Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 9 van 149

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] De BEIDEN zeggen zeer liefdevol: "Beste vriend en broeder in de Heer, wens niet datgene te weten wat je nu onmogelijk kunt begrijpen, en waar het heil van je zielook helemaal niet van afhangt. Dat, wat wij met de Heer besproken hebben zou je doden, als je het in die mate zou begrijpen en inzien als wij het verstaan en altijd moeten inzien. Want al de sterren die jij tijdens een mooie nacht ziet en nog vele andere, die jouw oog vanwege hun te grote afstand van hier uit niet kan zien, zijn louter zonnewerelden met een voor jouw verstand onmeetbare grootte. De ene zon, die jij ziet, is een van de kleinste planetaire zonnen; maar toch is ze al meer dan duizendmaal duizend keer groter dan deze aarde. Stel je je dan eens een vierde klasse middenzon voor, waaromheen minstens tienmaal honderdduizend van zulke planetaire zonnen in grote kringen samen met hun planeten of lichtloze kleine aarden, zoals de door jullie bewoonde er een is, hun banen trekken! De omtrek van zo'n middenzon alleen, is al zo groot als duizendmaal de som van alle omtrekken van de planetaire zonnen en hun bijbehorende aarden en manen. - Zeg eens, vriend, kun je je wel een voorstelling van die grootte maken?"
Hoofdstuk 57: Een hulsglobe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen wij echter uit de grot waren gekomen en U die, door Uw macht in Archiël, voor eeuwig hebt laten afsluiten, waren wij zonder brood en wijn, en geen van de dragers kon mij vertellen wie het brood en de wijn van hen had afgenomen. Ik heb het in de grot en ook daarbuiten tijdens die wondervolle momenten niet gezien. Een dag later, toen U Kis verliet, sprak natuurlijk mijn gehele huis alleen maar over U, en -zoals dat met mensen gaat, vooral bij zulke wonderbaarlijke gebeurtenissen -er werden op z'n minst dubbel zoveel daden verteld dan U bij mijn weten verricht heeft! Veel van die verhaalde daden, die men beweerde door U te hebben zien doen, liet ik de vertellers terugnemen en verklaarde ze tot uitvindingen van hun verhitte fantasie en tot vrome leugens. Maar het verhaal over het verdwijnen van het meegenomen brood en de wijn had zelfs mij serieus aan het denken gezet, want ik kon mij echt niet herinneren wat er met het vele meegenomen brood en de wijn was gebeurd, we hadden er niets van gebruikt."
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Alle AANWEZIGEN aan Mijn tafel zeggen: "Heer, dat is zeker en waar! U moest maken dat de hele wereld er ook zo over dacht en zo deed, dan zou het er in de wereld anders uitzien dan nu! Wij, die hier om U heen verzameld zijn, hebben het nu natuurlijk gemakkelijk, omdat wij U als de grondslag van al het zijn en alle verschijnselen bij de hand hebben. Maar vele honderdduizend maal duizenden, die het onschatbaar grote geluk niet hebben om in Uw allerheiligste gezelschap te zijn en uit Uw mond de woorden des levens te horen, gaat het niet zoals ons! Die verlangen zeker ook net als wij naar Degene, waarvan de gehele schepping maar al te zeer getuigt, maar hun verlangende blikken naar de sterren ontdekken U nooit, en hun grote verlangen wordt nooit bevredigd. Is het dan een wonder, dat bij zulke mensen de miraculeuze tovenaars en de tekenen en hun uitleggers maar al te gemakkelijk gehoor vinden, omdat ze de naar goddelijke zaken verlangende mensen iets aanbieden, dat, ook al is het niet echt, toch in ieder geval een op God gelijkend tintje heeft!?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Kijk, de mensen van de aarde zijn erg blind en dom en daardoor ook slecht. Maar ik vraag mij af waar de schuld daarvan ligt, en waardoor het kwaad veroorzaakt wordt! En zoals ik, vragen vele honderdduizenden Romeinen, die zeker niet achterlijk zijn, zich dat ook af!
