Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

182 resultaten - Pagina 8 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[15] De zevende pijler luidt: zie, alles wat er bestaat is het eigendom van de Heer, jouw God en Schepper. Wat Hij gemaakt heeft, heeft Hij voor iedereen gemaakt. Wanneer dus je broeder een vrucht van de boom heeft genomen, dan heeft hij haar uit Gods hand genomen en dan moet jij je niet eigenmachtig het recht toe-eigenen om hem, namelijk je broeder, de eenmaal genomen vrucht op welke manier dan ook af te nemen. Het is beter om niets te nemen en niets te hebben dan iets te nemen of te hebben, dat een andere broeder al eerder uit de hand van de Heer ontving, want alleen de Heer is de enige rechtmatige uitdeler van Zijn dingen. Wie zich dus de rechten van God aanmatigt, zondigt tegen de goddelijke erbarming en versteent zijn hart, zodat hij niet meer in staat is het leven op te nemen.
Hoofdstuk 48: De twaalf pijlers van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Zo'n centrale zon is in zekere zin een hoofdzenuw van de grote wereldmens, en de kleinere zonnen en planeten zijn gelijk aan de kleinere zenuwen, de vezels en de draden. De hoofdzenuw wordt toch zeker door hetzelfde sap gevoed, waarmee de kleinere zenuwen, vezels en draden worden gevoed en onderhouden. Waar één Heer, één Schepper en een en dezelfde God is, daar kan in Zijn onmetelijke schepping ook slechts één goddelijke liefde, één goddelijke wijsheid en één goddelijke ordening bestaan! Tenzij jullie nog aan een of andere tweede God en Schepper zouden geloven, aangenomen dat jullie gemoed en jullie verstand tot zo'n dwaasheid in staat zouden zijn; dan zou het wel gerechtvaardigd zijn om een andere kijk op de ordening van de dingen te hebben en zou men eventueel een vraag zoals die van jullie kunnen stellen. Maar in de gegeven omstandigheden, waarbij het slechts volkomen om één God gaat, blijft het bij één kost, één wijsheid en één ordening. - Daar we dit alles nu toch zeker duidelijk inzien, zullen we ons dan ook weer dadelijk een verdieping hoger begeven en wel naar de zevende verdieping of achtste galerij. Ook al ziet deze wenteltrap er nogal luchtig uit, trek je daar maar niets van aan, want hij zal ons nog best dragen. Laten we daarom gaan!
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Zoals ik merk, hebben jullie alles goed bekeken en kunnen nu ook al vertellen wat je hebt gezien. Zeg dus maar, wat jullie op deze zevende galerij of zesde verdieping in het bijzonder is opgevallen. Ik zie aan jullie dat jullie voorstellingsvermogen hier nog wat te kort schiet en jullie alles wat jullie gezien hebben ook niet goed onder woorden kunnen brengen; daarom moet ik jullie wel een beetje te hulp komen.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ten eerste, lieve vrienden en broeders, ziet men op deze zevende galerij reeds dat deze een beetje rondloopt, terwijl men op de lagergelegen galerijen vanwege de grote ronde vorm, daar nog niets van heeft kunnen merken. Ten tweede zien jullie dat de zuilenrondelen hier niet meer zo'n enorme omvang hebben als op de vorige galerijen. Ook bestaat een zuilenrondeel niet meer uit dertig, maar uit slechts twintig zuilen en de binnenplaats is daarom ook iets kleiner. Ten derde zien jullie dat de vloer hier lichtrood is, terwijl de zuilen, de wanden en het plafond lichtblauw zijn; de poorten in de wanden van het hoofdgebouw gaan echter over in donker karmozijnrood. In dit alles zien jullie niets vlammends, maar wel een buitengewoon sterke glans en daarom zeggen jullie ook bij jezelf: de uiterlijke pracht van deze galerij blijft kennelijk wat achter bij de voorgaande, maar de balustrades aan de buitenkant van de galerij en de versiering van de rondelen hebben, tenminste op het eerste gezicht, heel veel voor op de vorige.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Maar nu bevinden we ons reeds op de zevende galerij ofwel zesde verdieping en daarom zeg ik jullie: bekijk hier alles echt op je gemak en met aandacht, want wat jullie hier zullen vinden, zal van nog veel hoger belang zijn dan alles wat we tot nu toe hebben gezien en daarna naar de aard van de wijsheid van deze bewoners hebben besproken. Dus, zoals gezegd, geef je ogen op deze zesde verdieping of zevende galerij de kost, bekijk alles goed en vertel me dan wat jullie gezien hebben; dan zal de betekenis daarvan ons zeker niet ontgaan.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Daarom ga ik ook met jullie mee en spreek volkomen op jullie manier, ofwel ik wandel op de jullie vertrouwde grond en breng jullie nauwelijks merkbaar beetje bij beetje hogerop. Maar zelfs bij deze nauwelijks merkbare verheffing begint het jullie al een beetje te duizelen tijdens het klimmen op deze nogal behoorlijk doorzichtige trap naar onze zesde verdieping ofwel zevende galerij.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] We gaan gewoon weer verder; daar is al de zevende rustplaats. Bekijk deze vloer eens; hij is donkerrood als het fluweel van een keizersmantel, en donkeroranjegele sterren glinsteren bijna onverdraaglijk fel vanaf het oppervlak en geven de rode doorzichtige vloer een heel eigenaardige en geheimzinnige belichting. - Nee, ik moet zeggen, ik had alles eerder verwacht dan zo'n pracht in jullie. Er zijn nog heel veel van dergelijke rustplaatsen boven ons; het zouden er nog wel zo'n drieëntwintig kunnen zijn.
