Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 8 van 1088

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Ik bevind Mij nu in jullie aanwezigheid werkelijk in de buurt van het blinde Jeruzalem, dat met open oren niets hoort en met wijd opengesperde ogen niets ziet! Hoe vaak ben Ik al niet in Jeruzalem geweest en heb jullie onderwezen en voor jullie ogen tekenen gedaan als getuigenis van de ware reden van Mijn komst in deze wereld, en nog zeggen jullie dat jullie niets weten van het feit dat het rijk Gods en de gerechtigheid ervan wordt teruggebracht, en verlangen nu van Mij, als Ik degene ben die het rijk Gods en zijn gerechtigheid opnieuw breng, dat Ik het rijk Gods en zijn gerechtigheid in jullie bijzijn nu direct zal openbaren. Goed dan! Ik zal het doen, luister dus naar het volgende beeld:
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Het pad naar het ware, levende rijk Gods is dus heel smal en dikwijls overwoekerd met allerlei doornstruiken. Deemoed en volledige zelfverloochening IS de naam ervan. Voor wereldse mensen is het volkomen onbegaanbaar.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Er schijnt hier dus nog een heel bijzondere omstandigheid te bestaan, die jullie ons misschien om heel wijze redenen niet kunnen of mogen onthullen. Maar het zij zo! Dit is nu eenmaal een in het oog springend wonder dat niemand kan loochenen, en wij willen geen verdere vragen stellen naar de eigenlijke geheime reden ervan. Toch valt mij één ding op, en dat is, dat een van jullie, die daar op de weg op jullie wacht, niets van onze vruchten heeft willen proeven! Is hij soms een orthodoxe Jood die niets van Samaritanen wil aannemen, of houdt hij niet van de boomvruchten die hier bij ons groeien?'
Hoofdstuk 59: Vruchtbare zegen in een klein dorp in Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Waarlijk Ik zeg jullie: naar degene die Mij werkelijk lief zal hebben en zich aan Mijn geboden zal houden, zal Ik toekomen en Mijzelf aan hem openbaren, en dan zal iedereen zich ervan kunnen overtuigen dat hij zich niet als een wees in de wereld bevindt! Degene aan wie Ik Mij op die manier zal openbaren moet dat echter niet voor zichzelf houden, maar die troost ook aan zijn broeders meedelen, opdat ook zij daardoor getroost en gesterkt worden.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen vroeg de waard aan Mij: 'Heer en Meester, het is moeilijk 's nachts de tijd te bepalen, wanneer je geen sterren ziet; maar naar mijn gevoel te oordelen zou het intussen wel eens bijna middernacht kunnen zijn. De meeste mensen hebben zich, moe van hun dagelijkse werk, zeker al twee uur geleden ter ruste begeven en zouden 's nachts rust moeten hebben; maar deze storm zal zeker niemand zijn rust gunnen, aangezien het razen ervan zo hevig is dat zelfs een halfdode wakker moet worden en geheel van angst en vrees vervuld moet raken. Waarom is deze storm nu zo plotseling ontstaan? Kijk, ik ben toch iemand die niet zo gauw bang wordt; maar ik beken eerlijk dat ik nu, ondanks Uw almachtige tegenwoordigheid, behoorlijk bezorgd raak door het razen en woeden van deze storm, die absoluut niet wil gaan liggen. Kunt of wilt U deze storm niet gebieden te gaan liggen? Want de nacht is toch een tijd van rust voor de hele natuur en niet een tijd van geweldige onrust. Waarom moeten zeker vele duizenden mensen en dieren door zo'n nachtelijke storm eigenlijk de grootste angst en vrees voelen?'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als de korrel eenmaal helemaal rijp is geworden, sterven de halm en de aar. Waarom eigenlijk? Omdat al het vroegere uiterlijke leven ervan in het ware, innerlijke vruchtleven in de korrel is overgegaan. En daarin bevinden zich nu ook de wortels en de opgroeiende halm, in ieder stadium van zijn groei naar volmaaktheid tot aan de volledige rijpheid; en dat niet alleen enkelvoudig, maar oneindigvoudig, want anders zou een in de aarde gelegde korrel niet weer alles wat voor het groeien en rijp worden van het graan noodzakelijk is, in steeds groter wordende aantallen tevoorschijn kunnen brengen.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'Mijn beste vriend, anders ben je in alle opzichten een echt wijs man, maar wat het vieren van de sabbat betreft ben je nog net als de blinde Farizeeën, die zich naar de letter van de wet richten, maar de geest ervan nog nooit gekend hebben. Als je op de sabbat je schapen, ossen, koeien, kalveren, ezels en geiten voer geeft, net als op een werkdag -wat toch ook lichamelijke arbeid is -waarom moeten de mensen dan vasten? Zijn mensen in Gods ogen dan soms minder dan jouw huisdieren? Bovendien ben Ik vandaag evenals eeuwigheden geleden ook Heer over de sabbat alsook over iedere andere dag die, net als de sabbat, een dag des Heren is. Zou Ik dan op een sabbat niet net zo moeten doen als op iedere andere dag?
Hoofdstuk 109: De ware sabbatsheiliging - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Hierop kwam Rafaël met de Farizeeën en de vier Indo-joden naar onze weetgierige Samaritanen toe en zei: 'Jullie willen zo heel graag begrijpen hoe het water en de vrije lichamen niet, zoals jullie zouden veronderstellen, van de aarde af kunnen vallen, maar aan de vaste bodem ervan blijven hangen?
