Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

384 resultaten - Pagina 9 van 26

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26
[6] 'Onze liefdevolle Vader, die in Uw hemelen woont! Uw rijk van eeuwige liefde en waarheid kome daadwerkelijk tot ons! Uw alleen heilige wil, het Zijn van alle wezens, worde ook onder ons net zo tot werkelijkheid als dat in al Uw hemelen en scheppingsruimten geschiedt! Geef ons, Uw kinderen, het brood des levens! Vergeef ons onze schulden, zoals wij onze broeders die ons beledigd hebben vergeven! Laat geen verzoekingen en bekoringen tot zonde over ons komen, waaraan wij in onze zwakheid moeilijk of helemaal geen weerstand kunnen bieden, maar bevrijd ons van alle kwaad! Uw naam worde altijd geheiligd, hoog geprezen en boven alles geloofd; want van U is eeuwig alle liefde, wijsheid, kracht en macht!'
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Daar zul je heel goed aan doen! Maar nu zal Ik je nog iets zeggen, en wel tegen je gemoed, in een gelijkenis: stel, je zou je voor bepaalde aangelegenheden en zaken op een verre reis begeven! Maar aangezien je in vreemde landen zou zijn, al vele dagreizen van huis verwijderd, zou het kunnen gebeuren -zoals zoiets door toelating van boven al heel vaak in de wereld is gebeurd - dat je je hele vermogen, dat je op de lange en verre reis meegenomen had, kwijt zou raken en jij vervolgens in het vreemde land en in een volkomen vreemde plaats helemaal vertwijfeld zou raken, en je zou dan heel treurig gestemd en met een droevig gezicht in die vreemde plaats rondlopen.
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Als in de slaap de zintuigen van het lichaam als het ware dood en onwerkzaam rusten, dan beschouwt de ziel, die niet kan slapen en dood kan gaan, het een en ander van de materiële beelden in zichzelf, brengt die voor enkele momenten tot leven en verheugt zich, als ze iets moois en aangenaams is tegengekomen; maar als ze iets vervelends en lelijks tegengekomen is, wordt ze ook in de droom angstig en doet ze alles om de verschijning die haar in het nauw brengt kwijt te raken door weer helemaal in het vlees van haar lichaam terug te gaan.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Is dan niet alles wat de mens tot voeding dient, Gods woord en Gods wil? Als jij, die nog een natuurlijk mens bent,jouw lichaam met natuurlijke kost verzadigt, neemt de ziel daarvan ook het substantieel geestelijke deel in zich op en gebruikt het om haar vorm te verstevigen; en als de onvolmaakte ziel dat doet, al gebeurt dat ook onbewust, dan zal een van zichzelf zeer helder bewuste voleindigde geest dat des te meer kunnen doen, aangezien hij in staat is om alle materie plotseling op te lossen en in haar oorspronkelijke geestelijke toestand te veranderen. -Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De wind, die door zuiverder geesten voortgebracht wordt door de anders zo rustige lucht van de aarde in een geweldige stroming te brengen, vermengt de ongelouterde natuurgeesten met de zuivere geesten in de lucht en in het water en maakt ze daardoor onschadelijk voor de gezondheid van de mensen, de dieren en de planten, en dit gebeurt allemaal volgens Gods wil, omdat het zo gebeuren moet; en dan denk jij, dat God de zwakke mensen door een dergelijke wind schade zou willen toebrengen en er in zekere .zin plezier in heeft, als de zwakke mensen bij zulke gelegenheden van angst en schrik bijna vertwijfeld raken? 0 mens, wat ben je nog zwak van geest!
