Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 8 van 2415

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Om zo'n bezit zal wel niemand haar benijden, en het zal opnieuw heel lang duren voor zo'n ziel uit zichzelf een verbetering van haar toestand in haar woonwereld tot stand zal brengen. Dan zullen er pure krachtmiddelen nodig zijn om haar gemoed tot leven en werkzaamheid te brengen! Pas door zeer veel noodsituaties zal zo 'n ziel tot een beeld over zichzelf komen dat er uiterst treurig zal uitzien, en aan de hand daarvan zal zij op haar grondgebied beginnen om de wegen te ordenen, waardoor zij niet meer zo gemakkelijk in de allerhoogste nood en vertwijfeling kan komen!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar laten we het niet hebben over de verhoudingen die hier aan déze kant heersen, want die zijn de vrucht van de verdorvenheid van de ziel, die we nu grondig kennen, maar laten wij ons eens richten op de meer dan ijzingwekkende gevolgen in het toekomstige, grote hiernamaals! De haren rijzen te berge alleen al bij een serieuze gedachte aan de meer dan afgrijselijk erbarmelijke toestand waarin zo'n verdorven ziel terechtkomt! Welke vloek is kleurrijk genoeg om dat door een menselijke mond te laten beschrijven?! Slechts de grootste kwellingen van het vuur, dat in de ziel zelf woedt, kunnen haar door middel van een onbeschrijfelijk gevoelige les in een wat draaglijker toestand brengen, waarvoor altijd meteen zoiets als een eeuwigheid, in de tijd gezien, nodig is! Hoe ontzettend veel zielen zullen dus vanaf nu, over myriaden jaren pas goed in de diepste en ijzingwekkendste ellende terechtkomen, om het pas weer na nogmaals myriaden aardse jaren maar net een haartje vrijer en zodoende draaglijker te krijgen!
Hoofdstuk 242: Schijnbare onrechtvaardigheden bij het leiden van zielen hier en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De geringste uiting van Mijn macht is dan voldoende om duizendmaal duizend van zulke zielen uit het lichaam te verwijderen, waarvan een voorbeeld, dat vandaag nog gegeven zal worden, je nog meer zal overtuigen. Als de geesten eenmaal uit het lichaam zijn, zul je zeker een behoorlijke zwakte in je lichaam voelen, die aanhoudt tot de ziel zich weer meester gemaakt heeft van het gehele lichamelijke organisme. Zodra dit heeft plaatsgevonden, beheerst. de oude, helemaal gezonde ziel weer het lichaam; hier werd dus alleen het lichaam en niet de ziel door Mijn almacht geholpen. Maar wanneer een ziel als zodanig door haar eigen wil verwoest is, kan Mijn almacht niet helpen, maar alleen liefde, onderricht en geduld, omdat iedere ziel zelf moet gaan. bouwen en zich met het haar gegeven materiaal zelf moet vervolmaken. -Begrijp je dat nu? Als je nog iets niet duidelijk is, vraag het dan, want het is nu de tijd van de.algehele uitleg over alles, en jullie hebben veellicht nodig om alle anderen in al hun duistere levenskamertjes zo goed mogelijk te verlichten!" ..
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] CYRENIUS zegt: 'Dat heeft zo'n haast niet; want met een eerbetoon vol lege woorden is hij niet gediend, en andere schatten heeft hij niet nodig, omdat hij daarvan al meer dan genoeg heeft.
Hoofdstuk 18: De rechtsstrijd tussen Cyrenius en Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] CYRENIUS zegt: 'Nu vooruit dan, - als jij het beter weet dan ik, laat het dan maar een wonder blijven! Maar het 'hoe' en 'door wie' hoef je helemaal niet te weten; want daartoe is meer nodig dan alleen maar haastig hierheen te komen en op slimme wijze achter zo'n geheim te gluren!
Hoofdstuk 19: De eigenlijke bedoeling van Roclus en zijn metgezellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ik vroeg de boeteverkondiger, die overigens heel vriendelijk was waarin dan de naboetedoening van deze stekelboetedoener bestond. En deze antwoordde: 'Uit twee of ook drie dingen! Ten eerste kan hij de stekels tot aan het eind van zijn leven in zijn lichaam laten zitten, wat veel ongemakken met zich mee brengt, vooral bij de nachtrust; want dergelijke boetelingen kunnen dan alleen op het stuifzand of met aan hem vastgebonden zakken die met lucht gevuld moeten zijn, in het water hij nachtrust genieten. Ten tweede kunnen zij de stekels weer uit hun lichaam trekken, maar per dag niet meer dan één, en dus hebben zij voor het uittrekken net zoveel tijd nodig als eerder voor het insteken. Ten derde kunnen zij ook alle stekels er in een keer uit laten trekken en daarna een balsembad nemen. Dat heelt het snelst de wonden en de boeteling is daarna meteen weer een bruikbaar mens die tot werken in staat is, maar hij moet daarvoor of een groot offer aan Lama schenken, of vier jaar lang slaaf van een priester zijn en diens akker, weiden en tuinen verzorgen, waarbij hij zichzelf echter geheel uit eigen middelen moet verzorgen. Dat het hem daarbij met al te goed gaat, laat zich vanzelfsprekend wel indenken!'
