Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

448 resultaten - Pagina 9 van 30

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[20] Maar zeer veel van ons overtuigde, vaste geloof in God hebben wij ook aan Plato te danken, wiens geschriften wij lezen en navolgen. Mozes is praktisch en tekent de levensweg met scherp gemarkeerde lijnen; Plato is over het algemeen geest en ziel en toont de ziel aan de ziel en de geest aan de geest. En dat allemaal bij elkaar: Mozes, Plato, Socrates en een aantal profeten, in het juiste licht bezien wel te verstaan, noemen wij de eigenlijke Messias. Hij zal van boven komen, vanwaar al het licht naar de aarde komt, tot de mensen die van goeden wille zijn.
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Nu, verheven en wijze vriend, heb ik u helemaal onthuld hoe wij zijn, denken en voelen. Het is nu aan u, als u iets beters bekend is, om ons dat mee te delen, als u dat wilt! Wat is dan bijvoorbeeld uw mening over de profeten en over de beloofde Messias?"
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Met een wonder zult u dus moeilijk bij hen aan kunnen komen als U ze niet helemaal tegen de haren in wilt strijken. Ook met andere bewijzen ter verklaring van de op U betrekking hebbende teksten in de profeet Jesaja en in David en Salomo, zal men bij hen niets uitrichten, omdat de profeten slecht bij hen staan aangeschreven. Ik zie dan ook echt geen derde uitweg meer! Want met getallen is toch niet te bewijzen dat U de werkelijke Messias bent en op een andere manier schijnen zij niet toegankelijk te zijn!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Alle anderen geven Schabbi gelijk en beloven hem zich hier als één man te gedragen en geen woord van alles wat ze met betrekking tot de Messias geloven, te verraden.
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Vrienden, wij staan hier nu voor onverbiddelijke rechters! Het omstreden en door de heidenen gehate thema is de Messias, die nu al werkelijk is verschenen zoals ons van alle kanten onmiskenbaar is verzekerd. In Galiléa moet Hij Zich ergens verborgen houden tot Zijn ware, exact berekende tijd zal komen. De heidenen maken daarom jacht op Hem en alleen al het geloof aan de mogelijkheid tot ontsnappen van de grote Redder der Joden aan de harde en scherpe tijgerklauwen van de heidenen, is dodelijk! Jullie weten nu op welke bodem wij thans staan en jullie zullen daarom ook weten, wat er gedaan moet worden!"
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] JURAH zegt: "Niets anders, dan dat hij zélf de beloofde Messias is, voor wiens macht alle heersers der aarde zich moeten buigen! Kijk, dat ontging jouw grote voorzichtigheid helemaal en dat ontdekte ik! Ook hoorde mijn zeer gespitste oor, hoe kort daarvoor de opperstadhouder jouw onderzoeker zijn 'Heer' noemde! Iets ongehoords voor een Romeins opperbevelhebber! Kijk, dat zijn puur zaken, waar men uit louter overdreven voorzichtigheid toch echt niet zo maar overheen moet rennen! Maar wat, als deze zeldzame man mogelijkerwijs tóch de beloofde Messias zou zijn?!"
Hoofdstuk 199: Het betere inzicht van Jurah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] De man die nu heimelijk met de opperstadhouder heeft gesproken is kennelijk een erg sluwe, door de wol geverfde ondervrager van Rome! Als we ook maar een béétje zouden geloven aan de komende Messias waren we heier al zo goed als geofferd! Daarom is het hier zaak ons stereotiep aan de mathematica te houden en meer te luisteren dan te praten. Begint men hier weer over de Messias, dan weten we terwille van ons huidige aardse heil, wat wij voor de uiterlijke schijn als uit één mond moeten zeggen! Wij weten zelf wel wat wij als Joden van de profeten moeten denken, maar deze slimmeriken hoeven wij het niet aan de neus te hangen! De rechter en onderzoeker kent onze Schrift van a tot z beter dan al onze schriftgeleerden en wilde wel kat en muis met ons spelen, maar ook wij zijn slim en wijs en het zal hem niet lukken, ondanks dat wij hier door de wonderlijke man van de zekere ondergang gered zijn. Daarom houden wij ons nu strikt aan onze mathematica, dan zullen we hier nog wel heelhuids vandaan kómen! Maar als we ook maar enigszins onze mond voorbijpraten, zou dat ons in de grootste ellende kunnen storten!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] IK zeg: "Er zal nog heel veel aan te doen zijn; zij staan nu al veel dichter bij het doel dan voorheen! Deze voorzichtigheid hebben ze al meteen in het begin zonder iets te zeggen in acht genomen, omdat zij jullie, Romeinen, hier zagen! Want bij hen heeft zich sinds enige tijd het gerucht verspreid, dat in het Joodse land werkelijk de Messias is opgestaan en daar grote tekenen verricht. De Romeinen zouden daar echter lucht van hebben gekregen en deze Messias nu meedogenloos vervolgen. Daarbij zouden zij het niet alleen fel op de Messias hebben gemunt, maar ook op ieder, die liet merken ook maar iets te geloven van een komende of reeds gekomen Messias. En kijk, dat is de hele reden van hun beeldvervorming, die we gauw de baas zullen worden!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK ga nu weer naar de Perzen, en zeg, terwijl Ik Mij hoofdzakelijk tot Schabbi richt: "Wel, wat hebben jullie intussen afgesproken? Houd je Mij nog voor een sluwe vos, die er alleen maar op uit is om jullie allen vanwege de door de Romeinen gevreesde Messias der Joden, ter berechting in de onverbiddelijke handen van de huidige wereldheerser over te leveren? Zie Ik er dan werkelijk als zo'n verachtelijke verrader uit?"
