Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 8 van 71

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] RIBAR zegt: "Broeder, het is hier werkelijk beter steeds te zwijgen en verder alleen maar te kijken en te luisteren! Kijk, de jongen maakt de rollen en de platen klaar! Let dus maar goed op, want hij zal nu zeker meteen beginnen te schrijven!"
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] SUETAL staat nu op en observeert nauwlettend hoe de veronderstelde, jonge leerling zal schrijven, maar als hij scherper toeziet, ontdekt hij dat alle rollen en de platen al volgeschreven zijn. Daarover buiten zichzelf van verbazing, roept hij luid: "Nee, iets groters dan dit wonder bestaat niet! Wij wachtten tot de leerling zou beginnen met zijn dubbele.schrijverij, en kijk eens, hij heeft alles al klaar! Ah, dat gaat alle menselijke begrip volkomen te boven en zoiets werd nog nooit gehoord!"
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar hier in dit wonderlijke gezelschap van tovenaars of goden is het echt met om uit te houden! Altijd wordt er over liefde gesproken, zoals dat ook uit de zeer wijze toespraak van de Griek viel op te maken, maar vraagt men iets aan zo'n wonderdoener, dan geeft hij steeds een ontwijkend antwoord en wordt tevens zo grof als een stoppelveld! Nou die moet nog maar eens tegen mij beginnen over nederigheid zachtmoedigheid en liefde, dan krijgt hij zo van mij op zijn kop, dat hij niet veel terug zal zeggen!
Hoofdstuk 75: De twaalf begrijpen het nog steeds niet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Nu zeggen de andere tien ook, dat zij hetzelfde bij zichzelf beginnen te voelen.
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De gezichten van Ouran en Helena beginnen erg op te klaren en Helena heeft nu geen angst meer voor haar liefde voor Mij.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Wat moet men met zo'n volk dan nog verder beginnen? Wonderen doen? Daardoor wordt het volk nog dommer en bijgeloviger! -Straffen? 0, zo'n volk is toch al genoeg gestraft!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Als we echter al beginnen met het zwaard in de hand het evangelie van God te verkondigen, dan zullen wij des te eerder het zwaard van de wereld tegen ons oproepen. Beginnen wij echter met het wapen van de vrede, dat liefde heet, dan zullen wij ook veelvuldig de vrede vinden.
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ga maar eens naar zo'n onverbeterlijke priester, aan wie je heel goed kunt merken hoezeer hij vergroeid is met het onware en leugenachtige, dan zul je merken dat er niets mee te beginnen is! Hij vindt zichzelf veel waardiger dan een keizer, omdat hij zich verbeeldt een plaatsvervanger van God op aarde te zijn, en daarom ruilt hij zijn waardigheid voor niets ter wereld.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Wat Raphaël gezegd heeft, bevalt de twaalf niet en daarom beginnen ze mogelijkheden te bedenken om heimelijk te vertrekken en toch maar weer, zij het dan onverrichter zake, naar Jeruzalem terug te keren, 'want' zegt SUETAL, "wij hebben tot op heden nog mets strafbaars tegen de tempel ondernomen. Wat het gezag met ons deed, daar zijn wij met aansprakelijk voor, en onze diepste gedachten kan geen tempeldienaar ooit te weten komen, dus moet de tempel ons weer gewoon opnemen. Wij zullen daarbij zeker in zijn gunst stijgen als wij het een en ander vertellen over de buitengewone dingen die wij op onze gevaarvolle.reizen hebben meegemaakt! De leiding zal met veel interesse naar ons luisteren en zeer welwillend tegenover ons staan en dan is ons kostje gekocht. Misschien zullen wij dan weer in den vreemde uitgezonden worden, maar dat zal ons niet hinderen want wij zijn behoorlijk slimme snuiters en weten nu precies wat wij moeten doen en voor wie wij het volk moeten bewerken!
Hoofdstuk 75: De twaalf begrijpen het nog steeds niet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Omdat wij nu, vanwege de uitbrander, wat meer gingen voelen voor de Griek, schijnen een paar doeken van de ogen van onze ziel weggenomen te zijn, en wij beginnen daarom nu ook enige vermoedens te krijgen. Bn ik ben nu van mening dat wij ons verstand helemaal over boord moeten gooien en in plaats daarvan puur het gevoel van ons hart moeten volgen, dan zullen wij zeker eerder een doel bereiken dan door ons verstand, dat de mens alleen kreeg, zoals men voor het koken van eten een kooklepel bij de etenspot geeft, namelijk voor het omroeren van het eten. Is het eten in de pot eenmaal gekookt, dan kan men de roerlepel verder missen! -Wat is daarover nu jouw mening en de mening van jullie allen?"