Hoofdstuk 19: Een nieuwe plaats. Prachtig gebouw op een heuvel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Daarna kwam er uit de hele omgeving van deze plaats een menigte geesten, die om zegening van deze streek vroeg. Deze werd hun ook nog voor het zevende uur verleend. Jullie hebben deze zegening mede ontvangen en hebben haar door een regenboogkleurig lichtverschijnsel boven het vlakke land heel goed kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] De eerste zegt: 'Dat staat buiten kijf, maar toch blijf ik erbij dat zijn rede beter was dan zijn dukatenmakerij!' De zevende zegt: 'Ongetwijfeld! Maar hij heeft in zijn rede ook aangetoond wat zijn dukatenmakerij eigenlijk voor ons betekent. We kunnen dit laatste daarom bijna op één lijn plaatsen met zijn rede.'
Hoofdstuk 53: De gewonnen zes. Paulus' moeite voor de overigen. Rede over de tijd van uitzonderlijke genade. De verblindende vleselijke lust. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De zevende zegt: 'Ja, maar hoe komt het dan dat wij ons als geesten ook al geruime tijd bezighouden met gedachten aan klinkende munt, maar er in plaats van die vodjes zelfs niet de allermiserabelste koperen penning tevoorschijn kwam? Er moet dus achter de dukatenmakerij van Paulus iets heel anders zitten dan enkel sterke gedachten!'
Hoofdstuk 53: De gewonnen zes. Paulus' moeite voor de overigen. Rede over de tijd van uitzonderlijke genade. De verblindende vleselijke lust. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De zevende zegt: 'Hier zijn ze al bijna helemaal uiteengevallen.' Paulus raakt ze aan en op hetzelfde moment veranderen ze in zestig dukaten. De zevende valt bijna achterover van verbazing en zegt na een poosje: 'Nu is het duidelijk, dat is een wonder van de beste soort! Bij het vorige dacht ik dat je enkel een foefje had uitgehaald, maar nu geloof ik ook in al de wonderwerken van Christus en in alles wat ik anders nooit ofte nimmer had kunnen geloven. Kijk, goede man Paulus, nu geloof ik ook dat jij werkelijk de eigenlijke Paulus bent en ook dat wij al gestorven zijn.'
Hoofdstuk 53: De gewonnen zes. Paulus' moeite voor de overigen. Rede over de tijd van uitzonderlijke genade. De verblindende vleselijke lust. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Daar we nu het nut en de doelmatigheid van dit belangrijke sierstuk van deze vijfde verdieping hebben leren kennen, kunnen we ons alweer een verdieping hoger begeven. Jullie zeggen weliswaar: hoe zullen we daar boven komen, want in deze rondelen zien we geen wenteltrap? Maar ik zeg jullie: kijk maar eens wat nauwkeuriger, dan kunnen jullie hem wel zien. Hij is hier slechts uit een buitengewoon doorzichtig, maar verder stevig materiaal vervaardigd om op die manier de zuiver geestelijke opgang, ofwel de volkomen smetteloze weg naar boven aan te geven, waarop elke voetstap volledig kan worden gadegeslagen. - Nu we dit ook nog weten, begeven we ons dus maar welgemoed naar de zesde verdieping of de zevende galerij.
Hoofdstuk 38: Vijfde verdieping. Hogere trap van ontwikkeling van de mensengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Eertijds bestond er tussen God en de geschapen mensen een oneindige kloof, maar met Jezus is deze kloof bijna volledig opgeheven, want Hijzelf heeft ons dit, zoals jullie weten, toch duidelijk laten zien. Ten eerste door Zijn komst als mens op onze aarde, ten tweede doordat Hij ons niet eenmaal maar herhaaldelijk broeders noemde, ten derde omdat Hij met ons at en dronk en al onze kwalen met ons droeg, ten vierde omdat Hij als Heer van de oneindigheid zelfs aan de wereldse overheid gehoorzaamde, ten vijfde omdat Hij zich door wereldse machthebbers zelfs heeft laten gevangennemen, ten zesde omdat Hij zich zelfs door wereldse, machtige intriges heeft laten kruisigen en laten doden en tenslotte, ten zevende, omdat Hijzelf door zijn almacht de voorhang in de tempel, die het allerheiligste scheidde van het volk, in tweeën heeft gescheurd!
Hoofdstuk 13: Jezus, de Naam aller namen en zijn uitwerking. Het geheim van de menswording van God in Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Nu wendt deze zevende zich tot Paulus en zegt: 'Hoor eens, beste, goede vriend, ik heb hier nog precies zes van zulke vodjes, zou je ze voor mij niet in goudstukken willen veranderen?' Paulus zegt: 'Waarom niet, als jij denkt daarmee gediend te zijn? Waar heb je je vodjes?'
Hoofdstuk 53: De gewonnen zes. Paulus' moeite voor de overigen. Rede over de tijd van uitzonderlijke genade. De verblindende vleselijke lust. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Verder leest hij op de zevende trede: 'Jouw aardse woonhuis is vol vuiligheid. Wie zal het reinigen? Wie alleen heeft de kracht en de macht? Dat is Christus, de eeuwige Hogepriester voor God, Zijn eeuwige Vader; want Christus en de Vader zijn één in alle eeuwigheid! In Christus alleen woont de hele volheid van de Godheid lichamelijk en deze volheid is de Vader als de zuiverste Godsliefde. Grijp deze met jouw liefde en zij zal jouw vlees reinigen en opwekken, zoals zij het vlees van Christus heeft opgewekt, dat zij zelf in zich borg.'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13