Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

241 resultaten - Pagina 9 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[5] Als Mozes en de profeten dan ook voor zulke betere kinderen een straf bepalen en hun hun gebrek aan liefde en hun terechte ongehoorzaamheid jegens hun slechte ouders als zonde aanrekenen, dan zijn Mozes en alle profeten nog duizendmaal dommer en blinder geweest dan ik en hebben zij met hun geschriften en voorspellingen de goddelijke wijsheid waarlijk geen bijzonder grote eer aangedaan! Heer, ben ik slecht omdat ik de wet van Mozes en de profeten zo heb beoordeeld?'
Hoofdstuk 30: De kritiek van Helias op het vierde gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De magiër zei: 'O vriend, zoiets zou voor ons de dood betekenen terwijl we nog leven! Ach, houd maar op met zulke absurde voorbeelden! Dan zou immers ook al het denken bij de mens helemaal ophouden, want dat is zonder vergelijkingen eigenlijk onmogelijk! Wel,ik zie al, waar je eigenlijk naar toe wilt! Maar ga maar door; want ieder woord uit jouw mond is duizendmaal duizend pond zuiver goud waard!'
Hoofdstuk 112: De verschillende vormen van al het geschapene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Dat heb Ik jullie al verteld en voldoende omschreven, en in de nachtelijke tekenen hebben jullie het kunnen lezen! Want jullie zijn nu duizendmaal meer heiden geworden dan er ergens op aarde bestaan. Daarom zullen de joden als kaf door de storm verstrooid worden onder alle volkeren der aarde en zij zullen nooit meer zelf een land en een koning bezitten.'
Hoofdstuk 177: De zucht naar aanzien. Hoogmoed en deemoed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Deze ergste plaag is echter ons afgodendom en zijn onze priesters. Deze duizendmaal duizend geprivilegieerde bedriegers van de mensen hebben verstand van magie en toverij of liever gezegd, ze plegen allerlei soorten bedrog, imponeren daardoor de met blindheid geslagen volksmenigte en zijn, doordat zij voornamelijk met het volk omgaan, in het volle bezit van de macht over het volk, wat het voor ons eindeloos moeilijk maakt om het volk voor te lichten; want als uiteindelijk zelfs de keizer betere scholen zou willen oprichten voor het volk, zouden die vreselijke priesters het hele volk maar al te gauw tegen de keizer opzetten en zou hij met leger en al verloren zijn.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Dit zonnenheelal gezelschap met een centrale zon zullen we een zonnenal-al noemen. Zulke al-allen zijn er weer in een voor jullie ontelbaar aantal, en alle hebben op een eindeloze diepte weer een ongehoord grote centrale oerzon, waaromheen zij zonder verstoring van hun vele afzonderlijke bewegingen als één lichaam in een alleen voor een engel meetbaar wijde baan doorlopen, en zo'n zonnen en wereldensysteem willen we, om het tot een begrijpelijk begrip te maken, een zonnen en wereldenhulsglobe noemen, omdat alle hiervoor genoemde al-allen naar alle richtingen om de centrale oerzon cirkelend, een onmetelijk grote bol vormen en tengevolge van hun noodzakelijkerwijs vrijwel gedachten snelle beweging en de daardoor veroorzaakte centrifugale kracht op een natuurlijk voor jullie onmeetbare diepte en verte een soort huls vormen, waarvan de dichtheid die van de atmosferische lucht van deze aarde benadert en van binnen naar buiten een doorsnede heeft die gerekend naar de afstanden op aarde zelfs met duizendmaal duizend aeonen nog veel te gering zou zijn.'
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar vraag niet naar de grootte en lengte van de doorsnede van zo'n hulsglobe! Want voor de mens zou er wel eens moeilijk ooit op deze aarde een getal uitgedacht kunnen worden waardoor men als men de afstand van deze aarde naar de zon, die toch ongeveer 44 maal duizendmaal duizend uur bedraagt, als eenheidsmaat neemt, zoiets toereikend zou kunnen bepalen, want aeonenmaal aeonen van zulke afstanden zijn nauwelijks voldoende voor een zonnenwereldal-algebied, waarvan er binnen een hulsglobe zoals reeds aangeduid een vrijwel ontelbaar aantal zijn. Nu heb Ik bij jullie toch nog het begrip voor de bijna oneindige grootte van een hulsglobe gevormd, en op deze basis kunnen we dan wel verder bouwen.
