Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 8 van 53

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[12] Eén ding leek mij wel juist, namelijk dat zo'n naar binnen gebogen spiegel de eigenschap heeft de van de zon uitgaande stralen te bundelen, en dat in een veel sterkere mate, dan wanneer men een aantal vlakke spiegels die de zon in haar natuurlijke grootte, zoals ons oog die ziet, weergeven, zo zou opstellen dat alle stralen op een en dezelfde plaats bij elkaar zouden komen, welke plaats dan ook veellichter zou worden dan de lichtvlek afkomstig van een enkele, vlakke spiegel. Er was dus sprake van een duidelijke verdichting van de straal van het zonlicht, en de ervaring leert, dat de vermeerdering van het licht ook een evenredige vermeerdering van de warmte en hitte tengevolge heeft. Zoiets zou echter naar de mening van de overste nooit precies te berekenen zijn; maar het is toch naar zijn zeggen door veelvuldige en goed onderzochte ervaring bevestigd.
Hoofdstuk 13: De mogelijkheid grotere dingen te doen dan de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik zeg jullie: Wie liefde heeft en liefde schenkt, is Mijn kind, Mijn zoon, Mijn dochter, Mijn vriend en Mijn broeder! Wie de liefde echter niet heeft en haar dus ook niet schenkt, is een vreemde en wordt als zodanig behandeld. Als Ik je echter Mijn vriend noem, dan ben je geen vreemde meer, maar behoor je tot Mijn huis door Mijn woord, datje getrouw in je hart hebt opgenomen. Maar ga nu getroost heen en verkondig dat alles aan je broeders!'
Hoofdstuk 15: De Heer troost de Nubiërs, die niet zijn geroepen tot het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Toen ik door Perzië reisde, was ik getuige van een zeer merkwaardig natuurverschijnsel. Het was een gloeiend hete dag, zodat wij met onze karavaan onder grote, schaduwrijke bomen bescherming moesten zoeken tegen de gloeiende zonnestralen. Ongeveer een paar uur voor zonsondergang bemerkten wij een dicht, pikzwart wolkendek, dat vanuit het oosten opsteeg en in onze richting dreef Onze leiders voorspelden een geweldige storm en raadden ons aan het bos niet eerder te verlaten dan dat de storm voorbijgeraasd zou zijn. Dat deden wij en binnen een half uur was de storm met bliksem en donder boven ons. Het kraakte en woedde ontzettend in de bomen en menige sterke tak is toen bezweken en het arme loof van de bomen heeft geweldig geleden. Het begon te regenen, maar niet erg hard, toch werd het donkerder en donkerder. Toen de regen echter een tijdje aanhield, begonnen er tussen de steeds rijkelijker vallende regendruppels uit de wolken ook complete padden bij miljoenen met de regen op de aarde te vallen. Die in het water vielen zwommen vrolijk rond, terwijl er van de padden die op de harde grond terecht kwamen slechts enkele enige ogenblikken in leven bleven. Merkwaardig was het, dat niet lang na deze vreemde storm die ruim een kwartier duurde, toen de bijna ondergaande zon haar hete stralen weer op de aardbodem liet vallen, ook onze padden verdwenen en er niets dan een slijmerige schimmel van hen overbleef en dat ook alleen maar zo hier en daar.
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Heer en Meester over alle dingen! Ziet U, de stralen van de ondergegane zon werpen nog zo'n prachtige gouden gloed over de avondhemel, en de sikkel van de maan wedijvert gewoon met de avondster om het licht van de moeder van de dag te vervangen. Het is zo overheerlijk, Heer, om Uw lichtgevende werken te aanschouwen; maar nog eindeloos veel heerlijker is het gevoel van het innerlijke licht, dat vanuit Uw mond de duisterste hoeken van ons leven verlicht! Wilt U mij, omdat er nog tijd voor is, nog voor het avondmaal duidelijk maken, wat ik mezelf nooit duidelijk zal kunnen maken!"
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Als jullie daardoor de wil van de Heer geheel hebben leren kennen en hem in jullie hart hebben opgenomen, en als jullie dan enkel en alleen volgens deze nieuwe wil in jullie werkzaam zijn, dan zal er tussen jullie en mij ook helemaal geen verschil zijn; integendeel, jullie zullen in staat zijn om zelfs nog veel grotere dingen te presteren, omdat jullie de weg van het vlees al doorgemaakt hebben, terwijl ik deze eens nog door zal moeten maken, wanneer ook ik mijn huidige pure dienaarschap van God wil omruilen voor het kindschap van God. Ik zou nu al liever datgene zijn, wat jullie zijn; maar hier komt het alleen op de wil van de Heer aan, hoe en wat en wanneer Hij het wil!
Hoofdstuk 82: Over de wonderen van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En vooral het volgende moet je heel goed beseffen: Hoe meer kennis je van de zuiver goddelijke wil in je hart hebt opgenomen als voortdurend richtsnoer van je leven in je hart, wel te verstaan -des te wonderbaarlijker en machtiger zullen de gevolgen van je wil uit God zijn!
