Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 8 van 1362

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Toen Ik echter in hun harten keek, vond Ik slechts kwaad. leder woord dat zij spraken was een doortrapte leugen, en IK zei daarom tegen de sluwe vragers en uitdagers: 's Avonds zeggen jullie: 'Oh, het zal morgen mooi weer worden, want de hemel is rood!' (Matth.16:2) En 's morgens zeggen jullie: 'Oh, het zal vandaag slecht weer worden, want de lucht is rood en betrokken!' O grote huichelaars! Als jullie de tekenen aan de hemel kunnen beoordelen, waarom dan ook niet de grote tekenen van deze tijd binnen de sfeer van het geestelijke leven van de mensen? (Matth. 16:3) Als jullie nu van anderen, zoals je toegeeft, zulke buitengewone dingen hebben gehoord, en zeggen dat je de schrift begrijpt, moet het jullie dan niet opvallen dat door Mij alles gedaan wordt waarover de profeten geprofeteerd hebben?! Jullie trekken wel een gezicht zo zoet als melk en honingzeem, maar jullie hart is vol gal, vol haat, vol hoererij en vol overspel!"
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Wie prediken er nog feller over de onsterfelijkheid van de menselijke ziel dan juist de Sadduceeën, en wie predikt zoals zij, over een eeuwig Eden en een eeuwige vuurkwelling in de hel, - en persoonlijk geloven zij van dat alles geen jota en zij zijn tevens de grootste godloochenaars! Begrijpen jullie nu wat Ik met 'zuurdeeg' bedoeld heb?" - Toen begrepen de leerlingen dat Ik niet gezegd had dat zij op moesten passen voor het broodzuurdeeg, maar voor de kwade leer van de Farizeeën en Sadduceeën. (Matth. 16:12) -Die nacht bleven wij in het schip, dat ons voor de ergste honger voorzien had van brood en wat vissen.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] THOMAS zegt: "Zeg jij maar wat, als je zo wijs bent! Ik houd hem voor dat, waarvoor hij zich zelf al die tijd heeft uitgegeven! Hij zegt van zichzelf nooit iets anders dan: 'Ik ben een Zoon des mensen, en God is Mijn Vader net als van jullie allen!' Als hij zichzelf zo beoordeelt, wat voor andere beoordeling kunnen wij hem dan waarachtig en waarheidsgetrouw uit ons zelf geven? Hij doet werkelijk dingen, die sinds Mozes en de andere profeten nog nooit een mens gedaan heeft. Maar als wij alles op de keper beschouwen dan zullen wij ontdekken dat het evenwel de geest van God is, die door een uitgekozen reine mens dat allemaal doet! Maar voor de geest van God zal het niets uitmaken of hij door een gekozen mens bergen verzet of vernietigd, of dat hij het een of andere kleinere wonder door het woord van de profeet laat gebeuren!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Als het werk klaar is zegt MARCUS: "Nu is alles gedaan wat jullie gevraagd hebben. Zijn jullie tevreden?"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Lieve dochter van Mijn hart, Ik zeg je: Je hebt geen woord teveel of te weinig gezegd! Daarom geef Ik ook jullie allen de raad om alles wat dit meisje nu gezegd heeft te onthouden, er goed aandacht aan te schenken en ernaar te handelen. Als iemand echter commentaar heeft, laat die dan opstaan en spreken!"
Hoofdstuk 204: Het onkruid blijft als mest achter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Het met het edele graan opschietende onkruid hindert, hoewel het mee opgroeit en rijp wordt, het gezegend gedijen van de edele vrucht niet, terwijl het later toch weer voor het bemesten van de hier en daar te hard en te mager geworden bodem heel geschikt is. Kort en goed: Wat God toelaat is goed, en uiteindelijk is voor een geheel rein mens, alles rein wat de aarde in en op en boven zich draagt. -Zeg nu eens of jullie het door Mij vertelde helemaal begrepen hebben!"
Hoofdstuk 205: Mensen en volken ontvangen een gerichte opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar Ik zeg tegen jullie allen: Wat er ook voor zondaars en zondaressen hulp zoekend bij jullie aankloppen, jullie mogen hen nooit de deur wijzen, maar jullie moeten hen helpen alsof zij nooit gezondigd hadden. En als je hen geholpen hebt, moet je er daarna ook alles aan doen om voor de toekomst de zondaren liefdevol en wijs te helpen, maar dan wel met een wijsheid, die slechts uit liefde voortkomt!
Hoofdstuk 209: Deemoedig door de zonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Wie van jullie een goed begrip heeft zal dit alles helemaal begrijpen; en jij vriend Cyrenius, zeg Mij nu onomwonden of je het begrepen hebt!"
