Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1309 resultaten - Pagina 9 van 88

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] MATHAËL valt Suetal in de rede: - 'zijn altijd nog vele malen beter dan het duistere monotheïsme en de eigenlijk algehele afgoderij van de tempel! Zeg me, welke priester in de tempel gelooft er nog in een god? Ik zeg je: Hun buik en hun wellust is nu de ware god van de tempel! De dood, de zonde en alle duivels dienen zij! De geboden van Mozes kun je voor een paar zilverlingen krijgen zoals je ze wilt, maar van hun vreet en wellustvoorschriften laten ze geen komma vallen! Zij bezitten geen leven meer en geven zich toch uit voor heren des levens en willen als zodanig hoog geëerd worden!
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Slechts een vonkje in het centrum van de ziel is datgene, wat men de geest van God en het eigenlijke leven noemt. Dit vonkje moet gevoed worden met geestelijke voeding, namelijk het zuivere woord van God. Door deze voeding wordt het vonkje in de ziel groter en sterker, neemt tenslotte zelf de menselijke vorm van de ziel aan, doordringt daarna de ziel volledig en transformeert tenslotte de gehele ziel in zijn eigen essentie. Ja dan wordt de ziel zelf helemaal leven, dat zich als zodanig in zijn diepste innerlijk herkent.
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] SUETAL zegt: "Vriend, ik smeek je, houd op met op die manier te spreken en wacht daarmee zolang tot ik daarvoor ontvankelijker ben. Want ik zie nu al wel in, dat ik daarvoor nog veel te dom en te blind ben! Maar wij zullen allen aan deze les van jou zo veel mogelijk aandacht schenken! Want ik zie nu in, dat je volkomen gelijk hebt. Om jouw grote wijsheid echter goed te begrijpen heeft men vee! voorbereiding nodig, waar wij tot op heden absoluut geen gelegenheid voor hadden! Maar zoals gezegd, wij zullen energieke leerlingen van je worden!"
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De Nazareese heiland kan overigens heel goed en serieus een door de geest van God gezalfde, buitengewone profeet zijn - zoals Mozes, Jozua, Samuël en Elia -en hetgeen hij doet, verrichten door de zuiver goddelijke kracht in hem. Dat houden wij ook voor het waarschijnlijkste, omdat hij toch een Jood is en als zodanig nooit in de gelegenheid kan zijn geweest om bij de Essenen, of bij de Egyptenaren in de grootste geheimen ingewijd te worden.
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Waar heb je ergens in de gehele Schrift gelezen, dat het de satan ooit lukte een wonder zoals dit te volbrengen? Kijk eens naar de wonderen van Beëlzebub in de tempel! Wat zijn het? Niets anders dan gemene en welbekende bedriegerijen, om daarmee bij de mensheid, die net zo blind is als jij, het goud en het zilver los te peuteren en het dan voor verdere, schandelijke doeleinden te gebruiken!
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Aan de andere tafels zaten natuurlijk de mensen uit het gevolg van Cyrenius en Julius, en de dertig jonge Farizeeën met hun woordvoerder Hebram aan het hoofd zaten achter Mijn rug aan een lange tafel, zodanig dat zij zowel op Mijn tafel als op de kleine tafel van de twaalf konden kijken.
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Een flinke hoeveelheid goed klaargemaakte vissen werd op iedere tafel gezet en er was geen gebrek aan lekker brood en goede wijn. Wij begonnen te eten en de twaalf waren vol lof over de vissen en tastten flink toe, maar Raphaël at het meest. Hij verslond zogezegd de ene vis na de andere, wat Suetal zodanig opviel, dat hij niet wist wat hij daarvan moest denken.
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] RAPHAËL zegt: "Ik heb je toch al duidelijk gezegd, dat jullie zielen nog zo blind zijn dat je door alle bomen het bos niet meer kunt zien. En zo blind als jullie toen waren, zo blind zijn jullie ook nu nog, ondanks dat je te weinig vissen hebt gegeten! Maar als je nog vis wilt, zeg het dan, want er zullen er in zee nog wel een paar voorradig zijn!"
