Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 9 van 884

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Ik vraag de vriend waarom wij toch zo'n vreselijk slechte weg zijn ingeslagen. Maar de vriend zegt: 'Kijk eens naar rechts en links, dan zul je aan beide kanten een zee ontdekken die bodemloos diep is! Dit is de enige, aan het eind weliswaar zeer smalle en doornige, maar vaste landtong, die tussen de beide oneindig grote zeeën doorloopt. Zij verbindt de gehele aardse wereld met het grote paradijselijke land van de zaligen in het hiernamaals. Wie daar wil komen, moet met deze weg wel genoegen nemen, omdat het de enige is!'
Hoofdstuk 52: Zorels ziel op de weg van de zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Zorel:) "Ik zal je nu nog meer vertellen, Zinka! Alles wat je ooit vanaf je jeugd op deze aarde gedacht, gesproken en gedaan hebt, en ook dat wat je in je vooraardse zielebestaan hebt gedacht, gesproken en gedaan, is opgeschreven in het boek des levens; een exemplaar daarvan draag je in het hoofd van je ziel, maar het voornaamste exemplaar ligt steeds open en wijd opengeslagen voor God. Als je volmaakt zult zijn zoals ik nu volmaakt voor God sta, zul je al je gedachten, woorden en daden nauwkeurig terugvinden. Dat wat goed was, zal je natuurlijk veel plezier doen, dat wat niet goed was, zal je weliswaar geen genoegen doen, maar als volmaakt mens zal het je ook geen verdriet doen. Want je zult daarin de grote ontferming en wijze leiding van God zien, en dat zal je sterken in de reine liefde tot God en in het betrachten van veel geduld ten opzichte van al die arme, nog onvolmaakte broeders die God aan jouw leiding zal toevertrouwen, hetzij in deze of ook in een andere wereld.
Hoofdstuk 57: De ontwikkelingsgang van de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Vriend, nu ken je mijn verantwoording en rechtvaardiging ten opzichte van het grootste verwijt dat je mij gemaakt hebt. Doe nu wat je wilt, maar vergeet met dat er een Zorel die de wereld heel goed kent, met gespannen boog voor je staat en ondanks de lompen die hem nu bedekken, voor geen enkele wijsheid te zeer terugschrikt! Maar verschaf mij nu betere redenen voor het feit dat alles wat bestaat volgens Gods wijsheid zo moet zijn als het is, dan zal ik verlicht ademhalen en je zeer dankbaar zijn! Want jij moet net zo goed als ik inzien dat er menselijk beschouwd op aarde veel onnodige ellende heerst met daarnaast vaak enkele mensen die in grote welstand leven! Waarom heeft nu juist de een alles - en honderdduizenden naast hem niets? Kortom, leg mij de ellende eens uit van al de Zaganen in Klein-Azië! Wie zijn zij, waar komen zij vandaan, en waarom moeten zij in zo'n eeuwige nood smachten?"
Hoofdstuk 65: Zorels verontschuldigingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Vertel mij eens hoe je, zeg maar alleen voor jezelf, rechtvaardigt, dat je heel vaak meisjes hebt verkracht! Kun je daarvoor soms ook een bepaald verstandelijk principe aanvoeren, dat zich in dit geval niet verzet tegen de Mozaïsche wet van God maar tegen de Romeinse staatswet, die zware straffen zet op het verkrachten van onvolwassen meisjes? Heeft het ontzettende angst en pijngehuil van een meisje dat jouw grote zinnelijkheid ten prooi viel, je ooit geroerd? En zijn er niet, hoewel wat langer geleden, ongeveer vijf door jou erbarmelijk verkrachte, overigens zeer welgeschapen meisjes op de meest ellendige manier van de wereld gestorven?! Je compagnon wees je nog op de financiële schade die jullie daardoor leden, want jullie zouden de vijf tien tot twaalfjarige meisjes vanwege hun mooie en weelderige figuur gemakkelijk voor vijfhonderd ponden zilver in Cairo hebben kunnen verkopen. Het aanzienlijke verlies vond je weliswaar pijnlijk en daarom verwenste je ook meermalen je grote geilheid, maar die heb je nog nooit verwenst vanwege het feit, dat je een blinde moordenaar van vijf heel lieftallige meisjes bent geworden!