Hoofdstuk 27: Het kunstmatige Allerheiligste in de tempel te Jeruzalem. Indische gruwel van boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar, zegt men, waarom zou ik dan denken dat een godheid die door miljoen.en mensen zeer diep vereerd wordt, zo ontzettend dom zou zijn? Nee, luister, geëerde vriend, daar is waarlijk niet zoveel voor nodig! Ik zeg nu heel openlijk wat uit mijn hart opwelt. Als wij de geboden van de ons bekende godheden eens bezien en kijken naar wat wij aan afbeeldingen van hen hebben, dan is dat al voldoende! Meer hoeft men daarover in 't geheel niet te zeggen "
Hoofdstuk 30: Roclus bekritiseert de Indische en joodse religie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar hoe komt een mens dan te weten, dat zijn ziel één is geworden met de ware geest van God in haar? -Dat komt hij heel eenvoudig uit zichzelf te weten! Als je in jezelf geen hoogmoed, geen onnodige eerzucht, geen zucht naar roem, geen afgunst, geen verlangen naar bezit, pracht en praal, geen eigenliefde, maar daarentegen des te meer intense en ware liefde voelt voor je naaste en God, en het een ware, diepe vreugde voor je hart is als je alles wat je bezit in geval van nood aan arme en gebrek lijdende broeders en zusters hebt gegeven, ja, als het je echt pijn doet in je hart wanneer je een arme niet kunt helpen, en als God alles voor je betekent en de hele aarde met al haar rijkdommen en schatten niets, dan is je ziel reeds .geheel een met de geest van God in haar, dan heeft zij het volmaakte eeuwige leven bereikt, is ze wijs, en waar nodig in staat om wonderen te verrichten enkel en alleen door te willen!
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Enigszins geraakt zegt ROCLUS: 'Mijn geweten wordt niet geplaagd door wat voor misdaad dan ook! Ik heb steeds streng volgens de wet geleefd; wat zou mij de haren te berge moeten doen rijzen? Als het al zo is dat ons instituut zo'n gruwel is in de ogen van een voor de mensen nooit zichtbare God, wiens bestaan ik nu inderdaad niet meer kan ontkennen na alles wat ik van jou gehoord heb, dan zou de alwetende, alles ziende en almachtige, buitengewoon oerwijze God toch wel een middel hebben waardoor Hij het oprichten van dergelijke instituten gemakkelijk zou kunnen verhinderen! Wij en eigenlijk onze voorvaderen hebben noch voor, noch tijdens en ook niet na het oprichten van dit instituut van enige kant een of andere belemmering ondervonden; ook de staat, waaraan het plan toch openlijk werd voorgelegd, heeft met alle bereidwilligheid toegestaan dat dit instituut, dat zeer nuttig werd bevonden, werd opgericht, en ons toegezegd altijd trouw te zullen zwijgen, en ook beloofd om als dat nodig mocht zijn, ons met wapens te behoeden en te beschermen. Het volk, voor wiens duidelijk heil dit instituut werd opgericht, heeft ook geen protest laten horen. Dus van geen enkele kant, noch van God, noch van de staat en ook niet van de burgers, is bij de oprichting op een of andere manier geprotesteerd, en zodoende was het puur onmogelijk om tegen iemands wil te zondigen met het oprichten van dit instituut, en wij als leden daarvan kunnen daarom iedereen en ook een God met een heel rustig geweten onder ogen komen. Ik zou daarom werkelijk niet weten waarmee jij er op gerechtvaardigde wijze voor zou kunnen zorgen, dat de haren mij te berge rijzen!
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Er is ook geen enkel ziek plekje in mijn geweten dat ik geheim heb gehouden, en daarom sta ik hier ook heel moedig tegenover je! De dood vrees ik niet, ofschoon ik waarlijk geen vriend ben van pijn en lijden. Wat is er verder nog waarmee je de haren van een man, die ook van zichzelf kan zeggen 'Si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae! ,** (** Ook al stort de hele wereld in elkaar, de onverschrokkene zal toch door het puin gedragen worden)van angst te berge zou kunnen doen rijzen? Laten we nu liever goede vrienden blijven en elkaar in alles wat goed en waar is steunen, wat zonder meer zeker het beste is voor alle mensen, dan zal het volgens mij helemaal niet nodig zijn dat wij elkaars haren te berge doen rijzen! Overigens kun je doen wat je wilt, de wereld zal over het algemeen toch nooit beter worden dan ze nu is en ook altijd al was!
