Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8806 resultaten - Pagina 8 van 588

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] RAPHAËL zegt, terwijl hij zachtmoedig glimlacht: 'Zie, mijn vriend, ook jij hebt al drie volle bekers wijn achter je kiezen, dat wil zeggen de geest daarvan en daarom is je verstand nu nog kritischer dan daarvoor! Je hebt aan jouw kant gelijk als je beweert dat de demonen, al is hun aantal nog zo groot, absoluut geen enkele macht kunnen uitoefenen over een mens die zich volledig in de liefde tot God bevindt; want van een onderling verenigde kracht kan bij hen geen sprake zijn daar ieder van hen zich in de grootste zelfzucht en eigenliefde bevindt en daarom niemand op de gedachte komt om z'n buurman op een of andere manier te steunen, uit vrees dat deze heimelijk en heel verborgen weer een voordeel zou kunnen behalen, waardoor het hem dan zeker tevergeefs zou berouwen.
Hoofdstuk 96: Demonen en hun invloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ja, als een mens vrij en uit zichzelf roept en in zijn hart zegt: 'Heer, ik ben te zwak om mijzelf met de mij door U aangereikte middelen te helpen; helpt U mij met Uw arm! ~ wel, dan heeft die persoon zelf de hogere hulp verdiend met zijn eigen wil en door zijn eigen inzicht en gewaarwording van zijn ontoereikende kracht! Dan kan de Heer ook meteen met alle noodzakelijke macht en kracht Zijn invloed aanwenden en een zwakke ziel ogenblikkelijk helpen.
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wel wordt het in het gevoelscentrum van zijn hart, dat men 'geweten' noemt, ingefluisterd, en van tijd tot tijd krijgt hij stevige waarschuwingen van ons. Als hij zich hier maar enigszins iets van aantrekt, is er van verloren gaan en bedorven raken geen sprake meer. Dan komt de verborgen hulp onophoudelijk van boven en verleent de ziel steeds meer inzicht en kracht om zich meer en meer los te maken uit waar hij in verstrikt is geraakt; dan is er slechts enige goede wil voor nodig en dan gaat het al met grote schreden voorwaarts, - minstens tot het punt waarop de mens, voor een hogere openbaring geschikt, door Gods Geest Zelf wordt gegrepen en in het ware levenslicht verder wordt geleid.
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zelfs in de zielen van dieren is een drang (instinct) geplant die geheel aan hen zelf is gegeven, volgens welke zij, en wel ieder op zijn eigen manier plegen te handelen. Het zou helemaal onjuist zijn om aan te nemen, dat deze schijnbaar spraak en verstandloze schepselen hun handelingen verrichten als machines die door een kracht van buitenaf in werking worden gezet. Als dat het geval was, dan zou zelfs het allerbeste huisdier nog niet voor het meest eenvoudige werk afgericht kunnen worden en zou het zeker geen gehoor geven aan de mens, als deze hem roept.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En, vriend, precies zo gaat het met een mens die door de verschillende wereldstormen een ware levens zandsteppe is geworden! Het ontbreekt niet zozeer aan de mogelijkheid om een volledig lichtmens te worden; maar waar haalt de mens de kracht, het geduld en ook de vereiste middelen vandaan, vooral als hij er bijna geheel alleen voor staat?! Ja, hier bij deze buitengewone, nog nooit voorgekomen gelegenheid wordt natuurlijk de meest woeste zandsteppe nog gemakkelijk tot een bloeiend paradijs, fysiek en geestelijk! Dat komt door de almacht van de Heer die van water de beste wijn en van stenen het best smakende brood kan maken!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Dit is dus allemaal door de zon bewerkstelligd, dat wil zeggen door het licht en de warmte ervan. En precies zo gaat het met de mens en zijn ziel! Wanneer hij door een wet in acht te nemen die de beste orde uit God behelst, zijn ziel tot een steeds grotere werkzaamheid kan brengen, zal het in zijn zielook steeds lichter en levenswanner worden in alle sferen van het leven. Daardoor zal zij zichzelf steeds helderder en zuiverder kennen en zo ook de goddelijke kracht, die steeds meer in haar binnenstroomt en ook een steeds intenser en hoger leven in haar doet gedijen.
Hoofdstuk 123: Wijsheid als gevolg van liefdevolle werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Zolang de mens zo'n behoefte niet in zichzelf voelt, maar geheel als een dier, onbekommerd wat betreft zijn levenssfeer in wat voor toestand deze. ook overgaat, maar voortleeft, en eet als een poliep op de zeebodem, dan is er in hem nog geen rijpheid voor een hogere openbaring aanwezig; maar mensen, die naar van alles op zoek zijn, zoals er nu zelfs onder de heidenen buitengewoon veel zijn op bijna een derde van de bewoonde aar:de,. die ook vol begeerte naar het bezitten van zaligheid verlangen ook al is die slechts gedroomd, en die vaak begraven zijn in allerlei hartstocht, die zijn een rijp 'gewas', rijp voor het zien van hogere dingen, voor de waarheid, dus voor Mijn rijk; en daarom zijn er veel maaiers nodig, leraren uit Mijn school, toegerust met alle liefde, geduld, zachtmoedigheid, wijsheid en kracht.
