Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3483 resultaten - Pagina 8 van 233

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Als iemand zichzelf niet eerst kent, hoe zal hij dan een ander of tenslotte zelfs God kennen?! - Deze grondregel had ik bedacht. Heer, zit ik er ver naast?'
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Want de mensen moeten door de nood en allerlei tegenspoed aangezet worden tot werkzaamheid, omdat ze anders trage, gemeste ossen zouden worden die zichzelf vetmesten als voer voor de eeuwige dood!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[25] Alleen Matthéus zei na een poosje bij zichzelf: 'Morgen bij het krieken van de dag wordt deze leer van de werkzaamheid en de rust, zo goed dat mogelijk is, opgeschreven op een vel dat alleen voor deze leer gebruikt wordt; want deze buitengewoon belangrijke leer mag voor geen goud van de wereld verloren gaan!' En toen niet lang daarna de dag aanbrak, hield Matthéus ook zijn woord; en deze leer heeft nog lang bestaan en is door Jonaël en Jaïruth ook naar Samaria meegenomen, maar in de loop der tijd werd ze zeer misvormd en is daarom ook verloren gegaan. Zolang ze echter nog in omloop was, circuleerde ze onder het volk onder de naam 'de nachtprediking'.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Zij zouden wel graag meer aan Mij hebben willen vragen, maar Ik heb ze zo kort mogelijk te woord gestaan, en zij verdwenen en durfden geen verdere vragen meer te stellen; want zij zagen dat Ik volgens Mijn daden wel best een Esseen van de hoogste rang zou kunnen zijn, maar volgens de door Mij aan hen gerichte woorden toch weer niet. Maar terwijl ze onderweg aan niets anders dan aan dit verschijnsel denken, denken ze nu ook: 'Hebben de Essenen soms twee leren, een uiterlijke alleen voor het blinde wereldse volk, en een innerlijke voor zichzelf?' Het kon best zo zijn, dat Ik dus oprecht tegen hen geweest was, en dat Ik, als goede kenner van de schrift, hen zo maar enige zinnen van de innerlijke leer toegeworpen had, en het verdere zoeken aan hen zelf had overgelaten!
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Want waarlijk, Ik zeg jullie: Er is voor een mens niets heilzamer dan zo nu en dan zichzelf innerlijk te onderzoeken! Wie zichzelf en zijn krachten ontdekken wil, moet zich meermalen zelf onderzoeken en innerlijk bekijken.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Want als de mens eenmaal door oefening wat vaardigheid heeft verkregen in de beschouwing van zijn innerlijk, dan ontdekt hij in zichzelf ook heel gemakkelijk en heel snel welke valstrikken de satan voor hem heeft opgezet, en dan kan hij deze behoorlijk onklaar maken en vernietigen en tijdig maatregelen nemen tegen alle toekomstige valsheid van deze vijand. Dat weet de satan maar al te goed en daarom is hij zo ijverig mogelijk bezig om de ziel zelf met allerlei naar buiten gerichte begoochelingen af te leiden, en onderhand heeft hij dan niet veel moeite om onzichtbaar voor de ziel allerlei vallen uit te zetten, waarin zij tenslotte zo verstrikt raakt dat ze dan niet meer tot zelfbeschouwing kan komen, en dat is heel erg.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zei het volgende: 'Jullie hebben nu een nieuwe manier en methode leren kennen, waardoor de mens van de materie over kan gaan naar het steeds zuiverder en reiner geestelijke, en hoe hij op deze weg heer over zichzelf en daardoor uiteindelijk ook over de gehele uiterlijke wereldse natuur kan worden. Volg daarom regelmatig deze weg in Mijn naam, en je zult een grote beheersing over je hartstochten en daardoor over de hele natuur en in de andere wereld over alle schepsels krijgen.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Ga met dit antwoord nu maar weer naar huis en vertel het aan jullie overste, opdat hij dan bij zichzelf kan ontdekken, met welke verschrikkelijke ondank zijn hart gevuld is! Hij gaat in geen geval naar Kapérnaum; want deze plaats heeft Hij door de hel voor eeuwig laten zegenen!'