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar wat is een appel als lichaam, vergeleken bij het grote lichaam van de aarde? Kijk, dat bezit ook zo'n kracht in zichzelf, dat het het water en ook alle andere vrije lichamen zodanig naar zich toe kan trekken en kan vasthouden, dat nog geen zonnestofje zich ervan kan verwijderen! Die kracht neemt toe met de grootte en de zwaarte van de lichamen en de werking daarvan reikt veel verder dan de oppervlakte van de aarde; zo wordt ook de maan nog zodanig door deze aarde vastgehouden, dat ze op aarde zou neervallen als dat niet verhinderd werd door haar middelpuntvliedende kracht, die haar om de aarde doet draaien.
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ook Maria luisterde heel aandachtig naar de lessen van Rafaël en was buitengewoon onder de indruk door de wijsheid ervan; Gabriël en Johannes Michaël verklaarden haar en de leerlingen alles nog dieper en geestelijker dan Rafaël bij zijn toehoorders deed en ook kon doen, omdat zij nog niet verlicht waren in de dingen van de geest.
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen Ik Mij zo ongeveer twee uur lang met de twaalfvissers had beziggehouden en Mijn onderricht voor deze dag en avond afsloot, kwam er bijna buiten adem een dienaar van het huis naar ons toe in de zaal en zei: 'Beste heren, ik was op het terras bezig en keek in de richting van het oosten. Daar ontdekte ik een buitengewoon grote ster, die heel dicht bij de horizon staat. Het licht ervan is rood als bloed, maar tevens zo sterk dat je er niet lang naar kunt kijken. Ik heb nog nooit zo'n ster gezien.Wat zal die ster te betekenen hebben? De Heer Heiland uit Nazareth, wiens wijsheid naar men zegt die van Salomo overtreft, zal zeker het beste kunnen weten wat de ster betekent.'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] N u zei dezelfde visser weer: 'Ja, beste Heer en Meester, en ik dank U voor Uw meer dan grote geduld met ons zwakke en nog zeer onnozele mensen! O, het zal zeker nog een hele tijd duren voordat wij, die temidden van louter wonderen leven, die wonderen zullen begrijpen! Wij zien en drinken water en weten niet in het minst wat het is. ook zien wij het vuur en het licht daarvan en voelen de gloed en de warmte ervan, maar weten niet in het minst wat het is en wat de eigenlijke oorzaak is van het ontstaan ervan. Maar hoe het ook zij, wij zijn nu al buitengewoon blij en opgewekt, omdat wij door Uw overgrote genade en liefde nu de onfeilbare weg naar de volle en levende waarheid hebben ontvangen. O, beste Heer en Meester, help ons ook steeds met Uw genade, zodat wij nooit moe, zwak en traag worden bij het bewandelen van deze weg tot aan het lichtende doel!'
Hoofdstuk 143: De werkzaamheid van de geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarna namen ze ons mee naar hun woningen en lieten ons de zeer doelmatige inrichting ervan zien, alsook hun visgerei, hun bewaarplaatsen voor de vissen, en ook hun kudden, bestaande uit geiten en schapen. Ze hadden ook kippen gefokt en eenden en ganzen, welke twee laatstgenoemde soorten gevogelte bij hen, die van oorsprong Grieken waren, zeer geliefd waren. Ook lieten ze ons hun zeer grote bijenkasten zien, die hun veel goede honing opleverden, die gemakkelijk voor veel geld in Caesarea Philippi kon worden verkocht. Kortom, dit volkje, dat vroeger geestelijk en fysiek buitengewoon arm was, had zich in een tijd van ongeveer anderhalf jaar zodanig hersteld, dat het nu in goede welstand verkeerde.
Hoofdstuk 147: De vissers begroeten de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar in deze school kan men niet halfslachtig te werk gaan, maar daar moet men vóór alles alleen naar het rijk Gods streven en naar de gerechtigheid ervan, wat allemaal binnen in de mens is en nergens anders met enig prachtvertoon buiten de mens, en bekommer je niet om de dingen en schatten van deze wereld, die geen waarde hebben voor het leven van de ziel van de mens, omdat ze even vergankelijk zijn als de meest fraai schitterende dauwdruppel, die al door een zuchtje wind verdwijnt; want wat een echte leerling van Mijn school voor zijn tijdelijke levensonderhoud nodig heeft, zal hem als een vrije gift daarenboven geschonken worden.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu kwam er een voorname Romein, die de arts al een poos had staan afluisteren, naar onze arts toe en zei tegen hem: 'Vriend, wat voor een enig ware God heb jij dan gevonden, ter wille van wiens almacht jij hier tegenover je meer bescheiden metgezellen aan alle oude goden, alle mensen, alle furiën en duivels, aan de wilde verscheurende dieren, adders en slangen en in jouw fantasie wellicht ook aan de elementen de oorlog hebt verklaard? Je kent de wetten van Rome en de strikte en onverbiddelijke handhaving ervan, en ik ben een Romeinse opperrechter en heb mijn mensen hier. Wat zou je zeggen als ik jou nu, ondanks de almacht van jouw nieuwe God waarvan je zeker weet of hoopt dat die jou zal beschermen, toch door mijn gerechtsdienaren liet grijpen en in een ellendige kerker liet werpen? Rechtvaardig jezelf nu dus over jouw nieuwe, enig ware God, of er zal met je gebeuren wat ik je heb gezegd!'
Hoofdstuk 162: Het gesprek tussen de Romeinse opperrechter en de Griekse arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...