Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 8 van 184

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[15] De mond der rechtvaardige spreekt wijsheid, en zijn tong leert het recht; de wet van God is in zijn hart, en zijn voeten glijden niet uit. Maar de goddeloze loert steeds op de rechtvaardige en zoekt hem te doden. Maar de Heer staat niet toe dat hij in handen valt van de goddeloze, en verdoemt hem niet als hij door de goddeloze wordt veroordeeld.
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Als het doen van wonderen echter zo weinig gewenste resultaten oplevert, en volgens Uw heldere uiteenzetting, o Heer en Meester, wetten die van buitenaf dwingen, nog geringere en slechtere resultaten geven, terwijl er voor het opnemen van de vrije leer nauwelijks vijf van de duizend mensen geschikt zijn, dan meen ik geen ongelijk te hebben als ik nogmaals de belangrijke vraag stel: Wat moet men als leraar dan doen? Het wonder richt iemand te gronde, de strenge wet eveneens, -en voor de vrije aanname van de leer der goddelijke wijsheid is slechts zelden een mens geheel geschikt! Hoe kan men zich met succes uit dit dilemma bevrijden? Hoe kan men met een schip zodanig tussen de welbekende Scylla en Charybdis laveren, dat men noch door de één, noch door de ander wordt verslonden?"
Hoofdstuk 31: Jaïrus spreekt over de invloed van wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] PETRUS zegt: "Als het nodig is, kunnen ook wij, door de kracht van de Meester in ons, zulke daden verrichten en wij begrijpen ook precies hoe ze zonder meer moeiteloos plaats kunnen vinden. Als u een echte leerling van Hem wilt zijn, zult ook u zulke dingen kunnen doen en tevens goed begrijpen wat u doet! Want de liefde is hier de wet, en de wijsheid voert die uit!"
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan richt Cyrenius zich tot de beide ENGELEN en vraagt hen hoe dat nu mogelijk was. Maar zij wijzen met hun hemels mooie handen zeer eerbiedig naar Mij en zeggen met heldere en welluidende stem: "Zijn wil is ons bestaan, onze kracht en onze snelheid! Uit ons zelf kunnen wij niets; als Hij wil, nemen wij Zijn wil in ons op, en kunnen daardoor dan alles. Onze schoonheid, die nu al uw aandacht opeist, is onze liefde tot Hem, en deze liefde is niets anders dan Zijn wil in ons! Als u echter net als wij wilt worden, neem dan Zijn levend woord in uw hart op en volg dat vrijwillig, dan zult u daardoor ook net als wij de almachtige kracht en sterkte van Zijn woord in u hebben. Als Hij u dan zal roepen om naar Zijn wil te handelen, dan zullen u alle dingen mogelijk zijn, en u zult meer kunnen doen dan wij, omdat u geheel uit Zijn liefde bent ontstaan, terwijl wij alleen nog maar uit Zijn wijsheid voortkomen. Nu weet u hoe gemakkelijk wij dat, wat u zo verbaasde, kunnen doen. Handel in de toekomst geheel naar Zijn woord, dan zullen ook u heel wonderbaarlijke dingen mogelijk zijn!"
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] SARAH zegt: "U alleen bent de Heer en de onbegrensde liefde en wijsheid Zelf, en wat U doet is wijs gedaan; maar ik kan het toch niet helpen, dat ik zo zielsveel van U houd en U daarom ongedeeld zou willen bezitten! U moet dat van mijn kinderlijke hart maar door de vingers zien, want het is nog zo dom in de liefde!"
Hoofdstuk 41: Het wezen van de ware liefde. Aan de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De VRAGENDEN trekken zich een beetje verbouwereerd terug en zeggen: "Werkelijk, het onderwerp is zo helder als glas, en toch stelden we zo'n domme vraag!? Het ligt zo voor de hand! Als we vaak over de oude dagen spreken, dan moeten er ook jonge en jongste zijn! Dat was, was, was, was -toch erg dom van ons! Vanuit Zijn oneindige wijsheid moet er toch oneindig veel geduld opgebracht worden om ons te dulden!"
Hoofdstuk 42: De jongste dag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De aardse mens kan wel de grootste wijsheid van de engelen verdragen, maar hun liefde kan hij alleen maar dan verdragen als hij in zijn hart op één hoogte staat met hun liefde.
Hoofdstuk 45: Engelenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na deze heerlijke gebeurtenis kwam CYRENIUS weer naar Mij toe en zei: "Heer, ik heb veel dingen met de beide engelen besproken, maar uit alles wat zij tegen mij zeiden leerde ik niets meer, dan wat ik al door Uw goedheid en genade wist. Het heeft dus niets nieuws gebracht! Maar wat mij in ieder geval zeer verwonderd heeft, is, dat de twee onbeschrijflijk mooie jongemannen in zekere zin alles zo onbewogen aanzien! Wat zij leggen getuigt van diepe wijsheid, en de klank van hun stem is mooier ~ de verrukkelijkste harmonie van de eoluslier. Hun gelaatstrekken zijn steeds als het zuiverste morgenrood, hun adem geurt naar rozen, jasmijn en amber, hun haren lijken net zuiver goud en hun albastwitte handen zijn zo rond en vertonen zo'n buitengewoon tere symmetrie, dat ik daarvoor op aarde werkelijk niets vergelijkbaars kan vinden. Hun borst is volkomen gelijk aan die van een ontluikende maagd, zoals ik er slechts eenmaal een gezien heb in een streek aan de Pontus, en hun voeten zijn al even mooi en hebben heerlijk weelderige verhoudingen; kortom, -men zou uit pure liefde tot deze beide wezens razend worden! Maar bij al deze glorieuze, onbeschrijflijk voortreffelijke eigenschappen, die slechts liefde en duizendvoudig meer liefde uitstralen, waarmee zij zelfs de hardste steen zo week als was zouden kunnen maken, zijn ze toch zo koud en ongeïnteresseerd als een marmeren beeld in hartje winter! En dat maakt mij ook bijna zo koud als zij zijn.
