Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 8 van 63

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Wat baten de mens alle schatten der aarde, die hij niet kan meenemen, wanneer hij voor eeuwig van deze aarde moet scheiden?! Zal hij ze kunnen meenemen? Maar Gods schatten, die Hij geestelijk voor ziel en geest heeft geschapen, nemen wij ook met ons mee in het grote hiernamaals en voor ons zullen zij alles in alles zijn: spijs, drank, woning en kleding en het volkomen eeuwige leven vol klaarheid, vol licht en vol van het hoogste geluk!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt: " Ja, mijn beste vriend, als je zo gaat vragen zijn we nog lang niet klaar, want je geest ligt nog diep onder de huid van je lichaam verborgen, terwijl de geest van Ribar al ver buiten zijn huid is doorgedrongen, waardoor met hem gemakkelijk gepraat kan worden. Je zou net zo goed kunnen vragen, waarom God op aarde zoveel stenen heeft geschapen en waarom niet alleen maar zachte, vruchtbare aarde, waarom zoveel water op de wijde vlakten waarop men geen akkers en wijngaarden kan aanleggen, waarom zoveel doornstruiken en zoveel soorten distels waaraan echt geen druiven en geen vijgen groeien. Maar ik zeg je, dat dat allemaal in hoge mate nodig is en dat het ene niet zonder het andere zou kunnen bestaan. Om je in 't kort en heel oppervlakkig de wijze redenen daarvan te laten zien zou een periode van vele duizenden jaren vergen, terwijl een ontwaakte en rijpe geest al dat oneindig vele in enkele ogenblikken helemaal kan begrijpen, als hij zich daarvoor interesseert. Maar omdat een volmaakte geest veel hogere en betere levenszaken te doen heeft dan naar de oorzaak van de stenen, het water, de dorens en distels te zoeken, Iaat hij dat graag over aan de wijze voorzorg van de Heer der oneindigheid. "
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het is inderdaad degene, waarvan u zelf dacht dat Hij het was! Kijk naar Hem en bedenk: Dit is Jehova Zelf als mens onder de mensen! Dat is Hij, die hemel en aarde heeft geschapen en alles wat daarin en daarop is!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, dat zijn heel steekhoudende overdenkingen, waardoor minstens vier vijfde deel van ons bestaan volgens ieder gezond verstand tegenover iedere God is te verontschuldigen en daarom vrees ik ook geen geest en geen God! Iets slechts heb ik nooit gedaan, behalve dat ik zo nu en dan zomaar als mens plezier had aan een dartel meisje, en dat lag toch ook weer aan mijn aard! Waarom moesten de vormen van een mooi, jong meisje mij dan zo geweldig bekoren? Heb ik zelf zo'n overheersende begeerte in mijn wezen gelegd? Daar weet ik niets van! Wie maakte dan dat mijn gevoel voor liefde zo moeilijk te bevredigen is? Wie heeft in mij de honger en de dorst geschapen? Waarom moet ik dan eten en drinken? Kijk, dat wordt allemaal in ons veroorzaakt door hogere krachten, die wij niet kunnen dwingen! .Tot op zekere hoogte kunnen wij ons zelf wel verloochenen, daarboven houdt het echter op! Maar als dit nu zo is, welk verstand, reiner dan het mijne, en welke wijsheid kan dan in staat zijn om mij, vanwege mijn toestand en mijn doen en laten, voor een streng gericht te dagen? Zeker niet van een mens die net zo helder denkt als ik, -en nog veel minder van een allerhoogste en stralende God! Waarom zou ik dan zo'n kinderachtige angst hebben voor een God?"
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Met zulke volkomen eigenschappen kan Hij echter ook onmogelijk ooit ergens in de gehele oneindigheid een schepsel hebben geschapen voor een eeuwige kwelling! Ja, een wezen door allerlei bittere en pijnlijke ervaringen reinigen, hier of in het hiernamaals, is iets heel anders. Want de mens is een werk van God, dat zich volgens de wijze orde van God zelf in de zedelijke sfeer moet vervolmaken om datgene te worden waartoe het door de Schepper bestemd is!
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Toen zag de mens pas de overgrote, heilige waarheid en de volle werkelijkheid van zijn vermoeden en hij was erg blij met U, maar hij had ook een terechte vrees voor U omdat U hem, net als alle dingen, had geschapen.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Heb Ik de mensen geschapen voor de luister, of alleen maar voor de alles gelukkig makende liefde?!
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Weet u en uw duistere tempel dan beter dan Ik, waarom God de mensen heeft geschapen en hoe de verhouding is tussen God en mensen?!