Hoofdstuk 77: God laat Zich alleen door de liefde kennen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] HELENA zegt, heel bedroefd en met tranen in de ogen: "Ja, ja, u kon wel eens helemaal gelijk hebben! O, hoe gelukkig zijn toch de goden en hoe ongelukkig zijn daarentegen de mensen! Een hart dat niet mag liefhebben, is wel het ongelukkigste van wat een mens in de wereld ook maar ooit ongelukkig kan noemen! Als mijn oog mij ergert, kan men het blind maken, als mijn hand mij ergert, kan ik die af laten hakken, zo ook een voet, en ergert mijn zachte en blanke huid mij, dan kan ik haar met roeden laten kastijden en vervolgens met modder besmeren. Maar wat kan ik met mijn hart beginnen als het mij te zeer gaat ergeren? Als men een drukkend gevoel in de maag heeft, dan heeft Aesculapius daarvoor aangeraden om het sap van de aloë in te nemen en dan wordt het al gauw beter met de maag, maar tegen een drukkend gevoel in het hart heeft hij bij mijn weten geen middel aanbevolen!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] In het jaargetijde met de kortste dagen, dat vooral in Egypte altijd vergezeld gaat van regen (en met deze gemakkelijk te herkennen periode van dertig dagen liet men ook steeds een nieuw jaar beginnen), bevond de zon zich volgens de berekening van de ouden juist onder het sterrenbeeld, dat wij als 'Waterman' kennen. De vorm van het sterrenbeeld ontleende men aan de herder, die met zijn wateremmer naar de drinkwaterbak van de huisdieren loopt en de volle emmer daarin leeggiet. De ouden noemen zo iemand een waterman (Uodan). Zij noemden het sterrenbeeld daarnaar en ook deze periode. De domme fantasie van de mensen maakte al gauw een god van dit op zichzelf goed gekozen zinnebeeld en bewees daaraan goddelijke verering, omdat men deze god aanzag voor degene die de verdorde natuur weer tot leven bracht. -Kijk, lieve Helena, zo kregen het bewuste, eerste sterrenbeeld en de eerste, dertigdaagse regenperiode hun namen. Stappen we nu over op het tweede teken, dat men de 'Vissen , noemt.
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] JARAH zegt: "Ja, ja, u bent echt wel een zeer wijs en uitermate verstandig man, maar in alles heeft ook u toch nog lang geen inzicht! Kijk, als Raphaël iets zou willen doen, zou hij mij gemakkelijk in een oogwenk een paar bewijsstukken uit de natuur kunnen bezorgen die ik van deze sterren als aandenken en als bewijs, dat ik daar werkelijk was, mee naar deze aarde nam. Maar er is met hem niets te beginnen en daarom kan ik u dat tastbare bewijs niet geven. Ook zou u als natuurlijk mens ook dan nog aan de echtheid kunnen twijfelen, maar uw ziel, die met de goddelijke geest vervuld is, zou daaraan toch zeker gemakkelijk zien dat de meegenomen herinneringen niet aards zijn. Want zij zijn zo prachtig en kostbaar dat alles wat de aarde aan kostbaars heeft daarbij vergeleken waardeloos is. Het zou een keizerlijk sieraad van onschatbare waarde zijn! -Maar laten we er maar over ophouden, het begint in het oosten te schemeren! De sabbat gaat komen en we moeten ons op deze dag des Heren voorbereiden!"
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Toen wij ons na deze opmerking van Mathaël van de berg af naar de tafels begaven, vroeg CYRENIUS Mij onderweg: "Heer, moet ik soms een afdeling van mijn soldaten naar de stad zenden om te blussen? Want als we de stad niet helpen, is zij nog voor vanavond een gloeiende puinhoop!"
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] CYRENIUS zegt: "Vriend Herme, wat die man betreft, zeg ik je voorshands alleen maar dat Hij onder ons mensen zeg maar een God is! Voorlopig is Hij slechts een geneesheer uit Nazareth, -maar wat voor geneesheer! Zo een heeft deze aarde nog nooit gedragen! Al het andere zul je later wel ondervinden! -Maar nu gaan we beginnen en zeg jij in het vervolg niet meer 'Heer der heren' maar 'vriend en broeder' tegen mij!"
Hoofdstuk 142: Voortzetting van de rechtszaak tegen de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...