Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1563 resultaten - Pagina 8 van 105

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Kijk, de mens kan ook in het water heel slecht vooruitkomen, -want hij heeft geen vinnen en geen zwemvliezen tussen zijn tenen en vingers, maar het verstand dat hij van God kreeg, leerde hem schepen te bouwen, waarmee hij nu verdere waterreizen kan maken dan een vis, die een waterpoel als zijn woonhuis beschouwt, en zich daar nooit te ver van verwijdert. En we kunnen als vaststaand aannemen dat onze latere nakomelingen nog zeer grote vorderingen zullen maken in de kunst van de scheepsbouw. Wie weet of het de een of andere wijze niet nog eens zal gelukken om zich met behulp van kunstvleugels, net als de oude Indiërs, in de vrije lucht te verheffen!"
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] THOMAS zegt: "Maar, broeder Judas, zeg eens, wat voor kwaads en beledigends heb ik nu tegen je gezegd dat je zo boos op mij bent? Is het dan soms niet waar dat je maar al te vaak, zover ik weet, met God de Heer getwist hebt omdat Hij de zon zo ver van de aarde af gezet heeft en omdat Hij jou geen vleugels heeft gegeven om te vliegen, zoals alle stomme vogels in de lucht?"
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De OVERSTE vraagt: "Waarheen reist hij, wanneer vertrekt hij en waar is hij vandaan gekomen? Kan ik hem nog zien en spreken?"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[27] Maar voor deze Jezus is, net als voor God, alles mogelijk! Voor Zijn wil is een berg net zo nietig als een zonnestofje! Aarde, lucht, wind, water en vuur gehoorzamen Hem als lammetjes hun herder, en de bliksem leidt Hij duizend keer beter dan de beste schutter de pijl van zijn boog! -Wat volgt hier echter uit? Nu vraag ik u, als onze overste daarover ons uw mening te geven!"
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Het is begrijpelijk dat de leerlingen niet in zo'n heel goede stemming waren; zij gaven veelopmerkingen over Mij ten beste en het commentaar was niet van de lucht, en zelfs PETRUS zei: "Wist Hij dan voor ons voor vannacht niets beters te bedenken dan een zekere dood in de golven? Dat is toch echt een beetje vreemd van Hem! Ik durf haast niet verder te laten roeien, want binnen een tiental meters komen we boven ondieptes, klippen en zandbanken en ik als vergrijsde schipper, sta dan niet voor de goede afloop in! Het is daarom beter dat we zeker tot morgenvroeg hier op deze hoogte blijven!"
Hoofdstuk 96: De leerlingen op de stormachtige zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Mijn God, als Hij, aan wie hemel en aarde gehoorzamen, van ons af zou willen, dan kostte Hem dat toch slechts een ademtocht en dan stonden wij aan het andere eind van de wereld, net zoals Hij ongeveer drie weken of hoogstens een maand geleden in het hooggebergte van Kis, dat we hiervandaan nog goed kunnen zien, ook slechts een ademtocht nodig had en daar maakten wij een bliksemsnelle reis door de lucht en waren in een ogenblik bij Hem op de berg! -Beste Judas, kom alsjeblieft bij mij niet aan met zulke belachelijk domme gedachten over Hem, want daarmee geef je steeds een bewijs van je ongeloof!"
Hoofdstuk 96: De leerlingen op de stormachtige zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] JUDAS Iskariot bromt daar tussendoor: "Hij zal jullie in het vervolg waarschijnlijk niets meer geven! De uurzandloper is intussen al viermaal omgedraaid, terwijl wij hier nog steeds tussen lucht en water zweven, ofwel tussen leven en dood, en ik ontdek nog altijd geen vaartuig dat ons zou volgen!"
Hoofdstuk 96: De leerlingen op de stormachtige zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Mijn rondleider deed dat meteen en na zijn laatste woord schoten er hoge en zuivere vlammen op en de voormalige geraamtes, waarvan nu geen spoor meer te ontdekken viel, stonden als complete mensén levend en bewegend, ook zo'n stuk of honderd, voor ons, begroetten ons en dankten de overste voor de bewezen genade. Deze stuurde ze naar buiten in de frisse lucht, die ze nu het eerst nodig hadden.