Hoofdstuk 45: Engelenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Als Jehova nog niet eens zo logisch kan spreken en leren als een armzalige Griekse filosoof, dan zou Hij beter eerst bij de Grieken les kunnen gaan nemen, vóór Hij Zijn volkeren, die zeker niet met z'n allen op hun achterhoofd gevallen zijn, waarheid, orde en wijsheid kan gaan leren!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Geloof je dat wij echt zo dom zijn dat wij niet zouden kunnen beoordelen wat nu voor onze ogen gebeurt? Oh, dan vergis je je lelijk! Maar wij gebruiken de wijsheid van onze vaderen, die vroeger alles vele jaren nauwgezet beproefd hebben, vóór zij het aangenomen hebben zoals het was!
Hoofdstuk 50: Verdediging der oudsten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Liefde met ernst en wijsheid is een eeuwige wet; wie daarnaar handelt doet geen misstap, en de vruchten daarvan zullen goed en heerlijk smaken. Heb je Mij helemaal begrepen?"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] CYRENIUS zegt: "Ja Heer, volkomen en zo was het in de wereld altijd al. Een te goede toegeeflijke bestuurder is gauw klaar met regeren, maar ook een te despotisch strenge blijft zelden lang. Ik meen, ongeveer midden tussen die beiden bevindt zich de wijsheid, het geluk en de daarbij behorende duurzame bestendigheid!?"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] CYRENIUS zegt: "Lieflijke dienaren van God, vertel mij daarover verder niets meer, want het begint mij te duizelen! Wie zou dat ooit hebben kunnen dromen? En jullie kunnen dat allemaal zo gezegd in één blik overzien? Wat een macht en diepe goddelijke wijsheid moeten jullie bezitten! Maar omdat ik zo weetgierig ben, vertel me dan nog heel in het algemeen wat er zich eigenlijk op de eindeloos vele en eindeloos grote zonnen bevindt!?"
Hoofdstuk 57: Een hulsglobe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Aan de ene kant zitten de Romeinen als de berg Sinaï bijna op onze nek, aan de andere kant de zoon van de timmerman, die opeens, als uit de hemel gevallen, van lummelachtige krullenjongen getransformeerd is in een profeet, zoals er sinds Abraham nog nooit een onder de Joden heeft geleefd. Alles loopt hem na, groot en klein en jong en oud! Als Jehova nu Zelf naar de aarde zou afdalen, dan is het maar de vraag of Hij grotere dingen zou doen of zou kunnen volbrengen! ledere ziekte geneest hij door alleen maar op een afstand iets te zeggen, de doden roept hij uit de graven en geeft hen een volkomen gezond leven terug! Ook beveelt hij de winden en de golven der zee en zij gehoorzamen hem als de slaven hun meester! Als hij spreekt, is alles doortrokken van de diepste goddelijke wijsheid en iedereen is in de ban van de macht van zijn woord en volgt hem van de ene stad naar de andere. Bovendien heeft hij de groten uit Rome helemaal aan zijn kant, die hem als hij dat nodig zou hebben met hun legioenen ten dienste staan. Maar wij staan juist aan de rand van de verschrikkelijkste afgrond, en kunnen ieder ogenblik verslonden worden, en hebben ook niet één sterfelijk wezen aan onze kant -behalve deze oude slapers in de synagoge! Dus vraag ik nogmaals: Wat moeten wij doen?
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] CHIWAR zegt: "Waarlijk, ik moet jullie wijsheid prijzen! Wij leven en werken nu al zo lang tesamen en toch heeft zich nog nooit een gelegenheid voorgedaan om jullie, mijn gezellen, op een wijze zoals nu te leren kennen. Het verheugt mij dan ook bijzonder dat ik met jullie ook mensen in plaats van domme tempelknechten in mijn gezelschap heb. Desalniettemin blijft de verschijning van de timmerman het buitengewoonste wat ooit, zolang de aarde door mensen bewoond wordt, door menselijke zintuigen is waargenomen. Daar verzinkt Adam met al zijn duizendjarige belevenissen en gezichten bij in het niet! Een Henoch kan bij het geestelijke bedelvolk gerangschikt worden; Abraham, Isaäk en Jacob, Mozes, Aäron en Elia zijn arme stakkers bij ons vergeleken! Eén dag schenkt ons nu meer wonderbaarlijks en ongehoords dan alle oer- en aartsvaders ooit beleefd hebben!
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...