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Een derde man uit het gezelschap van de twaalf, BAËL genaamd, zegt: "Vrienden, laat ook mij eens aan het woord! Ik zeg weliswaar,meestal weinig en luister liever zonder iets te zeggen naar iets wat wijs is, maar bij al jullie gepraat was tot nu toe maar heel weinig wijsheid te ontdekken. De jonge leerling heeft zeker gelijk wanneer hij jullie flink uitlacht, want ook ik zeg jullie, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Denk er eens aan wie wij zijn en waaruit het grote gezelschap bestaat en dank dan God dat wij nog leven! Wij zijn ellendige, zwakke en totaal waardeloze aardwormen en dit gezelschap bestaat uit machthebbers, waarvoor de gehele aarde beeft! En dan wagen wij, wormen, het nog zulke oerdomme woorden met hen te wisselen!? Vriend Suetal, waarom stoorde het je dan dat deze hoge, wonderendoende en werkelijk almachtige jongeman nu in ons bijzijn acht vissen op at?! Zijn wij hier dan geen gasten die gratis mee-eten en hebben wij met genoeg gegeten? Ik vind: Als wij nu meer dan voldoende hebben gegeten, wat willen we dan nog meer? Als de natuurlijke gesteldheid van deze jongeman zodanig is dat hij, om daaraan te voldoen, meer moet eten dan wij, uitgehongerde tempelschooiers, dan is het toch met aan ons om daar kritiek op te leveren! Want ten eerste heeft hij niet op ónze kosten gegeten en ten tweede was het van jullie kant erg ongepast hem daarvoor, zeg maar, op het matje te roepen! Ik vraag je, wordt toch eens verstandiger! Deze jongeman beheerst in zekere zin alle elementen, en jullie praten met hem alsof hij één van jullie gelijken was. O jullie oerdomme ezels! Hij verdient, meer nog dan de profeten van eertijds, onze algehele verering vanwege de geest van God die zich door, hem uit, en jullie,e behandelen hem als iemand die gelijkwaardig is aan jullie! Als jullie in de tempel bij de hogepriester moesten komen beefden jullie van pure eerbied. Hier is miljoen maal meer dan duizend hogepriesters bij elkaar en jullie gedragen je als een stel eersteklas sukkels! Foei, schaam je! Wees stil, luister en leer wat; spreek daarna met mensen die minder wijs zij.n dan jullie! Maar laat de goddelijke jongeman met rust, anders zou ik jullie hard moeten aanpakken uit naam van alle andere broeders die hier aan deze tafel zitten!"
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] RAPHAËL zegt: "Daar ben ik nog niet toe gemachtigd. Op het juiste moment zullen jij en je broeders Hem wel herkennen! Maar kijk, er is nu nog veel onreins in jullie harten! Dat moeten jullie inzien en als zodanig verafschuwen en uit jullie verwijderen door in het vervolg en vanaf het moment dat jullie het onzuivere ontdekken, het nooit meer, bij wat voor gelegenheid dan ook, te willen toepassen. Dan zijn jullie klaar om de grote meester geheel te leren kennen!
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] RAPHAËL zegt: " Jij, blind en doof mens,' zie je dan niet dat Cyrenius nog niet klaar is met zijn vraag!? Of kun je soms al gaan spreken en een vraag beantwoorden, als de vraag nog niet helemaal gesteld is?! Heb geduld, het antwoord zal niet op zich laten wachten!" ,
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als je je innerlijk wilt kennen, moet Je daarvoor, Je zintuigen naar binnen richten, net zoals je je ogen daarheen moet richten waar je iets wilt zien. Hoe denk je de zonsopgang te kunnen zien, als je ogen op het westen zijn gericht?! Zie jij, die toch zelf al rabbi was, niet in dat je ten opzichte van je hoogst persoonlijke, eigen levenssfeer nog zo blind bent als een embryo in het moederlichaam?!"
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar in het vervolg moet zo'n door zijn geslachtsdrift gedreven man meteen een fatsoenlijke vrouw huwen en in noodgevallen, in goed overleg met zijn wettige vrouw, ook een bijvrouw, zodanig dat er geen ruzie en onmin door ontstaat. Als zo'n man zichzelf echter kan verloochenen, zal hij daardoor al gauw, gemakkelijker dan een ander, een hogere, geestelijke genade van het innerlijke leven deelachtig worden.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Als een ongehuwde of een reeds getrouwde man met de sensuele vrouw van zijn buurman zonder diens medeweten seksuele omgang heeft, is dat schandelijke hoererij. Zo'n vrouw is dan een echte hoer en de betreffende mannen zijn dan echte hoerenlopers, die als zodanig nooit het rijk van God zullen binnengaan omdat deze schandelijke hoererij alle goede gevoelens in hun ziel sloopt en al het geestelijke doodt.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Kijk, de jongen heeft ons, naar mijn mening niet geheel zonder reden - doof, blind en dom genoemd, en ook de ezel die hij eerder naast ons neerzette, liet ons eigenlijk hetzelfde zien!
Hoofdstuk 76: Ribar veronderstelt de aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...