Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 9 van 1110

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (DE HEER:) "Een mensenziel die nog oorspronkelijk is en onbedorven, kunnen jullie zien als een echte zon temidden van alle op verschillende wijze bezielde en levende schepsels die zich allen moeten onderwerpen aan de mensenziel, omdat zij uit de daarvan uitstralende levenssfeer, wanneer die net als de ziel volledig volgens de orde is, geestelijk levenslicht en geestelijke levenswarmte tot groei van de verder opstijgende levenssfeer van hun ziel opnemen en daardoor zacht, geduldig en gehoorzaam worden. Want de zielen zowel van planten als van dieren hebben immers de aan jullie weliswaar nog zeer onbekende bestemming, eens zelf mensenzielen te worden.
Hoofdstuk 216: Over de invloed van de mens op huisdieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Bij de juiste vorming van de menselijke ziel is en blijft de ziel iets innerlijks dat actief is, en dat wat jullie 'verstand' noemen is het uitstromende resultaat van de innerlijke werkzaamheid van de ziel. Het licht van het verstand, dat naar buiten gericht is, verlicht voor de ziel alle mogelijke kritieke, uiterlijke omstandigheden en de wil van de ziel vermengt zich dan met dit uitstralende licht en maakt op wonderbaarlijke wijze alles vruchtbaar en laat het gedijen; want als op die wijze de orde van de mens volgens Mijn orde is, komt de wil en het vertrouwen ook uit Mij of Mijn almachtige wil voort, waarnaar zich immers beslist ieder schepsel moet voegen. Wat dan zo'n binnen Mijn orde levende mens wil, moet in de wijde omtrek gebeuren, want door de uitstralende levenssfeer van een mens stroomt in wezen Mijn geest, waaraan alle dingen mogelijk zijn.
Hoofdstuk 217: De voordelen van de juiste opvoeding van de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] In het vervolg zullen echter ook de kinderen, als zij door Mijn woord en Mijn naam getekend en gedoopt worden, de geestelijke vonk van Mijn liefde in het hart van hun ziel gelegd krijgen; die zal echter bij een verkeerde opvoeding niet groeien, wel bij een opvoeding volgens Mijn orde die nu aan jullie allen overduidelijk is uitgelegd, volgens welke vóór alles het hart, en van daaruit pas op overeenkomstige wijze het verstand gevormd moet worden. Het hart wordt gevormd door de ware liefde en door zachtmoedigheid en geduld.
Hoofdstuk 220: Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Waarlijk, waarlijk, Ik zeg jullie: Niet alleen zulke bomen en rotsen, maar hele bergen zouden jullie kunnen verplaatsen, als dat volgens het heldere inzicht van jullie wijze hart nodig zou zijn; en wat er ook maar nodig zou zijn, zouden jullie toch ieder ogenblik innerlijk ervaren door Mijn geest, die door Mijn altijd levende woord in het hart van jullie ziel voortdurend aanwezig zou zijn!
Hoofdstuk 223: De kracht van een mens, die volmaakt is in de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als de grote voordelen, die jullie mettertijd door Mijn geest zullen verkrijgen, volgens Mijn orde gebruikt worden, zullen zij jullie ook in alles een duizendvoudige zegen brengen; mochten jullie deze echter na verloop van tijd soms tegen Mijn orde in, zelfzuchtig, beginnen te gebruiken, dan zullen ze voor de mensen broedplaatsen worden voor al het denkbare aardse onheil!
Hoofdstuk 225: De wonderkracht van de wedergeborenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wanneer dus de hersenen op juiste wijze en geheel volgens Mijn orde vanuit het hart ontwikkeld worden en de geestelijke levensindrukken die een lichtbron zijn, eerder op de hersenplaatjes ingeprent worden dan de materiële, dan worden de daaropvolgende indrukken van de buitenwereld verlicht, waardoor deze in al hun onderdelen eenvoudig en volkomen duidelijk en volgens de ware wijsheid begrijpelijk en bevattelijk worden. En het licht dat er doorheen straalt vervult dan niet alleen het gehele menselijke organisme, maar het stroomt met geestelijk heldere stralen nog veel verder dan dit organisme en vormt zo de uitstralende levenssfeer, waarmee een mens dan, als die sfeer mettertijd noodzakelijkerwijs steeds dichter en krachtiger is geworden, in de buitenwereld ook zonder de wedergeboorte van de geest wonderbaarlijke dingen kan verrichten, zoals jullie dat bij onze Moren hebben gezien.
