Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 8 van 234

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Dit voor een deel zinnige, voor een deel echter ook zeer onzinnige geschreeuw trok natuurlijk een aantal mensen aan en vooral diegenen, die de vorige dag aan de bron bij Mij waren en Mij nu weer zien en horen wilden. Het lawaai en de menigte werd van seconde tot seconde groter, en iedereen in huis moest het bed uit en kijken, wat er aan de hand was. De leerlingen waren het eerst op en vroegen Mij, wat dat dan toch voor een lawaai was, en of het wel raadzaam was om te blijven of dat het misschien beter was, om er vandoor te gaan. ,
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Daarmee waren de leerlingen gerustgesteld en Ik zei vervolgens tegen hen: 'Ga nu maar naar buiten en zeg tegen hen, dat ze hun mond moeten houden en naar buiten op de berg moeten gaan, want Ik zal na het zesde uur (dat is na twaalf uur 's middags) met jullie allen naar buiten komen en dan zal Ik aan jullie en aan hen vanaf de berg het heil verkondigen. Ze moeten ook schrijvers meenemen, opdat die opschrijven wat Ik daar vanaf de berg zal leren.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De leerlingen daalden nu snel af en deden wat Ik hen opgedragen had.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Terwijl de leerlingen beneden op straat in touw waren, kwamen alle andere gasten tesamen met Maria naar Mij in de eetzaal en begroetten Mij zeer vriendelijk, bedankten Mij en vertelden heel in 't kort de wonderbare dromen, die zij in deze nacht hadden gehad, en zij vroegen Mij of zulke dromen ook een betekenis hadden.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg echter: 'Beste Irhaël, wacht nog even, de leerlingen zullen dadelijk nog meer gasten brengen, die ook aan het ontbijt zullen deelnemen en die tevens uit Mijn mond zullen vernemen, dat jullie beiden, jij en Joram, nu officieel getrouwd zijn. Ze zullen ook zien dat jullie huis niet een van de minste, maar in alles, zowel uiterlijk als innerlijk, het eerste huis van deze stad is, en dat Ik daarom in dit huis Mijn intrek nam.'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl Ik dit tegen het echtpaar zeg, openen Petrus en Johannes ook al de deur en tussen hen in komt Matthéus binnen, die diep buigt en zegt: 'Heer, ik sta helemaal klaar om U alleen te dienen! Ik heb hier wel een baan als schrijver en kan daarvan leven en mijn kleine familie onderhouden; maar als U, o Heer, mij nodig heeft, dan laat ik ogenblikkelijk mijn werk liggen; en U, o Heer, zult mijn kleine familie niet laten verkommeren!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Er is genoeg voor tien dagen, daarna zullen we wel ander materiaal krijgen. Blijf maar hier en ontbijt met ons; na zes uur zullen we de berg op gaan. Daar zal Ik deze menigte het heil verkondigen; jij schrijft al het gesprokene voor Mij woordelijk in drie hoofdstukken op en je maakt daarbij een indeling in kleine verzen, zoals bij David gebruikelijk was. Zoek er nog een paar andere schrijvers bij, die het van je kunnen overschrijven, zodat er in dit plaatsje ook een geschreven getuigenis blijft!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Over al het andere wilde ik, hoe onzinnig het ook klonk, niets zeggen, maar wat moet je nu denken van die aanbevolen zelfverminking, als één van de eigen ledematen ergernis geeft; en dan ook nog het kennelijk aanbevolen nietsdoen, waarbij iemand al zijn aandacht moet geven aan een voortdurend op zoek zijn naar het Godsrijk, zonder voor iets anders te hoeven zorgen, omdat al het andere van boven gegeven zal worden!? - Laten we dat nu eens met een kleine proef van een paar maanden uittesten; gedurende die tijd moeten de mensen alles laten liggen en niet werken, dan blijkt wel of de gebraden duiven hen in de mond zullen vliegen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Na dit noodzakelijke onderhoud met Matthéus komen de andere leerlingen binnen, en daarop volgen de priesters en de andere notabelen van deze stad en zij begroeten Mij zeer berouwvol. En de voornaamste priester komt iets naar voren en zegt: 'Heer, U heeft dit huis zeer goed voor U ingericht, zodat het waardig is om U te herbergen. Salomo bouwde de tempel met veel pracht, opdat deze waardig zou zijn, om als woonplaats voor Jehova bij de mensen te dienen. Maar de mensen hebben deze woonplaats door hun vele ten hemel schreiende laster ontheiligd, en Jehova verliet de tempel en de ark en kwam naar ons op de berg, net zoals U, o Heer, eerst in de tempel was en weinig weerklank vond en toen naar ons, Uw van oudsher echte vereerders, gekomen bent. En zo zal nu geschieden, zoals geschreven staat:
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Goed, uw verzoek is billijk en Ik zeg u: Onder alle priesters na Samuël, bent u de wijste, want u heeft een goed hart, u verwerpt in de aard der zaak Mijn leer niet, maar u wilt hem alleen uitgelegd hebben; en Ik wil u daarom ook uitleg geven! Maar niet uit Mijn mond, maar uit de mond van één van Mijn leerlingen krijgt u een uitleg! Wend u daarom tot één van Mijn leerlingen, opdat het u duidelijk zal worden, dat Mijn leer op dit ogenblik al zonder Mijn verklaring begrijpelijk is geworden voor de mensen!
