Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

147 resultaten - Pagina 8 van 10

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10
[7] Maar denk eens aan de storm van afgelopen nacht, die zo plotseling verstomde, waarna alles weer terugtrad in zijn voorafgaande ordening, behalve de zee, die terug moest wijken om voor jullie een vruchtbaar land achter te laten, dat jullie heel spoedig nodig zullen hebben, wanneer jullie aantal verveelvoudigd zal worden, en op de nog rondom in gindse verre verten brandende bergen na, opdat het binnenste van de aarde meer verwijd en hol gemaakt zal worden ter opname van de teruggetrokken zee en ter opname van die wezens die Mij haten en ontvluchten, opdat zij daar met de verzonken zee kunnen huilen en samen met het grootste zeemonster dat mee verzonken is in de diepte van de toorn van de aarde en dat 'leviathan' heet, kunnen tandenknarsen!
Hoofdstuk 182: De Heer en Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Wil je dus een vruchtbaar gesprek niet mij, dan moet ook jij vanuit de volste, innerlijke ernst spreken, maar niet om tactische redenen, - anders is ieder woord van jou vergeefs!
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Blijf zoals je nu bent, dan zal de Heer je in de toekomst zegenen en jullie heerlijke land uitbreiden en zo vruchtbaar maken dat het voor honderd miljoen mensen voedsel in overvloed zal voortbrengen! En als Hij ook de boosdoeners op de hele aarde zou willen berechten en doden, dan zal Hij jullie evenwel sparen als je overeenkomstig mijn raad in Zijn orde zult blijven.
Hoofdstuk 228: De krijgsraad van de tien leiders in het hoogland over Hanoch. De goede woorden van de bode van de Heer. Duizend spionnen van Hanoch bij de hooglanders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] In het midden van dit meer lag een eiland dat een oppervlakte van minstens vier vierkante mijlen had en bezaaid was met klippen en andere kleinere maar werkelijk steile bergen, die zeer rijk aan bronnen waren. Deze bronnen bevloeiden het vlakkere deel van dit eiland heel goed en zodoende werd het vruchtbaar gemaakt.
Hoofdstuk 246: De tempel van het water. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Daarom zeiden de tien: 'Wij moeten wat de verwekking van kinderen betreft hier andere wetten opstellen, anders zal ons land, dat weliswaar groot en vruchtbaar is, ons in korte tijd ongelooflijk te krap worden!'
Hoofdstuk 250: Verdere tempels in Hanoch en omgeving. De vrijheid van belastingen in Hanoch. De afgesneden hooglanders op zoek naar een uitweg naar de vlakte. De sporen van Gurats werk in Tibet. De nieuwe bode van Noach naar de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] In de tuin aangekomen, onderzocht Fungar-Hellan alles heel zorgvuldig - het grote verlaten huis van de schoonheidsgodinnen, de tempel en de tuin - en vond overal de verklaringen bevestigd, in het huis een grote hoeveelheid vergifnaalden die hij meteen in beslag liet nemen door zijn meegekomen beambten, alsook in de tuin het beruchte glazen paviljoen met in het midden het buitengewoon giftige boompje dat heel weelderig uit de aardbodem opgroeide. Het boompje had de aangeduide vorm en was aan de stam bezaaid met giftige druppels.
Hoofdstuk 269: Fungar-Hellan in de tempeltuin van de schoonheidsgodinnen. Het controleren van de verklaringen van Agla en Drohuit. De verdenking van Fungar-Hellan ten aanzien van Agla. De schoonheid van Agla overwint Fungar-Hellan. Agla als vrouw van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En toen de Heer Noach aldus gezegend had, sprak Hij nog een keer tegen hem: 'Wees vruchtbaar en vermeerder je, en vervul de hele aarde zowel met jullie geslacht als met jullie geest!
Hoofdstuk 361: Het dankoffer van Noach en de zegen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] De dieren heb Ik in jouw hand gelegd opdat de ziel van de mens volkomen zij; maar de mens blijft in Mijn hand opdat zijn geest niet zal bederven. Wees daarom vruchtbaar en vermeerder jullie op aarde!
