Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1782 resultaten - Pagina 9 van 119

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[15] IK zeg: "Alles is nu helemaal in orde. Ga en neem nu een aantal van je betere stenen kruiken en vul die uit een van de vijftig zakken, het geeft niet welke. Proef ook uit de gevulde kruiken hoe het smaakt, breng ze dan hierheen en zeg ons wat je van dat aldus toebereide water vindt!"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Daarom is aan ieder mens voor alle zaken een bepaalde maat gegeven, afhankelijk van zijn kracht, natuur en geaardheid. Als hij zich aan die maat houdt, bevindt hij zich in de juiste orde waarin God hem heeft gesteld, en alles wat hem omgeeft is voor hem 'hemel'. Maar wanneer hij, in wat dan ook, deze orde overschrijdt en een wereld op zijn zwakke schouders legt, dan zal deze hem vermorzelen en tot 'hel' worden!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Daarop beveelt Marcus meteen zijn zonen en de vier oudere dochters om de vaartuigen in orde te maken, en ook het net. Ook moeten ze nazien of de omheinde grote vishouder nog helemaal in orde is, en eventuele gaten meteen zo goed mogelijk met struiken en stenen dichtstoppen.
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De ZONEN zeggen: "Vader dat hebben we vier dagen geleden al gedaan en daarom zal alles nog wel helemaal in orde zijn, want na die tijd is er geen storm meer geweest; maar om op dit moment helemaal zeker te kunnen zijn zullen we het toch nazien." -Toen gingen de zonen op pad, bekeken alles en kwamen al gauw terug met de mededeling, dat alles zich nog in prima conditie bevond.
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Om deze reden, die ik voor juist houd, zegt de Heer dan ook niemand rechtstreeks wat hij fout doet in zijn leven, maar Hij geeft hem, alleen indirekt, bepaalde schokkende ervaringen. Daardoor dwingt Hij de ziel zichzelf nader te bekijken, haar fouten door Zijn licht te ontdekken, deze uit te bannen en dan zogezegd helemaal in te gaan in de orde van de Heer. Dat, broeder, is zo'n beetje mijn bescheiden mening, en ik ben er zo goed als zeker van dat het zo is. -Hoe lijkt jou dat?"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: " Ja, ja, verheven gebieder, zo is het helemaal. Ik voor mij kan er ten minste nooit zo erg uit wijs worden wie er uiteindelijk helemaal gelijk heeft. Het geheel blijft meestal onbeslist. Van de een of andere positieve leer is nooit sprake. De jonge geest probeert alleen maar verwarring in de begrippen van de leerling te stichten, en die moet die dan uit zichzelf zo goed mogelijk weer in orde brengen. Van hulp is al helemaal geen sprake, en daarom blijft het uiteindelijk altijd onbeslist. Wil de leerling de tegenwerpingen van zijn rabbi helemaal ontzenuwen, dan moet hij wel met zulke onwrikbare tegenargumenten komen, dat de rabbi niet meer naar links of rechts kan. Dat betekent dan dat de leerling helemaal gelijk heeft, maar zonder zulke tegenargumenten heeft de leerling steeds ongelijk -ook al klinken zijn beweringen nog zo overtuigend! Oh, mijn Jarah heeft haar rabbi al heel erg in het nauw gebracht. Hij zou er op het laatst zelf niet meer uitgekomen zijn als het meisje hem niet geholpen had, zoals hij zelf toegaf.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] JULIUS zegt: "Dat zou allemaal wel in orde zijn, als het viervorstendom Judéa maar niet aan de hebzuchtige Herodes verpacht zou zijn, met vrijwel alle soevereine rechten! Daarbij zit er in Jeruzalem nog een trage landvoogd, namelijk Pontius Pilatus, die erg blij is als de mensen hem vrede en rust gunnen; met hem is daarom niet veel te beginnen! Daar komt nog een noodlottige omstandigheid bij, die veeloverweging waard is: Als je de tempel duizend nog zo strenge voorschriften geeft, zal hij, net als een Proteus, overal tussendoor glippen, -en ik vraag mij af, wat er dan nog verder ondernomen kan worden.
