Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

184 resultaten - Pagina 9 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[3] Als men ten eerste de Bijbel vertaalt zoals men deze voor zijn beginselen precies wil hebben, en dan enkel die teksten eruit haalt, die bij een willekeurige vertaling dubbelzinnigheid toelaten, dan is het ook geen kunst om zo te argumenteren zoals jij dit nu tegenover Mij deed.
Hoofdstuk 18: Rede van Jezus over de noodzaak van een aardse overheid. Geen menselijke samenleving zonder orde en gehoorzaamheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik neem de beker heel vriendelijk uit Jellineks hand aan, drink eruit en zeg dan tegen Robert: 'Broeder, in de provisiekast staat nog een fles, vol met Mijn eigenlijke lievelingswijn. Breng die hier, om Mijn nieuwe boezemvriend te laten zien, hoe dierbaar Mij zijn vriendschap is.
Hoofdstuk 56: Jellineks hart ontbrandt in liefde voor Roberts vriend. Een hemelse wijn. Jellineks heildronk en het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Jellinek neemt de kristallen beker, drinkt eruit en zegt: 'Nee maar, hemelse engelbroeder! Als jouw vriendschap lijkt op deze drank, dan ben je geen engel maar... de pure Godheid zelf! Want iets goddelijkers van smaak en geest kan de hele oneindigheid onmogelijk nog te bieden hebben! Broeders, proeven jullie er ook eens van en zeg dan, of ik niet volkomen juist heb geoordeeld!'
Hoofdstuk 56: Jellineks hart ontbrandt in liefde voor Roberts vriend. Een hemelse wijn. Jellineks heildronk en het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Maar hoe ziet dit hiaat eruit? Kijk, jullie begrijpen nog niet hoe de zo-even uitgelegde onderlinge verzadiging van de lichtkleuren op passende wijze overeenstemt met de verwantschap tussen geloof, hoop en liefde. Let dus op, we zullen dit onderwerp nader belichten. De witte kleur stemt overeen met het geloof. Zoals de witte kleur als allerfijnste etherische stof alle andere stoffen of kleuren in zich draagt, zo draagt ook het geloof als fijnste geestelijke substantie reeds al het oneindige van het rijk Gods en van het goddelijke Wezen zelf in zich. Ieder mens echter is als deze met groenstralende bomen begroeide berg, vanwaar de groene kleur van de hoop voortdurend uitstraalt; en jullie zullen op heel de aarde niet gemakkelijk iemand vinden zonder hoop, terwijl er heel veel mensen zijn zonder geloof en zonder liefde.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Robert reikt hun nu de beker aan, zij drinken eruit en worden daardoor vervuld met een grote vreugde.
Hoofdstuk 61: Het begrip van de danseressen. Strijd tegen onzuivere natuurgeesten in de mens. De trap naar de volmaaktheid. De allerhoogste - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Hier voor ons op tafel zul je zo dadelijk een schaal zien, die als een plant uit de tafel omhoog zal groeien. In deze schaal zul je de maat van de menselijke gruwelen op aarde aanschouwen en daaruit kunnen opmaken in welke tijd de aarde zich nu bevindt. Kijk, hier komt hij reeds tevoorschijn. Bekijk hem en beschrijf Mij hoe hij eruit ziet en wat je erin ziet!'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Helena bekijkt verbaasd de wonderbaarlijke, fabelachtig gevormde schaal, die op de tafel voor haar opdoemt en zich steeds meer ontvouwt. Als de schaal er na enkele ogenblikken volkomen ontvouwd staat, roept Helena: 'Maar Heer, ik smeek U omwille van Uw heilige Naam! Wat is dat nu voor een zonderlinge verschijning? In het begin zag het er uit als een heel natuurlijke plant, zoals op aarde een waterlelie. Toen groeide er vanuit het midden van haar langwerpige bladeren een ronde, sterke stengel, waarop aan het einde een knop zichtbaar werd. De bladeren verdorden al spoedig en de knop sprong open en vormde, in plaats van de te verwachten bloem, de onmiskenbare pauselijke driekroon, de tiara, maar omgekeerd, d.w.z. met het kruis, dat op de gouden appel staat, naar beneden en met de eigenlijk onderste hoofdband naar boven. Deze tiara staat nu voor me als een echte drinkbeker, en merkwaardig genoeg op een driepoot, die zich vanzelf uit de stengel heeft gevormd. Deze eigenaardige beker is van binnen zo zwart als de nacht. En daar, waar aan de buitenkant kostbare edelstenen zitten, vloeit inwendig bloed en nog eens bloed, doorwoeld door allerlei afschuwelijk kruipend gedierte. De koppen van deze wormen zien eruit als gloeiend erts en hun lijven als die van draken. Deze beesten drinken gulzig het bloed, zodat de beker ondanks de rijke toevoer nooit vol raakt en kan overlopen, opdat allen zien wat een afschuwelijke inhoud deze beker heeft. O, hoe gulzig slurpen deze beesten toch het bloed op! En kijk, tussen de wormen zie ik nu een beest dat veel groter is dan alle andere. Dit beest heeft zeven koppen en op iedere kop tien punten, als van een zwaard, en op iedere punt staat een gloeiende kroon. Wanneer het onderduikt, schuimt het bloed en het dampt aan de oppervlakte. De toevloed wordt nu sterker en sterker, maar nog wil de beker niet vol worden. De beesten verteren enorme hoeveelheden en wat ze niet kunnen verteren, lost op in damp en rook! 0 Heer, bind de beesten toch hun muilen dicht en neem van die punten van dat ene beest de gloeiende kronen weg, zodat de beker toch eens vol mag worden. Oh, wat is dat afschuwelijk om aan te zien!'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Nu geloof ik toch weer in een of andere God! De generaal daarbinnen, die mijn mis niet helemaal ten onrechte versmaadde, had gelijk dat hij de Godheid veel hoger schatte dan ik hem probeerde voor te spiegelen. Maar...loon naar werken! Gelijk hadden ze, dat ze me eruit gegooid hebben! Waarom wilde ik zelfs hier een domme ezel zijn!?'
