Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5767 resultaten - Pagina 9 van 385

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[39] Bij jullie heeft zelfs alle rechtvaardigheid het veld moeten ruimen en daarvoor in de plaats zijn list, bedrog, sluwheid, leugen en nog veel meer andere schandelijkheden erbij gekomen, die vanwege hun laagheid geen naam hebben en jullie geloven dat de oude God je meteen allerbereidwilligst zal ondersteunen in al je gemeenheden, wier aantal geen einde kent, als jullie Hem met slechts het een of andere onzichtbare vuur als offer om de tuin willen leiden. 0, jullie vergissen je geweldig; deze Oude heeft scherpe ogen en weet heel precies hoe het van begin tot einde met je wezen gesteld is. Daarom is Zijn oor ver van jullie verwijderd en zal Hij je in je laaghartigheid nooit meer verhoren, ook al zouden jullie de gehele aarde als offer voor Hem aansteken, als jullie niet tevoren je harten reinigen met het vuur van een onbegrensde liefde ten opzichte van de door jullie verzwakte broeders en ongelukkige zusters en jullie je onthouden van allerlei hoererij, die bij tweehonderd jaar oude mannen die het vorstenambt bekleden, onvoorstelbaar slecht past.
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Jullie zullen je vrouwen in de toekomst nooit eerder dan in je veertigste jaar beslapen en dan nooit vaker dan onder Gods zegen nodig is om een mens te verwekken. En niemand zal meer dan ten hoogste twee tot drie vrouwen hebben; want alles wat daar bovenuit zou gaan, zal je door God als een grote zonde aangerekend worden en je leven op aarde van korte duur en moeizame aard maken. Het zal jullie liefde tot God verzwakken en je tenslotte van alle wijsheid beroven, die slechts een toegift van God is aan diegene die zich precies aan Zijn geboden houdt.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Aan jou is nu slechts één vrouw gegeven; maar in de loop der tijden zullen de mannen in alle kuisheid vanwege de verwekking van de geslachten ook meer vrouwen nemen; doch houd je ver van alle hoererij en een ongezegende geslachtsdaad. En als jullie dat allemaal in acht zullen nemen, zal jullie volk reeds na duizend jaar als het gras op aarde en als de sterren in de hemel worden.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Hijzelf zou van Mij de macht hebben, zolang de inval tegen te houden, totdat de muur klaar zou zijn; echter slechts gedurende tien jaar, waarin zij alle ijver aan moesten wenden om zo spoedig mogelijk dit grote, heilige werk volgens Mijn in hem geopenbaarde wil te volbrengen, anders zou het er slecht voor hen uitzien.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Daardoor gelukte het hem dit grote rijk, dat vóór hem zeer verdeeld was, zij het dan slechts door geweld weer te verenigen en zestig jaar lang als een echte overweldiger te beheersen. Zijn zoon die dezelfde naam had werd lauw en toegevend; maar diens zoon, de opvolger van deze beide overweldigers, begon de bloedige vervolging van de vromen, waarmee reeds zijn grootvader was begonnen, op nog onmenselijker wijze voort te zetten en daarvoor moest hij bij een algemene volksopstand die grote misdaad met zijn leven betalen.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En Adam zei: "Waar spreken jullie over? Ik ken de zoon van Methusalah en die is pas eenhonderdenzesentwintig jaar oud en heeft nog nooit een vrouw leren kennen!* (* N.B. van 25 juni 1841: "Hier duiden de eenhonderdzesenrwintig jaar niet op de leeftijd, maar geven slechts een toestand aan waarin de mens nog niet tot de juiste verhoudingen is gekomen, d.w.z. honderd voor God, tien voor de broeder en de naaste en één voor zichzelf! Als je dus kunt rekenen, reken dan en je zult er achter komen wanneer de mens geschikt is om wedergeboren te worden. Lamech heeft nog geen vrouw leren kennen omdat hij in de geest nog niet op de trap stond, die gesteld is tot grondsteen van de eeuwige ordening. Ans.W.H. (Anselm W. Hüttenbrenner) is pas honderdzevenendertig jaar oud; - er moet van de zeven en van de drie nog zoveel afvallen. Amen. Dat zeg Ik, jullie Vader. Amen. Amen. Amen." - Methusalah was toentertijd tweehonderddrieendertig en Lamech zesenveertig jaar oud. Vgl. hoofdstuk 110, vers 7! De uitgever.) Waar spreken jullie over? Vervloekt zij de leugen en de mond die haar uitspreekt, en de tong die onwaarheid spreekt in het aangezicht van God! Daarom, bij de vloek van Kiïn, van de moordenaar, spreek, - waar komen die vrouwen vandaan?"
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Daarom leef ik dan ook in de vaste overtuiging: Henoch werd net als de zon tot een onmetelijke hoogte boven mij uit verheven en nu wordt mijn gehele wezen door zijn grote licht verblind. Maar het heilige licht hoeft slechts net als het licht van de zon te werken en het zal tot een zegen worden voor mijn nacht; want evenals het licht het leven bewerkstelligt en de levende kiem uit de ontbinding te voorschijn trekt, vormt en hem dan op wonderlijke wijze leidt, zal ik zeker, niet minder dan een plant zijnde, in de stille rust van mijn deemoed door de Heer worden bedacht. O vader, daarvan ben ik zeker! De Heer geeft aan eenieder hetgeen Hem welgevallig is! Amen."