Hoofdstuk 66: Zorels ontuchtige misdaden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijd daarom allen vóór alles de hoogmoed, want niets ter wereld verwoest de ziel meer dan de schuimbekkende hoogmoed en trots! De begeleider daarvan is een voortdurende dorst naar wraak, zoals de eeuwige en onstilbare dorst naar regen de voortdurende begeleider is van Afrika' s grote, gloeiende zandwoestijn, en ook alle dieren die voet op deze bodem zetten worden maar al te snel door dezelfde plaag geteisterd, zoals de bedienden van iemand die trots is, tenslotte ook zelf verschrikkelijk trots en wraakzuchtig worden. Want wie diensten verleent aan een trots persoon, moet tenslotte ook zelf trots worden; hoe zou hij anders degene die trots is kunnen dienen?!"
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Hier kunnen jullie van het gewoonste straatvuil goud maken en je de hemel daarvoor kopen als je hart naar waarheid meewerkte bij de koop; in het hiernamaals zullen jullie slechts uit het edelste het edele in jezelf kunnen opwekken en dat zal nog moeilijker zijn dan hier uit de gewoonste kiezelstenen goud te maken. Wie echter door zijn edele en goede werken reeds hier een grote hoeveelheid goud heeft gemaakt, zal er daarginds geen gebrek aan hebben; want één zandkorrel van dit geestelijk edele metaal wordt aan gene zijde een klomp zo groot als een wereld en dat is al heel wat."
Hoofdstuk 96: Inzage in de scheppingsgeheimen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar ook de andere belangrijke geroepenen zullen merendeels van. David afstammen. Want deze dingen kunnen alleen aan hen gegeven worden die zelfs lichamelijk daarvandaan komen waar ook Ik lichamelijk vandaan kom; want ook Ik stam door Maria, de moeder van Mijn lichaam, van David af, omdat Maria ook een geheel zuivere dochter van David is. Weliswaar zullen in die tijd deze nakomelingen van David zich merendeels in Europa bevinden, maar daarom zullen zij toch hele zuivere en echte nakomelingen van de man naar Gods hart zijn en in staat tot het dragen van de grote lichtkracht uit de hemel. Op een aardse troon zullen zij wel nooit komen, maar des te meer tronen zullen er in Mijn rijk op hen wachten, en Ik zal altijd Mijn broeders gedenken! Ook de meeste van Mijn leerlingen die hier zijn, stammen in mannelijke linie af van David en zijn daarom lichamelijk in alle ernst Mijn broeders: behalve de ene die niet van boven, maar puur van deze wereld afkomstig is. Hij moest er weliswaar niet bij zijn, en toch moet hij er weer wel bij zijn, opdat datgene wat geschreven staat vervuld zal worden!"
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Zodra het helemaal gevormd is, neemt de in het gehele organisme overgegane levensgedachte, die eigenlijk de ziel is, weliswaar, dat hij zich nog in een kerker bevindt. Daarop begint hij zich krachtiger te bewegen, doorbreekt zijn kerker en stapt heel mat en vol vrees de grote wereld binnen, omdat hij zich nog niet voldoende sterk voelt. Hij begint nu direkt voedsel uit de buitenwereld tot zich te nemen en daardoor ook meteen weer verder te groeien en dat gaat zo lang door, tot hij zelf voelt dat hij in evenwicht is met de natuurlijke wereld rondom.
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Overigens zal hem op deze wereld bij Mij een ontzettend zware rekening wachten. Een verraderlijke handeling en de daarop volgende bitterste vertwijfeling zal een zelfmoordenaar van hem maken, en een strop en een wilg zullen zijn treurig einde op deze wereld zijn! Want hij is iemand die God beproeven wil, wat een grote misdaad is en moet zijn. Wie het echter waagt een misdaad tegen God te begaan, zal dat ook tegen zichzelf niet achterwege laten. Eerst tegen God en dan tegen zichzelf!
Hoofdstuk 125: Over het leven van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De geest antwoordde: 'Wat ben jij toch een nieuwsgierige jongen! Zij spreken juist vanwege jou deze speciale geestentaal, omdat zij niet door jou verstaan willen worden; want zij weten en voelen precies dat jij hier bent als iemand die vanuit zijn lichaam de geesten kan zien en met hen kan spreken als een Birmaan in Groot Indië. Zij weten en voelen ook dat hun lichamen nog hier zijn; maar daar bekommeren zij zich net zo min nog over als jij over een oude mantel die je totaal verscheurd hebt weggegooid. Je zou hun nu alle wereldrijken kunnen aanbieden met daarbij uitzicht op een duizend jaar lang leven vol gezondheid, dan zouden zij toch nooit meer in hun lichaam terugkeren! Maar dat waarover zij met elkaar spreken, zou je niet begrijpen ook al zou het in jouw taal gebeuren; want zij zien nu juist in deze tijd dat de grote Beloofde zich reeds als mens, ook al is het nog pas als een teer kind, in de stoffelijke wereld bevindt. Als jij een man bent, zul je Hem in Galiléa herkennen.'