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Na deze woorden van Mij gaan zij weg en brengen weldra de gebonden razende, die er ontzettend wild uitzag en net zo woest brulde als een hongerige leeuw. Toen Mijn vele gasten deze razende zagen aankomen, overviel hen een grote angst en de vrouwen vluchtten met z'n allen het huis in, want ze durfden niet naar deze verschrikkelijk vertrokken en vreselijk brullende figuur te kijken. Zelfs Mijn moeder verborg zich in het huis en Mijn leerlingen maakten de kring om Mij heen ook groter , Judas verborg zich achter een boom. Alleen Cyrenius, Faustus, Cornelius, Kisjonah en Borus bleven standvastig bij Mij.
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Want als God alle kinderen, die reeds in hun jeugd geest en talent vertonen, van de wereld weg zou nemen, dan zouden jullie allemaal, die nu hier bij Mij zijn, al in de aarde vergaan zijn! Maar omdat jullie nog behoorlijk op leeftijd hier zijn, is je verwijt aan God niet terecht! Want jullie waren in je jeugd ook geestelijk veelbelovend, jullie waren ook kinderen van in ieder opzicht zeer vermogende ouders, en toch heeft God jullie laten leven, terwijl Hij elders bij de heidenen vele duizenden kinderen door dysenterie en veel andere kwaadaardige ziekten van de aarde heeft weggenomen. En daarover hebben die arme ouders net zoveel leed gedragen als de ouders van deze jongen, die nog leven en in plaats van hem, drie arme kinderen hebben opgenomen. Deze drie kinderen zijn nu heel waardige opvolgers van dit ene kind, dat in de loop van de tijd vanwege zijn aanzienlijke talenten te veel vertroeteld en verwekelijkt zou zijn geworden door zijn ouders, die hem meer liefhadden dan God. Hij zou tenslotte in het geheel niet voldaan hebben aan de hooggespannen verwachtingen van zijn ouders, want hij zou slechts een ingebeelde, trotse en eigenzinnige sukkel geworden zijn, waar geen hogepriester iets mee had kunnen doen!
Hoofdstuk 69: Nogmaals in de grafkelder van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Vrouw, Ik heb in Nazareth jouw verering van God gehoord, en vooral voor jou deed Ik nu datgene wat je zag! Daarom kun je het best bij Mij uithouden! Maar Ik zeg jullie nu allemaal dat je daarvan aan niemand een woord vertelt! Dat is niet voor Mij of voor jullie, maar alleen terwille van de vele ongelovige mensen, opdat die daardoor niet gedwongen worden in de Zoon des mensen te geloven, maar daarin vrij zijn als hen het evangelie gepredikt wordt!
Hoofdstuk 71: De onsterfelijkheid van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Vriend, dat gebeurde, gebeurt nog en zal in de toekomst nog heel vaak gebeuren, en toch zullen de mensen niet ophouden met het bouwen van tempels! Die te Jeruzalem zal verwoest worden, en van de afgodentempels zal niets teruggevonden worden. Maar in plaats van dit geringe aantal zullen er vele duizenden komen, en zolang er op aarde mensen zullen wonen, zullen zij ook tempels bouwen, grote en kleine, en zij zullen daarin hun heil zoeken. Maar slechts weinigen zullen voor God een levende tempel in het hart bouwen, de enige plaats waar Hij waardig beleden, vereerd en aanbeden kan worden en ook moet worden, omdat dat alleen de voorwaarde is voor het eeuwige leven van de ziel!