Hoofdstuk 210: Wat is het lichaam, wat is de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Deze orde vinden jullie ook weer terug in iedere plant, bij wie je tot de vruchtvorming nog niets anders vindt dan de nacht of de azende dood, waar de geest van God nog, voor de voorbereidende vormgeving van de levendragende materie, over de wateren der duistere diepten zweeft. Als de ondergrond echter eenmaal in zo verre vast is, dat bij de tarweaar van de schepping de laatste ring onder de aar gemaakt kan worden, en het eigenlijke echte geestelijke leven begint om zich zelfstandig te manifesteren en te voelen en zichzelf door een helder zelfbewustzijn begint te begrijpen, te herkennen en te verstaan, dan vindt er duidelijk een deling plaats. Dit is dan de scheiding van het licht en de duisternis, van het vrije leven en het leven onder het gericht, of eigenlijk van het onverwoestbare leven en het leven dat verwoest kan worden onder het gericht, en dat te vergelijken is met de dood onder het algemene, alles omvattende begrip 'nacht'.
Hoofdstuk 221: Scheiding van licht en duisternis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] En omdat de mens datgene is wat God door al de voorafgaande scheppingen wilde bereiken en ook bereikt heeft, waarvan jullie als onweerlegbare bewijzen daar staan, daarom beantwoordt alles in de hemelen en op al de hemellichamen in alles aan de mens, zoals Mozes het in zijn scheppingsgeschiedenis heeft uitgebeeld, en zoals ook andere leraren van het volk, ook al is het meer verborgen, het uitgebeeld hebben. Beproef nu echter alles, dan zullen jullie ontdekken dat het zich alleen maar zó en onmogelijk anders toedraagt en kan toedragen! - Cyrenius, zeg jij me of Mozes je nu voldoet!"
Hoofdstuk 222: Het einddoel van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "De val van de eerstgeschapen geesten, ofwel van de vrije en tot leven gebrachte ideeën van God in de eindeloze ruimte, is de grote scheiding waarvan Mozes zegt: 'Toen scheidde God het licht van de duisternis!' Hoe dat echter begrepen moet worden in de ware zin van de goede en correcte overeenkomst, heb ik jullie allen reeds voldoende getoond. Het gevolg daarvan -de noodzakelijke materiële wereld, diens grote en kleine delen zoals zonnen, aarden en manen en alles wat daarin en daarop is -is in de eindeloze ruimte verstrooid.
Hoofdstuk 224: De val der geesten, de val van Adam en de erfzonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "En de reden waarom Ik jullie allen dit nu vertel is, dat je alle onnodige zorgen uitbannen moet. Iedere wereldse zorg is toch een materiële band, waardoor een ziel zich vanuit het lidteken van Adam verbindt met de materie! Hoe meer de ziel zich verbindt met de materie van haar vlees, des te meer moet de vorming van de eigenlijke geest van God in haar verkommeren. En hoe meer de ziel zich door haar zorgen verbindt met het lichaam, dat op zichzelf alleen maar een gericht, een ellendige noodzaak en tevens de dood zelf is, des te meer verliest zij het besef en de kennis van het eeuwige onvergankelijke leven in haar. Hoe meer zij deze band echter loslaat, des te vrijer wordt zij weer in alles. En hoe meer zij zich dan verbindt met de goddelijke geest in haar, des te levender en helderder zal haar bewustzijn en de kennis van het eeuwige leven in de ziel worden.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar zoals gezegd, om dat te bereiken moet de mens eerst de oude Adamitische zonde kwijtraken, en dat gaat op geen andere manier dan op die, welke Ik jullie zoëven getoond heb: De wereldse zorgen moeten door de ziel uit zichzelf over boord geworpen worden, een ander middel is er niet! Als die afgedankt worden, komt bij de mens alles weer in de oude goddelijke orde terug, en de mens is dan weer geheel mens volgens de orde van God. Wel, dat is het wat men met recht 'erfzonde' noemt! Op zichzelf gezien noemt men het vlees volkomen terecht de erfzonde; overeenkomstig geestelijk gezien is alleen de veelvoudige zorg voor het vlees de moeilijk uit te roeien zonde van Adam bij al zijn nakomelingen.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Zelf heb ik reeds verscheidene werelden met kleine zonnen geschapen en ze zelf geheel bevolkt. En al deze werelden zijn meestal beter van alles voorzien dan deze aarde van jullie. Alles plant zich daar net zo voort als hier en de geesten kunnen daar net als hier een grote volmaaktheid bereiken. En waar.om zouden zij dat ook niet kunnen? Uiteindelijk komt toch iedere geest uit God, evenals de kiemen van de toekomstige gewassen nu al verscheidene miljarden malen uit de kiemen der eerdere zaden gereproduceerd zijn.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] En zie, dat alles kunnen ook jullie bereiken als je de wegen zult volgen die jullie getoond worden! Wie van jullie die niet wil volgen, zal het welbeschouwd aan zichzelf te wijten hebben als hij gedurende ondenkbaar lange tijden in zijn dodelijk zwakke, niet op God gelijkende staat, blijft.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...