Hoofdstuk 128: Het door de dood scheiden van ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zal hij ooit waarachtig gelukkig kunnen zijn, ook al bezit hij alle aardse goederen, als hij zich bij tijd en wijle zal af moeten vragen: 'Wat zal er na de dood met mij gebeuren? Zal ik op de een of andere wijze bewust verder leven of zal het voor eeuwig helemaal met mij gedaan zijn?' Als de bange vragensteller echter geen bevredigend antwoord krijgt, noch van iemand die meer ervaren is, of nog minder uit de eigen duistere, wereldse levenskamer waarin nog nooit een waarachtig geestelijk licht is doorgedrongen, -wat dan? Zal zo'n steenrijke man die zich dat ernstig afvraagt, wel genoegen beleven aan zijn grote schatten en rijkdommen? Dat zal wel nauwelijks het geval zijn als hij zich enigermate bewust is van de liefde voor het leven! Wat heeft de mens eraan als hij alle schatten van de wereld zou winnen, maar schade zou lijden aan zijn ziel?
Hoofdstuk 140: Over het stellen van dwaze vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] IK zeg: "Ongetwijfeld zien wij hier een paar vreselijk treurig uitziende levensmomenten, die werkelijk heel ernstig zijn. Maar wat wil je doen om een leven, dat door de invloed van de wereld en haar helse lusten totaal gehavend is, niet geheel ten onder en verloren te laten gaan, maar te redden en stukje bij beetje weer in het goede spoor te brengen? Moet zo'n leven niet met grote ernst aangepakt worden?
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] IK zeg: "Hoe zou Ik je dat kunnen onthouden, je hebt immers zelf al dit helste werk voor eeuwig uit je gebannen? En juist om die reden liet Ik je dit alles luid voor ons allen uitspreken, opdat je hart volkomen vrij werd en je je nu geheel vanuit je diepste levensgrond kunt overgeven aan de volle waarheid! Maar tevens heb Ik daarmee ook beoogd dat alle hier aanwezigen uit de mond van waarachtige getuigen horen, hoe het in deze tijd doorgaans staat met het Farizeeërschap, en dat het daarom noodzakelijk was dat Ik Zelf persoonlijk op deze wereld moest komen om de gehele mensheid niet te gronde te laten gaan. -Maar nu moeten jullie beiden het ook weer helemaal eens worden, en Simon moet nu wat hij in zijn hart over Mij denkt aan ons allen vertellen!"
Hoofdstuk 173: Gabi's beginselen als Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Nu zijn wij op de heilige plaats van mijn visionaire opdracht en hier is oneindig veel meer dan Memphis, Karnag bij Korak en de grootste tempel van de wereld Ja bu sim bil, oneindig veel meer dan het zeer geheimzinnige Isis beeld! Want zie daar -aan de grote tafel! Daar in het midden, gekleed in een rozerood kleed met daarover een blauwe, geplooide mantel, zit, met over zijn schouder~ weelderig golvend, goudblond haar, niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk het allerhoogste, goddelijke wezen, -het volop levende beeld van de onthulde Isis!
Hoofdstuk 194: Oubratouvishar en Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Jullie vragen wat dan eigenlijk de reden was, waarom de grote Shivinz deze boog, zeker met de grootste moeite van de wereld, gebouwd heeft. -Voor die tijd bestond er geen vaste tijdsindeling. De geringe tijd die een dag korter of langer werd, merkte men nauwelijks. De maan was nog de meest zekere en betrouwbaarste tijdsindeler. Maar in Diathira, de stad waar gestraften dwangarbeid moesten verrichten, moest men zowel overdag als 's nachts een bepaalde tijdsindeling hebben, en om die reden en ook om alles beter te kunnen regelen, had onze Shivinz dan ook deze boog gemaakt, maar daar was hij wel tien volle jaren met honderdduizend arbeiders aan bezig geweest.
Hoofdstuk 205: De indeling van de tijd op de vijfde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...