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De ANDER zegt: "Je bent weliswaar steeds de voorzichtigheid zelf en voorzichtigheid is de moeder van de wijsheid, maar hier schijn je deze niet op het juiste moment te gebruiken! Want een beetje mensenkennis hebben wij ook en hoe langer wij de onderzoeker gadeslaan, des te meer verdwijnt iedere gedachte, als zou hij iets kwaads in de zin hebben! Ik, jouw medeafgevaardigde, heb voorheen mijn oren wat gespitst en hoorde veel van de geheime bespreking van de ondervrager met Cyrenius. Dat had alleen betrekking op een lichte bezorgdheid over de mogelijkheid, ons van onze waan te genezen! De tempel moet ons indirekt op laaghartige wijze geheelonjuist geïnformeerd hebben over de Messias en over de Romeinen, waardoor wij nu blinde angst voor hen hebben en ons juiste en goede geloof voor hen verbergen !
Hoofdstuk 199: Het betere inzicht van Jurah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat Ik zonder meer Dezelfde ben, daar staan hier nog twee levende getuigen voor in. De ene is overste Cornelius, de jongste broeder van keizer Augustus en de andere is opperstadhouder Cyrenius, die Mijn vlucht naar Egypte geleid en verzorgd heeft en een oudere broeder van keizer Augustus is! Als je dat nu weet, zeg Mij dan nu, wat je van de Messias denkt die de drie sterrenkoningen bekend hebben gemaakt! Bestaat Hij, of bestaat Hij niet?"
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als er dan een hun nog onbekende ster verschijnt, zoals bijvoorbeeld een komeet, wel, dan wordt die het onderwerp van allerlei voorspellingen. Is zo'n voorspelling niet te gebruiken voor de eigen bewoners, dan gaat men daarmee naar het buitenland en dan vindt men ergens wel een plekje waar het verhaalopgang maakt. Wij als ingewijden weten dat maar al te goed en dat is dan vanzelfsprekend de verklaring van het feit, dat het destijds rondvertelde verhaal over de beloofde en geboren Messias van de Joden niet zo veel indruk op ons heeft gemaakt, toen de sterrenkoningen het bij hun terugkomst aan alle Joden met vreselijk veel bombarie verkondigden om er zelf materieel beter van te worden. Zij waren wel serieus met de zaak bezig, maar wij houden ons aan de oude spreuk: 'Wie meer dan eens fantaseert en liegt, wordt niet geloofd, ook als hij niet bedriegt!'
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar als dat voor de mensen nodig zou zijn, zal Gods genade wel weer ergens een Mozes opwekken, dus een echte Messias, net zoals u nu een echte schijnt te zijn. Die zal ons dan beslist in de ware wijsheid van God onderwijzen en wij zullen dat als een ware hemelse gave heus tot iedere prijs graag en zeer dankbaar aanvaarden en ook ons doen en laten daarnaar richten. Want wij, handelaars, zijn altijd grote vrienden van alle voor de mensheid nuttige bezigheden en onze grote, aardse rijkdom gebruiken wij alleen maar om de van nature altijd tot traagheid en nietsdoen geneigde mensheid op nuttige wijze, voor henzelf en voor anderen, op allerlei goede manieren bezig te laten zijn.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] " Jawel, jawel!" zeg IK en vraag hem dan: "Wel, beste vriend, omdat je naar de mening van de mensen, in ieder opzicht zeer intelligent schijnt te zijn en veel dingen heel juist en scherp beoordeelt, zeg Mij dan eens naar eer en geweten, wat je je dan van de Messias, die je nu in Mij ziet, voorstelt! Welk doel beoogt nu eigenlijk het huidige optreden van de Messias?!
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] SCHABBI zegt: " Ja, verheven vriend, dat is een bijzonder netelige vraag, d.w.z. niet volgens mijn eerdere, geheel onjuiste, uit voorzichtigheid voortkomende mening dat u door onbegrijpelijke wonderen en sluwe vragen mij een mogelijke vijandigheid tegenover de Romeinen wilde ontlokken, maar zuiver ten opzichte van de mystieke persoonlijkheid van de Messias zelf, over wie juist Jesaja heel merkwaardige dingen getuigt, waar geen mens uit wijs kan worden. Want de ene keer is de Messias een koningszoon, dan weer een sterke en machtige held, dan weer een zoon van God, dan weer een zoon van een maagd! Eén keer zegt Jesaja (Jes. 25: 6-9):
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...