Hoofdstuk 128: De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Als Ik de natuur van ieder mens reeds zo gevormd had dat hij zich reeds vanaf de geboorte zonder toedoen van zichzelf in de hoogste voleinding zou bevinden, wat voor oefening zou er dan voor hem nog zijn voor het leven en om op eigen kracht vooruit te komen?!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Gelijk aan de wijnzak is het hart van de mens, dat door de waarheid steeds meer leven en kracht krijgt, maar door leugen en bedrog uiteindelijk zelf, in plaats van drager van het leven, in de volledige dood moet overgaan.
Hoofdstuk 178: De weg tot het ware geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik ben weliswaar uiterlijk net zo'n mens als jij; maar in mijn hart ben ik niet meer alleen maar voor mijzelf levend, maar Gods kracht woont door mijn grote liefde voor Hem in mijn hart en is één geworden met mijn liefde. Daarom kon ik ook vanuit de kracht van God alles zien en waarnemen wat er zich met jou en je gezelschap tijdens je reizen heeft afgespeeld. Hierin ligt alles besloten!
Hoofdstuk 178: De weg tot het ware geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Wel, zie, nu hebben we eigenlijk het punt bereikt waarvoor wij naar jullie toe zijn gekomen, en jullie zullen van ons de Schepper van al de talloze wonderwerken niet alleen nader leren kennen, maar zo volkomen als maar mogelijk is, alsook Zijn gemakkelijk te vervullen wil vernemen, omdat ieder mens pas door het volkomen vervullen van de goddelijke wil die hij heeft leren kennen, tot een waar, van alle wijsheid en kracht voorzien kind van de allerhoogste en enig ware God wordt. Wij hebben voorheen al eens enkele woorden laten vallen over de verwachte Messias van de joden. Ik zou nu graag van jullie geheel vrij je mening over deze joodse aangelegenheid willen vernemen. Spreek daarom zonder terughoudendheid!"
Hoofdstuk 202: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Dat men wel iets kan zeggen over een beperkte ruimte en over een afgemeten en begrensde tijd, weet men van oudsher uit ervaring; want het begrensde kan iets wat aan hemzelf verwant is, wel vatten, maar nooit iets wat in de hoogste graad niet aan hem verwant is. En bijna hetzelfde geldt voor het bevatten van de begrippen 'kracht', 'licht' en 'leven'. Wel bezit de mens kracht, licht en leven; maar tot nog toe is geen enkele wijze in staat geweest om hiervan een duidelijke en geheel en al begrijpelijke definitie te geven en zodoende ook ik niet, omdat ik bij alles wat ik ben het minst een wijze ben. U, goede meester, heeft mij gevraagd en ik heb u geantwoord. Als u ons deze begrippen volledig bevredigend kunt uitleggen, zullen wij u daarvoor zeer dankbaar zijn."
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zegje: Deze geest is het, die alles in de mens schept en ordent; de ziel is echter als het ware slechts zijn substantiële lichaam, zoals het stoffelijke lichaam een behuizing is voor de ziel, en dat zo lang, tot deze hierin een bepaalde degelijkheid heeft bereikt. Is dit gebeurd, dan gaat de ziel meer en meer over in de geest en zodoende ook in het eigenlijke leven, dat in en op zichzelf een ware kracht is en het waarste licht, en voortdurend uit zichzelf de ruimte, de vormen, de tijd en de duurzaamheid van de vormen hierin doet ontstaan, deze met leven vervult en zelfstandig maakt. En zoals deze voortkomen uit de oneindigheid en eeuwigheid van het volledig ware leven, bevatten zij daarvan ook voor en in zichzelf het oneindige en eeuwige voor alle tijden der tijden en eeuwigheden der eeuwigheden.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] En zo kunnen jullie niets aan de mens vinden wat vergankelijk en begrensd is, maar alleen wat veranderlijk is op weg naar een bepaald geestelijk doel, en zodoende is het best mogelijk dat een mens oneindige en eeuwige zaken, tijd, ruimte, kracht, licht en leven heel goed begrijpt, omdat dit allemaal in hem aanwezig is.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Volgens uw opvatting bergt de mens ongetwijfeld het oneindige in zich en zodoende ook het eeuwige; maar of hij daarom ook bij het beste onderricht het oneindige en eeuwige, de wezenlijke kracht, het licht en het leven zelf kan bevatten dat is nog een heel belangrijke andere vraag. Ik wil weliswaar niet zeggen dat het onmogelijk is dat iemand met een zeer verlichte geest zoiets bereikt -want de talenten van de mensen zijn verschillend en de een begrijpt iets heel gemakkelijk wat voor een ander na jarenlange inspanning, denken en proberen toch geheelontoegankelijk blijft; maar dat het niet gemakkelijk is om met deze begrippen overweg te kunnen, zal iedereen mij toegeven die zich ooit enigszins heeft beziggehouden met zaken die iets uitstijgen boven het gewone dierlijke leven op aarde.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...