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De waard zei: 'Heer en Meester! Wat moet iemand als wij daar nog aan toevoegen? Dat is een zuivere waarheid en voor mensen als wij blijft er niets anders over dan de zuivere, goddelijke betekenis ervan in voorkomende gevallen ten uitvoer te brengen. Want wat mij goed zou doen als ik in een vreemd land in nood zou raken, dat ben ik ook een vreemdeling in mijn land verschuldigd! Want degenen die in landen en rijken ver hier vandaan wonen zijn immers ook mensen. Ook al hebben ze andere gewoonten en een ander geloof, dan moet men dat naar mijn mening geen rol laten spelen en men moet niet doen volgens de leer van onze Farizeeën, die zeggen dat de ware jood alle heidenen als honden moet beschouwen, zolang ze in hun heidendom volharden, -en dat degene die een heiden een weldaad bewijst zich de toorn van God op de hals haalt en zijn ziel aan de duivel verkoopt. Hij moet zich liever ook tegenover de heidenen vriendelijk betonen en hun laten zien dat hij als jood een goed en vriendelijk mens is; dan zal de heiden hem eerder vragen: 'Vriend, wat is de leer van jouw geloof, waaruit zulke goede mensen voortkomen?', dan als ik mij tegenover hem een harde en bovendien nog vijandig gesloten jood betoon.
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dat viel de hoofdman op en hij vroeg Mij onmiddellijk: 'Heer en Meester, wat zei U nu, dat alleen hij het eeuwige leven van de ziel zal verkrijgen die de wil doet van degene die U gezonden heeft? Wie is dat, die U gezonden heeft, en wat is zijn wil? Verklaar U hierover nader, anders zou ik naar aanleiding van deze uitspraak van U in regelrechte twijfel moeten raken! Want de ene keer is het zo -zoals ik begrepen heb uit de verklaring van de psalmen in het huis van onze waard -dat U Zelf en alleen U de Heer bent, en dat diegene het eeuwige leven van de ziel zal verkrijgen, die Uw leer aanneemt en ernaar leeft en handelt, en nu zegt U Zelf, dat alleen hij het eeuwige leven van de ziel zal verkrijgen, die de wil doet van degene die U gezonden heeft! -Kijk! -dat is nu heel dubbelzinnig, en een mens als ik, die het beslist volkomen serieus om het eeuwige leven van zijn ziel te doen is, raakt dan echt in de war en weet niet tot wie hij zich moet wenden, die hem de wil van degene die U gezonden heeft, getrouwen waarachtig zou kunnen meedelen! Daarom vraag ik U of U Zich ten aanzien van deze uitspraak nu duidelijker en beslister zou willen uitdrukken!'
Hoofdstuk 138: Over het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Verder is het verbranden van hout, stro, olie, hars, nafta, zwavel en alle brandbare stoffen niets anders dan een werking van het 'elektron'. Het gloeien en smelten en zelfs het eventuele verbranden van metalen en alle mineralen gebeurt langs dezelfde weg, al naargelang de toenemende graad van activiteit van de in hun rust gestoorde ethergeesten. Wanneer deze ononderbroken in zo'n activiteit gebracht worden, zoals die waarvan een bliksem blijk geeft, da~ .vernietigen ze alle materie en lossen die volledig op in haar oorspronkelijke element, dat van etherische geesten. Maar bij het verbranden, van hout, olie en hars bereiken ze nooit zo'n uiterst hoge graad van activiteit, omdat ze daarbij in hun activiteit belemmerd worden doordat ze steeds in gevecht zijn met de grovere, in de materie gebonden natuurgeesten.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Kijk, mensen en ook dieren die traag en passief zijn raken door de warmte niet bezweet, en in een koud jaargetijde al helemaal niet; maar mensen die echt actiefbezig zijn zullen zelfs in de winter nog geen gebrek aan inwendige natuurlijke levenswarmte hebben. Traagheid in alles is in zekere zin de dood en het gericht van ieder wezen.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Ik weet en zie, dat jullie nu tegenover de mensen in grote verlegenheid geraakt zijn en ook hebt moeten raken; maar het moet ook zo gaan wanneer een mens, die zich voorheen door allerlei list, wereldse slimheid en bedrog heeft doen gelden en belangrijk gemaakt heeft in de ogen van de mensen, om op slinkse wijze grote schatten van hen te verkrijgen, zelf de waarheid heeft aangegrepen om zich innerlijk te beteren. Want hij wil de mensen niet meer om de tuin leiden en bedriegen, maar de waarheid durft hij hun niet te zeggen, opdat ze niet boos worden en tegen hem zeggen: 'O jij ellendige bedrieger! Als je nu de waarheid belijdt en daarnaar kunt spreken en handelen, waarom heb je dat dan niet reeds vanaf het begin gedaan? Wat hebben wij jou ooit eerder voor kwaads gedaan, dat jij je jarenlang tegenover ons een snode bedrieger betoond hebt? Maak nu al het aan ons bedreven bedrog goed, anders zul je onze terechte wraak niet ontlopen!'