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] SCHABBI zegt: "Heer en meester vol van goddelijke kracht! Ik hoef daar niet veel over na te denken. Ik begrijp alles al wat u mij hiermee wilt zeggen. U wilde mij onder ogen brengen, dat als men in de sferen der hogere wijsheid zoekt, het daar dan net eender toegaat als in de sferen van de stoffelijke schepping. Wij mensen weten en begrijpen daarvan eigenlijk helemaal niets behalve de globale buitenkant en datgene, wat wij daarvan met onze grove, stoffelijke zintuigen waarnemen en wat betreft vorm, kleur, geur en smaak aan de geschapen dingen kunnen onderscheiden. O, hoe weinig en eigenlijk helemaal niets begrijpt en weet de mens en toch meent hij zeer wijs te zijn en is trots op zijn schamele beetje kennis! En wat weet hij dan? Niets, maar dan ook helemaal niets!
Hoofdstuk 205: De uitdaging van het niet begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zei: "Vriend! Adam en zijn eerste nakomelingen hadden tenten noch hutten, of zelfs gerieflijk ingerichte huizen. De aardse bodem en een schaduwrijke boom was alles voor hen en zij rustten heel veel nachten onder de vrije hemel en waren gezond en sterk. Zelfs geen deken voor hun lichaam konden zij maken. Een.krans van vijgenbladen ter bedekking van hun schaamte, was hun hele lichaamsbekleding en allen bereikten een leeftijd van enige honderden jaren! Thans hebben de mensen echter alle levensgemakken uitgevonden en in de plaats van één verloren aards paradijs er zelf vele honderdduizenden geschapen en kijk nu is een leeftijd van honderd jaar een wonder geworden!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, heeft God tevergeefs engelen en mensen en ook alles wat bestaat geschapen. Hij zou dan zonder meer eeuwig alleen blijven en Zijn schepselen, hoe mooi ook, zouden net zoveel van Hem weten als wat het gras weet van de maaier die het afmaait en tot hooi laat drogen.
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ook zien wij aan alle schepselen, dat de grote Geest het meest houdt van de ronde vorm. Want hoe volmaakter een schepsel is, des te volmaakter is ook de ronding van zijn vorm. Daarom moeten ook wij alles wat wij maken afronden, want daaraan heeft de grote Geest een bijzonder welgevallen en dat moet Hij ook wel hebben omdat wij, wezens naar Zijn evenbeeld geschapen en met Zijn zintuigen begaafd, ook alleen aan ronde vormen het grootste genoegen beleven. Daarom is voorschrift, dat alles wat wij maken behoorlijk rond moet zijn. Wie zonder noodzaak en wettige toestemming iets hoekig en zelfs spits maakt, roept het misnoegen en de toorn van de grote Geest over zich af!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Kijk naar de aarde! Hoeveel duizenden beken, rivieren en stromen er ook in zee uitmonden, toch wordt deze daardoor geen streep groter. Ook al bedenk je ieder ogenblik nóg zo veel scheppingen, zij zullen zich in de oneindige ruimte steeds op gelijke wijze verliezen als de myriaden maal myriaden waterdruppels die ieder ogenblik in zee vallen en daarin verdwijnen. Wees dus maar niet bang dat er te veel geschapen zou worden, want in de oneindigheid is eeuwig ruimte en plaats genoeg voor het oneindige, en God is machtig genoeg om alles eeuwig te bewaren en naar een uiteindelijk hoofddoel te leiden!"
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Waar ligt het dan aan dat de wet van Mozes, zoals die tot nog toe in acht werd genomen, ondanks de zuiver goddelijke oorsprong onzinnig moet zijn? Dat ligt aan het geweldige misverstand over datgene, wat Mozes met dit gebod voornamelijk heeft bedoeld: Het algemene ouderpaar van Gods grote natuur, namelijk de aarde, met het voor de mensengeslachten geschapen hemellichaam als vader, en haar schoot, waaruit steeds maar door talloze kinderen van allerlei soort en geaardheid worden geboren, als de echte moeder! Dit oeroude ouderpaar moet de lichamelijke mens dus steeds eren en achten en hij moet het nooit, omdat hij te verwend is, de rug toekeren, dan zal hij met een gezond lichaam een lang leven krijgen en het zal hem ook echt goed gaan.
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Omdat U, heilige Meester, die dingen weet, die alleen maar Diegene kan weten die ze heeft geschapen, zeg ik: Ook al bent U, heiligste Vader, voor ons ook in het vlees verborgen, toch herkent mijn hart U! U bent precies Dezelfde Die door Mozes op de Sinaï Uw uitverkoren volk de heilige levenswetten hebt gegeven en Die door de mond van de geheiligde profeten steeds tot het volk hebt gesproken! U bent de door U Zelfbeloofde, en vervult nu het grote Godswoord van Uw eeuwige Vaderliefde aan Uw nu nog zwakke en onmondige kinderen. Laat ons spoedig manlijk en sterk worden, dan zal uit ons hart en uit onze onsterflijke mond U lof betuigd worden op een wijze zoals al de hemelen U, o heilige Vader, nog nooit hebben geloofd! , ..
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...