Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2588 resultaten - Pagina 8 van 173

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Alleen voortdurende werkzaamheid voor het algemeen welzijn van de mensen is goed! Want al het leven is een vrucht van de voortdurende en onvermoeibare activiteit van God en kan daarom slechts door ware werkzaamheid in stand gehouden worden en voor de eeuwigheid bewaard blijven, terwijl uit het nietsdoen alleen maar de dood voor de dag komt en komen moet.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Zoals echter de rust van het lichamelijke hart duidelijk de dood van het lichaam is, zo is ook de vergelijkbare rust van het hart der ziel, de dood van de ziel!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Want de mensen moeten door de nood en allerlei tegenspoed aangezet worden tot werkzaamheid, omdat ze anders trage, gemeste ossen zouden worden die zichzelf vetmesten als voer voor de eeuwige dood!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Natuurlijk kun je zeggen: 'Door nood en tegenspoed ontstaan ook toorn, wraak, moord en doodslag en nijd, hardvochtigheid en vervolging!' Dat is beslist waar; maar hoe erg deze zaken ook zijn, de gevolgen daarvan zijn toch nog beter dan de luie rust, die dood is en geen goed en ook geen kwaad veroorzaakt.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Want daardoor wordt de ziel steeds meer gescheiden van haar geest en kan zij deze niet meer opwekken, en dat is in de mens dan al het begin van de tweede dood.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Laat je niet in het minst storen! Uiterlijk kunnen wij met z'n allen niet tegen dit ondier op, want het is een volwassen leviathan: maar onze innerlijke kracht dwingt hem tot aan het eind van de wereld te vluchten; maak je dus helemaal geen zorgen! Een klein uurtje nog, en dan hebben jullie de slagbomen en grensvestingen van de dood doorbroken, en dan zal de heerschappij over de hele hel en haar leger jullie loon zijn!'
Hoofdstuk 225: De leviathan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Binnen een kwartier zijn de schippers van het Kapérnaumse schip bij ons en vragen aan Baram, of Ik Mij op het schip bevond; want in Kapérnaum hadden ze gehoord, dat Ik in Kis was. Ze waren door de overste Jaïrus gezonden om Mij te vragen naar Kapérnaum te komen; want het dochtertje van Jaïrus, dat Ik pas een paar weken geleden uit de dood opgewekt had, was weer zo ziek geworden, dat geen dokter haar meer kon helpen. 'De overste is bang dat ze dood gaat. Jullie zullen een grote beloning krijgen, als je ons naar Jezus van Nazareth kunt brengen!', zeiden de schippers ten slot te tegen Baram en zijn schepelingen.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar Ik zeg tegen hem: 'Broeder, zeg maar niets; want Ik weet alles allang en heb het je al in Jesaïra gezegd, dat het zo met deze lasterlijke soort zou gaan. Om Mij te vervolgen en Mijn leer verdacht te maken, loochenden zij dat de dochter van Jaïrus ziek en dood was; ze had alleen maar heel gezond geslapen, en Ik had haar op een heel natuurlijke manier gewekt en daarna bedrieglijk voorgewend dat Ik haar uit de totale dood opwekte.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Baram gaat nu vlug aan dek en zegt: 'Geëerde afgezanten van de overste! Ik vind het echt jammer voor u dat ik u van Jezus, de Heer, geen gunstig antwoord kan brengen! Maar daaraan hebben de Kapérnaumers zelf schuld; want nadat Hij destijds het dochtertje van de overste wezenlijk uit de zichtbare en voelbare dood weer tot het volle leven gewekt heeft, verklaarden zij, de Farizeeën van deze door Hem vervloekte stad, al gauw daarna dat Hij een bedrieger was. Zij hebben voor het hele volk bewezen en verklaard dat Jaïrus Jezus slechts op de proef wilde stellen en daarvoor zijn kerngezonde dochtertje op een speciaal gemaakt doodsbed had gelegd; en toen had de bedrieger Jezus, die niet vermoedde dat het een val was, haar natuurlijk heel gemakkelijk uit de dood tot leven kunnen wekken, hetgeen hij deed - zoals ik van een paar mensen gehoord heb - door haar behoorlijk hard in haar hand te knijpen, omdat hij inmiddels gemerkt had dat ze leefde, en toen was ze maar liever opgestaan dan de pijn in haar hand nog langer te moeten verdragen.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Eigenlijk was het de bedoeling van de overste geweest - zoals ik gehoord heb -dat het dochtertje zich niet zou hebben laten wekken, opdat men dan. Jezus snel als volleerde oplichter had kunnen pakken en te gronde richten. Maar door het ontwaken werd dit mooie plan verijdeld; want het volk was er vast van overtuigd, dat de dochter die voor dit doel een paar dagen daarvoor al kunstmatig ziek werd gehouden echt uit de dood was opgewekt.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Jaïrus zegt: 'Denkt u, dat die verheven beroemde Jezus die mijn dochter al eens uit de echte dood opgewekt heeft, zoals hij de dochter van de overste Cornelius opwekte waar mijn dochter een paar dagen geleden deze kwaal opliep, haar ook niet meer kan genezen?'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Nu haalt Borus een flesje uit de zak en Iaat het aan de nijdige Farizeeën zien onder de veelbetekenende woorden: 'Kijk dit wapen is machtiger dan tien legioenen. Ik weet mijzelf wel te beschermen; maar als ik het open, dan bent u allemaal ogenblikkelijk dood! Weet dus dat boven dit flesje ook met grote waarschuwende letters 'maar' staat geschreven! Als u nu iets met mij uit wilt halen, dan wordt dat meteen vereffend!'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] De Farizeeën schrikken ontzettend bij het zien van dit dood en verderf zaaiende flesje, waarin een krachtig en snel dodend gif bewaard werd, dat door haar zeer doordringende en zich buitengewoon snel verspreidende geur ieder, wiens neusgaten het bereikt, verdooft en doodt.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wij mensen hebben een gevoelige huid en een nog gevoeliger maag; deze twee willen tevreden gesteld worden, en daarom blijft ons niets anders over dan het verstand en de rede maar aan de kapstok te hangen en met de stroom mee te gaan, of als een verachte bedelaar ergens in een hoek van de aarde dood te gaan als wild, dat door een geworpen steen verwond is.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Joses zegt: 'Heer en broeder, wij geloven allen. Hoe zouden wij het niet geloven, terwijl wij toch vanaf Jouw geboorte steeds bij Je waren en zoveel tekens gezien hebben die overluid verkondigden wie Jij was. Broer Jacob heeft een groot boek volgeschreven vanaf Je geboorte tot aan Je twintigste levensjaar, waarna Je tot Je huidige leeftijd geen teken meer hebt gedaan, en Je hebt samen met ons als een heel gewoon mens gewerkt en geleefd, zodat wij bijna vergeten zouden zijn wie Je bent, als de dood van onze geliefde vader Jozef een paar jaar geleden ons niet geweldig had wakker geschud.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...