat wij armen hen zelfs niet eens met onze gedachten in hun bezit zullen storen.
Hoofdstuk 35: Het negende en tiende gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De koks en sommige bedienden zeiden: 'Ja, nu weten wij het! Het is de grote profeet uit Galilea! U kunt het ons echter niet kwalijk nemen dat wij tot nu toe weinig wisten en nog minder begrepen wat er aan de hand is met die profeet, want wij waren steeds volop met ons werk bezig en hadden tot vanmiddag werkelijk weinig tijd om ons met dergelijke dingen bezig te houden, en het zou voor ons ook helemaal niet passend geweest zijn om het een en ander te vragen, ook al is ons hier en daar wel wat opgevallen. Maar van nu af aan zullen wij ons wel meer om alles bekommeren, daar wij immers ook mensen zijn -zoals u zelfheeft gezegd -voor wie het geen kwaad kan als zij wat meer weten dan zij tot nu toe hebben geweten en gehoord. Is het niet zo, heer van het huis en van de vele andere bezittingen, mogen we dat?'
Hoofdstuk 40: Lazarus en Raphaël bedienen de vreemdelingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De engel zei: 'Ja, beste mensen, dat gaat niet zo snel als jullie je dat voorstellen! Want in onze boeken, die jullie ook niet helemaal onbekend zijn, staat geschreven: 'Het land Kanaän is aan de kinderen van Jehova gegeven en goden zullen daarin wonen. ' Zodoende zijn jullie nu in het land van de goden en hebben hier met goden te maken en niet met zuiver wereldse mensen zoals jullie zijn. Als jullie echter bij goden iets willen bereiken, dan moeten jullie hun van te voren heel oprecht leren vragen, anders sluiten de goden hun mond en geven jullie geen onderricht en geen raad. Begrijpen jullie mij?'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De engel zei: 'Het 'hoe' zullen jullie nog lang niet begrijpen, maar ik heb jullie immers van te voren gezegd, dat jullie hier met ons als ware en onbedorven joden te maken hebben en dus met kinderen Gods, en die bezitten een goddelijke kracht in zich en zijn dus gebieders over de hele natuurlijke wereld en zijn onsterfelijk. Daarom zei ik jullie immers dat wij als goden voor geen vijand bang zijn en gebieders zijn over de gehele wereld. En wie iets van ons wil hebben, moet ook in staat zijn volkomen ernstig te vragen, anders krijgt hij niets van ons. Begrijp je dat nu al beter?'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Wat is een geest? Welke vorm heeft hij, en waar en hoe leeft hij? Dat zijn vragen die door geen sterveling ooit voldoende zullen kunnen worden beantwoord. Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 61: Het voedsel van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Nadat Ik dat tegen Nikodemus had gezegd, dankte hij Mij daarvoor en zei ook nog: 'Dat zal ik allemaal precies zo doen, en ik zal ook proberen zo mogelijk het volk tot bedaren te brengen. Maar wat zal ik de hogepriester, de Fanzeeën en .de oudsten voor antwoord geven als zij mij vragen waar Ik deze verschrikkelijke nacht heb doorgebracht, omdat ik - wat zij allen nu wel.zeker zullen weten - noch in de tempel noch bij mijn familie thuis te bereiken was? Als Ik dan de waarheid moet zeggen, verraad ik mij en U!'
Hoofdstuk 63: Het volk en de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Dan nog een vraag: Wat voor gestalte heeft een ziel of zelfs een zuivere geest, en waarom kan een natuurlijk mens niet steeds de zielen en geesten zien? Heer, geef me alleen op deze vragen nog een verhelderend antwoord, dan zal ik U nergens meer naar vragen; want onze volkomen onwetendheid in deze zaak is het eigenlijk wat het sterven voor ons zo bitter en angstig maakt. Hebben wij mensen echter ook daarin een voldoende helder licht, dan zal het sterven ons licht vallen en zullen we ons niet angstvallig aan het dwaze lichamelijke leven vastklampen.'
Hoofdstuk 66: Het wezen van de ziel en van de geest. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nu antwoordde Ik: 'O ja, kom maar dichterbij! Ook al is deze nacht wat donker, wij zullen elkaar hopelijk ook in de nacht wat beter leren kennen! Wat heb je dan eigenlijk aan Mij te vragen? Wat wil je nog meer dan datgene wat Mijn jong uitziende dienaar je heeft gezegd en laten zien? Spreek, - maar gebruik niet veel woorden!'
Hoofdstuk 116: De vraag naar de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] We moeten de sterren vragen om ons de stand van die zon aan te geven, die we genaderd schijnen te zijn, maar waarvan we toch niets kunnen zien door de blindheid van ons hart. Wat zullen de zwijgende sterren ons zeggen? We kunnen ze aldoor vragen stellen en zullen toch geen antwoord van hen krijgen! Ik geloof, dat we eerder van de wonderbaarlijk wijze man iets naders over de stand van die door hem omschreven levenszon te weten kunnen komen, dan van de sterren, die ons nog nooit iets hebben meegedeeld, hoewel de mensen ons tijdens onze voorstellingen vaak om dingen en omstandigheden vroegen, die ons allang bekend waren en waarover we dan met ernstige, wijze gezichten tegen het volk zeiden, dat we het uit de sterren gelezen hadden. Ja, het blinde volk geloofde dat wel, alleen wij zelf niet, en deze mensen hier zouden het nog veel minder geloven, omdat zij zich in het volle licht van de waarheid bevinden.
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De hoofdmagiër zei: 'In je eenvoud, die ik al zo lang van je ken, ben je werkelijk wijzer dan ik met al mijn kennis en kunnen! Aan jouw inzicht en mening zullen we ons dan ook houden; want door vragen kom je altijd verder dan door eisen te stellen. Maar nu moeten we nog iets vaststellen, en dat is of we hier nog langer zullen blijven of naar de stad af zullen dalen.'
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zei: 'Je gaat met ons mee; die beide Farizeeën zullen wel horen waar wij heengegaan zijn en ons dan meteen achternakomen! Ter plaatse zullen ze wel ervaren hoe het met datgene wat op Mij betrekking heeft, staat; want Ik wil juist dat zij zien wat er buiten op de heuvel allemaal gebeurt, en hun lippen zullen op een heel bijzondere manier verzegeld worden. Ikzelf zal daar weinig of niets doen en Ik zal de beiden alleen door de hun reeds bekende Romeinen, door Rafaël en door de zeven mannen uit Opper-Egypte laten bewerken, en het tweetal zal zwijgen als het graf. Mij zullen zij echter niet herkennen en zij zullen ook weinig naar Mij vragen; want temidden van een paar honderd mensen is iemand niet zo snel te vinden.
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Vergeef ons echter eerst onze vele, grote zonden, vooral die, die wij onmogelijk op de één of andere wijze weer goed kunnen maken! Wat we echter weer kunnen goedmaken, daar zullen wij uit liefde voor u ons ook uit alle macht voor inspannen, om dat weer goed te maken op een wijze die u ons hopelijk vriendelijk en genadig aangeeft. Maar tevens vragen wij u, o heer en meester, vergeving, omdat wij u hier lastig gevallen hebben!'
Hoofdstuk 154: De Heer en de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...