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De genezen man wilde Mij nu luidkeels gaan bejubelen; Ik waarschuwde hem echter ernstig en zei: 'Ik zeg je dat je het voorlopig aan niemand zegt, behalve aan de opperpriester! Ga naar hem toe, hij loopt achter ons bij Mijn leerlingen! Als hij zal hebben bevestigd, dat je genezen bent, ga dan naar huis, pak daar de gave die Mozes heeft voorgeschreven en offer die op het altaar!'
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Al het volk dat geloofde, at mee; slechts een nog ongelovig deel ging naar huis, want dat dacht, dat het een valstrik was. Dat kwam, omdat het merendeels geïmmigreerde Galileeërs waren, waaronder velen uit Nazareth, die Mij kenden en ook Mijn leerlingen, die ze vaak op de vismarkt hadden gezien. Zij zeiden ook tegen de inheemse Samaritanen: 'Wij kennen hem en zijn leerlingen; hij is timmerman van beroep en zijn leerlingen zijn vissers. Hij was bij de Essenen in de leer, en die zijn goed bedreven in allerlei kunsten, in de heelkunde en in buitengewone toverij. Dat heeft hij daar geleerd, en nu oefent hij zijn perfect geleerde kunst uit om de Essenen een grote aanhang en veel inkomen te verschaffen. Deze jongemannen zijn verklede en door dezelfde Essenen in de Kaukasus gekochte en welopgevoede meisjes; die konden wel eens de grootste aantrekkingskracht uitoefenen! Wij laten ons echter niet zo gemakkelijk verlokken, want we weten dat met de God van Abraham, Isaäk en Jacob volstrekt niet te spotten is. Maar voor de Essenen, die zo ongeveer van mening zijn dat hun voorvaderen de wereld geschapen hebben, is het gemakkelijk te spotten met wat voor hen niet bestaat. Zolang wij aan een God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven, hebben we die Esseense goocheltrucs niet nodig; en mocht het zijn, dat we ooit ons geloof verliezen, dan zullen de Essenen met hun slimme afgezanten zeker niet in staat zijn om dat te vervangen, maar dan zouden ze maken dat we pure Sadduceeën werden, die in geen opstanding en eeuwig leven geloven. Daarvoor behoede ons Jehova!' Met zulke opmerkingen gaan ze naar huis terug.
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] En daarna zal het ook op verschillende plaatsen van de aarde zo zijn, dat de halstarrige mensen de verkondigers van het evangelie lichamelijk zullen doden. Maar juist zo'n dood zal hen gelovig maken, omdat ze daardoor zullen zien, dat al degenen, die hun geestelijk leven gebaseerd hebben op Mijn woord, nooit gedood kunnen worden! Want de gedoden zullen bij hun respectievelijke leerlingen terugkomen en ze zullen hen Mijn wegen leren!
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar naar de harde wereldse mensen, die geen geloof hebben of, als ze al geloof hebben, desondanks niet handelen zoals het geloof hen leert, zullen noch Ik noch Mijn leerlingen komen om de duisternis van de twijfel volledig uit hun hart weg te nemen. Wanneer het eind voor hun vlees komt zullen ze het kwaad van hun ongeloof en de gevolgen van het miskennen van Mijn leer daadwerkelijk voelen, terwijl degenen, die door hun daden laten zien dat ze geloven, de vleselijke dood niet, zullen voelen en beleven!
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In de liefde tot de arme broeders en zusters zullen jullie Mijn echte aanbidders zijn, en Ik zal in zulke bedehuizen vaak bij jullie zijn, zonder dat je het di rekt zult merken; maar in de tempels, die, zoals dat tot op heden het geval was, speciaal voor de lippendienst gebouwd zijn, zal Ik van nu aan net zo min wonen, als het verstand van de mens in zijn kleine teen.
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...