Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13521 resultaten - Pagina 8 van 902

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] IK maakte Mij echter niet druk over hen, maar zei slechts: "Wat zoekt u? Uw gedachten gaan alleen maar uit naar deze wereld en haar kostbare materie. Hier gaat het echter om zuiver geestelijke zaken! U heeft echter zelfs nog nooit begrepen wat materie is, hoe denkt u dan te kunnen begrijpen wat puur geestelijk is? En u, Essenen al heel speciaal! U predikt aan uw volgelingen een God en een opstanding, en u maakt veel kosten om wonderen te doen om daarmee aanhangers te winnen voor uw blinde leer! Uw principe is: 'Men moet goedwillend de mensen bedriegen en beliegen als men ze gelukkig wil maken, want de waarheid doodt de welvaart van de mensen van deze aarde!'
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Vriend doe wat je wilt, Ik leg je hier geen beperkingen op, maar als je hier een bepaald ambt wilt uitoefenen, dan moet je nu naar buiten gaan en dat buiten met hen in het bijzijn van enige van je onderaanvoerders bespreken!"
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De naast Mij staande JARAH zegt: "Maar Heer, U spreekt alsof U ons al zou willen verlaten!? O ik smeek U, blijf toch nog een paar dagen bij ons, want U bent toch mijn leven! Hoe zou ik zonder U kunnen leven? U moet hier blijven, ik laat U niet gaan! Zonder U zou ik moeten sterven!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Vriend, dat alles zal ons niet verhinderen om de Morgenkop te beklimmen. Wie het pad kent, komt veel sneller boven, dan hij die het eerst nog moet zoeken. Laten we daarom op weg gaan; binnen twee uur zijn we allen boven, dat wil zeggen, degenen die zin hebben om samen met ons de berg te beklimmen!"
Hoofdstuk 129: De Heer en de twee Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] IK zeg: "O jij kleine wijsneus! Wie zou zoveel stralend licht in jou zoeken!? Ik zeg je dat er op aarde maar heel weinig zijn zoals jij, maar één ding moet Ik nu ondanks al Mijn grote liefde voor jou zeggen, en dat is, dat je in de toekomst veel zuiniger om moet gaan met je zuivere wijsheid en dat je alleen dan je mond moet opendoen als het werkelijk nodig is. Hier is het echter niet nodig, omdat Ikzelf, zoals je ziet, aanwezig ben en ook in staat ben de vragen van iedereen heel passend en diepgaand te beantwoorden!
Hoofdstuk 130: Een wonderbaarlijke bergbeklimming. Bij Genezareth op de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar het begint nu te schemeren en wij zullen onze vrienden gaan wekken! Ze moeten echter beslist na elkaar gewekt worden. Jij moet verder aan niemand iets over al het geziene vertellen vóór je een wenk zult krijgen van Mijn en nu ook jouw engel, die Ik zichtbaar, maar anders gekleed, tot aan je volwassenheid bij je zal laten. De andere engelen moeten nu weer onzichtbaar worden -het zij zo!"
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Maar nu gaan wij naar Jarah, - die moet ons haar twee souvenirs laten zien! Want ik heb haar op de bodem van de zee, toen een hemelse geest het water er tot op de laatste druppel uithief, een mooie parelmossel zien oprapen en in haar schort doen, en ik zag ook de lichtende steen die zij uit een zonnewereld meenam, waar de hemelse geest haar gebracht had. Als die twee genoemde voorwerpen net zo werkelijk aanwezig zijn als deze vernieuwde berg, dan hebben we meer bewijzen dan we nodig hebben!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] De HOOFDMAN voegt daar aan toe: "Ja, ja, jouw vader heeft gelijk! Nu ben je nog maar een kind, en het brandt al in je hartje als in een kalkoven! Het bezit nu weliswaar het hoogste wat het kan verlangen en het kan niet meer naar iets minders snakken. Als echter dit hoogste, ?m je geweten te beproeven, zich uit je hart terug zal trekken, dan zal Je hart gaan hongeren naar liefde! En als het deze spijs lang moet ontberen, dan zal het weldra zijn lange armen naar andere voorwerpen uit gaan strekken om zich te verzadigen! Want hoewel de honger van de maag pijnlijk is, de honger naar liefde is toch nog duizendmaal pijnlijker.