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] BARTHOLOMÉUS zegt: "Dat is haast belachelijk, en ik heb deze kunstmatige maan met vijftig andere sterke mannen heel vaak op een verschrikkelijk lange stang vanuit de erker van de burcht in een schuine stand in de lucht naar buiten moeten houden! De maan zelf bestaat uit een ronde zeef van ongeveer twee spannen breedte, die aan beide zijden met wit perkament is overtrokken. De zeef heeft een doorsnede van tien royale handbreedtes en is inwendig, dat wil zeggen tussen de beide perkamentdeksels -en wel in het midden van de cirkel -voorzien van vier olielampen, die als ze branden binnen de twee perkamentdeksels veel licht geven. De naar de burcht toegekeerde zijde is met tamelijk grote zeer zwarte letters in drie talen beschreven. Als een vreemde nu snel naar een bepaald venster gebracht wordt, ziet hij schijnbaar de beschreven volle maan aan de hemel, die zoals reeds gezegd, door vijftig sterke mensen schuin boven, hoog in de lucht wordt gehouden op een ongeveer twaalf klafter lange stang, die door de vreemden vanuit het bepaalde venster niet kan worden gezien. -Nu, wat vindt je van die volle maan?"
Hoofdstuk 98: Het bedrog van de Esseense wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Daarop zegende Ik de kinderen en de beide vrouwen, die Ik als één vrouw zegende, omdat beiden één van zin en één van hart waren en nooit ruzie of onmin hadden. Na de zegening liet Ik de twee vrouwen en de zestien kinderen weer gaan en zei tegen Ebahl: " Je kunt echt blij zijn met je kinderen, want er is er niet één bij die geestelijk of lichamelijk bedorven is. Ze zijn allemaal kerngezond en hebben nog kristalzuivere harten, vol vroomheid en gehoorzaamheid, en je beide vrouwen zien er nog heel jeugdig uit! De ziekteverwekkende lucht schijnt op jouw huis geen invloed te hebben!"
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] EBAHL zegt: "Ja, voor degenen, die hier geboren zijn, zijn de lucht en het water geheel onschadelijk, - maar niet voor de vreemden, want vaak wordt iemand hier na een paar dagen al zo erg ziek, dat hij soms een heel jaar niet van het ziekbed af kan komen! Als hij de ziekte eenmaal doorstaan heeft, kan hij blijven zolang hij maar wil, - en dan blijft hij gezond.
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De OVERSTE zegt: "Maar we hebben geen geld bij ons, want als wij reizen nemen wij nooit geld mee, dat is bij ons wettelijk voorgeschreven! Waar moeten we dan geld vandaan halen?"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Nu wendde de hoofdman zich tot Mij en zei: "Heer en Meester uit de school van God, leer ons onbevreesd de waarheid, en wat het volk in het vervolg moet doen met betrekking tot de menselijke voorschriften! Ik weet dat hemel en aarde en alle elementen U gehoorzamen, en dat U met de geringste ademtocht van Uw mond deze booswichten net zo gemakkelijk als stro in de lucht kunt verstrooien als waarop U in staat was de zee te gebieden om ons als een vaste ondergrond te dragen. Met al mijn macht, die zeker niet gering is, ben ik maar een zwak mens tegenover U, maar toch sta ik tot de laatste man en de laatste druppel bloed tot Uw dienst! Deze miserabele booswichten zullen de stad Genezareth leren kennen!"
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De ENGEL zegt: "Luister, mooie hemelse bloem, ik zal je in de naam des Heren meteen uit de verlegenheid helpen! Kijk daar beneden ligt de uitgestrekte en diepe zee van Galiléa! Wat zou je er van zeggen als ik haar op zou heffen uit haar grote en diepe bekken en dan in de vorm van een grote waterbol vrij in de lucht ongeveer een uur lang tastbaar en zichtbaar op zou hangen?"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De ENGEL zegt: "Kijk achter je! De zee is leeg en tot op de laatste druppel zweeft al haar water nu vrij in de lucht, goed zichtbaar voor jouw ogen!"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...