Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

448 resultaten - Pagina 8 van 30

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] STAHAR zegt: "Zijn jullie dan doof!! Zei ik jullie dan niet dat die jongeman waarachtig een engel van God is, dat de Messias in de wereld is en dat wij Hem Zelf zullen zien en horen?! Dat en niets anders moeten jullie geloven!"
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Slechts één ding zouden wij hier te weten willen komen en dat is: of de reeds in de wereld zijnde, lang beloofde Messias Zich soms hier ergens in de buurt van deze plaats ophoudt! Die te zien en misschien zelfs een woord van Hem te horen, zou nu voor ons een grote stap vooruit betekenen!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De opperstadhouder heeft mij zelf daarover een zeer netelige vraag gesteld die maakte dat ik bij het beantwoorden daarvan het erg benauw.d kreeg! En daarom vermoed ik nu niets meer of minder dan dat die wonderbare Jezus uit Nazareth onmiskenbaar de ons door de engel aangeduide Messias is, die nu op aarde moet zijn. Deze Messias is misschien zelfs een van de vele aanwezigen hier, die Zich om heel wijze redenen met eerder aan ons kenbaar wil maken dan wanneer wij Hem wat meer waardig zullen zijn dan tot op heden helaas het geval was!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Daarom ben ik van mening en dat zeg ik heel openlijk tegen jullie allen: Als de zaken zó staan, keren wij de tempel en zijn waardeloze heiligdommen voorgoed de rug toe en sluiten ons met iedere vezel van ons leven aan bij de Messias der Joden! -Wat is jullie mening daarover?"
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Wij zijn nu alleen erg nieuwsgierig naar de Messias, die vrijwel zeker uit Nazareth afkomstig is! Zou het misschien diegene zijn uit het grote gezelschap, die een rozekleurig gewaad draagt met daarover een Griekse lichtblauwe merinosmantel en zeker de mooiste haren heeft die wij ooit bij een man hebben gezien?!"
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Ook alle anderen geven hem een zekere verborgen hoogachting, die mij echter niet ontging! Als dat eventueel geen keizerlijke prins uit Rome is, dan zou ik nu al zweren dat déze mens de Messias is en geen ander!"
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Als de grote Messias nu naar ons toe zou komen, zou ik in zekere zin helemaal zonder angst en speciale schroom met Hem spreken, want ik kan niet minder zijn dan ik ben en Hij ook zeker niet méér dan Hij van eeuwigheid tot eeuwigheid is!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Aan onze kant staan nu met een verschrikkelijk grote nummer één, de Messias en een engel uit de hemelen, die veel machtiger schijnt te zijn dan degene die eens de jonge Tobias heeft geleid. En wereldlijk hebben wij bij ons een nog belangrijker nummer twee, de opperstadhouder van geheel Azië en een deel van Afrika, die een natuurlijke oom is van de tegenwoordige, regerende keizer van Rome. Ook al zouden ze met de hele hel van Jeruzalem hierheen komen, dan zouden wij hen toch nog net zo de baas worden als de geprikkelde leeuw iedere nog zo sluwe vos de baas kan worden! -Wat vinden jullie nu van dit alles?"
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Wanneer zij zo op hun gemak de oever van de zee weer bereiken, zegt STAHAR tegen zijn metgezellen: "Het is toch merkwaardig, na deze vrijwel algehele opheldering van Cyrenius over de Messias voel ik mij heel wonderlijk, enorm behaaglijk! Een zeker gevoel van verzorgdheid komt er over mij, alsof ons allen op deze wereld nu niet het geringste meer ontbreekt! Tevens overvalt mij toch een zeer eigenaardige schroom en vrees voor de Heer der eeuwigheid, want wij kunnen nu na datgene wat wij gezien en gehoord hebben, niet meer verhelen dat Hij waarachtig is, wat Cyrenius van Hem heeft gezegd! Een gesprek met Hem zal nu een heel aparte gewaarwording voor ons zijn! Onze anders zeer vlotte tong zal ons zeker de dienst weigeren!"
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar nu begrijp ik ook wie het eerst ons gedrag in de stad aan Cyrenius heeft verraden, dat zeker niet zo loffelijk was, -dat wil zeggen: ons gedrag. Maar nu is alles veranderd! Het toeval, waarvan onze Messias Jehova vooraf beslist veel voorzien zal hebben -gesteld dat de nazon van gisteren soms niet helemaal Zijn werk was -heeft ons met één slag vrijgemaakt van het oude juk der domheid. Daarover kunnen wij nu wel erg blij zijn, want wat voor hinderlijke en beledigende dwaasheden zal de loze tempel hierna nog allemaal voor de mensheid uitbroeden, die wij dan weer geheel en al zouden hebben moeten uitvoeren! Maar laat ze nu maar komen! Wij zullen ons Romeinse burgerrecht beslist op zo'n manier onder hun neus duwen, dat hun daarop horen en zien in alle toonaarden zal vergaan!
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het komt mijzelf en ook zeker al mijn gezellen voor als een droom! Het is volkomen realiteit en nooit kan al datgene wat hier gebeurde, ontkend worden. Maar er gebeurde hier in korte tijd zoveel buitengewoons dat het niet in één keer is te bevatten. Wij geloven zonder twijfel alles wat hier is en gebeurt, en dat U de Messias bent waarover alle profeten hebben geprofeteerd, is net zo zeker als het feit, dat de oude Romein opperstadhouder is over geheel Azië, tenminste voor zover dit door de Romeinen is veroverd. Maar aleer wij alles tot ons hebben laten doordringen, zal het nog wel enige tijd duren!
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dus, wij geloven allen vast en zeker dat U de beloofde Messias bent ondanks Uw, volgens aardse verhoudingen, zeer onaanzienlijke afstamming, die ons min of meer bekend is. Uw aardse ouders zijn arm en Uw vader was, naar wij weten, een timmerman uit Nazareth. De afkomst van Uw moeder kennen wij niet en daarom is het des te buitengewoner dat een redder, die reeds aan de eerste mens van deze aarde werd voorspeld, onder zulke buitengewoon nederige en armoedige omstandigheden op deze wereld wilde komen, terwijl Hem geestelijk toch al in eeuwigheid alle voordelen van een mogelijke, vorstelijke geboorte ten dienste gestaan moeten hebben.
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Hoe denken jullie nu over de beloofde Messias, die volgens de voorspelling van alle profeten juist in deze tijd moet komen voor de verlossing van de Joden? Geloven jullie als verstandige mensen daar werkelijk iets van, of hechten jullie, zoals thans velen dat doen, geen waarde aan zulke voor het menselijke verstand te mystiek gehouden voorspellingen?"
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Met betrekking tot de beloofde Messias zeggen wij ja noch nee. Als er echter een echte, in de Schrift deskundige, wijze ons deze zaak duidelijk wil maken, dan zal hij ons als Joden en mensen zeer aan zich verplichten. Mocht u daaromtrent enig houvast kunt geven, vertel het ons dan, aan onze dankbaarheid daarvoor zal het nooit ontbreken!"
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Het ons door U uitgelegde beeld van Elia is weliswaar heel treffend en mooi met betrekking tot de te verwachten Messias, die hoogstwaarschijnlijk alleen maar zuiver geestelijk gezien moet worden, - maar wat de andere profeten daarover voorspellen is uiterst mystiek, heeft een goede uitleg nodig en een nog beter geloof, dat gelukkig bij ons helemaal niet meer te vinden is!
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...