Hoofdstuk 228: De juiste vorming van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als het licht van de ogen van de geest op de hersenplaatjes van de ziel valt en zij zijn leeg, dan dringt er geen licht van een geestesoog meer naar binnen en het blijft daarin meteen al bijna voor eeuwig donker! Maar als dit onweerlegbaar zo is en niet anders, waar moet dan in het hiernamaals een ziel het bouwmateriaal vandaan halen om een wereld te bouwen die zij kan bewonen? :Hoe kan zij dat? Jullie menen dat Ik zo'n arme ziel wel zal kunnen helpen? O ja, maar in der eeuwigheid niet door een soort zwak, menselijk, te ontijdig medelijden, maar alleen volgens Mijn eeuwig onveranderlijke orde, die echter zoals bekend zeer lange, lankmoedige armen heeft die gevuld zijn met onmetelijk geduld!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Als zij volgens de leer voor zichzelf verantwoordelijk zijn, en proberen de vervolmaking van hun ziel uit eigen kracht na te streven en daardoor Mijn geest der liefde in zich op te wekken, dan zullen zij natuurlijk net zo zijn als jullie nu. Maar zolang de volmaaktheid van hun ziel voor twee derde deel gegeven en slechts voor één derde deel zelf verworven is, kunnen zij met zo'n volmaakte ziel de geest in zichzelf nooit opwekken en blijven zij ook in het hiernamaals datgene, wat zij hier zijn: zeer goede, maar meer mechanisch zalige, volmaakte zielen, met noodzakelijkerwijs precies vastgestelde grenzen van de zaligheid, want iets anders is niet voorstelbaar .
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] 'Ja', zeggen jullie, en terecht zelfs, 'hoe is de geest dan in staat tot zo'n ongelooflijk snel totaaloverzicht?' En Ik zeg en antwoord jullie: Op volmaakt gelijke wijze als waarop een volmaakte, volgens de natuurlijke orde ontwikkelde ziel in staat is door haar uitstralende levensether op afstand dingen gewaar te worden en aan te voelen, -zoals jullie dat voldoende bij de zwarten ondervonden hebben. Maar bij de ziel, die alleen maar substantieel is, is die eigenschap toch, hoe sterk ook, niet te vergelijken met die van de geest, omdat zij noodzakelijkerwijs nog ruimtelijk beperkt is. Daardoor kan zij alleen maar met bepaalde bovenzinnelijke, natuurlijke oerelementen buiten haar basisvorm denken en voelen, en hoe dichter zij bij haar eigenlijke, menselijke levensvorm staat, des te gevoeliger en zuiverder kan zij dat. Over zeer grote afstanden lukt haar dat zelfs in haar volmaaktste, natuurlijk pure zielstoestand slecht; en ook al heeft een ziel een nog zo sterke uitstralende levenssfeer, dan zal zij, als zij van hier uitstraalt, in Afrika al helemaal niets meer waar kunnen nemen."
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] IK zeg: "Mensen die zo iets kunnen, zijn daarom niet voortreffelijker dan jullie die dat niet kunnen; want hoe dichter de ziel van een mens bij de dierenzielen staat, des te meer bezit zij van nature dat vermogen om zich tegenover hen verstaanbaar te maken, omdat zij zich dan helemaal volgens haar levensorde in een zuivere toestand bevindt. Als zij zich teveel met het lichaam verbindt, is het ook uit met de bijzondere eigenschappen, en de duistere wetten van de materie komen dan daarvoor in de plaats, en de ziel ondervindt dan ook schade van alles wat het lichaam maar kan schaden."