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar ook al gebeurt dit, dan is dat in zijn algemeenheid, maar ook in de speciale gevallen, toch niet tegen de goddelijke orde en tegen de goddelijke wijsheid. Want kijk, als de edele vrucht rijp wordt, wordt al het stro en worden alle vruchten verzameld en in de schuren gebracht; maar het onkruid blijft achter op het veld en bemest zonder het te willen de aarde, zodat die daardoor voor een volgende uitzaai krachten krijgt, en verlangt om weldra een nieuw edel zaad in zich op te nemen en tot leven te brengen.
Hoofdstuk 202: Toepassing van de gelijkenis van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Wij merkten de zeer zelfzuchtige vraatzucht van de tempelgrond, waarmee ik natuurlijk het priesterdom bedoel, het eerst, en bevrijdden ons zoveel mogelijk van hen. En wij, die ook een edel zaad van God zijn, verspilden onze innerlijke levenskiemkracht niet aan het vullen van de grote buik van de tempel, maar wij richtten ons naar Gods orde, die wij steeds meer in ons herkenden, en staan daarom nu al als een veelvoudig gezegende vrucht vrij op de grote mooie akker van God. De Judeeërs, Mesopotamiërs en de naar het zuiden wonenden, zullen echter nog een hele tijd nodig hebben voor ze beseffen dat zij de meest voor de gek gehouden narren van de tempel te zijn!
Hoofdstuk 203: Het materialisme. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Daarom denk ik dat de slavernij een noodzakelijk iets is, dat nooit afgeschaft kan worden als de mensheid in de haar gegeven orde wil blijven, tenzij de mensheid mettertijd een ander vervoermiddel zou uitdenken, - dan zou de slavendienst van de voeten natuurlijk overbodig gemaakt kunnen worden. - En zo, dacht ik, zou het in de toekomst met de slavernij kunnen gaan !
Hoofdstuk 207: Josoë's mening over de slavernij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Vaak moeten de engelen in de hel, de poel van alle zonden, afdalen, maar bij hun terugkomst zijn zij weer zo rein als voorheen in de hoogste van alle hemelen. En vaak is het met Mijn broeders op deze aarde net eender: ook al dalen zij uiterlijk vaak in de hel af, om ook daar de goddelijke orde en de macht van de goddelijke wil staande te houden, dan blijft hun ziel toch zuiver door het samengaan met Mijn geest in haar.
Hoofdstuk 209: Deemoedig door de zonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Kortom, iemand die door de zonde zo deemoedig wordt als onze tollenaar, is door de zonde net als een engel slechts voor een ogenblik in de hel afgedaald om daar rust en orde te scheppen. Bij zijn terugkomst is hij echter vervuld van afschuw en zijn ziel is net zo zuiver als voorheen. Maar een zondaar die door zijn zonden alleen maar hoogmoedig wordt, en die als zondaar hoogmoedig blijft, is al een duivel, al ziet hij er uiterlijk voor de mensen nog zo rein uit.
Hoofdstuk 209: Deemoedig door de zonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Het onduidelijke punt is: hoe een overigens rein mens door een met zijn lichaam begane zonde in de hel kan afdalen, daar orde en rust kan scheppen en vervolgens weer geheel rein daaruit kan terugkeren.
Hoofdstuk 209: Deemoedig door de zonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar in de ziel woont al de zuivere vonk van de Geest van God, waaruit de ware zelfkennis en de goddelijke orde zich kenbaar maken door de stem van het geweten.
Hoofdstuk 210: Wat is het lichaam, wat is de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Door het oordeel van de in haar wonende geest voelt zij weldra wat goed en wat slecht is. Daarnaast doet zij door de uitwendige zintuigen ervaring op, door goede en slechte, prettige en pijnlijke, en andere indrukken. Bovendien toont God de ziel, innerlijk door buitengewone openbaringen en uiterlijk door het woord, de weg van Zijn orde.
Hoofdstuk 210: Wat is het lichaam, wat is de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...