Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 8 van 78

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] De meest verwerpelijke sexuele daad bestaat echter uit het schenden van knapen en in het erbij betrekken van andere ledematen en delen van het vrouwenlichaam dan die welke God daarvoor bestemd heeft, of zelfs in het schenden van dieren. Deze schenders moeten voor altijd geheel uit de menselijke maatschappij gebannen worden.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] De tien anderen geven Suetal hierin volkomen gelijk en delen allen zijn mening. Maar Ribar haalt bedenkelijk zijn schouders op en SUETAL zegt: "Nou, daar kun je toch echt niets tegenin brengen?! Want mijn mening staat voor God en de hele wereld zo vast als de berg Sinaï, waarop Mozes de wetten kreeg voor een volk dat enorm met verstand begiftigd is!"
Hoofdstuk 77: God laat Zich alleen door de liefde kennen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ook de Griek vroegen zij om vergeving en de GRIEK zei: "Wat het geloof voorschrijft moet iemand doen, als hij voor zichzelf geen wijzere tegenargumenten heeft. Maar vanaf nu moet jullie geloof zich meer ontwikkelen, dan zullen jullie inzien dat de verheven goden zeker geen mensenoffers uit onze handen verlangen, omdat zij zelf talloze middelen in handen hebben om naar believen honderdduizenden mensen van deze aarde weg te nemen."
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] U weet hoe streng onze priester, die Apollo moest dienen, mij verboden heeft een god lief te hebben. Want zo'n liefde was ten eerste te onheilig voor een oppergod zoals Apollo, en ten tweede zou men, als die liefde erg zou toenemen en werkelijk een oppergod aan zou trekken, meteen de bestraffende jaloezie van de godinnen opwekken en dan ongetwijfeld voor eeuwig moeten delen in het harde lot van Europa, Dido, Daphne, Eurydice en Prosperina -en dat zou iets heel verschrikkelijks zijn.
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] In zijn fantasie maakte hij zich, zo goed en zo kwaad als dat ging, daarvan voorstellingen. Maar van de grote uitgestrektheid van de landstreken, van het grote licht dat zich in een onmetelijk diepe en vrije ruimte bevond, namelijk van de zon, de maan en de talloze sterren, evenals van de sterkte van het licht en zijn warmte kon hij zich toch onmogelijk een juist begrip vormen.
Hoofdstuk 95: De opvoedingsmethode in het oude Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Een godenoorlog was volgens de heidense sagen niet zo'n wenselijk verschijnsel op aarde, omdat die van eertijds verschrikkelijk moest zijn geweest. De reusachtige goden der onderwereld moeten toen met grote kracht maar liefst hele brandende bergen naar de Olympus hebben geslingerd, waarbij Zeus zich natuurlijk behoorlijk verdedigd had met talloze bliksems en hagelstenen zo groot als bergen, waardoor hij de kwade machten der onderwereld had overwonnen.
Hoofdstuk 99: De uitwerking van het doven van de schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Herhaaldelijk bestuderen van de zodiak leidde de waarnemers weldra tot de conclusie dat de zodiak een grote kring is, die, wanneer men deze in twaalf vrijwel gelijke delen verdeelt, in ieder van de delen een afzonderlijk sterrenbeeld bevat.
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Het antwoord op deze oude sleutelvraag luidde, dat alle geschapen materie zich tot God verhoudt als een vrouw tot haar man en gebieder. God verwekte in en door de materie, altijd maar door, Zijn myriaden veelsoortige kinderen. Hij bevruchtte de materie zonder ophouden met Zijn goddelijke, geestelijke invloed, en de materie baart Hem zonder ophouden de talloze in haar verwekte kinderen. -Dat was toch heus wel een heel verheven gedachte die de oude wijzen op de genoemde hoofdvraag als antwoord hadden opgesteld!
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Kortom, ik droom eigenlijk ook nog meer dan dat ik mij geheel wakker en thuis voel. Mijn ziel beseft nu wel veel, ja, ik overzie de gehele vorm van de aarde, mijn blik dringt tot in haar diepste diepten; ik overzie de maan als een heel treurige, armzalige, kleine wereld, bestemd voor nog kleinere en armzaliger mensen en andere schepsels; ik zie Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus en ik zie daarboven nog soortgelijke, kleine en grote hemellichamen. Saturnus ziet er zeer wonderlijk uit, hij is zeer veel groter dan onze aarde en zweeft precies in het midden van een reusachtige ring, waarboven zo'n zeven manen, groter dan die van ons, ronddartelen als bijen om hun korf; ik zie ook de wonderbaarlijk schone, ver uitgestrekte streken van de grote zon; maar bij al die dingen voel ik me bij lange na niet zo vreemd als hier in de merkwaardige, vreemdsoortige nabijheid van de Schepper van al de talloze werelden en hun wonderen!