Hoofdstuk 62: De patriarchen brengen begrip op voor Henochs woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Wat jullie 'wet' noemen, is bij Mij de hoogste vrijheid in alle zaligheid van Mijn liefde; maar wat jullie 'vrijheid' noemen, is slechts Mijn vrije macht. Leef daarom uit de liefde, leef uit de eeuwige liefde in Mij, dan leven jullie waarachtig vrij! En de vrijheid van het leven zal je pas volledig leren dat de wet van de liefde de meest eigenlijke en allerhoogste vrijheid is en dat de wet en de vrijheid zijn als een cirkel die overal zichzelf tegenkomt en zich vrij maakt door de ordening waarin hij zich eeuwig opbouwt in oneindige volmaaktheid!
Hoofdstuk 88: Henochs legt Asmahaëls woorden uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Ik leef slechts voor zover ik U liefhebbend beleef; daarom bestaat er voor mij niets levends dan alleen U! Of zijn niet alle dingen voor mij als waren zij dood?! Of leeft voor U de dode steen niet meer dan voor mij de meest beweeglijke vogel?! Want de steen is niet sprakeloos voor U; maar wat betekent het opgewekte gesjirp van een krekel voor mij?!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[71] Je hebt volkomen gelijk als je zegt dat het Rijk van God in Mij tot jullie is gekomen en dat het zich nu bij jullie, in jullie midden bevindt. Maar dat is nog niet voldoende om het eeuwige leven van de ziel te verwerven en ten volle te bewaren, omdat het Rijk van God in Mij wel tot jullie is gekomen, maar daarom nog niet in jullie innerlijk is doorge­drongen, wat pas dan kan en zal gebeuren, wanneer jullie, zonder ook maar in iets met de wereld rekening te houden, Mij n leer helemaal in jullie wil en dus ook in al jullie hande­len hebt opgenomen. Wanneer dat eenmaal het geval zal zijn, dan zul je niet meer zeggen: "Christus, en met Hem het Rijk van God, is tot ons gekomen en woont bij en onder ons!" - maar je zult zeggen: "Voortaan leef niet meer ik, maar Christus leeft in mij!" - Wanneer dat bij jullie het geval zal zijn, dan zul je ook ten volle waarachtig begrijpen dat het Rijk van God niet met uiterlijk vertoon van pracht tot en in de mensen komt, maar dat het zich slechts inner­lijk in de mens ontplooit en de ziel in zijn eeuwig leven trekt.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[449] De hoofdman: "Hoe Uw waarlijk heilige leer langs een weg, die vrij van hindernissen is, weet door te breken in de nacht, waarin de mensheid thans is begraven, is mij nog even onduidelijk als vroeger! Langs de weg van wonderen alleen zou de mens er, naar Uw eigen zeggen, niet veel baat bij hebben, omdat ze op die manier van de mens, die vrij behoort te zijn en te worden, slechts machines zou maken; langs de geheel natuurlijke weg zal dit echter veel bloed kosten en zal het erg lang duren! Ja, ik zou haast met zeker­heid willen beweren, hoewel ik niet over profetische gaven beschik, dat, zoals ik de mensheid wijd en zijd in Azië, Afrika en Europa behoorlijk ken, vanaf nu gerekend over 2000 jaar nog lang niet de helft van de mensen die op aarde leven zich zal koesteren in het licht van Uw leer! - Heb ik het juist of niet?"
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[15] Eén vraag nog slechts, in verband met het feit, dat ik dit jaar nog, vanwege Tullia een keer naar Rome zal moeten gaan!
Hoofdstuk 156: Dankbetuiging van Maronius, de drie priesters en Tullia. De vermaning tot zwijgen van Jozef - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Salome nu weer: 'Luister zoon van de grote koning David: niet slechts voor mij alleen, maar voor je hele gezin, zou mijn ver­mogen wel gedurende honderd jaar voldoende zijn!
Hoofdstuk 34: Het opbreken voor de vlucht. Jozefs onderhoud met Salome. Afscheid van de hoofdman. Het vertrek. Vrijgeleide naar Cyre­nius. Jozefs route. Incident met rovers. Aankomst in Tyrus bij Cyrenius. Cyrenius troost en helpt hen (26 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] daarom heb ik er dit op be­dacht: naar het zich Iaat aanzien zul je dit jaar slechts een schrale graanoogst mogen verwachten;
Hoofdstuk 231: Cyrenius blijft toch nog een dag langer te gast. Zijn dankbaarheid, zijn geschenk, zijn afscheidsrede - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Zijn voornaamste werk is ongetwijfeld zijn 'Kerkgeschiedenis', vanaf de stichting tot aan de zege van Constantijn over Licinus in het jaar 324, welke geschiedenis een bonte verzameling van data vrijwel chronologisch samenvat, en waarin tevens excerpten zijn opgenomen uit de oud-christelijke literatuur en essays over allerlei studies en documenten (totaal 10 delen). Dit werk werd reeds uitgegeven (toen nog 'slechts' zeven delen), voordat keizer Diocletianus in het jaar 303 de christenen begon te vervolgen... Door de elkaar daarna snelopvolgende gebeurtenissen met wereldwijde strekking die van groot belang waren ook voor de religieuze verhoudingen in de wereld, werd Eusebius echter genoodzaakt er meerdere malen uitbreiding aan te geven. Nog in de vierde eeuw werd dit immense werk vertaald in het Syrisch en later tevens in het Armeens. Een Latijnse vertaling, waarin Rufinus het werk bijwerkte tot het jaar 395 werd voltooid in het jaar 403 (Zie Patrologie van Berthold Altaner, Herder 1938)
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...