Hoofdstuk 361: Het dankoffer van Noach en de zegen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] In de huidige tijd heeft men in de onvruchtbare delen van Midden-Azië wel veelvuldig pogingen gedaan om het door middel van oasen vruchtbaar te maken; maar de kennis die ervoor nodig is om dergelijke droge landerijen vruchtbaar te maken ligt nog te diep in de nacht van hun heidense bijgeloof begraven, en daarom zal deze grote landstreek nog zeer lang moeten wachten tot de oude vruchtbaarheid van voor de tijd van Noach er weer zal zijn.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Dat Noach met zijn ark op een hoogvlakte van de Ararat vaste grond vond waarop de ark vastliep, bewijst hoe hoog de wateren in Midden-Azië zelf waren gestegen. Het meeste water van Midden-Azië stroomde weg naar het noorden en oosten; maar een zeer belangrijk deel ook naar het zuiden en het westen. Daardoor was de tweede grote binnenzee dermate overvol, dat deze ten dele door het gewicht en voor het grootste deel door de onderaardse uitbarstingen van vuur zich een onstuimige uitweg naar de Atlantische Oceaan baande en na verloop van een paar honderd jaar zozeer was afgevoerd dat alle rechtstreeks daarmee in verbinding staande vlakten tegenwoordig voor een deel zeer vruchtbaar, voor het grootste deel droogvielen, - waarna in het bijzonder de kustgebieden van Azië langzamerhand konden worden bevolkt.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[22] Hoe vruchtbaar in die tijd, met inbegrip van een groot deel van Siberië, die landen waren, bewijzen de tegenwoordig nog veelvuldig ontdekte onder de eeuwige sneeuw en ijs liggende mammoeten en nog een heleboel andere gras- en loofetende dieren. Deze konden zich na de verwoesting van dit buitengewoon vruchtbare land niet meer voeden en zijn dus reeds lang geleden geheel uitgestorven. Daartoe behoren naast de grote mammoet, het reuzenhert, het reuzenschaap, het eenhoornige reuzenpaard en dergelijke, waarvan men nu nog ten dele in het Oeralgebergte en voor een groot deel in de holen van noordelijk Tibet en ook onder de sneeuw en het ijs van Siberië versteende resten vindt.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Als de hemel nu eens als een heel mooi aards landschap zou zijn, waar men dan ook het onuitsprekelijke geluk zou hebben Christus alleen te ontmoeten, door Hem te worden onderricht en als leerling van Hem ook een liefdadig en vruchtbaar liefdewerk te doen kreeg, dan zou dat toch een hemel zijn zoals geen sterveling zich mooier, zaliger en verhevener zou kunnen voorstellen.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, de `engelen' sluiten ons in en we zullen ons deze keer niet verweren, maar ons door hen laten oppakken. Eerst wanneer ze over ons een heel menslievend oordeel hebben geveld, zullen we ons wat gaan roeren, want dit alles behoort bij de zaak. Zonder deze ervaring zouden jullie geen volkomen inzicht hebben in deze geestelijke situatie, en langs een andere weg zouden we deze geesten niet gauw benaderen en ze dan, voor hun eigen bestwil, van hun waanideeën overtuigen. Daarom laten we ons, zoals gezegd, intussen heel goedmoedig oppakken, opdat jullie daaruit ook mogen inzien op hoe ontelbaar veel manieren de Heer Zijn dienaren aanhoudend vruchtbaar liefdewerk weet te verschaffen.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De landengte die in de tijd van de Hanochitische vloed Europa met Azië verbond, heette de landengte van Deukalion, naar de aartsvader van die plaats die ook tot de bergbewoners behoorde en in westelijk Azië een soort profeet was en Deukalion heette - dat betekent 'door God gezondene' of 'ik kom van God' , en de zondvloed werd daarom ook door de volkeren die het Zuid-Aziatische deel bewoonden, lang de vloed van Deukalion genoemd totdat de nakomelingen van Noach pas enkele eeuwen later de voornaamste oorzaak en de toedracht van deze vloed met alle bijkomende omstandigheden bekend maakten. Na de overblijfselen van grote meren werd Midden-Azië na verloop van vele jaren tot het droge, en helaas nog tot op vandaag woeste en onbewoonbare land; alleen in de richting van China en aan de noordelijke voet van het Tibetaanse hooggebergte is het vruchtbaar en bewoonbaar.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Kijk, daar loopt al een hele goede weg; daar zullen we op ons gemak overheen wandelen. Als jullie naar links kijken, zien jullie als begrenzing van een uitgestrekte vlakte tamelijk hoge maar tevens toch zacht afgeronde bergketens, die heel mooi begroeid zijn met ceders en allerlei andere prachtige bomen. De kruinen zijn overal vrij en elk daarvan is met een piramide versierd en op de top van elke piramide schittert een heldere ster. Als jullie vanaf hier recht vooruit kijken, zien jullie een brede vallei, die zich rechtdoor ver uitstrekt en er overal, zover jullie oog reikt, heel vruchtbaar uitziet. Op verschillende plaatsen in dit dal zien jullie ook liefelijke mooie gebouwen, waar mensen vlijtig in- en uitgaan. Verder zien jullie ook dat er velen druk bezig zijn met het bewerken van het land. Is het niet bijna alsof jullie op aarde in een mooie vallei zouden rondwandelen, waarin eveneens vreedzame landlieden hun land heel vlijtig bebouwen en bewerken?
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10