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Er is echter ook nog een speciaal soort zonnen, die in ieder apart zonnengebied veelvuldig voorkomen. Dat zijn de dubbelzonnen, die echter toch geen centrale zonnen zijn, maar alleen een wat minder voorkomende soort planetaire zonnen, en een van beide is altijd een stuk groter dan haar begeleidster. Beide zonnen zijn zelden meer dan zesduizend maal duizendmaal duizend uur gaans van elkaar verwijderd. De kleinere zon legt haar baan als een grote planeet om de grotere zon af; maar toch bewegen zich om beide een behoorlijk aantal grotere en kleinere planeten, waarop hun bewoners een goed bestaan hebben. Want ten eerste is het bij hen bijna nooit volledig nacht en ten tweede nooit erg koud, en dat geldt vooral voor de kleinere planeten tijdens hun doorgang tussen de beide zonnen.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Nu raakte de leider van de handelaars helemaal buiten zichzelf en zei: 'Ik zei het al en zeg het nog eens: U bent geen mens, maar - U bent een God! En wat zal ik, een nietige aardworm, mij tegen U verzetten, daar U mij immers met één blik kunt vernietigen?! Het is waar, aards gezien doe ik geen goede zaken, maar al had ik nog duizendmaal zoveel slaven als ik hier heb -en die zijn echt heel veel geld waard - dan zouden die allemaal Uw eigendom zijn! Want weet U, grote en onbegrijpelijk verheven vriend, in ons land weten wij voor het merendeel wel waar de schoen wringt, maar helpen kunnen wij onszelf niet! Helpt U ons, Vriend, dan zullen niet alleen deze slaven, maar duizendmaal meer en hoeveel U er ook maar meer wilt hebben, van U zijn, want U bent geen mens, maar U bent een volkomen waarachtige God!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Als je daar nu wat verder over nadenkt, zul j~ jezelf zeker moeten afvragen: 'Hoe kunnen precies dezelfde krachten eigenlijk steeds de meest verschillende resultaten opleveren?' Ik zei je weliswaar dat alle oneindig vele zielesubstanties eerst in de ether, dan in de lucht en in het water aanwezig zijn; maar zelfs het scherpste oog en de allergevoeligste smaak en reukzin kan in géén van de algemene oerelementen ook maar iets vinden van de smaak of geur van enige plant en van haar zoete, zure of bittere vrucht -om over haar vorm en kleur maar niet te spreken. Wel, hoe komt het dan dat vervolgens ieder verschillend zaadje uit dezelfde aarde, hetzelfde water, dezelfde lucht, hetzelfde licht en dezelfde warmte alleen maar die oerstofsubstanties aantrekt en in zichzelf op zijn wijze belichaamt, die het als steeds hetzelfde en onveranderde zaad, al vele duizendmaal duizenden jaren geleden heeft aangetrokken en belichaamd?
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Daarom lijden wij, Romeinen en Grieken die beter en helderder van geest zijn, grote nood waarvan wij ons met alle schatten van de wereld niet kunnen bevrijden. Wijst U ons op een middel daartegen, -dan zal het ook bij ons licht worden, -en dan zullen wij en vele duizendmaal duizenden mensen geholpen zijn!'
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarom beweer ik: De blindste dwaas is duizendmaal gelukkiger dan de grootste wijze, en we doen er 't verstandigst aan ons hier met andere dingen bezig te houden dan met zulke onvruchtbare beschouwingen; want hoe meer een mens weet en begrijpt, des te duidelijker wordt het hem dat hij uiteindelijk helemaal niets weet. En voor zo'n uiterst saai levensvermaak zal ik zeker niet al te dankbaar zijn. Ik heb gezegd!'
Hoofdstuk 216: Kritiek van de Romein op de aardse toestanden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Op de wereld tijdens ons leven in het lichaam hebben wij allemaal diezelfde straf doorgemaakt en waren vol twijfel over allerlei zaken; alleen de werkelijke scheiding van ons lichaam heeft ons er pas van overtuigd dat men na het afvallen van het vlees voortleeft. En tijdens dit voortleven gaat het alleen met diegene goed, die in zijn lichaam op de wereld rechtschapen was en goede werken heeft verricht; maar met de lasteraars en degenen die niet rechtschapen, hard en geheel liefdeloos waren gaat het slecht, zelfs duizendmaal slechter dan met degenen die hier in de duistere kerkers smachten.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Rafaël zei: 'Hoe verstouten jullie jezelf dan, om je boven God en Zijn wetten te plaatsen? Wie gaf jullie daartoe het recht? Waarlijk, ik heb een duizendmaal groter recht om mij met Samuël te vergelijken, dan jullie om je boven God en Zijn wetten te plaatsen!
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik alleen weet van eeuwigheid wat er voor nodig is om een gedachte uit Mij tot een vrij wezen, en wel met de volste goddelijke zelfstandigheid, te vormen; daarom weet Ik ook als enige wat er voor nodig is om dit allerhoogste werk geheel en al te realiseren. Of het nu gaat om dood, gericht, mens of engel: in Mijn ogen is dat voor het realiseren van het hoofddoel van Mijn liefde en wijsheid allemaal een en hetzelfde. Want, weetje, de Eeuwige heeft daar altijd tijd genoeg voor. David zei wel, dat duizend jaar voor God nauwelijks een dag is, maar Ik zeg tegen jou, nu Mijn schriftgeleerde en vriend: duizendmaal duizend jaar is voor Mij nauwelijks één enkel ogenblik!
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De man zei: 'Dat land is nog vele dagreizen hier vandaan als men zich voortbeweegt zoals jullie dat doen; maar mij is dat natuurlijk in een veel kortere tijd mogelijk, omdat mij natuurkrachten ter beschikking staan die jullie niet kennen. Maar ik zeg jullie, veroveringszuchtige Romeinen, dat jullie, zolang ik hier de wacht houd, dat land, dat nog volkomen gelukkig en onschuldig is, nooit zullen betreden. Ook al waren jullie met nog duizendmaal meer mensen dan je nu bent, dan zouden jullie, zoals dat ook nu het geval is, tegen mijn wil toch geen stap verder kunnen doen! Ik raad jullie daarom aan, om te keren en terug te gaan naar waar je vandaan bent gekomen, anders laat ik je hier vastgenageld staan en dan zullen mijn leeuwen en adelaars zich voeden met jullie vlees.'
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17