Hoofdstuk 260: Het gesprek met de ezel van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Na ongeveer een uur of drie, volgens jullie tijdmeting, kwam het mannetje terug en zei, dat zij met deze zandbank nauwelijks binnen vier dagen klaar zouden komen en dat er daarna aan de overkant aan de linkeroever ook nog een grote zandhelling was waarin ook veel krokodilleëieren begraven lagen. Die moesten zij ook vernietigen, anders zou het binnen een jaar wemelen van de krokodillen, en binnen tien jaar zouden zij zich zo sterk vermeerderd hebben, dat geen mens ook maar een stap in het hele laagland zou kunnen zetten zonder ergens op een krokodil te stoten. De mensen van deze landen konden hen, de civetkatten, daarom niet genoeg dankbaar zijn voor het voortdurend vernietigen van de kwaadaardige krokodillen in het hele laag en hoogland aan beide zijden van deze rivier.
Hoofdstuk 259: Voorbeelden van de intelligentie van de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Ik leg jullie dit echter niet uit in de gedachte, dat Ik jullie terug zou willen brengen naar die oertoestand van de eerste mensen der aarde, maar alleen om jullie bij zulke voorvallen die nog altijd mogelijk zijn, wat kennis betreft een zuiver standpunt in te laten nemen, zodat je dit alles niet meer bijgelovig wonderlijk, maar volgens de volledige en heel natuurlijke waarheid zult beoordelen en je daarnaar zult richten. Want zouden jullie, zonder deze uitleg van Mij, ooit tijdens de verdere uitbreiding van Mijn leer bij volkeren komen zoals deze zwarten hier, en zouden jullie hen dingen zien doen zoals jullie die nu in ruime mate hebben gezien, dan zouden jullie daarvan al gauw zo onder de indruk raken dat jullie je door zulke wonderdoende volkeren dan een ander evangelie zouden voor laten prediken en al gauw van Mijn wegen zouden kunnen afraken en daardoor waarschijnlijk nooit de wedergeboorte van Mijn geest zouden kunnen bereiken, in plaats van dat jullie de vreemde volken Mijn evangelie zouden overbrengen.
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[20] Maar IK zei ook tegen Cyrenius: 'Laat jij een paar van je schranderste dienaren meegaan, opdat ook zij iets leren voor jullie wereldse gebruik! Want Ik wil dat allen die Mij volgen, in alle dingen wijs en bekwaam zullen zijn." -Daarop zond Cyrenius meteen volgens Mijn advies enige dienaren mee en liet ook de knaap Josoë meegaan, omdat die een grote voorliefde had voor de scheepvaart.
Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] In plaats van jullie nu enig recht te geven, maak ik jullie als afgevaardigden van deze stad bekend dat ik uit hoofde van mijn macht, uitgaande van de keizer, de oude Marcus benoem tot overste over de stad en haar wijde omliggende gebied, en hem bekleed met alle macht die ik zelfheb, en dat in het vervolg alleen hij over jullie en al jullie aangelegenheden volledig recht mag spreken, en dat jullie allen aan hem de verplichte schatting af moeten dragen! Dat zeg ik jullie nu mondeling, maar hij zal zich geheel volgens de wet met de papieren, de staf en het zwaard en de gouden weegschaal der gerechtigheid legitimeren! Slechts in heel bijzondere gevallen zal een beroep op mij gedaan kunnen worden, maar verder zal hij alles beslechten! -Bent u daarmee tevreden?"
Hoofdstuk 16: De deputatie uit Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar om jullie in algemene zin bekend te maken met mijn instellingen, vertel ik jullie ook nog, dat er bij mij aan niemand ooit een onbeperkt recht op inkomsten verleend wordt. Iedereen staat het weliswaar vrij een vermogen bijeen te garen, maar dat mag op straffe des doods niet groter worden dan tienduizend pond. Al het meerdere dat iemand verwerft, moet hij zeer gewetensvol in de algemene staatskas storten; doet hij dat niet hetgeen volgens mij heel snel ontdekt en bewezen kan worden, dan wordt het hele vermogen verbeurd verklaard; de overtreder van deze zo buitengewoon heilzame wet voor het algemene welzijn van de staat zal daarbij nog andere zware straffen opgelegd krijgen.
Hoofdstuk 17: De wijze wetgeving in Mathaël's koninkrijk aan de Pontus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...