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] RAPHAËL zegt: "Maak je ook dáár maar geen zorgen over! De gehele aarde en alle schepsels daarop hebben toch zeker elk moment ook veel van alles nodig, en toch verzadigt de Heer Zelf de grote aarde en alle daarop aanwezige wezens! En wat is de aarde vergeleken bij de zon, die meer dan tienmaal honderdduizend maal groter is dan deze aarde en altijd onmetelijk veel voedsel nodig heeft voor de instandhouding van haar machtige licht en voor het behoud van de talloze schepselen op haar uitgestrekte lichtgebieden. De Heer zorgt zowel voor hen als voor jou, edele vriend!
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Komt de maan echter toevallig precies tussen zon en aarde te staan, wat gisteren het geval was, dan bedekt zij de zon en houdt het zonlicht voor een bepaald deel van onze aarde tegen. Dat wil zeggen voor dat deel, van waaruit een rechte lijn te trekken valt door de maan tot aan de zon. Daar ontstaat dan op heel natuurlijke wijze een zonsverduistering. Maar die delen van de aarde die niet precies in de eerder beschreven, rechte lijn liggen, krijgen niets van zo'n verduistering te zien en met name die niet, welke zich op de ons tegenovergestelde halve bol van de aarde bevinden. Want deze aarde waarop wij wonen, is net als de zon en de maan een bol en er ontstaat slechts dag en nacht omdat zij in vierentwintig uur om haar as draait, gedurende welke tijd zij langzaam maar zeker al haar landen en zeeën vanaf noord tot zuidpool onder het licht van de zon brengt en Iaat verlichten en verwarmen.
Hoofdstuk 139: Cyrenius geeft uitleg over aarde en maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Van de profeet Elia wordt wel verteld dat hij eens een aantal doodsbeenderen een lichaam en leven moet hebben gegeven, maar daar waren wij niet bij. Ook is dit slechts een overgeleverde sage en het staat in geen enkel boek opgetekend, zelfs niet in de apocriefe delen van de Schrift! Hoe moeilijk kan een denkend mens dan zoiets geloven!
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HERME, de zanger -of liever, de boodschapper uit Caesarea Philippi -zegt tegen Cyrenius: "Geëerde gebieder! Nu pas zit hij helemaal verstrikt in het net en ziet hij geen uitweg meer! O, dat heeft deze vervolger van al het goede en ware volkomen verdiend! Kende ik hem niet zo goed, zoals ik hem ken, dan zou ik zelfs medelijden met hem kunnen hebben, want dat heb ik al gauw ook met nog zulke erge zondaars als ze in grote narigheid zitten. Maar deze kerel zou ik in levenden lijve kunnen zien braden en dat zou mij rechtstreeks een genoegen zijn! Het is hier niet de tijd en de plaats om mee te delen, wat er allemaal in vertrouwen onder elkaar verteld wordt over deze heer overste, maar u kunt ervan verzekerd zijn dat er geen enkele goede haar aan zijn lijf zit!
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Toen Cyrenius daarna de brieven begon uit te delen werden alle vijftig door grote vrees bevangen. Want dit wonder was voor de vijftig opeens toch te groot en te geweldig en allen begonnen bevend in te zien dat zij zich nu in de nabijheid van God bevonden. Zij bedankten Cyrenius voor deze dubbele genade, maar geen van hen dorst iets te zeggen of om iets te vragen.
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ik zou jullie nog heel veel hebben mee te delen, maar jullie zouden het nu niet kunnen verdragen. Wanneer echter de geest der waarheid over jullie en jullie kinderen zal komen, zal hij jullie in alle waarheid leiden. Zo zullen jullie dan voor deze aarde in volkomen waarheid zijn en in háár pas de sleutel in handen krijgen tot de eindeloos vele waarheden van de hemelen, welke door hun steeds verdere en diepere onthulling, jullie in eeuwigheid ook steeds meer en meer te doen zullen geven!
Hoofdstuk 168: Leiding van mensen en volkeren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...