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Het liefst zou ik er nu met mijn collega's weer vandoor gaan! Want ik zag net dat hier meerdere Farizeeën zijn, en -vergeef me, vriend! -die kom ik liever nergens tegen, omdat ze' ex diametro ,*** (***lijnrecht) tegen iedere vooruitgang zijn. Ik schenk je alle verdere verklaringen en moeite! Ik weet nu waar ik aan toe ben en waar ik me geestelijk naar moet richten om het eeuwige leven uit God te bereiken; meer heb ik voorlopig niet nodig, en verdere uitleg over dit wonder met betrekking tot het huis schenk ik je ook, ofschoon ik graag tot in de kern was doorgedrongen! Maar al die Farizeeën; zelfs de overste uit Caesarea Philippi, met z'n stramme benen, is ook al hier! O, we maken dat we weg komen!"
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Denk je soms dat ik begerig ben naar goud, omdat ik een Griek en een Esseen ben? Wel, dan vergis je je deerlijk! Ten eerste bezit ik thuis als aards erfgoed honderd keer meer van dit gele vuil der aarde dan deze ongemakkelijke klomp groot is en daarom heb ik dit vers gebakken goud niet nodig, en ten tweede is mijn hart er nog nooit aan gehecht geweest; want als ik ooit begerig was geweest naar aardse goederen, dan had ik vast nooit zo'n scherp verstand kunnen ontwikkelen, dat, ook al kan het, het Allerhoogste zelf niet begrijpen, toch een hulpmiddel is op de weg daarheen, en ook daarom alleen al duizend maal meer waarde heeft dan honderdduizend van zulke goudklompen.
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Joden spreken van bepaalde oergeschapen hemelboden (engelen), wij Grieken en Romeinen hebben onze geniën en de zogenoemde halfgoden; misschien ben jij zo'n verkapte engel of in ieder geval zo'n genius of halfgod?! Ik vind dat je er ook te teer en subtiel uitziet voor een aards iemand; want geen enkele Vestaalse maagd, *(* Oudromeinse priesteres van Vesta) al was ze nog zo kuis, zou de vergelijking met jou kunnen doorstaan als het om lichamelijke teerheid en schoonheid gaat. Je bent me al eerder erg opgevallen en ik vergiste me niet, toen ik je heimelijk al voor een soort toverachtig fantoom hield! Ik had steeds de indruk alsof je enerzijds toch wel iets was, maar anderzijds slechts een sprekend, lichtend beeld, dat door een allerhoogst goddelijk wezen slechts voor een bepaalde tijd een bestaansvorm en de nodige wijsheid en macht werd verleend. Ben je echter voor dit wezen niet meer nodig, dan is het ook helemaal gebeurd met je! -Dat heb ik in ieder geval bij mezelf gedacht, gevoeld en ervaren "
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In deze tijd zal er weliswaar voor Mijn rijk op deze aarde veel geweld nodig zijn, en degenen die het zich niet met geweld eigen maken, zullen het niet in hun bezit krijgen. Later zal het echter minder moeilijk gaan; maar zonder een zekere strijd, in ieder geval met zichzelf, zal Mijn rijk niet reeds op deze aarde verkregen kunnen worden. Want als het leven op deze aarde al alleen maar strijd is, hoeveel te meer dan het ware geestelijke leven aan gene zijde, vooral als het zich reeds in deze wereld als een welkome burger moet openbaren. Maar desondanks zal de strijd voor iedereen die God waarachtig liefheeft over het algemeen niet zwaar zijn! Want ieder van Mijn ware vrienden zij gezegd, dat Mijn juk zacht en Mijn last licht is!
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar degenen die niet vervolmaakt zijn, zal het op het moment dat hun lichaam afvalt wel iets anders vergaan! Ten eerste zullen zij in hun lichaam grote pijn te dragen krijgen, die natuurlijk meestal toeneemt tot het moment dat men het scheidingsmoment noemt. Behalve deze onvermijdelijke pijn van het lichaam zullen echter ook in de ziel vrees, angst en tenslotte zelfs een soort wanhoop zich kenbaar maken en de ziel nog meer pijnigen dan de hevigste pijn van het lichaam. En als de ziel bevrijd wordt van haar lichaam, dan zal zij er aan gene zijde niet zelden vele jaren volgens de tijdrekening van deze wereld voor nodig hebben om ook maar tot een enigszins menselijk bewustzijn te komen; van een algehele vergeestelijking echter zal misschien in aeonen jaren van deze aarde geen sprake zijn.
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...