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] 'Toen kwamen zijn leerlingen weer terug en vonden tot hun grote schrik en leedwezen het lijk van Johannes. Zij namen het lijk, droegen het naar buiten en begroeven het (Matth. 14:12) ten aanschouwe van vele duizenden, die huilden en Herodes en zijn hele huis onder talloze vloeken bedolven. Herodias moet echter bij de aanblik van het hoofd van Johannes ogenblikkelijk met een vreselijk vertrokken gezicht dood ter aarde gevallen zijn en haar dochter enige ogenblikken later ook. Herodes en al zijn gasten vluchtten helemaal ontdaan de zaal uit.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Zo is bijvoorbeeld het aftreden van Jaïrus dat vier dagen geleden plaatsvond en de op hetzelfde moment aan de hogepriester in de tempel te Jeruzalem aangeboden ontslagbrief, toch zeker meer dan een wonder! Langs natuurlijke weg zou deze oorkonde misschien op z'n vroegst nu pas in handen van de hogepriester gekomen zijn, maar nu kon jij al twee dagen geleden in Kapérnaum en vanmorgenvroeg daarvandaan hier aankomen, -en daarbij is beslist geen fout tegen de regels en de oude traditie gemaakt! Op wonderbaarlijke wijze ben jij nu officieel opperpriester over geheel Galiléa, en het ontslag van Jaïrus is compleet met alle nodige bijlagen en verklaringen in handen van de opperpriester in de tempel, en alles kostte maar een en hetzelfde ogenblik! Zo is ons ook door betrouwbare getuigen verteld, dat deze zelfde Jezus pas een paar weken geleden een zeer zware storm op zee bestraffend toesprak, -en de zee en de winden gehoorzaamden ogenblikkelijk het woord van de Heiland! Van zulke waar gebeurde verhalen zou ik je er nog vele kunnen vertellen, maar dit is niet het geschikte moment daarvoor. Men zou kunnen veronderstellen dat deze mens een huurling van de satan was, ware het niet dat Zijn woorden, lessen en milde, ernstige vermaningen het tegendeel leerden!
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] Ook vertelde mij een zekere Griek uit Kana in Samaria -zijn naam was Philopold -bijna ongelooflijke dingen, die ik echter toch moest geloven omdat hij mij dat door vele getuigen liet bevestigen.
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] BORUS zegt: "Beste vriend, er zal best een addertje onder het gras schuilen, omdat Zijn vlucht ons allen net zoals jou verbaasd heeft, hoewel we er volkomen van overtuigd zijn, dat Hij toch dat en Diegene is Die wij als zodanig erkend en aangenomen hebben. Eerlijk gezegd was Hij ook voor jou bang en daarom heeft Hij vanmorgen vroeg al de vele leerlingen en de hoge Romeinen, die nu ettelijke dagen bij Hem waren, weg laten gaan. Maar zoals ik het nu zie zou Hij weinig reden gehad hebben om voor jou bang te zijn, omdat je vóór Hem en zeker niet tégen Hem bent. Er moet dus een heel andere reden zijn waarom Hij zo plotseling is afgereisd. Ik denk dat de schijn hier bedriegt."
Hoofdstuk 91: De dreiging van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen de overste glimlachend deze opmerking geplaatst had, brachten een paar burgers uit de stad een zieke, die al vele jaren bezeten was. Omdat hij echter arm was, durfden zijn familieleden niet voor hulp bij een dokter aan te kloppen en zij durfden hem ook niet bij Mij te brengen, omdat bij een aantal burgers het boze gerucht de ronde deed dat wie zich door Mij liet genezen, zijn ziel aan Beëlzebub verkocht! Ook over Borus vertelde men iets dergelijks, want van hem zei men dat hij zijn duivelskunsten van Mij had geleerd!
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Velen waren er uit Kana in Galiléa en Kana in Samaria, velen uit Jesaïra, velen uit Kis en Sibarah, uit Kapérnaum, Chorazin, Caesarea, Genezareth en Bethabara. Zij hadden nog in vele andere plaatsen over Mij gesproken, zodat uit al die markten en stadjes een grote massa volk ten dele over zee en voor een deel te voet in de woestenij bij Mij kwam, natuurlijk met allerlei zieken en gebrekkigen. Zoals gezegd, was de dag nog maar nauwelijks aangebroken, toen tegen de duizend Mij volgende pelgrims Mijn verblijfplaats vonden en omringden.
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De Esseen bracht mij in een grote donkere kamer, waarin op z'n minst honderd lijken afzonderlijk op doodsbedden opgebaard lagen, en een heel duidelijke lijkengeur doordrong mij ervan dat de daar in een lange rij naast elkaar liggende lijken geen levende mensen meer waren. Terwijl wij beiden tussen de vele lijken doorliepen en ze ook hier en daar bevoelden, brachten vier dragers er nog twee, legden de ziellozen op nog lege bedden en verlieten toen de kamer .
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...