Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 8 van 884

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Maar deze mensen, die met de hele wereld en zijn wijzen op allerlei manieren in verbinding staan, zijn door en door opgejaagde sluwe vossen en zij verstaan voortreffelijk de kunst om mensen hun geheimen te ontfutselen! Met vriendelijkheid, strengheid, grootmoedigheid, geduld, zelfs door hun geheimen prijs te geven om bij de ondervraagde een volledig vertrouwen te wekken en zijn tong los te maken, en zo nodig worden nog meer van dergelijke trucjes aangewend om achter de vaak zelfs meest verborgen geheimen van de mensen te komen. Als deze van ieder medelijden gespeende heidenen echter eenmaal in het kennelijke bezit van de slechts schijnbaar hun heerszuchtige plannen in de weg staande geheimen zijn, wee dan degene die zichzelf aan deze onmensen heeft verraden! Zij zijn sluw en slecht en kunnen alleen maar door een enorm sluwe zet van de tegenpartij in toom worden gehouden! Weliswaar kunnen zij langs allerlei verborgen wegen steels achter grote geheimen kome~, -maar nooit achter de geheimen van het hart als de ondervraagde die volhardend weet te verbergen!
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En er is nóg een verschil tussen de indirecte en de directe openbaring, namelijk: De indirecte openbaring geeft de zoekende mens alleen maar dáár het juiste licht, waar hij het speciaal wilde hebben en het lijkt op een goede lamp, waarmee men een donker vertrek helder kan verlichten. De directe openbaring maakt echter alles zichtbaar en lijkt daarmee op de zon midden op de dag, die met haar machtige licht de gehele wereld in al haar grote en kleine voren verlicht.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik herkende meteen die heerlijke, grote wereld waarop ik vóór het bestaan op deze aarde lichamelijk heb geleefd en gewerkt, ja, ik zag zelfs mijn daar nog lichamelijk levende en werkende ouders en geliefde broers en zusters, en de engel bezorgde mij zelfs hier op deze aarde enige zaken die mij daar toebehoorden, die ik meteen als ontegenzeggelijk echt herkende.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] O aarde, ook al ben je als wereld klein vergeleken bij de grote werelden daar boven die in de onmetelijke scheppingsruimte hun eindeloos grote en ruime banen beschrijven, -hoe gróót ben je nu vergeleken bij die daar boven, omdat jij alleen slechts Hem draagt, die zij niet kunnen bevatten!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ik zeg jullie, dat je terwille van Mijn naam altijd van de eigenlijke wereld vervolging en verachting te verduren zult krijgen. Maar daarna, ginds in Mijn rijk, zal het er net andersom uitzien, daarvan kunnen jullie verzékerd zijn, en de macht van jullie wil zal ook nog aan déze zijde de vijand met grote schande bedekken en jullie zullen in het geheim ter wille van Mijn naam juichen! Want jullie weten wie Ik ben en wat alleen Ik jullie kan geven. De wereld, de grote vijand van het licht en van Mijn liefde, weet het niet en zal het ook niet te weten. komen!
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Trek er daarom op uit nu het jullie nooit meer ontbreken zal aan de juiste en grote voorraad. Trek de gehele wereld in, naar de verlaten broeders en zusters en naar al de weduwen en wezen en droog de tranen van hun gezichten en geef hen rijkelijk te drinken van deze zuivere wijn, die Ik jullie allen hier in overvloed te drinken heb gegeven!
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] MATHAËL zegt; "Verheven vriend uit de hemelen van God! Ik ben daar volkomen tevreden mee en heb alleen nog nodig, dat ik door jou vermaand wordt zodra ik, door wat voor omstandigheden dan ook, van de Heer en Zijn orde ook maar het geringste zou afwijken! Want een opstopper op het juiste moment is meer waard dan een wereld vol grote schatten!"
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik meen daarom dat mijn veronderstelling niet te veel uit de lucht gegrepen is, als ik zeg: De Heer heeft niet alleen voor ons, maar ook voor Zichzelf, vlees en bloed aangenomen en Zich zo op de aarde naar ons, Zijn natuurlijk nog erg onbeschaafde kinderen, begeven! Hij had dat, wat Hij zou doen, ál eeuwen van tevoren gezien en wij zijn nu getuigen van de uitvoering van het eeuwige, grote plan! - Raphaël, zeg jij nu of ik nu goed of fout heb geoordeeld!"