Hoofdstuk 82: Over de wonderen van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Natuurlijk kun je niet al meteen vanaf het eerste begin in het volle bezit zijn van de goddelijke wil in jezelf als je God tevoren niet In alle volheld hebt opgenomen in je hart door de zuivere, ware, al het andere buiten sluitende liefde; want als God niet volledig in je is, kan Hij ook niet volledig in je willen.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ook vanuit de centrale zon van dit systeem, waartoe ook de zon behoort, kunnen zielen op deze aarde overgeplaatst worden om Mijn kindschap te verwerven; dit is ook mogelijk vanuit de zonnegebieds- en de zonnenalcentraalzon. Echter alleen uit het gebied van hetzelfde zonnenal waarin zich deze aarde bevindt, kunnen ook nog zielen hierheen komen, -maar vanuit de algemene oercentraalzon niet gemakkelijk meer, omdat de zielen van die noodzakelijkerwijs enorme, reusachtige mensen te immens veel substantie in zich hebben, dan dat ze opgenomen zouden kunnen worden door het kleine lichaam van een mens van deze aarde.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] In het centrum van het hart bevindt zich weliswaar ook een zeer groot zenuwcomplex, maar dat is niet de plaats waar het centrale leven is gevestigd. Het is enkel een werkplaats waar de voedingsstof voor het leven, die uit het bloed en uit de lucht komt, opgenomen en bewaard wordt. Van daaruit neemt de centrale levenszenuw deze voedingsstof pas op en bevrucht of zegent deze eerst als een voor het leven geschikte substantie, dat wil zeggen voor het tijdelijke, natuurlijke meeleven van de ziel, want zonder deze zenuw zou de ziel helemaal niet in verbinding kunnen treden met het organisme van het lichaam.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Ja, reeds van oudsher met heel mijn leven, mijn hart en gevoel, met al mijn gedachten en mijn streven en heel mijn wil, - en nu des te meer, omdat ik de Heer heb herkend en Zijn hele wezen voor eeuwig en altijd in mijn hart en in mijn wil heb opgenomen! Ook ben ik nu in mijn woorden en mijn oordeel met betrekking tot de oude Stahar heel wat redelijker; want de mens die zich in het licht bevindt, heeft gemakkelijk praten over de nacht. Overdag is er ook wel schaduw, maar onder iedere boom is het nog altijd veellichter dan in de helderste nacht. En zoals het in de natuur is, zo is het ook in de geest! Bij wie het in hart en ziel dag wordt, die kan zich gemakkelijk druk maken over de nacht van zijn medemens; want zijn Tartarus duistere gedachten zijn nog altijd een helder licht ten opzichte van de nacht van de lichtste hemelse gedachte van een echte Farizeeër.
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar zoals desalniettemin toch geen enkele spiegel, ook geen Alexandrijnse, alles in zijn spiegelbeeld kan opnemen wat er in zijn totaliteit binnen in de zon is en gebeurt, zo kan ook ik niet in mijzelf waarnemen wat de. Heer in Zichzelf denkt en besluit. Op het juiste moment begint Zijn wil dan wel naar buiten toe uit te stralen en ik, evenals allen die zijn zoals ik, nemen die wil dan meteen volledig in ons op en dragen hem uit in de gehele oneindigheid; daarom dragen wij ook vanwege deze eigenschap de naam 'aartsboden', omdat wij de uitdragers en de uitvoerders van de goddelijke wil zijn. En zie, mijn gewaardeerde vriend Roclus, ook nu besluit de Heer iets in Zichzelf; maar ik weet niet waar het uit bestaat, omdat de Heer het nog in Zichzelf vasthoudt en nog niet naar buiten laat stromen!
Hoofdstuk 106: Het beperkte inzicht van de engelen in het denken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want als men iets wil bouwen moet men toch ergens een stevige bodem hebben; want op los zand of op moerassige grond kan men toch geen stevige burcht bouwen. Daarom wil ik mij voortaan zowel voor mijzelf als voor mijn volk alleen aan de liefde houden; wat deze mij zal geven en onthullen, dat zal voor altijd opgenomen worden in het gebied van mijn wijsheid! -Zie ik dat goed?"
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] En hoe komt dat dan? Omdat hij door zijn inspanning en werk de volle waarheid in zijn levende ziel, en niet alleen maar in zijn hersenen geprent heeft! Hij heeft dus de ware geest van de zaak in zijn ziel opgenomen; het waarheidsgetrouwe beeld leeft nu in hem en kan door geen enkel verkeerd beeld van buitenaf meer gedood en vernietigd worden, omdat het een waar levensbeeld geworden is.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En omdat dit allemaal praktisch gebeurt, wordt het ook in het leven van de ziel opgenomen; daardoor wordt de ziel dan ook duidelijk steeds actiever en krachtiger:'
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik ben deze weg, en de waarheid en het leven. Wie Mij waarachtig liefhebbend in zijn ziel heeft opgenomen, maar niet alleen maar gelovig wat betreft het vernomen woord, maar ook geheel en al wat zijn handelen betreft, tot hem zal Ik altijd in de geest komen, en Ik zal Mij aan hem openbaren en hem verlichten zoals een helder opgaande zon de voordien duistere velden van de aarde.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...