Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 8 van 98

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Het ergerde hen vooral, dat Ik na de maaltijd arm in arm met de tollenaars in een mooie, grote, aan het meer liggende tuin ging wandelen, en ook tegen de vijf aardige dochters van Kisjonah heel hartelijk en vriendelijk was, omdat ze een echte en diepe liefde voor Mij opgevat hadden. Ik noemde ze zelfs ook heel liefdevol en vriendelijk 'Mijn lieve bruiden', wat de Farizeeën helemaal ontzettend zondig vonden!
Hoofdstuk 146: Kis. Bekering van Kisjonah de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Kisjonah nodigde ook de doornatte en vermoeide groep uit voor het middagmaal; maar zij namen de uitnodiging niet alleen niet aan, maar begonnen te morren en scherpe verwensingen te uiten tegen zulke sabbatschenders en sabbatbrekers; want een echte Jood mag voor zonsondergang niets doen en ook niets eten, -het was slechts toegestaan om driemaal te drinken.
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Beste kinderen, jullie, die hier bij Mij op de echte markt van het leven zit, Ik zeg je: Fluit niet meer voor deze dwazen; want hun geest is verlamd en kan daardoor niet meer dansen. En houdt ook maar op met klagen; want hun gemoed is een uitgedroogde steen!
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar wee deze en alle latere vijanden van Mijn orde! Waarlijk, die zullen duizendvoudig voelen Wie het was Die zij weerstreefden en met Zijn echte volgelingen met alle vloeken belaadden!
Hoofdstuk 149: De opwekking tot het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar als een echte profeet in een huis komt en als zodanig aangenomen wordt, zal degene die hem als een echte profeet opneemt, of ook als hij een door de profeet gezondene in naam van de profeet opneemt, hem aanhoort en in zijn hart rekening houdt met diens woorden, in het hiernamaals in het Rijk van God het loon van een profeet krijgen. En wie een rechtvaardige in de naam van een rechtvaardige opneemt, -dat wil zeggen, als zo iemand als rechtvaardig bekend staat en die naam hem toekomt, of ook als hij niet als zodanig bekend staat, maar door degene die hem opneemt als zodanig erkend wordt en hem zo opneemt, zonder van de rechtvaardige een bewijs te vragen -, die zal eenmaal in het hemelrijk het loon van een rechtvaardige ontvangen. (Matth. 10:41)
Hoofdstuk 141: Eerste uitzending van de apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen de pas gearriveerde Farizeeën hoorden dat wij de hoge berg beklimmen wilden, vroegen ze aan Kisjonah of ze mee mochten met het gezelschap. Kisjonah zei: 'Als u geen kwaad in de zin hebt, dan biedt de berg, die van hier tot Griekenland ongeveer twintig uur gaans lang en ongeveer vijf uur gaans breed geheel mijn bezit is, voldoende ruimte om ook u op te nemen. Maar ik kan u beslist niet gebruiken als u kwaadwillige spionnen bent van het priesterdom in Kapérnaum en Jeruzalem, want ik ben een Griek en nu een zeer toegewijd aanhanger van de heilige en volgens mijn mening alleen echte leer van deze goddelijke meester van alle meesters, en dan zou ik mij met ieder mij ten dienste staand middel tegen uw gezelschap verweren! Raadpleeg uw hart! Is het zuiver, dan hebt u vrij toegang; is het onzuiver, dan kunt u beter meteen weer daarheen gaan, waar u vandaan bent gekomen!'
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Tevens vormen deze geesten van de aartsvaders, profeten en echte koningen een afscherming tussen de werkelijke hel en deze geestenwereld, zodat de hel haar niet verduisteren, verpesten en verleiden kan.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar Gods ware licht, aangestoken in het hart van de mens, dat is de morgen die met en uit de voorafgegane avond de eerste echte dag in de mens teweegbrengt.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Zo worden zelfs afzonderlijke delen van de mens aangegeven. De kennis heeft een eigen plaats: de zee van de mens. En de als een vruchtbare bodem uit de kennis ontsproten liefde, wordt steeds door de zee, zijnde de totale kennis van het echte licht, omspoeld en gesterkt om steeds rijkelijker allerlei edele vruchten voort te brengen.'
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dit zaad van de kennis gaat echter als volgt te werk: het wekt de levenskracht die in de aarde sluimert, en deze verzamelt zich dan meteen steeds meer rondom het zaad en maakt, dat dit ontkiemt en een plant wordt die veel vrucht geeft. Of wel, de echte kennis wordt in het hart omgezet in de daad, en uit de daad volgen dan allerlei werken; en daarover heeft Mozes het met zijn wijze woorden in zijn Genesis, en wel in het al hiervoor woordelijk besproken eerste hoofdstuk, de verzen 11 en 12.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het uitspansel dat Mozes bedoelt, is de vaste wil volgens de ordening van God, die voortkomt uit het juiste begrip en uit de liefde, die het gezegende aardrijk des levens is. Deze wil kan slechts voortkomen uit de vruchten schenkende volheid van de echte liefde tot God in het mensenhart, die ontstond uit het hemelse licht dat God in de mens liet stromen toen Hij zijn innerlijke duisternis verdeelde in avond en morgen. Deze echte liefde tesamen met het juiste inzicht en het ware verstand, hetgeen zich in de mens uit als een levend geloof, is de hemel in de mens. En de daaruit ontsproten vaste wil om te voldoen aan Gods orde is het uitspansel in de mens. En aan zo 'n uitspansel geeft God, als dat geheel overeenstemt met Zijn liefdevolle wil, nieuwe lichten uit de hemel der hemelen, ofwel de zuivere vaderliefde in het hart van God. En de lichten verlichten dan de wil en maken dat deze het inzicht krijgt van de engelen en verheffen daardoor de geschapen mens tot het ongeschapen Kind van God, dat zich door de eigen vrije wil nu aangepast heeft aan de goddelijke ordening!'
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Zolang de mens een schepsel is, is hij tijdelijk en vergankelijk en kan niet blijven bestaan; want ieder mens is als natuurlijk schepsel slechts een bruikbaar vat ten nutte van de echte mens, die zich daarin met voortdurende hulp van God kan ontwikkelen.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit ongeschapen eeuwig levende licht aan het uitspansel in de mens is vanaf dat moment het enige dat leiding geeft aan de echte dag in de mens, en deze leert het vroegere vat om zich geheel om te vormen naar zijn eeuwig ongeschapen goddelijk wezen en zo de hele mens tot een Kind van God te maken.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ieder geschapen mens heeft een levende ziel, die ook een geest is en de nodige bekwaamheid heeft om goed en echt en kwaad en onecht te onderscheiden en ook om zich het goede en echte eigen te maken en het kwade en 'onechte uit zich te bannen; maar de ziel is desondanks geen ongeschapen, maar een geschapen geest en kan daarom op zichzelf nooit het kindschap van God verkrijgen.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Thomas komt er ook bij staan en zegt: 'Kwam je nu maar eens een keer met een echte vraag bij de Heer! Wij allen, die uitgezonden waren, hebben toch dezelfde luchtreis hierheen gemaakt? Wij weten echter, dat Hij het zo heeft gewild, en daarmee is voor ons de hele luchtreis hierheen meer dan voldoende verklaard, ook al was die erg ongewoon! Als jij beter en waarachtiger geloofde Wat en Wie onze Heer en Meester is, dan zou zo'n vraag nog niet eens in de slechtste en domste droom bij je opkomen!'
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...