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Daarom zei Ik tegen jullie dat je je schoolhuizen vrij en open moet bouwen, opdat iedereen uit en in kan gaan als hij wil! In jullie school mag helemaal niets geheim zijn! Wijd degene, die wil, in, voor zover hij het begrijpen kan, want ik verkoop jullie met Mijn leer geen kat in de zak, - Ik zeg jullie alles open en duidelijk en doe nergens geheimzinnig over, behalve als het verstandiger is voor het welzijn van de mensen. Wees daarom ook open tegenover iedereen bij wie je een goede wil ziet! Maar wees bij alles ook verstandig, want de openheid hoeft niet zover te gaan dat men de zwijnen de edele en kostbare parels voor zou werpen!
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Met dit antwoord gaat de bode weer terug en brengt het aan de genezen MENSEN over. Maar die zeggen: " Als men iemand eer en lof wil geven, moet men het niet vooruit aan hem vragen! Men moet erheen gaan en hem naar waarheid en welvoeglijkheid de hem toekomende lof en dank brengen, dan kan men pas met een goed geweten vertrekken! Laten we daarom maar moedig gaan, dan zal hij ons, omdat wij met de beste bedoelingen ter wereld naar hem toekomen, de toegang niet weigeren!"
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] De HOOFDMAN zegt: "Oh, dat is ontzettend wijs gesproken, dat begrijp ik gewoonweg niet, dat moet de Heer mij Zelf uitleggen! -Maar nu is het echt wel de hoogste tijd om in huis te gaan en daarom zullen we er niet verder op ingaan."
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Ook Mij maken de mensen toornig en Mijn hart maken ze door hun onverbeterlijkheid treurig; maar toch verdraag Ik hen en kastijd hen steeds in liefde, opdat ze zich zullen verbeteren en in zouden mogen gaan in het rijk van het eeuwige leven, waarvoor zij geschapen zijn. Als je dus een goed rechter wilt zijn, dan moet je Mij in alles navolgen!
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JARAH antwoordt halfluid en wat verlegen: "Nu ja, in dat geval moet het beslist wel juist zijn. Als je mij dat eerder verteld had, zou ik echt niets op je aangemerkt hebben! Als men ter wille van de bekende onaantastbaarheid van de menselijke wil met alle mogelijke zachte middelen niets kan uitrichten, blijft er natuurlijk niets anders over dan een onaangenaam middel te gebruiken. Nou, nou, wij zullen elkaar best gaan begrijpen, alleen moet je niet meteen zo fel reageren! Jouw zachte manier van spreken bevalt mij erg goed, maar als je fel wordt en mij letterlijk onder je woorden bedelft, dan is uit jouw mond zelfs de zuivere waarheid niet prettig om aan te horen.
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] IK zeg: "Jullie kunnen de leer van liefde, zachtmoedigheid en geduld voorlopig wel op een apart blad opschrijven, - maar niet bij het in het hoofdboek reeds geschrevene, want Ik zal nog vaker daarover spreken en zal het jullie wel zeggen wanneer je het moet opschrijven. - Laten we nu echter gaan rusten en ons nogmaals oefenen in de innerlijke zelfbeschouwing, die gelijk staat aan een echte sabbatviering in God!"
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Zo zijn de meeste ziekten, die de mensen moeten doorstaan, niets dan hinderpalen om te voorkomen dat de ziel één zou worden met het lichaam, dat, zelfs bij de kinderen van het licht, afkomstig is uit de verbannen satan. Het enige verschil voor de kinderen van het licht is, dat, als hun ziel aan het lichamelijke wil gaan hangen, hun lijden door de hemel veroorzaakt wordt. Ook het lijden van de kinderen van de wereld wordt voor dit doel door de hemelen bevolen en toegelaten, maar van oorsprong zijn het hellepijnen. Het lichaam van het wereldkind moet die als een volledig deel van de hel mee lijden, als de hel een stekende pijn voelt wanneer de geweldige invloed van de hemel een deel van haar leven grondig wegrukt! - Begrijp je deze uitleg nu ook?"
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...