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar wanneer men daar bij de heidenen over een paar honderden jaren mee bekend zal raken, zal men in Rome beweren dat jij die stoel daar gevestigd hebt. En de volkeren, die daar te vuur en te zwaard toe gedwongen worden, zullen van die valse profeten ook geloven dat jij als een eerste vorst des geloofs die stoel in Rome geplaatst hebt en van daaruit in Mijn naam de hele aarde en haar vorsten en volkeren regeert. Maar zie, dat zal een valse stoel zijn, van waaruit veelonheil over de wijde aarde verspreid zal worden en vrijwel niemand zal dan meer weten waar jij de echte stoel, de stoel van liefde, waarheid, levend geloof en van het leven hebt geplaatst, en wie jouw echte opvolger is.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar weten jullie wat het is, wat een dergelijk gevoel oproept in de zielen van meestal materiële, zelfzuchtige en trotse heidenen, en waarom ze dan ook alle mogelijke genoegens en verstrooiing najagen, enkel om dit gevoel van sterfelijkheid, dat hun boven alles tegenstaat, zoveel mogelijk kwijt te raken?
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Dat zal allemaal toegelaten worden om de mensen af te keren van hun hoogmoed en hun zelfzucht en hun grote traagheid. De groten en degenen die zich machtig wanen zullen met verveling getuchtigd worden en zullen daardoor genoodzaakt zijn in actie te komen, om van die kwelling bevrijd te raken.
Hoofdstuk 185: De eerste twee soorten louteringsvuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wanneer een dergelijke bedrijvigheid door het geweld van het vuur eenmaal zijn hoogste punt bereikt zal hebben, zal de aardse lucht op zulke plaatsen op aarde ook te sterk verzadigd raken met brandbare ethersoorten, en die zullen weldra hier en daar ontbranden en zulke steden en gebieden samen met hun vele bewoners in puin en as veranderen; en dat zal dan ook een grote en effectieve loutering zijn. Maar wat het op deze manier voortgebrachte vuur niet zal bereiken, dat zullen allerlei soorten grote stormen op aarde bereiken, vanzelfsprekend daar waar het nodig zal zijn; want zonder noodzaak zal er niets verbrand en vernietigd worden.
Hoofdstuk 186: Het derde en vierde louteringsvuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Laten er bij deze gelegenheid nu maar heel velen hiernaartoe komen, zodat zij op de hoogte raken van de nieuwe en ware instelling van deze plaats! Via hen zal dat dan weldra gemakkelijk wijd en zijd in het ware licht bekend worden, en het zal helemaal niet nodig zijn om van hieruit boden naar alle windstreken te sturen, die de mensen met hun verkeerde inzichten van hun oude bijgeloof zouden moeten bevrijden. Wanneer het er nu zo en niet anders mee gesteld is, hoeven wij ons helemaal geen zorgen te maken over de vele mensen die hiernaartoe trekken.'
Hoofdstuk 197: Over het houden van feestdagen Vragen en bedenkingen van de leerlingen met betrekking tot de Essenen. (12.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26