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De dokter uit Nazareth zegt: 'Geen ander, dan wat u allen, die zichzelf dienaars van de allerhoogste noemen, terecht verdiend hebt! Vertelt u mij eens hoe een mens dan geaard moet zijn, om bij zo'n behandeling van uw kant toch nog uw vriend te kunnen blijven?! Waarlijk, God Zelf zou u niet meer weldaden hebben kunnen bewijzen, dan deze zuiver goddelijke Jezus u gegeven heeft! Wat deed u Hem echter terug?! U vervolgde Hem als een gruwelijke misdadiger, en als u hem te pakken had kunnen krijgen, dan zou u hem reeds lang gedood hebben; hoewel Gods hand Hem duidelijk beschermt, deed u tegen Hem toch zo veel mogelijk kwaad.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Wee u! God heeft u, die zichzelf schandalig genoeg Zijn volk, Zijn kinderen noemt, een God uit de hemel gezonden; ieder woord van Hem is een eeuwige waarheid uit God, overduidelijk voor ieder eerlijk mens, en u wilt Hem doden omdat Hij uw oude tempelmest afwijst!
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar omdat zijn blindheid hem niet toestaat de totale waarheid te begrijpen, en hij naar zijn opvatting bij het volgen van de waarheidsleer in te grote levensmoeilijkheden zou kunnen komen, waaraan hij niet gewend is, denkt hij bij zichzelf: "Er zal wel iets waars in zitten, want anders was dat teken niet mogelijk geweest, maar het juiste ervan ontgaat mij. En handel ik volgens die leer, dan kost mij dat een ontzettende zelfverloochening. Daarom doe ik het liever niet en blijf bij mijn oude levenswijze, waar weliswaar geen buitengewone tekenen bij te pas komen, maar die desondanks toch erg prettig is!"
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Daarom, om ook jou op de jongste dag te vangen omdat je je zo over hem ontfermt! Het zal nog lang duren voor je heel vaag zult zien wie je zelf bent, laat staan dan wat de grote orde van God is, die om heel wijze redenen naast de dag ook een nacht op aarde geschapen heeft. Begrijp je de werkelijke reden van de aardse nacht der aarde, en begrijp je de eeuwige dag van iedere zon, die elk op zichzelf ook een aarde is, net als degene die jou draagt en voedt? Als je dit echter niet begrijpt, dan vraag Ik aan jou, hoe jij hier een vraag kunt stellen die niet betamelijk is voor een mens tegenover zijn Heer, God en Schepper! Zou je ook nog niet willen vragen waarom een steen hard en waarom het water zacht is, of waarom het vuur pijn doet en het koele water niet?
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Kijk, daarin ligt nu juist het strafgericht dat de verlanger van het teken over zichzelf heeft afgeroepen door het op zijn verlangen geproduceerde teken dat hem het onomstotelijke bewijs heeft geleverd waartegen hij niets in kan brengen. Omdat hij daarna toch doorgaat met zijn verkeerde levenswijze, wordt hij aldus een bestrijder van de eeuwige waarheid die hij dan ook in feite heel krachtig verwerpt, ondanks het feit dat hij het onvernietigbare teken, dat hem als bewijs van de waarheld is gegeven in geen eeuwigheid uit de weg kan ruimen alsof het niet behoorde bij de aan hem geopenbaarde waarheid. Daarom is met geen woorden uit te drukken, hoeveel beter het is, om voor het bewijzen van de waarheld nooit een teken te geven.
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Omdat echter volgens de goddelijke orde alles zo is ingericht, dat zowel de mens als ook iedere engelgeest alles slechts geleidelijk aan, en dan zelfs ook nog maar tot een bepaalde graad, door de goddelijke natuur in zichzelf en in alle geschapen dingen kan ontdekken, behoudt hij de steeds groeiende levenslust en de liefde tot God en tot de naaste, die hem de enige mogelijkheid geven om zalig te worden en te kunnen worden. -Begrijp je zo'n waarheid?"
Hoofdstuk 5: De geschiedenis van de gevonden schat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Zeg mij eens, welk genoegen kan God nu beleven aan Zijn eigen onverwoestbare leven?! Hij kent toch altijd al precies de werkelijke reden van het bestaan? Kan Hij dan vreugde beleven aan die onontkoombare steeds maar gelijkblijvende kennis? Daarbij heeft Hij geen enkele mogelijkheid om Zichzelf te veranderen! Een mens zou dan toch van verveling dood gaan?!"
Hoofdstuk 6: Het ontstaan en verdwijnen van de druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...