Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3231 resultaten - Pagina 8 van 216

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Laten we maar weg gaan! Wat moeten we verder nog bij hem? We weten nu echt wel, wat we aan hem hebben. We zijn nu toch al vrij lang bij hem en heeft één van ons hem al eens zien bidden? Wie heeft hem ooit zien vasten? Hij houdt geen rekening met de sabbat, de grootste aartsketters en heidenen, Grieken en Romeinen, tollenaars, aartszondaars en wulpse, meegaande hoeren zijn zijn vrienden en vreugde, en daarbij nog goed eten en veel bekers uitgelezen wijn!
Hoofdstuk 146: Kis. Bekering van Kisjonah de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Met Mij is nu de lang verwachte Mensenzoon gekomen. Hij eet en drinkt. Wat zeggen ze nu? Jullie hebben gisteren zelf gehoord, hoe ze over Mij oordeelden en riepen: 'Zie! Wat een vreter en wijnzuiper is deze mens, en ook nog een vriend van de tollenaars en zondaars!'
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Daarvoor heb Ik zeker meer dan genoeg macht. Maar het is voor de Heer van het leven niet nodig om hier recht te spreken; want na dit leven komt nog een leven, dat nooit eindigt, of het nu goed is of slecht, -het duurt even lang. En voor die eeuwige tijd geef Ik nu reeds een rechtvaardig oordeel: Ik vervloek al de steden, waarin Ik zoveel goeds gedaan heb en waarvan Ik nu een loon ontvang zoals jullie dat zojuist hoorden!
Hoofdstuk 148: De vervloeking van Chorazin, Bethsaïda en Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Nathanaël zegt; 'Dus kennen ook wij, Uw getrouwste leerlingen, U nog lang niet, hoewel U ons al zo veel heeft geopenbaard en heeft laten zien Wie U bent?!'
Hoofdstuk 149: De opwekking tot het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen de pas gearriveerde Farizeeën hoorden dat wij de hoge berg beklimmen wilden, vroegen ze aan Kisjonah of ze mee mochten met het gezelschap. Kisjonah zei: 'Als u geen kwaad in de zin hebt, dan biedt de berg, die van hier tot Griekenland ongeveer twintig uur gaans lang en ongeveer vijf uur gaans breed geheel mijn bezit is, voldoende ruimte om ook u op te nemen. Maar ik kan u beslist niet gebruiken als u kwaadwillige spionnen bent van het priesterdom in Kapérnaum en Jeruzalem, want ik ben een Griek en nu een zeer toegewijd aanhanger van de heilige en volgens mijn mening alleen echte leer van deze goddelijke meester van alle meesters, en dan zou ik mij met ieder mij ten dienste staand middel tegen uw gezelschap verweren! Raadpleeg uw hart! Is het zuiver, dan hebt u vrij toegang; is het onzuiver, dan kunt u beter meteen weer daarheen gaan, waar u vandaan bent gekomen!'
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Kisjonah wist ook iets van sterrenkunde af en begon aan de hand van de verplaatsing van de sterren uit te rekenen of middernacht al gauw voorbij zou zijn; want in die tijd had men nog lang niet zulke klokken als thans, en men behielp zich met een onnauwkeurige berekening aan de hand van de stand der sterren.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik antwoord: 'Vriend! Jouw berekening lijkt nergens naar; want wij zijn nog een uur van het midden van de nacht verwijderd. Reken daarom maar liever niet, want de loop van de sterren is anders dan je denkt! Jouw manier van berekenen is onjuist, en daardoor is het vrijwel onmogelijk, dat je aan de stand en de loop van de sterren het midden van de nacht kunt bepalen. Mensen, die dat kunnen, zullen eenmaal wel geboren worden; maar nu is het nog lang niet zo ver.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Kijk, net als jouwaarde, is ook onze maan een wereld! Jouw aarde is rond; en onze maan is dat ook. Jouwaarde wordt steeds maar voor de helft door de grote zon beschenen, en onze maan ook. Bij jou duurt de nacht gemiddeld ongeveer dertien van jullie korte uren, en je aardse dag is ook ongeveer even lang; op de maan echter duren zowel de nacht als de dag ongeveer veertien aardse dag en nachtlengtes, en daardoor ziet je oog vanaf je aarde de voortdurende wisseling van het licht op de maan, - en dat is een groot verschil tussen de maan en jouw zoveel grotere aarde.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het volk sprak er later nog lang over, dat de apostelen door de drie engelen van veraf door de lucht naar Mij op de berg gebracht waren.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Houd daar over op! De ochtendkoelte op deze hoogte zal niemand schaden, maar sterkt ieders ledematen; bovendien duurt het niet lang, en het is nodig omdat anders een bepaald soort geesten, die hier niet nader te omschrijven is, overdag slecht weer zou brengen als ze nu bij zonsopgang niet door sterke vredesgeesten belemmerd werd om op te stijgen.'
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Volgens Genesis schiep God toch al op de eerste dag het licht, en zo ontstond uit de avond en de ochtend de eerste dag. Zeg dan eens welk licht drie dagen lang voldeed om voor dag en nacht te zorgen? En op de vierde dag zegt God weer: 'Laat er lichten aan de hemel zijn!' Dan vraag Ik: Wat zijn dat dan voor lichten die dag en nacht moeten scheiden? Als het op de eerste dág geschapen licht al drie dagen tengevolge gehad heeft; waarom moeten er dan nu op de vierde dag nog meer lichten komen voor datzelfde doel? Daarbij is er alleen maar sprake van 'lichten'; maar over een maan en een zon wordt helemaal niets gezegd! Deze lichten veroorzaken daarbij ook nog tekenen -wat voor tekenen dan? -, vervolgens tijden -welke dan? -, en dagen en jaren -wat voor dagen en jaren dan? -Is de nacht dan niets? Telt de nacht dan niet net zo goed mee als de dag?
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Voordat we nu echter deze berg verlaten, geef ik jullie een opdracht waaraan streng de hand gehouden moet worden, en dat is dat niemand van jullie tegen iemand daar beneden iets vertelt over wat je hier op de berg gezien hebt, tot Ik jullie in de geest daarvoor toestemming geef. Wie dit gebod van Mij niet in acht neemt, wordt meteen met stomheid bestraft; want het volk hier beneden is daarvoor nog lang niet rijp, en jullie zelf ook nog maar ten dele.
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Gedurende de korte tijd dat we hier nog op deze hoogte zullen blijven, zullen jullie nog meer wonderbaarlijke dingen beleven; want Ik wens het geloof van jullie zo krachtig mogelijk te maken. Maar denk bij alles wat je nog zien en horen zult aan het zojuist gegeven gebod; want als je je daar niet aan houdt geldt voor ieder van jullie, dat je een jaar lang getroffen zult worden door de straf waar Ik voor heb gewaarschuwd!'
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Weet je, morgen is het de dag voor sabbat, en die zou Ik nog op deze berg door willen brengen; maar omdat we vandaag nogal lang aan tafel gebleven zijn, en de dag nog maar een paar uur duurt, kunnen we beter plezierig hier bij elkaar blijven en een aantal belangrijke onderwerpen bespreken, en dan valt er nog heel wat voor jullie te beleven; daarom zou Ik nu liever hier bij elkaar blijven!'
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar wie niet verlicht wordt door het ware licht des levens dat uit God straalt, die is dood, ook al had hij in de wereld alle engelenwijsheid geleerd! Hoe lang heeft hij daar wat aan?
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...