Hoofdstuk 125: Geestelijk ontwaken van de monnik. Zelfgesprekken als zielespiegel. Christus, het levensanker van de schipbreukeling - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Terwijl hij een schuchtere blik werpt naar de eerste zaal, zegt Thomas: 'O Heer, Heilige Vader, kijk eens naar buiten! Wat een ellende; een grote schare ongelukkige zielen! Zouden ook zij niet geholpen kunnen worden? Zij zijn in wezen bijna allemaal beter dan ik, waardoor zij mij zonet dan ook terecht als de slechtste eruit hebben gegooid, wat ik hun al helemaal heb vergeven. Vergeeft ook U hen, allerbeste Vader, en laat hen ook aan deze rijke maaltijd deelnemen!'
Hoofdstuk 128: Thomas' bede voor de nog in de voorzaal verblijvende schare van zijn voormalige vijanden. Hij wordt met een eregewaad en een wijsheidshoed gekleed. Zijn eerste opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Ja, Ik zeg jullie dat het de Heer op aarde sinds achttienhonderd jaar reeds vaak is overkomen dat Hij zelfs door overigens geheel op God vertrouwende mensen eruit werd gegooid. Daarom wordt het dan ook steeds moeilijker voor de Heer om de mensen op aarde te benaderen. Komt Hij op Zijn eenvoudige wijze, dan wil niemand Hem herkennen. Wat moet men dan doen als men graag herkend wil worden?
Hoofdstuk 126: De lichtblauwen verbazen zich over de macht van de bode, zonder zijn ware wezen te herkennen. Hoe mensen en geesten zich God voorstellen en hem herkennen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Door deze nogal luidruchtige aangelegenheid worden verscheidene mensen uit hun huizen gelokt en de nieuwsgierigheid brengt hen ertoe te kijken wat er gaande is. Als we omringd zijn door een bonte verzameling toeschouwers, wil de officier het bevel geven om de nieuwsgierige mensen te verspreiden, maar Ik zeg tegen hem: 'Vriend, laat dat! Ook deze klaplopers zullen zien hoe het heil van' de wereld eruit ziet! Het zijn halfdode wezens, die niemand van nut zijn, noch iemand kunnen schaden. Daarom laten we hen maar kijken!'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Tegelijkertijd klinken er echter uit de donkere hoeken schrille kreten: 'Eruit met deze ketters, met deze godslasteraars, met deze voor eeuwig vervloekten!' Migatzi valt bijna in onmacht en zegt bevend: 'Maar Heer, kunt U dat aanhoren zonder hen allemaal met vuur en zwavel te vernietigen? Omwille van Uw allerheiligste naam... wat zal dat worden?'
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Kijk, een goochelaar vermaakt zijn verblinde toeschouwers slechts zolang deze niet achter de onbeduidendheid van zijn kunst komen. Worden zij echter door een terzake kundige voorgelicht, dan moet de valse tovenaar maar zien hoe hij zich eruit redt, als hij hun een valse voor een echte toverkunst heeft laten doorgaan. Het is wat anders als een illusionist zich ook als zodanig voorstelt. Dan zal iedere toeschouwer weten dat deze tovenarij een zuiver natuurlijke is en zal hij het toneel heel vergenoegd verlaten.
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Thomas zegt: 'Vanzelfsprekend; wanneer de mensen zich tegenover elkaar gedragen zoals het behoort, dan doen zij dat ook tegenover God, want God de Heer wil immers van de mensen niets anders dan dat niemand zich hoger acht dan een ander en niemand rechter speelt over een ander. Wij beiden hebben toch nooit iets tegen elkaar gehad en hebben elkaar daarom ook niets te vergeven. Dat jij hier echter in deze geestenwereld een beetje meehielp om mij eruit te gooien, heeft met onze aardse vriendschap toch niets te maken. Dat geldt des te minder, omdat je mij daardoor een uitstekende dienst hebt bewezen. Zonder deze gebeurtenis zou ik misschien tot op heden nog in mijn monnikendomheid zijn blijven steken, terwijl ik nu de tegenover jullie begane domheden door de genade van de Heer weer ruimschoots kan goedmaken.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Mijn vriend, dit huis behoort niet aan een ketter en nog minder aan een gezelschap duivels toe. Dat zeg Ik je, de enige, eeuwige Heer van hemel en aarde, want in de hel wandelen nergens vrije gestalten in het licht van de hemelen. Komt deze echt hemelse broederschap je echter te verdacht voor, dan zie je daar de nog openstaande poort en buiten een weidse verte. Je kunt gaan of blijven, dat is ons om het even. De oneindigheid is ver, breed, hoog en diep genoeg. Zwijg nu of ga! Maar jij, broeder Blum, ga naar de grote, aangrenzende zaal en laat allen hier binnenkomen. Laat brood en wijn in overvloed op deze grote ronde tafel zetten, opdat deze blinde dwaas zich ervan mag overtuigen, hoe de zogenaamde duivels van dit huis eruit zien en hoe ze misschien zelfs gaar gestoofd en gebraden worden.'
Hoofdstuk 148: De franciscaan wordt door de aanblik van Robert Blum nogmaals sterk aan het twijfelen gebracht. Zijn angst voor de duivel wordt door de Heer met vaderlijke mildheid bejegend - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13