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Ook al zou iemand van het einde der wereld hierheen komen, dan moet het voor hem toch zó zijn alsof hij thuis in zijn land in zijn eigen huis was! Zoiets ziet de grote Geest graag en Zijn zegen blijft niet achterwege.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Beschouw mijn woorden als de mij voor jullie geopenbaarde wil van de alwijze en almachtige, grote Geest én houd je daar nauwgezet aan, dan zullen jullie hier gelukkig zijn en zalig aan de andere zijde, in die wereld waarvan ons de zielen die van ons gescheiden zijn, zeggen dat zij uitermate mooi en heerlijk is en waarin wij ook meermalen de grote Geest en Zijn stralende dienaars te zien zullen krijgen.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Tot slot moet ik jullie echter nog iets meedelen wat een lichte geest mij reeds geruime tijd geleden heeft meegedeeld en nu weer, maar nog veel duidelijker dan eerst. 's Nachts zien jullie wel de blinkende, grote ster, die door een kleine vergezeld wordt. De mooie, heldere Kapra (zo noemen de Venusmensen deze aarde) kennen jullie maar al te goed, maar jullie allen weten niet wat Kapra is. Vroeger wist ik het ook niet. De Geest vertelde het mij echter en toonde mij in een soort droomtoestand Kapra als een wereld en aarde die even groot is als de aarde die ons draagt.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] O mensen, mensen, mensen! Hoe vreselijk moet het in jullie harten en hoe duister moet het in jullie zielen zijn, omdat jullie niet datgene hebben gehoord, wat ik nu heb gehoord en omdat jullie ook niet kunnen voelen, wat ik nu voel en mijn verdere leven zal voelen! 0, grote, heilige Vader in de hemel, U die een levensecht smeken ook van een zondaar nooit onverhoord hebt gelaten, -als ik eenmaal scheid van deze wereld van verdriet en dood, laat mij dan enige ogenblikken daarvoor nog eenmaal zo'n toon horen, dan zal ik gelukzalig deze aarde verlaten en mijn ziel zal daarop eeuwig Uw allerheiligste naam loven!"
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Kijk eens naar wat wij moeten doen!? Ik ben nu hier, zoals je ziet. Als de Heer dat echter wil, moet ik op stel en sprong naar een wereld zeer ver hier vandaan en daar zolang blijven als volgens de orde van de Heer noodzakelijk is. Geloof mij, wij zijn daar echt vaak heel ver verwijderd van de persoonlijke tegenwoordigheid van de Heer, -maar in het geheel niet van de geestelijke, want wij zijn daar steeds in God, zoals God ook in ons is en Zijn onmetelijk grote daden doet.
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] CYRENIUS zegt:. "Praat er maar niet meer over! Ik kan mijn Gamiëla Immers met meer van je afnemen, want de Heer heeft haar in zekere zin eerder aan jou dan aan mij geschonken, - en Zijn woord en uitspraken zijn mij heilig, meer dan. heilig! Het minste wat de Heer ook maar wenst moeten wij doen, als wij op Zijn heilige engelen willen lijken! Hier op deze wereld beteken ik nu wel wat zolang Hij mij Iaat leven, maar aan de overzijde in het grote hiernamaals zijn wij allen gelijk en onze huidige schatten blijven op de dode aardkorst achter en worden voedsel voor de alles verslindende tijd.
Hoofdstuk 29: De bescheiden Zinka. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Heer en Vader! Reeds zolang ik de onmetelijk grote genade geniet U vanaf Uw aardse geboorte te kennen, heb ik U ook steeds liefgehad en U was steeds het punt waar al mijn gedachten om draaiden! Maar ik was niet altijd even sterk meester over mijn innerlijke wereld en over de wereld buiten mij. Maar nu geloof ik echter door Uw genade en liefde de nodige kracht gekregen te hebben om onder alle omstandigheden volgens Uw heilige wil, als mens de hele rest van mijn levensdagen te kunnen doorlopen.
Hoofdstuk 33: De belofte van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...